Wij worden meegesleurd in den herdenkingsroes3 Internationale concesssie aan de beurt? Brutale inbraak Dieseltrein op veewagen Alkmaarsche Kaasmarkt Ha de verovering van Sjanghai Werkelijkheidszin en dichter lijkheid in één mensch ver- •enigd. Op 17 Nov. a s. zal het 350 jaar geleden zijn, dat Joost van den Von del te Keulen geboren werd. Vondel wat weet de doorsneê mensch van Vondel? Hij kent Vondel zooals hij Rem- brandt kent, met een vage en heel onper soonlijke bewondering; hij heeft Rcmbrandt's „Nachtwacht" en misschien nog een paar andere schilderijen van den groofen meester gezien en is ontroerd geweest; zoo las hij met een eigenaardigen, verren eerbied eenige van Vondel's verzen of hoorde ze op liet too- neel, door de radio... En nu wordt hij plotseling meege sleurd in den Vondel-herdenkingsroes; hij moet meedoen of hij wil of niet: mee herdenken, eeren en zich min stens op één tentoonstelling of her denkingshij eenkomst vertoonen, wil hij meedoen met zijn tijdl Ja, wij zijn up-to-date, wanneer wij een minuut stilte betrachten ter nagedachtenis van een 350 jaar geleden gestorven dichter. Vondel was een kind van tijd. zijn Wie Vondol echter buiten den eere-rocs waarin Nederland nu leeft, om, wat beter heeft leeren kennen, weet dat den dichter de bewondering, ook van ónze eeuw, toe komt. Als wij in verband met Vondel's werken het woord „onsterfelijk" gebruiken, dan heeft dit woord een zeer reëele beteekenis. Vondel is niet onsterfelijk, omdat zijn treur spelen nog geregeld door onze groote too- neelgezelschappen worden opgevoerd, omdat zijn gedichten op het repertoire van ieder voordrachtskunstenaar staan en 't leerplan voor de letterkunde, zoowel op de middel bare scholen als op de universiteiten den taalkunstenaar uit do Gouden Eeuw een groote plaats inruimt, doch hij is onsterfe lijk, omdat zijn verzen in merg en heen leven! Omdat Vondel altijd weer den mensch ten tooneele voert in zijn strijd en smart, ook in zijn overwinning en vreugd! Vondel stond midden in het leven! Hij was een kind van zijn tijd en wat voor een tijd! Een lijd, waarin de menschelijke vrijheidsdrang zich baan brak en in opstand kwam tegen het traditioneele gezag; een periode van gods diensttwisten, welke van de menschen een overtuiging, een daad-van-overtuiging vroeg! De dichter heeft zich midden in dien kamp geworpen, fel partij ge kozen en ook in zijn persoonlijke leven nooit geschroomd, het roer om te gooien, wanneer hij dat om der wille van de waarachtigheid noodig oordeelde. De spanningen uit do zeventiende eeuw zoowel als de emoties uit zijn eigen leven vinden wij terug in 's dichters werken en dit zijn tenslotte de spanningen, die ieder mensch in eiken tijd kan doormaken. Mogen wij den strengen vorm van Vonders verzen wat ontwend zijn en het velen van ons eenige moeite kostert, den zin er van te he grijpen. wanneer wij den mensch achter dc rhythmen en klanken ontdekt hebben, geven wij ons onvoorwaardelijk aan dc lec tuur of aan de dramatiseering et* van voor het voetlicht, over De dichter heeft alle hoogten en diepten van het menschzijn ge kend. f m-lol is iemand geweest, die in zijn lange le ven (hij stierf in 1679)wel alle hoogten en diep ten van 't menschzijn heeft gekend. Hij heeft liefgehad en gehaat, vriendschap gegeven en verachting gespuwd, nationaal en religieus gedemonstreerd, doch dit alles niet. tenge volge van een grilligen levenshonger, een ongebreideld artist-zijn; neen. men zou kun nen zeggen dat hij ccn leven leidde van prachtig hehoerschlen hartstocht. Een innige vroomheid vormt de kern van dezen grooten Gouden