Wij worden meegesleurd in den
herdenkingsroes3
Internationale
concesssie aan
de beurt?
Brutale inbraak
Dieseltrein op
veewagen
Alkmaarsche Kaasmarkt
Ha de verovering van Sjanghai
Werkelijkheidszin en dichter
lijkheid in één mensch ver-
•enigd.
Op 17 Nov. a s. zal het 350 jaar
geleden zijn, dat Joost van den Von
del te Keulen geboren werd.
Vondel wat weet de doorsneê mensch
van Vondel? Hij kent Vondel zooals hij Rem-
brandt kent, met een vage en heel onper
soonlijke bewondering; hij heeft Rcmbrandt's
„Nachtwacht" en misschien nog een paar
andere schilderijen van den groofen meester
gezien en is ontroerd geweest; zoo las hij
met een eigenaardigen, verren eerbied eenige
van Vondel's verzen of hoorde ze op liet too-
neel, door de radio...
En nu wordt hij plotseling meege
sleurd in den Vondel-herdenkingsroes;
hij moet meedoen of hij wil of niet:
mee herdenken, eeren en zich min
stens op één tentoonstelling of her
denkingshij eenkomst vertoonen, wil
hij meedoen met zijn tijdl
Ja, wij zijn up-to-date, wanneer wij een
minuut stilte betrachten ter nagedachtenis
van een 350 jaar geleden gestorven dichter.
Vondel was een kind van
tijd.
zijn
Wie Vondol echter buiten den eere-rocs
waarin Nederland nu leeft, om, wat beter
heeft leeren kennen, weet dat den dichter
de bewondering, ook van ónze eeuw, toe
komt.
Als wij in verband met Vondel's werken
het woord „onsterfelijk" gebruiken, dan
heeft dit woord een zeer reëele beteekenis.
Vondel is niet onsterfelijk, omdat zijn treur
spelen nog geregeld door onze groote too-
neelgezelschappen worden opgevoerd, omdat
zijn gedichten op het repertoire van ieder
voordrachtskunstenaar staan en 't leerplan
voor de letterkunde, zoowel op de middel
bare scholen als op de universiteiten den
taalkunstenaar uit do Gouden Eeuw een
groote plaats inruimt, doch hij is onsterfe
lijk, omdat zijn verzen in merg en heen
leven! Omdat Vondel altijd weer den mensch
ten tooneele voert in zijn strijd en smart,
ook in zijn overwinning en vreugd! Vondel
stond midden in het leven! Hij was een kind
van zijn tijd en wat voor een tijd! Een lijd,
waarin de menschelijke vrijheidsdrang zich
baan brak en in opstand kwam tegen het
traditioneele gezag; een periode van gods
diensttwisten, welke van de menschen een
overtuiging, een daad-van-overtuiging vroeg!
De dichter heeft zich midden in
dien kamp geworpen, fel partij ge
kozen en ook in zijn persoonlijke
leven nooit geschroomd, het roer om
te gooien, wanneer hij dat om der
wille van de waarachtigheid noodig
oordeelde.
De spanningen uit do zeventiende eeuw
zoowel als de emoties uit zijn eigen leven
vinden wij terug in 's dichters werken en dit
zijn tenslotte de spanningen, die ieder
mensch in eiken tijd kan doormaken. Mogen
wij den strengen vorm van Vonders verzen
wat ontwend zijn en het velen van ons
eenige moeite kostert, den zin er van te he
grijpen. wanneer wij den mensch achter
dc rhythmen en klanken ontdekt hebben,
geven wij ons onvoorwaardelijk aan dc lec
tuur of aan de dramatiseering et* van voor
het voetlicht, over
De dichter heeft alle hoogten en
diepten van het menschzijn ge
kend.
f m-lol is iemand geweest, die in zijn lange le
ven (hij stierf in 1679)wel alle hoogten en diep
ten van 't menschzijn heeft gekend. Hij heeft
liefgehad en gehaat, vriendschap gegeven en
verachting gespuwd, nationaal en religieus
gedemonstreerd, doch dit alles niet. tenge
volge van een grilligen levenshonger, een
ongebreideld artist-zijn; neen. men zou kun
nen zeggen dat hij ccn leven leidde van
prachtig hehoerschlen hartstocht. Een innige
vroomheid vormt de kern van dezen grooten
Gouden Eeuwer; een diene zwaarmoedigheid
doorstroomt zijn godsdienstige verzen, zijn
Godvereerendc drama's mot een golf van
warme menschelijkheld.
