Min. Slotemaker de Bruine, de man die de klappen krijgt Begrooting van Waterstaat Verbetering der tertiaire wegen Uitvoering van de Vestigingswet Kleinbedrijf Sneltrein verbrijzelt vrachtauto De drinkende gemeenteraad Schrik onder de smokkelaars Sympathie voor Postvluchten op Indië Nieuwe Franscbe transatlantische vliegboot Er zullen nog vele jaren mee gemoeid zijn. De financiering. In de Memorie van Antwoord betreffende het ontwerp van wet tot wijziging van de motorrijtuigcnbelastingwet en van de wet tot instelling van een Verkeersfonds, inzon derheid met het oog op het belang der ter tiaire wegen zeggen de ministers van Wa terstaat en van Financiën o.a.: Bij het beantwoorden van de vraag, in welke mate aansluiting van de locale we gen a«tn de primaire toelaatbaar is, wordt imcde rekening gehouden met de belangen van het plaatselijk verkeer, Het ligt niet in de bedoeling, verbindin gen tueschon tertiaire wegen en bestaande primaire wegen op te heffen, In hoeverre aanleiding bestaat om tertiaire wegen aansluiting te geven aan nieuw te maken wegen, 'in bet bijzonder aan autosnelwegen, zal voor elk geval afzonderlijk worden be oordeeld, waarbij de belangen van het doorgaande en die van het plaatselijke ver keer legen elkander worden afgewogen. Voor zoover polderwegen op een tertiair wegenplan zullen worden geplaatst, hetgeen, indien de wegen dienen voor het verkeer met motorrijtuigen, mogelijk is. zullen de voor verbetering en onderhoud noodigc gelden geheel of ten dcele kunnen worden verstrekt uit de bedragen, die de provin ciën op grond van de thans aanhangige wet zullen ontvangen. De ministers erkennen gaarne, dat het vele jaren zal duren, voordat al le tertiaire wegen met de beschik baar te stellen gelden in behoorlij ken toestand zullen zijn gebracht. Zij betreuren dit, doch zien voor het oogenblik geen mogelijkheid daarin verbetering to brengen. Inderdaad zullen, wanneer de wet tot stand komt, alle wegen, mits zij noodig zijn als verbindingen voor verkeer met mo torrijtuigen, in aanmerking kunnen komen om door de provinciale besturen op de ter tiaire wegenplannen te worden gebracht, onverschillig of zij verhard, niet genoeg zaam verhard of in het geheel niet ver hard zijn. De beslissing, welke wegen deel van die plannen zullen uitmaken, berust bij de besturen der provinciën. Tn de practijk van de uitvoering van de Vestigingswet Kleinbedrijf is gebleken, dat meer dan een organisatie van ondernemers in détailhandcl, kleine nijverheid of ambacht niet geheel op de hoogte is van de wijze waarop voor den betreffenden tak van be drijf vestigingscischon kunnen worden ver kregen, en bij de samenstelling van de des betreffende aanvrage grootc moeilijkheden ondervindt. l)c drie Ncderlnndsche Middenstandsbon den hebben daarom besloten, gezien het grootc belang van het alzijdige toepassen van de Vestigingswet KleKinbedrijf dat aan alle representatieve landelijke vakorganisa ties in liet middenstandsbedrijf op haar ver zoek een inleidend advies en eventucele na dere voorlichting zal worden verstrekt, ter zake van do indiening eener aanvrage tot liet vaststellen van vestigingseischcn voor den betreffenden bedrijfstak. Dit besluit werd genomen in overleg o.a. met het met de uitvoering van de vesti gingswet belaste departement van Economi sche Zaken. Belanghebbende organisaties kunnen zich om inlichtingen wenden tot het secretariaat van de commissie van overleg uit de drie Kedgrlandseho Middenstandsbonden, Mau- ritskade 23, Den Ilaag. Wieringermeer bij de Alkm. Kamer van Koophandel Dezelfde indeeling als Wieringcn, Ingediend is een wetsontwerp, houdende enkele voorzieningen in verband niet de wij ziging van liet gebied van de kamers van koophandel en fabrieken voor West-Fries-, land en Holland s Noorderkwartier door de wet van 31 Mei 