Eeuwer; een diene zwaarmoedigheid doorstroomt zijn godsdienstige verzen, zijn Godvereerendc drama's mot een golf van warme menschelijkheld. Met dezen voornamen wezonslnhoud kon Vondel liefhebben, verachten, partij kiezen, zieh hekeeren, ten leste, tot een anderen godsdienst (In HUI ging hij openlijk tot het Roomsche geloof over). leeftijd dus gepensionncerd! Dat pen sioentje had de geletterde man wel ver diend, dacht men! Vondel voelde zich in het hijzonder tot de tragedie aangetrokken, misschien wel omdat zijn eigen leven was als een vorste lijk gespeeld treurspel. De afbraak van het aardschc, welke het geluk van Vondel's particuliere leven telkens weer aantastte, was mede een inspiratie tot zijn geweldige drama's. Realistische schildering. Wij willen den dichter nu zelf aan het woord laten. Het is moeilijk een keus te doen uit zijn geweldig oeuvre. Liever dan zijn overbekende reien, citeeren wij een realistisch fragment uit „Joscph in Dotan." De geschiedenis "van Joseph, den bevoor rechten zoon van den aartsvader Jacob, die door zijn broeders als slaaf naar Egypte verkocht werd, is door Vondel op aangrij pende wijze beschreven. Joseph had volgens het Bijbelverhaal, ge droomd, dat hij de zon, de maan en elf ster ren zich zag buigen voor den glans van zijn eigen ster, ook had hij gedroomd dat, terwijl hij met zijn broeders op het land aan 't korenhinden was, de sohoven van zijn broers ter aarde negen voor zijn schoof. Argeloos vertelde Joseph deze droomen aan zijn broers, welke droomen hem met de ge dachte aan een hooge toekomstige bestem ming vervulden. Hij kwetste hen daarmee en wekte, zonder ecnigen opzet, hun afgunst op. Voordat de broeders hun snood plan met Joseph volvoeren, bespotten zij hem: Was vader niet de zon? was moeder niet de maan? Wij starren, schooven? hè? JOSEPH: Och, broeders! laat mij gaan: Och, broeders! laat mij gaan: 'k wil gaarne voor U bukken, Gelijk den jongste past. SIMEON: Rijs op: hoe zal 't hier lukken? LEVI: Nu, koning Joseph, zeg, wie zal Uw stalknecht zijn? Wie schrijver? Wie poortier? Wie schenker, om met wijn Te kronen 's konings disch? wie kamerlingk verstrekken? Wie muilpaard? wie kameel? wie uw karossen trekken? Koom herwaart, Naphtali. Koom herwaart, Zabulon. Komt, Asser, Isaschar, Gad, Judas, Simeon En Dan: dit is de schoof: vernedert uwe schooven. Duikt, starren, zon en maan, dit licht zal 't al verdooven. Dan wordt Joseph naar den put gedreven. De klaagzang, dien de dichter den onge- lukkigen jongen in den mond legt, is een juweel van lyriek; wij nemen er enkele regels van over: Mijn God. mijn God, mag mijn geklag niet baten, En gaat Uw glans en aanschijn voor mij schuil Voor mij, helaas, van U en elk verlaten, In dees spelonk en onverlichten kuil? Ik zie 't gewelf des blauwen hemels blinken Door eenen bril van damp en dikke lucht; Al schijnt de zon, zij schroomt zoo diep te zinken. Ik hoor den wind, maar wie hoort mijn gezucht? De onderhandeling tusschen Judas en den Arabischen vrachtmeester over den ver koop van den mooien Jodenknaap vormt één der boeiendste scènes van het treur spel: JUDAS: Koom herwaart. VRACHTMEESTER: Wilt gij wel veranderen van heer? JOSEPH: Mijn heer, ik heb geen wil. VRACHTMEESTER: Bedaar wat. Schrei niet meer. Steek uit den rechten arm. Nu buig dien aan de schouder. Nu met den slinken arm. Hoe oud zijt gij? JOSEPH: Niet ouder Dan zestien jaar. VRACHTMEESTER: Nu gaap. Ik zie nog jongk gebit. De tanden staan zeer net, en melk is niet zoo wit. Ga, loop eens heen en weer. JUDAS: Nu wakker, zonder weigeren. VRACHTMEESTER: Nu spring eens in de lucht. Hij kan