Met dezen voornamen wezonslnhoud kon
Vondel liefhebben, verachten, partij kiezen,
zieh hekeeren, ten leste, tot een anderen
godsdienst (In HUI ging hij openlijk tot het
Roomsche geloof over).
leeftijd dus gepensionncerd! Dat pen
sioentje had de geletterde man wel ver
diend, dacht men!
Vondel voelde zich in het hijzonder tot
de tragedie aangetrokken, misschien wel
omdat zijn eigen leven was als een vorste
lijk gespeeld treurspel. De afbraak van het
aardschc, welke het geluk van Vondel's
particuliere leven telkens weer aantastte,
was mede een inspiratie tot zijn geweldige
drama's.
Realistische schildering.
Wij willen den dichter nu zelf aan het
woord laten. Het is moeilijk een keus te
doen uit zijn geweldig oeuvre. Liever dan
zijn overbekende reien, citeeren wij een
realistisch fragment uit „Joscph in Dotan."
De geschiedenis "van Joseph, den bevoor
rechten zoon van den aartsvader Jacob, die
door zijn broeders als slaaf naar Egypte
verkocht werd, is door Vondel op aangrij
pende wijze beschreven.
Joseph had volgens het Bijbelverhaal, ge
droomd, dat hij de zon, de maan en elf ster
ren zich zag buigen voor den glans van
zijn eigen ster, ook had hij gedroomd dat,
terwijl hij met zijn broeders op het land aan
't korenhinden was, de sohoven van zijn
broers ter aarde negen voor zijn schoof.
Argeloos vertelde Joseph deze droomen aan
zijn broers, welke droomen hem met de ge
dachte aan een hooge toekomstige bestem
ming vervulden. Hij kwetste hen daarmee
en wekte, zonder ecnigen opzet, hun afgunst
op.
Voordat de broeders hun snood plan met
Joseph volvoeren, bespotten zij hem:
Was vader niet de zon? was moeder
niet de maan?
Wij starren, schooven? hè?
JOSEPH:
Och, broeders! laat mij gaan:
Och, broeders! laat mij gaan: 'k wil
gaarne voor U bukken,
Gelijk den jongste past.
SIMEON:
Rijs op: hoe zal 't hier lukken?
LEVI:
Nu, koning Joseph, zeg, wie zal Uw
stalknecht zijn?
Wie schrijver? Wie poortier? Wie
schenker, om met wijn
Te kronen 's konings disch? wie
kamerlingk verstrekken?
Wie muilpaard? wie kameel? wie uw
karossen trekken?
Koom herwaart, Naphtali. Koom
herwaart, Zabulon.
Komt, Asser, Isaschar, Gad, Judas,
Simeon
En Dan: dit is de schoof: vernedert
uwe schooven.
Duikt, starren, zon en maan, dit licht
zal 't al verdooven.
Dan wordt Joseph naar den put gedreven.
De klaagzang, dien de dichter den onge-
lukkigen jongen in den mond legt, is een
juweel van lyriek; wij nemen er enkele
regels van over:
Mijn God. mijn God, mag mijn geklag
niet baten,
En gaat Uw glans en aanschijn voor
mij schuil
Voor mij, helaas, van U en elk verlaten,
In dees spelonk en onverlichten kuil?
Ik zie 't gewelf des blauwen hemels
blinken
Door eenen bril van damp en dikke
lucht;
Al schijnt de zon, zij schroomt zoo
diep te zinken.
Ik hoor den wind, maar wie hoort mijn
gezucht?
De onderhandeling tusschen Judas en den
Arabischen vrachtmeester over den ver
koop van den mooien Jodenknaap vormt
één der boeiendste scènes van het treur
spel:
JUDAS:
Koom herwaart.
VRACHTMEESTER:
Wilt gij wel veranderen van heer?
JOSEPH:
Mijn heer, ik heb geen wil.
VRACHTMEESTER:
Bedaar wat. Schrei niet meer.
Steek uit den rechten arm. Nu buig
dien aan de schouder.
Nu met den slinken arm. Hoe oud
zijt gij?
JOSEPH:
Niet ouder
Dan zestien jaar.
VRACHTMEESTER:
Nu gaap. Ik zie nog jongk gebit.
