iapansclie parade tartte
In de hoofdstad van Syrië
Is Hitier de „vrije Kerken
welgezind?
De brug iusschen Europa en hei
Verre Oosten
Scheiding tusschen kerk en staat een oplossing
voor de belijdende Christenen
NATION AAL-SOCIALISTISCHE WERELD-
BESCHOUWING ONVEREENIGBAAR MET
CHRISTELIJK GELOOF.
Felle protesten tegen de brochure
van Rosenberg.
Zooals bekend, heeft Alfred Rosenberg, de
Duitsche Rijksleider der N.S.D.A.P. voor de
vorming der wereldbeschouwing onlangs
een brochure geschreven, welke de gemoe
deren der belijdende Duitsche Protestanten
In hevige beroering bracht.
Men ziet in Rosenbergs geschrift een aan
val op het geheele Christendom. Het is thans
reeds zoover gekomen, dat door sommige
predikanten avond aan avond protestrede
voeringen tegen Rosenberg gehouden wor
den. In een scherp gesteld manifest, onder
teekend o.m. door bisschop Marahrens van
Hannover als voorzitter van de conferentie
der leiders van de Duitsche Evangelistische
Landskerken, motiveeren de Duitsche belij
dende Protestanten hun critiek op genoemde
brochure.
Alfred Rosenberg, aldus het mani
fest, eischt in zijn geschrift „Protes-
tantische Rompilger" de bevrijding
van het Duitsche volk van het Chris
tendom. In zijn laatste hoofdstuk
heet het: Voor de politieke vorming
van ons leven is de historische
Christelijke overlevering geen steun,
maar een de huichelarij bevorderen
de sta-in-den-weg geweest.
Wij zijn er volkomen van overtuigd, zoo
gaat, Rosenberg verder, dat het Duitsche
volk niet erfelijk zondig, maar van „erfolij-
ken adel" is.
De Christelijke leer der zonde is echter
niet uitgevonden, opdat priesters genade
kunnen geven en alzoo de menschen kunnen
beheersch, zooals Rosenberg beweert, zegt
het manifest.
Integendeel, 't, belijdende geloof aan Gods
vergevende en helpende genade is een sterke
troost, die de menschheid door Gods woord
verkondigd en in Christus gegeven wordt.
Deze troost is voor een ontelbaar aantal
Duitsche menschen de kracht geweest, waar
door zij in staat waren, groote daden te vol
brengen en een groot lijden te overwinnen.
Wij belijden dus, dat wij Christenen zijn.
Wij wijzen onze volksgenooten op den Heer
en Zijne sterkte.
Zullen wij voortaan ln hel open
baar ons christelijk geloof mogen
belijden?
Wij richten tot alle volksgenooten,
die met ons nog Christenen willen
zijn, do ernstige en dringende vraag:
wilt gij met ons belijden, dat de ver
kondiging van Rosenberg niet Chris
telijk is? Wilt gij met ons belijden,
dat de wereldbeschouwing, die door
Alfred Rosenberg als nationaal-so-
cialistisch wordt beschouwd, met
het Christelijk geloof niet vereenig-
haar is? Verder vragen wij de natio-
naal-socialistische beweging, die een
ontelbaar aantal trouwe leden der
Kerk omvat en waarvoor een ontel
baar aantal trouwe leden onzer Kerk
streed: zal het in den vervolge ge
oorloofd zijn, dat wij in het openbaar
ons Christelijk geloof als de kracht
Gods mogen belijden, een kracht, die
in het verleden ons volk rijk geze
gend heeft en in de toekomst zege
nen zal?
Wij zullen ook in de toekomst, gehoor
zaam aan Gods geboden, volharden in de
verkondiging van het Evangelie van Jezus
Christus, van de boodschap van den Bljhel
en van de Hervorming, en van de leer der
zonde van den mensch en der genade Gods.
Duitsche overheid belet de ver
spreiding van dit manifest niet.