nog luchtig steigeren* Zoo gaat het wreede gesprek voort, tot Joseph voor tien paar zilverlingen ver kocht wordt. We zien uit bovenstaande fragmenten, hoe werkelijkheidszin en dichterlijkheid bij Vondel een gelukkige harmonie vinden. Ootmoed. Groot is Vondol als dichter en taalgeleer de, als Nederlander. En toch, hij alle fiere eigen overtuiging op staatkundig en gods dienstig gebied, wist hij van den diepen ootmoed, die den echten kunstenaar ken- werkt. Hij belijdt dezen in dien beroemden zang uit „Lucifer", wanneer hij de eene engelenrei op de vraag: „Wie is het Die zoo hoog gezeten is", de andere laat ant woorden Dat's God, oneindig, eeuwig Wezen Van alle ding, dat wezen heeft, Vergeef het ons, o nooit volprezen Van al wat leeft en niet en leeft, Nooit uitgesproken, noch te spreken. Vergeef het ons en scheld ons kwijt, Dat geen verbeelding, tong noch teeken U melden kan. Bij de erkenning van zijn machteloosheid tot melden, tot vertolken, komt Vondel typische paradox op het hoogtepunt van zijn poëtisch kunnen. Waar hij zichzelf verliest in datgene wat grooter is dan hij, ontstaat zijn roem. Woensdag a.s zal Nederland zich opma ken om zijn grooten zoon plechtig te her denken. Op dien dag zal Vondel's onster felijkheid opnieuw een bevestiging ontvan gen en zijn beroemde naam met eerbied door velen genoemd worden. Hij rookte een rare pijp op de dezer dagen te Londen gehouden tentoonstelling op rook gebied! Het is e«n 50 jaar oude waterpijp uit antilopen-hoorn. De overige zonen van Jacob. Uit Vondel's leven. Op 23-inrlgen leeftijd trad de dichter in het huwelijk met Mayken de Wolf. die hem na 25 jaren door don dood ontviel. Van de 'Mnderen, die zij hem schonk, stierven Con- stantijn en Saartjp op jeiurdigen leeftijd: hij wijdde aan beiden een klaagzang. Zijn dochter Anna ging vijf jaren voor zijn dood heen. Zijn zoon Joost berokkende hem groo te smart door hem geheel te ruineeren. Von del deed zijn kousenwinkel, welken hij in de Warmoesstraat te Amsterdam dreef. n.1. op zijn ouden dag over aan den jongen Joost, doch na enkele jaren was al het geld er door gebracht! Zoo kwam het, dat de berooide vader op bijna 70-jarigen leeftijd nog zien moest, aan den kost te komen, want zijn groot poëtisch talent verschafte hem geen stukje brood; integendeel kostte zijn spontane dichterlijke reactie op de po litiek, en religieuze gebeurtenissen van die dagen hem meerdere malen een hooge boete! Hij kreeg een betrekking aan de Rank van Leening en bleef deze 10 jaren bekleeden; toen werd hij op 80-jarigen Houtvester van H. M. de Koningin het slachtoffer. Voor duizenden guldens aan sieraden gestolen. Naar eerst thans bekend wordt, hebben dieven Dinsdagavond j.1. te Apeldoorn hun slag geslagen. Tijdens afwezigheid der bewoners heb ben zij zioh toegang verschaft tot de woning van den heer J. C. E. C. N. Mulder, aan den Amersfoortsohenweg, houtvester van H. M. de Koningin. De inbraak is vermoedelijk gepleegd door een of meer personen, die var^ de gedragin gen van de bewoners op dien avond volko men op de hoogte waren. Dien avond toch was de familie Mulder voor een diner bij kennissen genoo- digd. Om half zeven verliet de familiè de woning en toen zij om tien uur terugkeerde ontdekte de heer Mul der dat in zijn huis een groote ravage was aangericht. De inbre kers zijn, nadat ook het dienstmeis je was vertrokken, via de serie bin nengekomen. Alle kasten, bureaux, buffetten en commodes zijn aan een onderzoek onderworpen. Deuren en sloten van kamers en kasten zijn geforceerd, térwijl hot ameublement met breekijzers en boren is be werkt. Uit een