11 'ÜJ immm TERUG KEER Beste Jongens en Meisjes TïïTïïTïïïïïïffl Het roken in vroeger tijden DE ilML»| 11111111 11 I M I "y Wéér gingen alle briefjes deze week over het feest der feesten, over Sinterklaas en in het algemeen hebben m'n vrienden en vrien dinnen lang niet te klagen. Trouwens, de Kindervriend zelf is ook goed bedacht en... ik ben blij toe. En nu gaan we op de Kerst dagen af, die zijn ook heel mooi, al krijgen we misschien dan geen cadeautjes. Maar 's avonds thuis, als de kachel snort en het buiten koud is, als de kerstboom met de kaarsjes staat te fonkelen in een hoek van de kamer, dan kan het binnen heerlijk zijn. Overigens vraag ik jullie nóg maar eens er om te denken naam en adres op de briefjes te zetten. Ik zou héést boos op enkelen van jullie worden... De prijswinnaars van het boek (er zyn er deze week twee tegelijk!) zijn: WIM en MARIE BOONTJES, SchagerbrugStolpen. En nu de briefjes: Miek Leguit, Sehagen. Wat heb jij een prach'-ig postpapier gekregen Miek, het is zo mooi, dat het wel een cadeau voor een prinsesje had kunnen zijn, vooral met die gouden letters van je naam op de envelop. Jansje Baken, Callantsoog. Dat noem ik nog eens een goeie Sint Jansje, zo maar een fiets te brengen, alsof het niets is. Maar je bent zeker het hele jaar door een lief meisje geweest! Dietje Eikel, Callantsoog. Afgespro ken, Dietje, jij doet van heden af mee aan de briefschrijvers-club. Ik hoop dat ik héél veel briefjes van je krijg. Janie Broekhuizen, Sehagen. Zo, vind jij die film van Joe Brown zo mooi? Het is anders een rare pias, die Joe, en vooral als hy z'n mond openzet. De Moeder van Klaas Borst, Sehagen. Ik hoop, dat Klaas en zijn zusje maar weer gauw op de been zyn, want ziek zijn met de komende feestdagen is lang niet leuk.. Het postpapier vind ik heel mooi. Beter schap, hoor jongens! Jannie Stins, Schagerbrug. Ik geloof niet, Jannie, dat ik zelf ooit zo'n Sinter klaas heb meegemaakt, waarbij ik zoveel kreeg als jij. Het is in één woord kolossaal. Kun je het allemaal wel bergen Corrie en Geertje Keyzer, Den Burg, Texel. Hoe dat met het vorige briefje in elkaar zat weet ik niet meer jongedames. Was het heus verstuurd? Trientje en Rika Krouwel, Julianadorp. Ik houd jullie aan je woord, jongedame's, een grote brief volgende week, als alle drukte voorbij is. Jan Keyzer, Anna Paulowna. Ja, jon gens die stout geweest zijn, die zyn niet gelukkig als de Sint komt, maar... het is hun eigen schuld! Annie Busé, Anna Paulowna. Ja, Sin terklaas is ook bij mij geweest en ik moet zeggen, dat het nog best meeviel. Ik kreeg zelfs... twee snoezige baby's, maar die wa ren van gummi! Wim en Marie Boontjes, Stolpen. Nu dat was nét maar een klein briefje. Zo druk met de feestelijkheden in de weer. Jaap Smit, Dirkshorn. Ook al een vriend, die me in 3 regels schryft, dat hij geen tijd heeft. Och... och... wat hebben ze het allemaal druk van de week. De Kinder vriend komt er lelijk of! Guda Schouten, Sehagen. Ja, Koba Kuiper had de taart en ik kan me best voor stellen, dat ze zei dat-ie lekker was. Heb je er soms een stukje van geproefd? Jan Slöve, Schagerbrug. Ja, Jan, waarschijnlijk komt Repelsteeltje ook in Schagerbrug. Je hebt zeker al gehoord dat het prachtig is, hè? Siem de Vet, Woudmeer. Zeg Siem, dat is al een oud briefje, wat ik hier van je vind. Heb je het te laat verzonden? Daar moet je om denken, hoor! Bram v. d. Welle, Kolhorn. Je kunt, geloof ik, wel een speelgoedwinkel in Kol horn gaan beginnen... wat heb jy een ca deautjes gehad. Mientje van Essen, Petten. Ik dank je voor je grote brief Mientje, ook al had je vader de