De tanden staan zeer net, en melk
is niet zoo wit.
Ga, loop eens heen en weer.
JUDAS:
Nu wakker, zonder weigeren.
VRACHTMEESTER:
Nu spring eens in de lucht. Hij kan
nog luchtig steigeren*
Zoo gaat het wreede gesprek voort, tot
Joseph voor tien paar zilverlingen ver
kocht wordt.
We zien uit bovenstaande fragmenten,
hoe werkelijkheidszin en dichterlijkheid bij
Vondel een gelukkige harmonie vinden.
Ootmoed.
Groot is Vondol als dichter en taalgeleer
de, als Nederlander. En toch, hij alle fiere
eigen overtuiging op staatkundig en gods
dienstig gebied, wist hij van den diepen
ootmoed, die den echten kunstenaar ken-
werkt. Hij belijdt dezen in dien beroemden
zang uit „Lucifer", wanneer hij de eene
engelenrei op de vraag: „Wie is het Die
zoo hoog gezeten is", de andere laat ant
woorden
Dat's God, oneindig, eeuwig Wezen
Van alle ding, dat wezen heeft,
Vergeef het ons, o nooit volprezen
Van al wat leeft en niet en leeft,
Nooit uitgesproken, noch te spreken.
Vergeef het ons en scheld ons kwijt,
Dat geen verbeelding, tong noch teeken
U melden kan.
Bij de erkenning van zijn machteloosheid
tot melden, tot vertolken, komt Vondel
typische paradox op het hoogtepunt van
zijn poëtisch kunnen.
Waar hij zichzelf verliest in datgene wat
grooter is dan hij, ontstaat zijn roem.
Woensdag a.s zal Nederland zich opma
ken om zijn grooten zoon plechtig te her
denken. Op dien dag zal Vondel's onster
felijkheid opnieuw een bevestiging ontvan
gen en zijn beroemde naam met eerbied
door velen genoemd worden.
Hij rookte een rare pijp op de dezer dagen
te Londen gehouden tentoonstelling op rook
gebied! Het is e«n 50 jaar oude waterpijp
uit antilopen-hoorn.
De overige zonen van Jacob.
Uit Vondel's leven.
Op 23-inrlgen leeftijd trad de dichter in
het huwelijk met Mayken de Wolf. die hem
na 25 jaren door don dood ontviel. Van de
'Mnderen, die zij hem schonk, stierven Con-
stantijn en Saartjp op jeiurdigen leeftijd:
hij wijdde aan beiden een klaagzang. Zijn
dochter Anna ging vijf jaren voor zijn dood
heen. Zijn zoon Joost berokkende hem groo
te smart door hem geheel te ruineeren. Von
del deed zijn kousenwinkel, welken hij in
de Warmoesstraat te Amsterdam dreef. n.1.
op zijn ouden dag over aan den jongen
Joost, doch na enkele jaren was al het geld
er door gebracht! Zoo kwam het, dat de
berooide vader op bijna 70-jarigen leeftijd
nog zien moest, aan den kost te komen,
want zijn groot poëtisch talent verschafte
hem geen stukje brood; integendeel kostte
zijn spontane dichterlijke reactie op de po
litiek, en religieuze gebeurtenissen van die
dagen hem meerdere malen een hooge
boete! Hij kreeg een betrekking aan de
Rank van Leening en bleef deze 10 jaren
bekleeden; toen werd hij op 80-jarigen
Houtvester van H. M. de Koningin
het slachtoffer. Voor duizenden
guldens aan sieraden gestolen.
Naar eerst thans bekend wordt, hebben
dieven Dinsdagavond j.1. te Apeldoorn hun
slag geslagen.
Tijdens afwezigheid der bewoners heb
ben zij zioh toegang verschaft tot de woning
van den heer J. C. E. C. N. Mulder, aan den
Amersfoortsohenweg, houtvester van H. M.
de Koningin.
De inbraak is vermoedelijk gepleegd door
een of meer personen, die var^ de gedragin
gen van de bewoners op dien avond volko
men op de hoogte waren.
Dien avond toch was de familie
Mulder voor een diner bij kennissen genoo-
digd.