1937. Bij de inwerkingtreding der wet tot in stelling van een openbaar lichaam voor de Wieringermeer zal voor dit gebied dezelfde indeeling gelden als voor de gem. Wieringcn. Hierdoor zal do Wieringermeer in haar geheel, evenals de gem. Wieringcn onder de Alkmaarsche Kamer van Koophandel komen te vallen. DAt gedeelte van de Meer, dat thans tot de gem. Mcdcmblik behoort, ressorteert onder <le Kamer van Koophandel en Fabrieken voor West-Friesland te Hoorn. De zaken, in genoemd gedeelte- liggend, zullen, wanneer het openbaar Lichaam van de W, Meer is ingesteld, vanzelfsprekend bij de Alkmaar sche Kamer moeten worden ingeschreven. Kantelende wagen doodt één der inzittenden. Gisteravond is op den onbewaakton over weg nabij Akkrum een groote ledige zeswie- ligo vrachtauto, welke afkomstig was uit Dokkum, door den sneltrein van Zwolle naar Leeuwarden aangereden en vrijwel geheel vernield. Er zaten twee mannen in de ca bine, tlic op bet laatste moment uit den wa gen sprongen. De auto kantelde en een van beiden kwam er onder terecht, met 't ge volg, dat bij onmiddellijk werd gedood; zijn metgezel liep ernstige kneuzingen op en is in bewusteloozen toestand naar een in de na bijheid gelegen woning vervoerd. Indien mo gelijk zou hij naar het ziekenhuis te Leeu- warden worden overgebracht. De identiteit van de slachtoffers is nog *nict bekend. De trein had een half uur vertraging. Het oordeel van den Minister over, lintbebouwing Streven naar beperking van het aantal verkeersongevallen. De witte spatborden moeten blijven. Vei-schcncn is de Memorie vain Antwoord op de bcgrooting 1938 van Waterstaat.. De Minister zegt hierin, dat het hem niet mogelijk is om in een kort bestek een uiteenzetting te geven omtrent zijn opvattingen betreffende vrijwel alle belangrijke aangelegen heden van zijn departement. Hij hoopt later zijn door studie en over leg gerijpte denkbeelden in concre te voorstellen en maatregelen aan het oordeel der Kamer te onderwer pen. Scheepvaart met België. Omtrent de ontwikkeling van de Scheep vaart met België over dc Maas kunnen geen gegevens worden verstrekt, aangezien eerst over het laatste jaar een statistiek wordt bijgehouden, die ook de bestemnning en de herkomst der schepen bevat. Wel kan wor den opgegeven het scheepvaartverkeer (in beide richtingen samen) in het tijdvak van 1 November 1936 tot 1 November 1937. Dit is groot geweest 10.613 vaartuigen, met een laadvermogen van 4,319.197 s.t. Lintbebouwing. De Minister is bereid, zooveel mogelijk te bevorderen, dat de voorschriften van de verkeerswet tegen lintbebouwing stipt wor den nageleefd. De vraag, in hoeverre deze wel op andere wegen van het Rijkswegen- plan dan Rijkswegen van toepassing ver klaard zal kunnen worden, is in onderzoek Strengere bepalingen der We genverkeerswet. Op zoo spoedig mogelijk in wer king treden van de Wegenverkeers wet blijft de aandacht van den mi nister gevestigd. Ook hij vertrouwt, dat door het in werking treden van de strengere bepalingen dier wet het aantal verkeersongevallen be perkt kan worden. In het wegenverkeersreglement zullen ook ten aanzien van voetgan gers eenige voorschriften worden op genomen. Er bestaat, naar de minister meent geen aanleiding om bet voorschrift in zake dc witle spatborden te laten vervallen in verband met de invoe ring van het roode achterlicht, zulks te minder, omdat, ingeval het ach terlicht onklaar mocht raken, en te vens indien de wielrijder op den weg stilstaat, liet witte spatboixj nog goode diensten kan bewijzen. Werkt sluis- en brugperspneel te lang? Dc opmerkingen over de dienst- en rust tijden van het Sluis- en brugpersoneel doel den blijkbaar op het commissoriaal rapport van 1929. De daarin bepleite algemeene herziening ondervond in verband met de tijdsomstandigheden bezwaar wegens de daaraan