ijzeren geldkistje is een bedrag van f 700 tot f 800 aan contant geld. bene vens waardepapieren medegenomen. De die ven schijnen het in het bijzonder op waar devolle voorwerpen gemunt gehad te heb ben. Allo hvoutorieën, gouden arm banden, kettingen, horloges, colliers en dergelijke, voor een waarde van enkele duizenden guldens, werden medegenomen. Dc laden uit een der buffetten, waarin het tafelzilver geborgen was, stond bij thuis komst van de familie, op den grond. Van het zilver wordt niets vermist Een collectie zilverwerk, opgelx>rgen in een der andere vertrekken, werd eveneens onaangeroerd gelaten. Dit is thans de derde maal dat In de woning van den heer Mulder is ingebroken De heide vorige keeren was de familie met vaeantie uitstodig. Dc inbrekers liehhen toen geen succes gehad, daar allo waarde volle voorwerpen in een safe waren gebor gen. Naar wij vernemen is het onderzoek naar deze brutale inbraak in handen van de marechaussée te Apeldoorn. Marinevliegfuig op expeditie Nog geen oontact met de bevol king rond het pas ontdekte meer op Nienw-GnLnea. Donderdag landde het marincvliegtuig T 17 op het meer, dat gelegen is in de onder- afdeeling Mimika op Nieuw-Guinea en dat ontdekt is door den marine-vlieger Wissel. Hot vliegtuig verbleef hier een uur en nam fotografische opnamen. De omgeving van het meer werd verkend, doch het ge lukte niet contact met dc bevolking te verkrijgen. Wegens de opkomende bewol king werd een langer verblijf op het meer onverantwoordelijk geacht. Dc geschiktheid van het meer als uitgangspunt voor een expeditie zal nog nader moeten worden bezien. Eén koe gedood, vier moesten worden afgemaakt... Waarom was één der spoor- boomen op overweg naar Voor burg niet naar beneden? De Dieseltrein, welke kwart over 12 van Den Haag naar Utrecht ver trekt is op den overweg bij den Westvlietweg gistermiddag in hotsing gekomen met een grooten veewagen met zeven koeien, uit Schiedam. De 2 chauffeurs, die in de cabine zaten, wisten zich te redden door tij dig uit den wogen te springen. jDg gevolgen van de botsing waren ver schrikkelijk. De groote wagen, werd 50 m. verdei als een ruine neerge- smakt, 1 koe werd op slag gedood, vier anderen werden zoo ernstig ge wond, dat zij terstond moesten wor den afgemaakt, terwijl de^overige, hoewel gewond, gespaard zijn geble ven.' Op weg naar Schiedam kwam dc auto te circa kwart over 12 op den genoemden over weg. Deze is bewaakt en omdat op dit tijd stip de Dieseltrein van Den Haag naar Utrecht in aantocht was, liet de overweg wachter de boomen op de gebruikelijke wijze neer. Dit gebeurde blijkbaar niet ge lijkmatig, want de boom aan den westelijken kant van den overweg was reeds neer, toen de andere boom zich nog in verticalen stand bevond. Juist op dit moment kwam de auto aangereden. De bestuurder ontdekte te laat, dat den westelijken boom was neergelaten en ook kon hij niet meer achteruit, omdat inmid dels ook de oostelijke boom gesloten was. De inzittenden van de auto. de chauffeurs P. van Waalwijk en A. van Rijn, zagen tot hun grooten schrik van uit de richting Den Haag den dieseltrein reeds naderen. Zij be dachten zich geen oogenblik, sprongen uit den wagen en redden zich op deze wijze. Wel was de overwegwachter den aanstor menden trein tegemoet geloopen en trachtte op deze wijze den machinist te waarschu wen, doch het was voor dezen laatste on mogelijk om den trein nog tijdig te dqgn stoppen. Met een vreeselijken slag botste de trein op den veewagen, die werd opgenomen en ongeveer 50 M. verder, toen de trein tot stilstand was gekomen, naast en op de spoorbaan, als