Om half zeven verliet de familiè
de woning en toen zij om tien uur
terugkeerde ontdekte de heer Mul
der dat in zijn huis een groote
ravage was aangericht. De inbre
kers zijn, nadat ook het dienstmeis
je was vertrokken, via de serie bin
nengekomen. Alle kasten, bureaux,
buffetten en commodes zijn aan een
onderzoek onderworpen. Deuren en
sloten van kamers en kasten zijn
geforceerd, térwijl hot ameublement
met breekijzers en boren is be
werkt.
Uit een ijzeren geldkistje is een bedrag
van f 700 tot f 800 aan contant geld. bene
vens waardepapieren medegenomen. De die
ven schijnen het in het bijzonder op waar
devolle voorwerpen gemunt gehad te heb
ben.
Allo hvoutorieën, gouden arm
banden, kettingen, horloges, colliers
en dergelijke, voor een waarde van
enkele duizenden guldens, werden
medegenomen.
Dc laden uit een der buffetten, waarin
het tafelzilver geborgen was, stond bij thuis
komst van de familie, op den grond. Van
het zilver wordt niets vermist Een collectie
zilverwerk, opgelx>rgen in een der andere
vertrekken, werd eveneens onaangeroerd
gelaten.
Dit is thans de derde maal dat In de
woning van den heer Mulder is ingebroken
De heide vorige keeren was de familie met
vaeantie uitstodig. Dc inbrekers liehhen
toen geen succes gehad, daar allo waarde
volle voorwerpen in een safe waren gebor
gen.
Naar wij vernemen is het onderzoek naar
deze brutale inbraak in handen van de
marechaussée te Apeldoorn.
Marinevliegfuig op expeditie
Nog geen oontact met de bevol
king rond het pas ontdekte meer
op Nienw-GnLnea.
Donderdag landde het marincvliegtuig T
17 op het meer, dat gelegen is in de onder-
afdeeling Mimika op Nieuw-Guinea en dat
ontdekt is door den marine-vlieger Wissel.
Hot vliegtuig verbleef hier een uur en
nam fotografische opnamen. De omgeving
van het meer werd verkend, doch het ge
lukte niet contact met dc bevolking te
verkrijgen. Wegens de opkomende bewol
king werd een langer verblijf op het meer
onverantwoordelijk geacht. Dc geschiktheid
van het meer als uitgangspunt voor een
expeditie zal nog nader moeten worden
bezien.
Eén koe gedood, vier moesten
worden afgemaakt...
Waarom was één der spoor-
boomen op overweg naar Voor
burg niet naar beneden?
De Dieseltrein, welke kwart over 12
van Den Haag naar Utrecht ver
trekt is op den overweg bij den
Westvlietweg gistermiddag in hotsing
gekomen met een grooten veewagen
met zeven koeien, uit Schiedam.
De 2 chauffeurs, die in de cabine
zaten, wisten zich te redden door tij
dig uit den wogen te springen. jDg
gevolgen van de botsing waren ver
schrikkelijk. De groote wagen, werd
50 m. verdei als een ruine neerge-
smakt, 1 koe werd op slag gedood,
vier anderen werden zoo ernstig ge
wond, dat zij terstond moesten wor
den afgemaakt, terwijl de^overige,
hoewel gewond, gespaard zijn geble
ven.'
Op weg naar Schiedam kwam dc auto te
circa kwart over 12 op den genoemden over
weg. Deze is bewaakt en omdat op dit tijd
stip de Dieseltrein van Den Haag naar
Utrecht in aantocht was, liet de overweg
wachter de boomen op de gebruikelijke
wijze neer. Dit gebeurde blijkbaar niet ge
lijkmatig, want de boom aan den westelijken
kant van den overweg was reeds neer, toen
de andere boom zich nog in verticalen stand
bevond. Juist op dit moment kwam de auto
aangereden.
De bestuurder ontdekte te laat, dat den
westelijken boom was neergelaten en ook
kon hij niet meer achteruit, omdat inmid
dels ook de oostelijke boom gesloten was.
De inzittenden van de auto. de chauffeurs
P. van Waalwijk en A. van Rijn, zagen tot
hun grooten schrik van uit de richting Den
Haag den dieseltrein reeds naderen. Zij be
dachten zich geen oogenblik, sprongen uit
den wagen en redden zich op deze wijze.
Wel was de overwegwachter den aanstor
menden trein tegemoet geloopen en trachtte
op deze wijze den machinist te waarschu
wen, doch het was voor dezen laatste on
mogelijk om den trein nog tijdig te dqgn
stoppen.