Deze verklaring is in enorme oplaag ge
drukt en wordt in alle Protestantsche krin
gen verspreid. De Duitsche overheid belet
deze verspreiding niet. Zij staat immers op
het standpunt, dat het geschrift, van Rosen
berg een particulier geschrift is en erkent
het recht van de Protestantsche organisa
ties. zich ook in den scherpsten vorm te ver
dedigen, mits men zakelijk blijft.
Het verweer van Bisschop Wurm
is nog scherper.
Hoe scherp ook de omzendbrief van Bis
schop Marahrens mag wezen, hij is slechts
een kleinigheid in vergelijking met rond
schrijven No. 10 921 van den Protestant-
schon „Obcrkirchenrat" in Wurtembcrg, het
welk in beperkte oplaag uitsluitend onder
confessioneele predikanten verspreid wordt.
Het is ondorteckend door Bisschon Wurm,
don Landsbisschon van Wurtemherg. als
hoofd van den „Oberkïrchcnrat" te Stult-
gart. De Risschon noemt een aantal punten
op, waaruit zou blijken, dat de vrijheid van
de verkondiging van het Evangelie in
Duifschland niet meer onbeperkt is:
a. In de Duitsche pers is iedere bcleedi-
ginrr van het. Christendom mogelijk. De ker
kelijke pers wordt erhtcr reeds wegens een
kleinigheid tot de orde geroepen.
b. In openbare vergaderingen kan het
Evangelie worden bestreden.
c. De SA heeft ook „dienst" des Zondags
vooroud de g gedurende den kerkdienst.
d. In Wurtemherg werden, in strijd met
de wet! uit openbare scholen gemeen-
sehnosscholen cremnakt. Weliswaar werd
erbij beloofd, dat het godsdienstonderwijs
op dezelfde wijze als tot nog toe gegeven zou
worden. De-/* belofte werd echter later ge
broken Predikanten en Roomseh-Katholieke
geestelijken mogen soms geen onderwijs
meer in de ononbaro scholen geven.
e. lïooglcorarcn in do Godgeleerdheid
worden geschorst.
f. Sedert Mei 1937 mogen geen „Duitsch-
Evangelische weken" meer worden gehou
den, waardoor do inwendige zending be
perkt is.
g. Talrijke predikanten, onder wie zelfs
Lutihersohe Bisschoppen, hebben spreekver
bod voor bepaalde deelen van Duitschland.
Vervalschers van het Evangelie van Chris
tus mogen blijkbaar onbeperkt spreken.
Verschil in behandeling tusschen
de „Vrije" en de officieele kerk.
De bisschop der Duitsche Methodisten
Melle zou op een persconferentie gezegd
hebben dat de zgn. „Vrije Kerken" in
Duitschland de grootst mogelijke vrijheid
genieten en de methodisten op de meest
aangename wijze 'met de regeering samen
werken!
Waaraan, zoo werd den bisschop gevraagd
schrijft U dan het verschil in behandeling
tusschen de Vrije Kerken en de officieele
Kerk toe?
De Staat weet dat wij van groote dank
baarheid jegens Adolf Hitier vervuld zijn,
antwoordde de bisschop: De Staat weet, dat
wij in Adolf Hitier een werktuig Gods zien.
De Staat weet ook, dat wij de Duitsche
volkskracht bevorderen en niet schaden
door onderling gekijf. Maar er is nog een
andere reden.
Wij waren steeds vrije kerken en
zullen vrije kerken blijven! Wij on
derhielden onze kerken uit vrijwilli
ge bijdragen van de lidmaten. Uit
die gaven betaalden wij de tracte-
menten onzer voorgangers. Nimmer
namen wij, noch vroegen wij
diensten van den Staat. En zoo had
de Staat van zijn kant ook niets
met de Vrije Kerken te doen. Bij de
Landskerken was dit anders. Daar
bij bestaat van oudsher een innig
contact met het hoofd van Staat. De
meeste leden der Landskerken von
den het dan ook een vanzelfspre
kendheid, dat in 1933 de Staat
het initiatief nam, om de 28 Lands
kerken in Pruisen, in Wurtem
herg, Beieren en waar dan ook te
vereenigen. Maar thans matigt ieder
lidmaat dezer Landskerken, de belij
dende Protestanten zoowel als de
Duitsche Christenen, zich het recht
aan, kritiek op deze staatsbemoeie
nissen met de kerk uit te oefenen."