penhouder meegenomen naar de vergadering en moest je dus met potlood schrijven. Ik heb het met veel genoegen gelezen. Koba Kuiper, Sehagen. Nu Koba, dat was een meevales, he? Een goeie Sinter klaas en dan nog als klap op de vuurpijl... de taart. Wat zag hij er heerlik uit hè...?? Wil je wel geloven dat het water in m'n mond kwam, toen ik hem zag? Nel Schoorl, Sehagen. Jij houdt zeker heel erg veel van zingen Nel, dat je zo over die versjes schrijft? Heb ik 't geraden? Jan Stammes, Nieuwe Niedorp. Een figuurzaag en een sjoelbak, Jan, ik denk dat je vader en moeder de eerste maanden geen kind aan je hebben! Dirk Speets, Andyk. Die boeken van Tjeerd Adema zijn mooi. Ik heb ze zelf ook gelezen en er heel wat kostelijke uurtjes aan gesmaakt. Betsie de Goede, Dirkshorn. Ik ben erg nieuwsgierig wat je allemaal gekregen hebt Betsie. Hoor ik dat van de week eens van Je? Maartje van Wijngaard, Burgerbrug. Ohhhh Maartje... ben jij zoo bang voor de dokter! Ooooo...! Nellie en Kees Everts, Keinsmerbrug. Jongens, dat vond ik heel, heel aardig van jullie, ook een Sinterklaas-cadeautje aan mij te sturen. Ik ben er erg bly mee en zal het ophangen in m'n huiskamer. En steeds denken, als ik er na zie, aan Kees en Nellie! Ali Smit, Sehagen. Ali is naar Repel steeltje geweest, ze vond het prachtig en... zegt dat ze de Kindervriend gezien heeft. Nu... ik zou daar maar niet zoo heel zeker van zyn Ali... Corrie Kalverdyk, Oudkarspel. Dat is jammer van die briefjes, maar ik kan het nu niet meer nagaan. Maar... deze maal sta je in de krant en ik dank je wel voor de brief. DdéLéAg! Jaeob, Jannie en Helmoet Schoorl, Seha gen. Bedankt voor de raadsels, ik zal ze bewaren tot in raadsel-nood heb. Dan komen ze in de krant. Ik heb zelf ook op Sinter klaasnacht slecht geslapen, dat kwam van het trappelen van de schimmel op de dakpan nen. Ada Bos, Alkmaar. Je postpapier is magnifiek Ada, daar kun je blij mee zijn hoor. En een portretje van je ontvang ik graag. Maar of ik de oom van je vriendin netje ben die aan de Schager Courant werkt ...dét zeg ik niet. Betsie Hart, Oudkarspel. Ik heb juist aan de Sint gevraagd of hy niet een-- kon zor gen, dat Betsie Hart een boek won. Hy zou eens kyken... Corrie Keyzer, Sehagen. Het postpapier is dik in orde Corrie, zo mooi heb je het nog nooit gehad! Maar ik geef je één raad: schrijf niet met rode inkt. Dat is héél slecht voor je ogen, wist je dat niet? Geerie Paarlberg, Dirkshorn. Is het een feestdag geworden, die verjaardag van je vader Geerie? Hoor ik.daar nog wat van? Jannie Klomp, Schagerbrug. Nee de Sint heeft me* niet vergeten Jannie, geluk kig niet. Ik heb een fijne doos cigaretten van m'n vrouw gehad en een boek van... enfin, een hele massa! Rika Keyzer, Sehagen. Ik vind het fijn dat jij, hoewel je ziek bent, tóch een briefje schrijft. Ik heb je postpapier bewonderd hoor en ook tranende ogen gekregen van de rode inkt. Annie Rademaker, Petten. Vond je de poppenkast leuk? Zeker wel hè? Wat kun je daar om lachen, niet? Corrie en Jannie Wardenaar, Dirkshorn. Wat was dat schoolvriendinnetje van jullie niet in de wolken met de fiets? Maar ja... dat spreekt natuurlijk wel vanzelf! te Hier een meisje, dat me schrijft, dat ze het boek van de Vijfling van Dionne gekregen heeft, maar... die ver geet naam en adres op te geven. Wie ben je Marietje Mink, Warmenhuizen. Ma- rietje Mink kon de blocnote van haar vader niet vinden en schrijft me nu op een héél klein stukje papier, net een blaadje van de scheurkalender. Volgende week een groter hoor! Piet de Haan, St. Maartensvlotbrug. Het briefje, het eerste dus, was in orde