Met een vreeselijken slag botste de trein
op den veewagen, die werd opgenomen en
ongeveer 50 M. verder, toen de trein tot
stilstand was gekomen, naast en op de
spoorbaan, als een ruïne bleef liggen.
De koeien waren In deze oogcnblikken
uit den wagen geslingerd.
Een onderzoek wordt ingesteld naar de
vraag hoe het mogelijk is geweest dat de
hoornen niet gelijktijdig naar beneden
gingen en de chauffeur niet heeft gezien,
dat de hoornen werden neergelaten.
Het treinverkeer ter plaatse had een
half uur vertraging.
Amolung, die 165 wedstrijden gespeeld heeft,
waarvan hij er 56 met knock out won. Ook
deze partij is onbeslist verloopen.
Jouslra, Amsterdam, bokste tegen Luhat,
die 159 gevechten achter den rug heeft. De
eerste twee ronden waren voor Joustra, Lu
hat werd in de tweede ronde geslagen. De
derde ronde was Joustra ver in de minder
heid. Hij verloor op punten.
Quentemeyer, Enschede, bokste tegen. Gel-
leib, die 96 partijen heeft gebokst, Na een
zwaren, gelijk opgaanden, strijd eindigde
de wedstrijd onbeslist.
Voor anderhalve ton
smokkel-opinm
De douane te Tandjong Priok legde beslag
op 250 kg. onbereide opium, welke was ver
borgen in blikken van tien kg. bruto, welke
verborgen in een loods van de Java-China-
Japan-lijn. De clandestiene waar was ver
pakt in blikken van 10 kg. bruto, welke
verborgen waren in een vijftal kisten manu
facturen, in elk waarvan vijf dezer blikken
worden aangetroffen. Het onderzoek is mo
menteel in vollen gang. De politie verricht
te reeds enkele aanhoudingen.
De waarde van deze smokkel-opium be
draagt anderhalve ton.
Nadat 5 kisten, waarin zich werkelijk manu
facturen bevonden waren ingeklaard, werd
getracht deze voor andere gelijkgemerkte kis
ten, waarin zich de opium bevond, te ver
wisselen. De smokkelaars werden hierbij
echter gesnapt
Nedcriandschc boksers
in Duitschland
Het Nederlandscho bokserstoam, dat mo
mcntecl in Duitschland op tournee is. bokste
Donderdagavond ln de tentoonstellingshal
te Hildesheim, welke plaats biedt aan pl.
m. 5.000 personen.
Van Bommel, Rotterdam, bokste een tech
oisch hoogstaand gevecht tcge-n Schroder,
die reeds 95 gevechten achter den rug heeft
wnarvan hij 20 met knock out won.
Dc partij eindigde onbeslist.
Van der Reijden, Rotterdam, bokste tegen
O N Z E O O S T
Enorme schade door
windhoos
Honderdvijftig dessa-weningen
vernield.
De „Locomotief" meldt, dat de schade,
door de windhoos, welke Woensdag te
Semarang woedde, veroorzaakt werd, aan
de loodsen van de tabaksondememing Soro-
gedoeg op 35.000 gulden wordt geschat. De
aanplant is voor één procent beschadigd,
welke schade niet te herstellen is. Vijf go-
wonden zijn naar het hospitaal vervoerd.
Op de onderneming Wanoedjojo zijn twee
tal>akslood$en vernield. Op de onderneming
Wedi is een djatihouten tabaksloods door
den bliksem getroffen én platgebrand. De
totale schade van de te velde staande ta
bak bedraagt, ruw geschat, anderhalve ton.
Honderdvijftig desawoningen zijn vernield.
De opname van de schade is nog niet af ge
loopen. De regenval was zoo hevig, dat ge
durende dertig minuten tusschen 25 tot 42
mm. regen viel. De schade aan de loodsen
van Sorogedoeg is niet verzekerd. Deze lood
sen waren slechts ten deele met tabak ge
vuld.
Vliegtuig voor 100
personen
Binnenkort zal in Baltimore (V.S.) een
aanvang gemaakt worden met den bouw
van een vliegtuig, plaats biedende aan 100
personen, waarvan 66 in bedden. Het vlieg-
bereik zou zoodanig zijn, dat het toestel de
vlucht over den Stillen Oceaan zonder tus-
schenlanding zou kunnen volbrengen cn
zelfs aan één stuk van de Vereenigde Stalen
naar Europa en terug zou kunnen vliegen.