Dus, wanneer wij goed begrijpen, zal de
eenigc oplossing van het kerkconfliot zijn,
dat de „Groote" kerk het voorbeeld van de
Vrije Kerken volgt., met andere woorden,
dat de „Groote" Kerk zich in één of meer
Vrije Kerken oplost en dat er zoo... schei
ding tusschen Kerk en Staat en eveneens
kerkvrede komt?"
„Ik," besloot de Bisschop, „wil hier geen
oordeel over uitspreken. Ik ben niet bevoegd
om over de Landskerken te oordeelen. Wel
meen ik, dat hij een verhouding tusschen
Kerk en Staat als bij ons, onzen broederen,
die tot de Landskerken behooren, veel leed
bespaard zou. zijn, terwijl de Duitsche over
heid een gemakkelijker taak en minder te
leurstelling zou hebben gehad."
Hoe de Landskerken over deze
oplossing denken.
De poging, om de 28 officiëdle Protestant
sche Kerken, in één Duitsche Rijkskerk te
doen oplossen, vond de overgroote meerder
heid der lidmaten der Landskerken dan ook
heel natuurlijk. Toen kwam het conflict
tusschen de Belijdenisgroep en de „Duitsche
Christenen." Bij de Belijdenisgroep bleken
zich intusschen ook allerlei vrijzinnigen aan
te sluiten. Tot de „Duitsche Christenen" be
hooren ook vele orthodoxen. Zoo kreeg het
conflict tusschen de Belijdenisgroep en de
„Duitsche Christenen" langzamerhand een
politiek karakter. Dit is iets, hetwelk door
het buitenland te vaak vergeten wordt.
De verwarring duurt voort, tot nadeel èn
voor de Kerk èn voor den Staat. In Pro
testantsche Kringen meent men, dat er nu
nog slechts één oplossing is: een nieuwe po
ging van Minister Kerrl, om eenheid te
brengen, door een predikant, van gezag, die
het vertrouwen van de geheele Duitsche
Protestantsche wereld heeft, de leiding der
28 landskerken toe te vertrouwen. Men
meent, dat een dergelijk main wel te vinden
zou zijn.
Uit een der jongste redevoeringen van
Minister Kerrl meenen wij echter te
mogen opmaken, dat een dergelijke
poging niet meer van hem mag
worden verwacht, en dat hij er eer
der de voorkeur aan geeft, de schei
ding tusschen Kerk en Staat te ver-
werkelijken.
De goede ervaringen, met de Duiitsche
Vrije Kerken opgedaan, maakt een beslissing
in deze richting waarschijnlijk.
Poolsche militairen
fouilleeren Russen
De Sovjet protesteert te Warschau
Uit goede bron wordt vernomen, dat de
gezant van de Sovjet Unie te Warschau op
dracht heeft gekregen bij de Poolsche auto
riteiten te p rot es te eren inzake een incident
aan de Poolsch-Russische grens op 29 No
vember j.1. en bestraffing van de schuldigen
te eïsohen.
Op dien dag werd op het station
Zdoeboenovo een Russische trein,
welke naar de Sovjet-Unie terug
keerde, door Poolsche militairen om
singeld. Alle Russische employés wer
den gefouilleerd en sommigen zelfs
ontkleed. Later werd de trein hij
ihet station Moguiliany opnieuw
aangehouden. Een Poolsch wissel
wachter stichtte brand, waardoor
een geheele wagon werd vernield.
Den volgenden dag begaven zich verte
genwoordigers van den zuidwester Spoorweg
naar Moguiliany om een onderzoek in te
stellen, doch de Poolsche autoriteiten ver
hinderden dit cn plaatsten hen onder be
waking.