verbonden financieele gevolgén. Dc minister is aanvankelijk van meening, dat van te lange diensttijden niet kan wor den gesproken. Inlusschen is hij bereid, de dienst- en rusttijden aan eenige sluizen en bruggen in nadere beschouwing te nemen. Inmenging van de Begeering in de binnenscheepvaart. De regeering is van meening, dat. thans dc overgang geregeld dient te worden naar den toestand van coördinatie van het ver keerswezen, waarbij inmenging van dc re geering in de binnenscheepvaart onvermijde lijk is. Een wetsontwerp van deze strekking, waar bij tevens gestreefd wordt naar wegneming van de tegen de huidige regeling bestaande bezwaren, is in voorbereiding en zal, naar de minister vertrouwt, de Kamer in de eerste helft van het volgend jaar bereiken. Met het oordeel van verscheidene leden, dat de uitgaven ten behoeve van de evenre dige vrachtvcrdecling ten laste van het ver- weersfonds moeten worden gebracht, kan de Minister "bij nadere overweging instem men. Een verhaal uit Zeeuwsch-Vlaan deren. Het moet gebeurd zijn in een heel klein, doch genoeglijk plaatsje in het, Zuiden van Zeeuwsch Vlaanderen, vlak bij de Belgische grens. Het geval is ons. aldus de N.R. Ct., in vertrouwen meegedeeld en daarom zullen we het plaatsje slechts aanduiden met den naam X-dorp.. Tegen de laatste gemeenteraadsverkiezin gen werd een braven X-dorpschen boer ver zocht, een candidatuur te aanvaarden. „Och nee", luidde het antwoord, „vraag het een ander. Ik drink immers zoo weinig." Ter verduidelijking dient hier gezegd, dat het in X-dorp, waar de raadszittingen ge meenlijk in een café plegen te worden ge houden, gewoonte is, na afloop van de ver gaderingen een stevig afscheidsglaasje te gebruiken. De vrienden van onzen boer, die in hem een geschikten candidaat zagen, wisten hem echter te overreden. Dat hij met drinken niet zoo best mee kon doen, was geen bezwaar. Het zou wel wennen. Dat klopte. Want van de eerste vergadering na de welgeslaagde ver kiezing kwam het nieuwe gemcente- raadsl. 's avonds braaf aangeschoten thuis en zijn vpouw, die met de poli tieke aspiraties van haar echtgenoot toch al niet bijster veel ophad, zei er het hare van. Bij de tweede raadsvergadering begon het al beter te wennen. Dien avond werd ons raadslid door twee van zijn medeleden thuis gebracht en het eenige wat hij zich er later van herinnerde, was een vrouw die heel luid praatte, en praatte en praatte. Toen de derde vergadering op de gebrui kelijke wijze gesloten was. achtte onze boer het raadzaam, de echtelijke slaapkamer voorloopig te mijden en hij besloot, den nacht door te brengen in den koestal, waar hij zichlekker nestelde in het hooi. Den volgenden ochtend, in schemerdonker nog verscheen slaperig dc boerin in do stal. Er was een jong kalf dat nog niet zelfstandig uit een emmer zijn melk wilde drinken. Het was eiken dag een heel getob om het dier er toe te krijgen, het voedsel tot .zich te nemen. Ook nu was de boerin lancrdurig bezig met haar pogingen, het' kalf zijn kop in den emmer te laten steken. Het dier wilde maar niet. Toen. klonk daar eensklaps uit het hooi oen brommige stem: „Ze mosten 'm maor raodsiid maoken, dan zou-ie wel lééren zu- pen. .1" h Tweede Kamêrlid veroordeeld Wegens het feit dat in een publicatie in het maandschrift „Landbouw en Maatschap pij" het lid der Tweede Kamer, de heer H. S. van Houten den heer S. Veil inga te Leeuwarden had aangewezen als de schrij ver van een bepaald artikel, heeft de recht bank te Groningen genoemd kamerlid we gen beleediging veroordeeld tot betaling van een som van duizend gulden. Tevens heeft de rechtbank den heer Vellinga ge rechtigd verklaard dit vonnis op kosten van den veroordeelde openbaar te maken door aanplakking in het paleis van Justitie te Groningen en te Leeuwarden. Duitsch-Llmburgsche grens