Piet. Ik hoop dat we dikke vrienden worden en elkaar een hele tijd zullen blyven schrijven. Nelie Bakker, Zypersluis. Zeg Nelie, nu jij zo'n mooie verfdoos gekregen hebt, zou ik het erg aardig van je vinden als jy my eens liet zien hoe mooi je wel kunt tekenen. Doe je het?? Jan Brommer, Barsingerhorn. Harte lijk dank voor de ingestuurde raadsels, Jan. Ik zal ze gebruiken, daar kun je op rekenen! Het boek „Als padvinders de wereld door" ken ik niet. Is het mooi? te Hier een vriendje die ge weldig veel voor z'n Sinterklaas gehad heeft en z'n kinderbriefpapier aan z'n kameraadje in het ziekenhuis geeft. Helaas... ook hy vergeet naam en adres. Tiny Snooy, Wieringen. Heb jy van je tante een horloge gekregen? Dat noem ik eerst een aardige tante. Zo vind je er geen 12 in het dozijn, Tiny! Roelie en Henk Vink. Ja, ik denk dat jy vorige week een onduidelijke „R" ge schreven hebtRoelie, anders had ik nooit „B"oelie gelezen. En... nu vergeet je weer het adres. Dat is de derde, valk achter elkaar. Hoe moet dat nu als je de taart wint???? Lieze Borst, Barsingerhorn. Ja, Repel steeltje is een heel mooi sprookje. Alle jongens en meisjes die het gezien hebben, roepen er over! Mary Janne Bregman, Burgerbrug. Zeg" Mary, ik had jou wel eens willen zien als heks, ik kan me voorstellen dat de ande ren het leuk vonden. Wel bedankt voor je aardige brief hoor. Ik zal aan meneer Trap man vragen of hij een plaatsje voor je heeft als verslaggeefster... Daaaag! Jacomyntje van Ryn, Wester Moerbeek. - Zo is het Jacomyntje, de aanhouder wint. Dat is altijd zo in het even, of je jong bent of oud. En... spoedige beterschap hoor! Neeüe Breed, St. Maarten. Zo sjoelster zijn jullie iedere avond aan het gooien! En... hoeveel gooi je al?? Nel Renooy, Burgerbrug. Wat zeg je Nel... heb ik dat goed gelezen... vind jij Tarzan niet mooi??? Nu je bent de eerste die ik dat zie schrijven. Maar ik denk dat je een grapje maakt! Annie Bakker, Schagerbrug. Nou An nie... je vraagt het me,'maar nu heeft de Sint juist vergeten my een raadselboekje cadeau te doen. Ik zit met m'n handen lelijk in m'n haar. Arte Baken te Arie heeft de film gezien van „De dikke en de dunne". Zyn dat Stan Laurel en Olivier Hardy? Of Watt en Half Watt of Bulletje en Bonestaak?" En... waar woon je? Hé, hé, ik ben er door, het was weer een stapel van een meter hoof en ik zou haast zeggen dat we weer een record slaan. Tot volgende week! KINDERVRIEND. OPLOSSING RAADSELS VORIGE WEEK. I. Beuk, berk, kerk. II. De letter e. III. Keizer Karel's hond heet „Hoe". Goede oplossingen ontvangen van: Annie B., Anna Paulowna; Jan K., Anna Paulowna; Nellie K., Zijpe; Corrie en Geer tje K., Texel; Jannie S., Schagerbrug; Miek L., Sehagen; Jansje B., Callantsoog; Corrie K., Oudkarspel; Nellie en Kees E., Keins merbrug; Betsie de G., Dirkshorn; Dirk S., Andijk; Jan S., Nieuwe Niedorp; Nel S., Sehagen; Koba K., Sehagen; Mientje v. E., Petten; Bram v. d. W., Kolhorn; Johannes K., Schagerbrug; Geerie P., Dirkshorn; Corrie K,, Sehagen; Jacob, Jannie en Helmoet S., Sehagen; Ali S., Sehagen; Rika K., Sehagen; Bram, Aafje en Annie W., Winkel; Cor S., Dirkshorn; Cor W., Winkel; Hillie K., Dirks horn; Corrie en Jannie W., Dirkshorn; An nie R., Petten; Marietje M., Warmenhuizen; Bep en Trien T., Anna Paulowna; Nel R., Burgerbrug; Nelie B., Groenveld; Janine B., Burgerbrug; Piet de H., St. Maartensrbug; Mary Jeannet B., Burgerbrug; Jan B., Bar singerhorn; Nelie B., Zijpersluis; Simon S., Wieringen; Lieze B., Barsingerhorn; Roe lie en Henk V., Sehagen; Bets Q., Sehagen; Arie B., Sehagen; Annie B., Schagerbrug; Dietje E., Callantsoog Jannie B., Sehagen; Ab M„ Barsingerhorn; Elmert M., Sehagen; Jaap S., Dirkshorn; Wim en Marie B. Stolpen Nieuw Raadsel EEN AARDRIJKSKUNDE-RAADSEL. Vul in: 1plaats in Friesland. 