Troepen verlaten
de concessies
Aan de eerste berichten over de inciden
ten bij de Japansche parade te Sjanghai in
ons blad van gisteren kunnen wij nog de
volgende bijzonderheden toevoegen:
Onmiddellijk na de vermelde incidenten
werd een uitgebreid onderzoek ingesteld,
waarbij de Japanners zeer 'brutaal optraden.
Na lang over en weer praten met
de buitenlandsche autoriteiten is ten
aanzien van de incidenten op Nan-
kingroad een overeenkomst tot stand
gekomen, volgens welke de Japan
sche troepen de internationale ne
derzetting zullen verlaten. Vandaag
zal ook geen parade In de Fransche
concessie worden gehouden.
De woordvoerder van het Japansche leger
te Sjanghai heeft echter verklaard, dat de
controle op de anti-Japansche agitatie in
de Fransche en de internationale concessie
niet voldoende is. De woordvoerder zeide te
betreuren, dat dé anti-Japansche Chinee-
zen voortgaan met deze concessies' als het
uitgangspunt van hun actie te gebruiken.
Indien aan de onrustige situatie
geen einde komt, zou het Japansche
leger gedwongen worden in de con
cessies te patrouilleeren om orde
en rust te handhaven. Zooals de
Japansche opperbevelhebber reeds
heeft verklaard, zoo besloot de
woordvoerder, kunnen de autoritei
ten der concessies zich niet op de
neutraliteit beroepen.
De parade.
Het begin van de Japansche parade te
elf uur in den ochtend werd aangekondigd
door vijf bommenwerpers, die boven de
stad cirkelden. Te half elf was de politie
van de internationale nederzetting begon
nen de straten te ontruimen en de winkels
langs den weg, welke de parade zou volgen
te sluiten. De politie van de Fransche ne
derzetting nam aan de grens van de beide
nederzettingen nog strengere maatregelen.
Een groot aantal Japansche auto's met
groote Japansche vlaggen versierd ging
aan de troepen vooraf. Hierachter volgde de
bereden Britsch-Indische politie. Aan het
hoofd van de troepen reed een auto met
Japansche officieren, vervolgens een batal
jon infanterie in veldtenue met volledige
uitrusting, gevolgd door een colonne infan
terie, artillerie en cavalerie ter lengte van
tWkilpmetéA
Alleen aan het hoofd van den troep ging
een muziekcorps.
In de overigens geheel verlaten straten
zag men groepen Japansche burgers, die de
Japansche troepen toejuichten en met vlag
gen zwaaiden. Zij liepen met de troepen
mee en bleven op de kruispunten der we
gen staan, waar zij op een teeken van hun
leider de troepen toejuichten.
Alg een overwinnend leger.
De Japansche infanterie trok bij de para
de door de straten als een overwinnend
leger.
Velen zijn van meening, dat het
doel van de parade niet alleen was
de Chlneezen te overtuigen van de
Japansche macht, doch ook van het
terugtrekken van Engeland en Ame
rika uit het Verre Oosten en het
prestige van deze mogendheden te
schaden. De Japansche woordvoerder
verklaarde evenwel, dat het doel
was de troepen van Jess field naar
Hongkioe te brengen.
Eerst waren geen vliegtuigen te tien,
doch later kruisten acht groote Japansche
bommenwerpers boven de stad. Op bepaal
de afstanden reden in den troep auto's met
luohtdoelartillerie mede, gereed om te vu
ren, doch geen enkele Chineesche machine
liet zich zien.
Alle Chineesche winkels langs den weg
waren gesloten.
In de omgeving van de plaats waar de
handgranaat geworpen is hadden Japan
sche soldaten met mitrailleurs postgevat;
niemand mocht de huizen daar verlaten,
terwijl de troepen versterkt werden. In de
straten confereerden hooge ambtenaren van
de politie van de internationale concessie
met Japansche officieren en ambtenaren
van de Japansche ambassade.
Een Amerikaan, die zich tegen de voor*
schriften van de Japansche soldaten veis
zette, werd achteruit geduwd en in het ge»
laat geslagen.