zoo goed als gezuiverd. Er is een tijd geweest, die nog maar enkele jaren voorbij is, dat de smokkelarij aan de Duitsch-Lim- burgsche grens groote afmetingen had aangenomen. Sterke smokkel- colonnes trokken bij nacht en ontij over de grens en keerden zwaar be last en beladen naar Duitschland terug. De grenswinkeliers maakten uitstekende zaken, het was voor hen een gouden tijd. Door het nemen van krachtige maatregelen van Duitsche zijde en door het dicht bezet ten van de grens met een keten van grens beambten, veelal oud-soldaten, is de grens- smokkelarij echter zoodanig bestreden, dat er, aldus het Hsb., van grenssmokkel bijna geen sprake meer is. Ten spijt van de ne ringdoenden op Ncderlandsch gebied en van de smokkelaars; tot voldoening van de Duitsche grenszaken. Het wordt den heeren te vaarlijk. ge- Het levendige bedrijf aan de grens is ver dwenen. De grens bij Kerkrade bijvoorbeeld is uitgestorven. En ook het verkeer per tram of taxi met Aken behoort haast tot de geschiedenis. De laatste jaren zijn de toe standen aan de Duitsche grens in alle op zichten radicaal gewijzigd. De smokkelarij is niet meer rendabel, noch in het klein, noch in het groot. Het Duitsche grenstoe- zicht is zoo verscherpt, en uitgebouwd, dat de smokkelaars honderd procent kans heb ben te worden gearresteerd en hun smokkel waar in beslag te worden genomen. In 1932 werd bet record-cijfer van overtredingen met 14800 bereikt. In 1934 b.v. werden nog S600 smokkelzaken aanhangig gemaakt bij de rechtbank in Aken. In 1935 werden nog 6400 verbalen opgemaakt, dit getal liep in 1936 terug tot 2335, terwijl over den loop van dit jaar nog veel gunstiger cijfers zijn te verwachten. gegijzelden journalist Gerechtshof beslist heden over zijn invrijheidsstelling. Naar wij vernemen, zal vanochtend te 10 uur het Haagsche Gerechtshof in liooger beroep behandelen liet verzoek van den journalist C. L. Hansen om uit de gijzeling te worden ontslagen, welk verzoek door de rechtbank is afgewezen. Dc heer Hansen ontvangt nog steeds vele bewijzen van sympathie, o.a. van journalis tenorganisaties in verschillende plaatsen en journalisten in binnen- en buitenland. Het bestuur van de vereeniging „De Am- sterdamsche Pers" heeft den gegijzelden journalist C. L. Hansen een telegram gezon den van den volgenden inhoud: „Het be stuur van „De Amsterdamsche Pers" zendt u zijn hartelijke collegiale groeten en wenscht u sterkte toe bij uw manmoedige verdediging van het verschooningsrecht van den journalist. BESMET VEE NIET TIJDIG AANGEGEVEN Landbouwer bestraft. Gisteren moest zich voor den Almeloschen kantonrechter verantwoorden de landbouwer K. te Almelo, wegens het niet tijdig aangif te doen van het feit, dat vee van hem aan mond- en klauwzeer leed. K. zeide, dat hij niet geweten bad, dat het vee besmet was. Volgens den kantonrechter had hij echter geen aangifte gedaan, om melk te kunnen blijven afleveren. Hij veroordeelde hem con form den eisch tot vier honderd gulden boe te, subs. twee maanden hechtenis. Tweede Kamer Dreigende klanken Een spellingmotie ipgediend. Gistermiddag werd de toestand in de Tweede Kamer van pais en vree plotseling ingrijpend verstoord, toen minister Sloie- maker de Bruine voor het parlementaire voetlicht verscheen en men zich ging wijden aan de behandeling der onderwijs-zaken. 