een ruïne bleef liggen. De koeien waren In deze oogcnblikken uit den wagen geslingerd. Een onderzoek wordt ingesteld naar de vraag hoe het mogelijk is geweest dat de hoornen niet gelijktijdig naar beneden gingen en de chauffeur niet heeft gezien, dat de hoornen werden neergelaten. Het treinverkeer ter plaatse had een half uur vertraging. Amolung, die 165 wedstrijden gespeeld heeft, waarvan hij er 56 met knock out won. Ook deze partij is onbeslist verloopen. Jouslra, Amsterdam, bokste tegen Luhat, die 159 gevechten achter den rug heeft. De eerste twee ronden waren voor Joustra, Lu hat werd in de tweede ronde geslagen. De derde ronde was Joustra ver in de minder heid. Hij verloor op punten. Quentemeyer, Enschede, bokste tegen. Gel- leib, die 96 partijen heeft gebokst, Na een zwaren, gelijk opgaanden, strijd eindigde de wedstrijd onbeslist. Voor anderhalve ton smokkel-opinm De douane te Tandjong Priok legde beslag op 250 kg. onbereide opium, welke was ver borgen in blikken van tien kg. bruto, welke verborgen in een loods van de Java-China- Japan-lijn. De clandestiene waar was ver pakt in blikken van 10 kg. bruto, welke verborgen waren in een vijftal kisten manu facturen, in elk waarvan vijf dezer blikken worden aangetroffen. Het onderzoek is mo menteel in vollen gang. De politie verricht te reeds enkele aanhoudingen. De waarde van deze smokkel-opium be draagt anderhalve ton. Nadat 5 kisten, waarin zich werkelijk manu facturen bevonden waren ingeklaard, werd getracht deze voor andere gelijkgemerkte kis ten, waarin zich de opium bevond, te ver wisselen. De smokkelaars werden hierbij echter gesnapt Nedcriandschc boksers in Duitschland Het Nederlandscho bokserstoam, dat mo mcntecl in Duitschland op tournee is. bokste Donderdagavond ln de tentoonstellingshal te Hildesheim, welke plaats biedt aan pl. m. 5.000 personen. Van Bommel, Rotterdam, bokste een tech oisch hoogstaand gevecht tcge-n Schroder, die reeds 95 gevechten achter den rug heeft wnarvan hij 20 met knock out won. Dc partij eindigde onbeslist. Van der Reijden, Rotterdam, bokste tegen O N Z E O O S T Enorme schade door windhoos Honderdvijftig dessa-weningen vernield. De „Locomotief" meldt, dat de schade, door de windhoos, welke Woensdag te Semarang woedde, veroorzaakt werd, aan de loodsen van de tabaksondememing Soro- gedoeg op 35.000 gulden wordt geschat. De aanplant is voor één procent beschadigd, welke schade niet te herstellen is. Vijf go- wonden zijn naar het hospitaal vervoerd. Op de onderneming Wanoedjojo zijn twee tal>akslood$en vernield. Op de onderneming Wedi is een djatihouten tabaksloods door den bliksem getroffen én platgebrand. De totale schade van de te velde staande ta bak bedraagt, ruw geschat, anderhalve ton. Honderdvijftig desawoningen zijn vernield. De opname van de schade is nog niet af ge loopen. De regenval was zoo hevig, dat ge durende dertig minuten tusschen 25 tot 42 mm. regen viel. De schade aan de loodsen van Sorogedoeg is niet verzekerd. Deze lood sen waren slechts ten deele met tabak ge vuld. Vliegtuig voor 100 personen Binnenkort zal in Baltimore (V.S.) een aanvang gemaakt worden met den bouw van een vliegtuig, plaats biedende aan 100 personen, waarvan 66 in bedden. Het vlieg- bereik zou zoodanig zijn, dat het toestel de vlucht over den Stillen Oceaan zonder tus- schenlanding zou kunnen volbrengen cn zelfs aan één stuk van de Vereenigde Stalen naar Europa en terug zou kunnen vliegen. De hoogste prijs was 124.