De hoogste prijs was 124.—, een
gulden hooger dus dan de vorige
week. Het verloop van de markt was
vlot, hoewel er in den algemeenen
toestand weinig veranderd is. De stij
ging zal dan ook wel in hoofdzaak
toe te schrijven zijn aan de langza
merhand sterk verminderde aanvoer.
De kwaliteit van de kaas blijft goed
en, hoewel we reeds ongeveer mid
den November schrijven, werd schert
send gesproken van late September-
kaas. De gang was ongeveer 2IV2—
22V2 gulden. Voor 22^2 moest de kaas
van prima kwaliteit zijn. Een drie
tal markters wisten 123.te bedin
gen, één stapel ging voor <24.
Mogendheden zullen
zich krachtig verzetten
Generaal Matsoei legt nieuwe
verklaringenaf.
In bevoegde Amerikaansche krin
gen uit men de mcening, dat van
de regeering der Vereenigde Staten
verwacht kan worden, dat zij zich
met de andore mogendheden zal
vereenigen om een krachtig protest
te laten liooren, zoodra de Japan-
neezen zouden trachten hun invloed
te doen golden op de internationale
nederzetting van Sjanghai.
Hoewel het departement van buitenland
sche zaken, wegens het ontbreken van offi-
cieele berichten, weigerde commentaar te
leveren, zou men zich in regeeringskringen
verrast getoond hohben over de bedreigin
gen van generaal Matsoei. den commandant
der Japansche troepen in Sjanghai, die ver
klaard heeft „stappen te zullen onderne
men", indien de vertegenwoordigers der
buifenlandsche regeeringen en de bestuurs
raad van de internationale concessie in ge
breke hieven om met de Japanneezen bij de
bezetting van Sjanghai samen te werken.
Dc waarnemende minister van buiten
landsche zaken. Summier Welles, weigerde
zich hierover uit te laten, zoolang hij nog
geen officieele berichten ontvangen had,
maar zeide, dat het departement tot dus
verre geen klachten gekregen had over ge
brek aan samenwerking, waarop generaal
Matsoei zinspeelde.
In regeeringskringen hechtte men groote
beteekenis aan de persberichten uit Londen,
waarin gemeld werd, indien de Japannee
zen de internationale concessie zouden aan
vallen, de Britsche soldaten zonder dralen
het vuur zouden openen. Ook hierop ont
hield men zich aan het Amerikaansche de
partement echter van commentaar.
Generaal Matsoei, de commandant van
het Japansche leger in Sjanghai, heeft in
een gesprek met buiten landsche journalis
ten nogmaals verklaard teleurgesteld te
zijn over de houding der vreemdelingen in
Sjanghai. Hij zeide naar Sjanghai gekomen
te zijn, om met de buiten landsche autori
teiten nauw samen te werken tot behoud
van orde en vrede in Sjanghai, maar was
tot de conclusie gekomen, dat dit moeilijk
te verwezenlijken viel. Op de vraag, wan
neer de vijandelijkheden beëindigd zullen
zijn, antwoordde de generaal door te verwij
zen naar Tsjang Kai Sjek. Op de vraag,
wanneer Nanking wordt ingenomen, zeide
hij, dat zelfs nog maanden zullen verloopen
alvorens Soetsjau en Kiating vallen. Mat
soei betreurde, dat de Chineesche troepen
niet het Japansche advies hadden opge
volgd om Nantau rustig te ontruimen.
Op de vraag, of de Japansche troepen de
sectors zullen overnemen, welke thans door
vreemde troepen bewaakt worden, ant
woordde Matsoei dat dit een kwestie van de
toekomst is.
Het Japansche leger wenscht het
behoud van orde en vrede, als ook
bescherming van de vreemdelingen
in Sjanghai, maar het optreden van
in burger gekleede Chineesche solda
ten en van communisten in de inter
nationale en Fransche conseesie,
maakt dc volledige bescherming van
buitenlandsche rechten en belangen
moeilijk.
Matsoei vroeg de buitenlandsche journa
listen, of de mogendheden de neutraliteits-1
verplichtingen streng in acht nemen. Zoo
niet, dan zou het Japansche leger genood- j
zaakt zijn op te treden en zijn plicht tó
doen.