2Overysel. 3Zuid-Holland. 4Limburg. 5Noord-Brabant. 6Utrecht. 7Zeeland. ».4 8Drente. 9Gelderland. 1 0Groningen. Vorm uit onderstaande lettergrepen de gevraagde plaatsnamen, dan vormen de eer ste letters daarvan van boven naar beneden een plaats in Noord-Holland. Zooals jullie zien, hebben we dan uit elke provincie één plaats. men, wol, de, rot, ga, zaal, nen, maas, roo, sin, school, vlis, ve, de, ter, ol, e, den, em, rhe, ho, dam, ven, tricht, eind, gen. In de tijd omstreeks 1860 begon de sigaret vanuit Engeland ^ich te verspreiden over de andere landen De ta bakswinkels prezen ze aan en vertoonden ze in hun winkelramen. Maar velen verfoeiden aan vankelijk deze nieuwe uitvinding. „Het is een teken dat de mensen er op achteruit gaan", zeiden ze. En vooral waren ze veront waardigd als heren „uit goede kringen" zich in gezelschap of op straat durfden vertonen met zo'n afschuwelijke sigaret. Maar de sigarettenrokers stoorden zich er niet aan. Het was ook lang niet zo erg als hun voorvaderen hadden moeten strijden voor hun sigaar of hun pijpje tabak. Vier eeuwen lang is er eerst om gevochten voordat er volledige „vrijheid van roken" in alle landen bestond Er kwamen wetten die het roken verboden, gevangenisstraf en hoge geldboetes in sommige landen stonden op het roken van tabak, de niet-rokers schreven allerlei boze, hatelijke geschriften om het roken tegen te gaan. In Duitsland was het tot 1848 ten streng ste verboden buitenshuis te roken. Wie met een sigaar of een pijp langs een poli tieagent kwam, kreeg onmiddellijk boete of werd gearresteerd. En iedere roker, die het niet laten kon zijn sigaar of pijpje ook mee op straat te nemen, was voortdurend in angst dat hij betrapt zou worden. In 1603 richtte de Engelse koning, Jaco- bus I, een oproep tot zijn volk, waarin hij zijn toorn uitte over „die stinkende onaan gename gewoonte van roken". Het is een gewoonte" schreef hij daarin, die onaange naam is voor de neus, nadelig voor de her senen, verderfelijk voor de longen en waarvan de zwarte rookwolken wel lijken op boosaardige dampen. Maar noch deze oproep, noch de hoge be lasting die op tabak werd gesteld, hadden enige uitwerking Het gebruik van het roken werd steeds meer algemeen. In 1622 werd een boer uit Baden door 'n dominee aangeklaagd: „Christian Leder- mann is een verkwister en zo verslaafd aan het roken van tabak dat hij met Pasen rokend in de kerk kwam. Dat gaf zo'n stank, dat de dominee het haast niet kon uithouden." Dat was dan ook werkelijk wel een beetje heel erg. Ook in Zwitserland, in Bern vaardigde de gemeenteraad in 1661 een streng verbod uit tegen het roken. Daar werd een aparte „tabaksrechtbank" ingesteld en alle rokers werden onbarmhartig veroordeeld tot het schandbord op de markt. Intussen verweerden de rokers zich. Ze streden verwoed voor hun rechten, ook zij schreven geschriften en gaven die uit, waarin ze pleitten voor het roken. Volgens een Duits dokter was de tabak een genees middel voor alle kwalen Hij beval het roken sterk aan omdat het de „werkzaam heid des geestes" bevorderde. Tabaksblade ren werden in die tijd gebruikt als genees middel tegen verkoudheid pest, bevroren voeten, wormen en huidziekten. In ons land schijnt men nogal rustig zijn pijpje gerookt te hebben, wij horen ten minste weinig over de strijd van rokers tegen niet-rokers. Wel weten we dat dokter Cornelis Bontekoe de vrouwen aanried om ook te gaan roken, in