—, een gulden hooger dus dan de vorige week. Het verloop van de markt was vlot, hoewel er in den algemeenen toestand weinig veranderd is. De stij ging zal dan ook wel in hoofdzaak toe te schrijven zijn aan de langza merhand sterk verminderde aanvoer. De kwaliteit van de kaas blijft goed en, hoewel we reeds ongeveer mid den November schrijven, werd schert send gesproken van late September- kaas. De gang was ongeveer 2IV2— 22V2 gulden. Voor 22^2 moest de kaas van prima kwaliteit zijn. Een drie tal markters wisten 123.te bedin gen, één stapel ging voor <24. Mogendheden zullen zich krachtig verzetten Generaal Matsoei legt nieuwe verklaringenaf. In bevoegde Amerikaansche krin gen uit men de mcening, dat van de regeering der Vereenigde Staten verwacht kan worden, dat zij zich met de andore mogendheden zal vereenigen om een krachtig protest te laten liooren, zoodra de Japan- neezen zouden trachten hun invloed te doen golden op de internationale nederzetting van Sjanghai. Hoewel het departement van buitenland sche zaken, wegens het ontbreken van offi- cieele berichten, weigerde commentaar te leveren, zou men zich in regeeringskringen verrast getoond hohben over de bedreigin gen van generaal Matsoei. den commandant der Japansche troepen in Sjanghai, die ver klaard heeft „stappen te zullen onderne men", indien de vertegenwoordigers der buifenlandsche regeeringen en de bestuurs raad van de internationale concessie in ge breke hieven om met de Japanneezen bij de bezetting van Sjanghai samen te werken. Dc waarnemende minister van buiten landsche zaken. Summier Welles, weigerde zich hierover uit te laten, zoolang hij nog geen officieele berichten ontvangen had, maar zeide, dat het departement tot dus verre geen klachten gekregen had over ge brek aan samenwerking, waarop generaal Matsoei zinspeelde. In regeeringskringen hechtte men groote beteekenis aan de persberichten uit Londen, waarin gemeld werd, indien de Japannee zen de internationale concessie zouden aan vallen, de Britsche soldaten zonder dralen het vuur zouden openen. Ook hierop ont hield men zich aan het Amerikaansche de partement echter van commentaar. Generaal Matsoei, de commandant van het Japansche leger in Sjanghai, heeft in een gesprek met buiten landsche journalis ten nogmaals verklaard teleurgesteld te zijn over de houding der vreemdelingen in Sjanghai. Hij zeide naar Sjanghai gekomen te zijn, om met de buiten landsche autori teiten nauw samen te werken tot behoud van orde en vrede in Sjanghai, maar was tot de conclusie gekomen, dat dit moeilijk te verwezenlijken viel. Op de vraag, wan neer de vijandelijkheden beëindigd zullen zijn, antwoordde de generaal door te verwij zen naar Tsjang Kai Sjek. Op de vraag, wanneer Nanking wordt ingenomen, zeide hij, dat zelfs nog maanden zullen verloopen alvorens Soetsjau en Kiating vallen. Mat soei betreurde, dat de Chineesche troepen niet het Japansche advies hadden opge volgd om Nantau rustig te ontruimen. Op de vraag, of de Japansche troepen de sectors zullen overnemen, welke thans door vreemde troepen bewaakt worden, ant woordde Matsoei dat dit een kwestie van de toekomst is. Het Japansche leger wenscht het behoud van orde en vrede, als ook bescherming van de vreemdelingen in Sjanghai, maar het optreden van in burger gekleede Chineesche solda ten en van communisten in de inter nationale en Fransche conseesie, maakt dc volledige bescherming van buitenlandsche rechten en belangen moeilijk. Matsoei vroeg de buitenlandsche journa listen, of de mogendheden de neutraliteits-1 verplichtingen streng in acht nemen. Zoo niet, dan zou het Japansche leger genood- j zaakt zijn op te treden en zijn plicht tó doen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 10