Een record van de
Ville de Montevideo
De reusachtige luchtboot van de „Air dé
France", de „Ville de Montevideo" heeft een
dezer dagen voor de vijftigste maal den
Zuid-Atliantisoheai Oceaan overgestoken en
braoht het totaal der Fransche mailvTuchtes
op deze route van 1.900.mijlen op 137.
Engelsche luchtautoriteiten vertoeven mot»
mienteel in West-Afriika om de mogelijkheid
te onderzoeken, een Engelschen luohtdienst
te openen van West-Afrika op Zuid-Ameri-
ka.
Binnen 18 maanden zou deze nieuwe dienst
een aanvang nemen; lezen wij in de Daily
Express.
Een kreet in het donker
Een zekere Walter Blumt, die te Plym'outïi
het beroep van visscber uitoefent, vertelde
hoe hij aan het strand aldaar toen hot
pikdonker was, iemand hoerde roepen: O,
God, help mij!" Hij dacht aan een grap er*
riep terug: „Waarom schreeuw je zoo?1*
Toen hoorde hij hartelijk lachen; vertelt de
Daily Express. Den volgenden dag bleek het
bittere ernst te zijn geweest, want op eenige
mieters afstand van de plaats waar de vis
scber den kreet had gehoord was hef
lijk van een man aangespoeld.
III
EN DANNAAR BAGDAD!
(Reisindrukken van onzen bijzonderen correspondent.)
Bagdad, November 1937.
Damascus is een oase in de woestijn. De Arabieren noemen het in
hun taal „Asjams" de Zon. En inderdaad beteekent Damascus
voor alle Arabieren en Bedoeïnen, die de aangrenzende woestijnge
bieden doorkruist hebben, de zon van het leven. Dat kan slechts hij
begrijpen, die de heete woestijngebieden van Arabië met al hun ver
schrikkingen kent. De Europeaan ziet Damascus met andere oogen.
Voor hem is deze stad in de woestijn een verrassing.
EEN REIS VAN 14 UREN DOOR DE
ENORME ZANDZEE.
Of men het gelooven wil of niet,
in Damascus vindt men geasplial-
teerde straten, moderne auto's, taxi's
en zelfs een electrische tram. Men
denkt in een Europeesclie stad te
zijn. Deze illusie verdwijnt echter
spoedig, wanneer de trambestuurder
plotseling zijn wagen tot stilstand
moet brengen, omdat een kameelka
ravaan zich langzaam door de straat
slingert cn aan geen uitwijken denkt.
Getuige uit lang vervlogen tijd.
Sinds eeuwen is Damascus een van de
belangrijkste handelssteden van den Oriënt.
De Arabische vorsten, die hier heerschten,
beschouwden de stad steeds als brug naar
de Middellandsche Zee en tevens als vesting.
Een reusachtig kasteel, dat met zijn gewel
dige afmetingen ook op het oogenblik nog
Damascus beheerscht, is getuige van een
lang vervlogen tijd. De torens zijn in puin
geschoten, de muren ten deele gesloopt en
slechts de kasematten zijn bewaard geble
ven. Hier vindt men echter geen wilde Ara
bische strijdhengsten meer, maar vele netjes
opgemaakte bedden de kasematten bieden
onderdak aan de troepen van het Syrische
garnizoen. Nog betrekkelijk kort geleden
werd er hevig om de vesting gestreden. Dat
was in de jaren 19191920 toen de Fran-
schcn Syrië veroverden, het tot mandaats-
gebied maakten en emir Feisal overwonnen,
die daarna naar Mesopotamië vluchtten en
tenslotte koning van Irak werd.
Een geheele stadswijk ligt nog aan
puin en herinnert aan den Syrischen
opstand tegen Frankrijk van twee
jaren geleden Als protest tegen de
Fransche heerschappij hebben, de
Arabieren de stadswijk niet weer op
gebouwd. Men verklaart, dat men
daartoe eerst zal overgaan, zoodra
het land de werkelijke vrijheid her
kregen heeft.
De handelswijk.
Een andere stadswijk behoort de wereld
van den handel toe. In de bazars wordt nog
gekocht, onderhandeld en gehandeld als in
oeroude tijden. Koopen kan men hier alles.