plaats van het de mannen te verwijten. „Het zou ook voor hen de gezondheid bevorderen, wanneer ze meededen aan het genieten van de „to- back in plaats van onvrindelijk te brom men en te snauwen...." Daantje Muis in doods- angst Daantje Muis had in zyn leventje al wat angsten uitgestaan, maar zo erg als óp het ogenblik, dat dit verhaal begint, was hij er toch nog nooit aan toe geweest. Zwart, de Kraai had hem bij het puntje van zijn staart beet, maar het was Daantje toch on mogelijk los te komen. Hij kon er niet eens over nadenken, of het hem veel pijn deed, zo moest hij al zijn aandacht er bij bepa len, dat hij zich stevig vasthield aan de kanten van zijn holletje, waarin hij juist wilde verdwijnen, toen Zwart nog net kans had gezien, hem bij zijn staartje vast te grijpen. Zwart trachtte hem nu met alle macht uit zijn holletje te trekken. Die ar me Daantje verkeerde werkelijk in doods gevaar, want op het ogenblik, dat zijn pootjes hem niet langer meer konden vast houden, zou Zwart hem grijpen en met zijn scherpe snavel al heel gauw verscheurd en opgegeten hebben. Steeds voelde Daantje, na iedere nieuwe ruk, hoe langer hoe minder steun. Ja wer kelijk, zo'n angst had hij nog nooit uitge staan. Toen opeens trok Zwart weer eens extra hard en Daantje, die zich niet meer kon houden, vloog met een vaart het hol letje uit. Hij behield zijn tegenwoordigheid van geest en nauwelijks hadden zijn pootjes de sneeuw geraakt, of hy holde zonder een enkele seconde te verliezen, naar het an dere huisje, dat daar vlak bij was. Intus sen was Zwart, die van de schok achter over gevallen was, weer opgekrabbeld en zag zich het fijne hapje ontglippen. Hij ging, half vliegend, half hollend, Daantje achterna, doch zag niet, dat een grote ha vik, de aartsvijand van Zwart, het gehele drama had gezien en nu trachtte de havik zich van Zwart meester te maken. Daantje wist evenwel niet, hoe gauw hij zou ver dwijnen. Zwart, die de havik helemaal niet had bemerkt, voelde op eens, dat iets hem achterop kwam en hij verdubbelde zyn snelheid. O, o, wat waren die vogels boos tegen elkaar en het gevolg was, dat zij een verwoed gevecht begonnen. Het duurde slechts heel kort, of de ve ren vlogen in het rond en Zwart was door het gevecht Daantje helemaal vergeten, die nu veilig in zijn holletje van de schrik zat te bekomen. VAN EDG AR RICE BURROUGHS No. 14. lidden op het pad stond „El iw. Zijn groene ogen fonkel- terwijl hy zijn tanden liet zijn staart tegen zijn flanken brulde hij dat vreselijke ge- hongerige leeuw. „Uw mes", zei het meisje. „Vlug!" Toen zyn vingers het heft omklemden, trok Tarzan het meisje achter zich en zei haar te vluchten. „Dat is nutteloos", antwoordde zy gelaten. „Dit is het einde!" Nu stond de aapman half gebukt. Het lange Arabische mes glinsterde in het maanlicht. De leeuw nam zijn sprong. Vlug en lenig sprong Tarzan op zij. Verwon derd keek het meisje naar het gemak, waar mede Tarzan de groote klauwen ontweek. En nu Oh Allah! hy had „El Adrea" achter de schouder gegrepen en hield hem bf de manen vast, voordat de leeuw zich kon om draaien! Het grote dier draaide zich op zyn achterpoten om. Tarzan wist, dat hij dit zou doen en was gereed. Een reuzenarm knelde zich op de keel van het dier, Het scherpe mes verdween vele malen in het lichaam, voor en achter de schouder. Toen Tarzan van de Apen het dier tenslotte los liet, rolde de leeuw dood aan zijn voeten. Toen maakte de dochter der wildernis iets mee, dat haar nog meer verschrikte dan de aan wezigheid van „El Adrea". (Nieuwe spelling.).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 11