Men vindt er wapens, zijde, brokaat, aarde
werk uit de beroemde werkplaatsen van
Damascus. Werkelijk mooie, goede en an
tieke dingen. Jammer is, dat de fabrieken
het handwerk meer en meer op den achter
grond dringen.
Midden in deze handelswijk ligt de ge
weldige Omayden-moskee, w elke nog aan
de Turksclie heerschappij herinnert. Deze
moskee is een prachtig vooiheeld van Oos-
tersche houwkunst; tapiiten, welke milli-
oenen guldens waard rijn, bedekken de
reusachtige gebedshal. Reeds vele eeuwen
bidden hier de Mohammedaansche geloo-
vigen tot Allah.
Bagdad Is een kaleidoscoop.
Tenslotte vinlt men in Damasfcus nog
een andere wijk dat is de moderne stad
hier ontstaan, zooals' overal !n 'de laat
ste jaren in den Oriënt, moderne huizen,
winkels, hotels en dancings. Damascus is
een kaleidoscoop. Alle talen van den Oriënt
kan men hier hooren spreken. Op den Eu
ropeaan, die de stad voor het eerst be
treedt, maakt dit alles 'n grootschen indruk
Vele wolken zijn aan den politieken he
mel van Syrië voorbijgetrokken thans
echter ontwaakt Damascus ook politiek
weer tot nieuw leven. Het is de hoofdstad
van den Syrischen Staat, waar sinds kort de
leidende Arabische nationalisten van alle
landen elkaar ontmoeten.
Ingewijden beweren zelfs, dat van Da
mascus uit de strijd der Palestijnsche Ara
bieren geleid wordt. Versöh in onze her
innering ligt nog de vlucht van den Groot-
Moefti uit Jeruzalem naar Syrië.
Naar Bagdad.
Voor ons is Damascus echter slechts een
rustpunt op den langen weg naar Irak. Ons
volgend doel is Bagdad en daarvan worden
wij nog door bijna 1000 K.M. woestijn ge
scheiden. In vroeger tijden had men weken
en maanden noodig, om van Damascus
naar Bagdad te komen. Er was slechts een
gelegenheid, de kameelkaravaan. Later,
toen de automobiel op den voorgrond trad,
trachtten waaghalzen de reis door de
woestijn in korter tijd te maken. Aari velen
gelukte het, maar anderen moesten de po
ging met hun leven betalen. Zij kwamen
om, wijl het hun aan water en bentzine
ontbrak. Op het oogenblik is dat anders
geworden. Men heelt speciale autobussen
Gezicht op Bagdad.
voor het vervoer door de woestijn gecon
strueerd en regelmatige diensten in het
leven geroepen.
Natuurlijk is er ook een luchfeveihinding
maar om daarvan gebruik te maken moet
men betrekkelijk diep in de beurs grijpen.
De autobus brengt 'de
voor zeventig gulden in" den tijd
van 15 uren van Damascus naar
Bagdad. De wagens worden aan
geprezen als te zijn gekoeld en stof
vrij. En dat zijn twee eigenschap
pen, die voor een tocht door de
woestijn onbetaalbaar zijn. Inder
daad zijn de wagens, waarin men
ook slapen kan, uiterst comfortabel
en wanneer men behagelijk in rijn
zetel zit, kan men er zich nauwe
lijks een voorstelling van maken,
hoe heet het buiten is.
Na een reis van 14 uren, ligt de enorme
zandzee, waarin men geen weg vindt, ein
delijk achter ons en zijn wij in het vroege
re „beloofde land", dat tusschen Euphraat
en Tigris' ligt. aangekomen. Onze wagen
rolt plotseling op een goeden geasphalteer-
den straatweg. Nu ontmoeten wij ook ande
re auto's hier is weer leven. Langzaam
naderen wij ons doel, de gouden koepels
van de Kasimehn-moskee schitteren in de
morgenzon De Bagdadspoorlijn kruist onzen
weg, wij zien de oevers van de Tigris, een
groote huizemzee: Irak en de hoofdstad
Bagdad.