't Is of men eigenlijk het ongenoegen, dat toch ook in overigens der Regeering gunstig gezinde groepen bestaat ten aanzien van ver schillende punten van Regeeringsbeleid, vol ledig had „bewaard" voor onzen eenigen ge baarden Excellentie, en men thans de gele genheid schoon zag om daar practisch ui ting aan te geven! Scherpe critick kreeg de bewindsman te verduren van dc katholieke vrienden Suring en Moller en zelfs zijn partijgenoot Tilanus deed woorden hooren, welke den minister misschien het klassieke: „Ook gij, Brutus!" in herinnering deden komen Dat de socialistische heer Thijssen aller minst te spreken was over de „stakkevige" (zoo zei hij!) gestie van dr. Slotemaker mocht worden verwacht, alsook, dat iemand als de heer Woudenberg (N.S.B.) de f 142 millioen. welke wij aan het onderwijs be steden, slecht beheerd achtte, nationaal-so- cialisttsch als hij dc kinderen nu eenmaal wil opgevoed zien. Dc heer Oud wilde, als er geld vrij komt, het eerst-noodige aangepakt zien, maar bij vreesde, dat de minister niet precies weet, wat er dan zal moeten gebeuren. De leerlin- genschaal-kwestie achtte de afgevaardigde het meest-urgenf, doch hij ried den bewinds man aan, een „lijstje" van eerst-noodige din gen op te maken, en dan moet bovenaan staan: het wegnemen der excessen nopens de genoemde lcerlingcnschaal! Maar de voor den minister meest-„gevaar- lijke" critek kwam toch los uit den katho lieken hoek! De heer Suring klaagde er over, dat de Troonrede zich maar vluchtig van het on derwijs afmaakte, en was geenszins tevre den over de Memorie van x\ntwoord. De afgevaardigde hoopte, dat de openhar tige critiek er toe moge leiden, dat de samen werking tusschcn Kamer en minister kan worden gehandhaafd! Minister Slotemaker kreeg niet minder bij de behandeling der spelling-kwestie allerlei onprettigs te hooren. Alge meen had men aangedrongen op be ëindiging der tweeslachtigheid. De fout van 1934 was de halfslach tigheid, erkende de oud-minister, die den toestand thans onhoudbaar noemde, 't Beste ware over de geheele linie de spelling '34 in te voeren! Men wilde in deze zeker niet op België wachten. De heer Moller vond, dat de minis ter de wanorde heeft vergroot, en dat, als dc maatschappij de nieuwe spel ling niet aanvaardt, zulks komt, wijl do regeering telkens wijzigin gen aanbrengt. In dit verband had Dr. Vos gezegd, dat het kind op die manier weerzin tegen zijn eigen taal voelt opkomen. Dr. Moller vervolgde: de Regcering schijnt niet eens te weten wat „spelling" is. Namens de geheele fractie verklaarde .de afgevaar digde, dat hij geen commissie wil en vol strekt terug wil keeren tot de spelling-'3L En tenslotte verzekerde hij (en of dit ook „namens de fractie" was, staat niet vast en zal ook wel niet) geen vertrouwen te kun nen stellen in het beleid van dezen minis ter! Daar was voorwaar geen woord Fransch bij!.<.. Minister Slotemaker's antwoord ging allereerst de spelling aan. Z. Exc. plaatste voorop, dat de tweeheid niet door hem veroorzaakt werd, uitroepend, dat, zoolang het spelling-probleem aan de orde was, de Regcering steeds werd beschul digd „verwarring" te hebben gesticht. De mi nister ontkende, dat hij op België wilde „wachten", maar wel wenschte hij zich mot den Belgischen minister te verstaan. Dr. Vos had gepleit voor meer zang, meer teekenen, meer licch. oefening op de lagere scholen, doch de minister vroeg, hoe dat allemaal kon zonder overlading? Betreffende do leerlingenschaal zei Z. Exc., dat alle onderwijs-organisaties dit punt het belangrijkste vinden, men is in deze lang niet unaniem. „Tndien de mogelijkheid bestaat zal ik stellig gaarne de meest-dringende wenschen trachten in te willigen!" riep de minister uit, betwistend, dat hij geen „werklijstje" zou hebben, gelijk dr. Moller beweerd had. De replieken. maakten het voor den minister niet beter. Zijn antwoord-rede zal de oppositioneel-ge- zinden zeker niet hebben bevredigd. De heer Zijlstra gaf aan, dat de A.R. de motie niet zullen kunnen steunen, en de heer Tilanus. natuurlijk evenmin. Deze af gevaardigde herinnerde aan zijn eigen, tegenovergestelde motie in 1934, welke de Regeering naast zich heeft neergelegd. Zij kan iets dergelijks thans evenzeer doen. De minister deed een poging om de motie althans voor een deel tot zinken te bren gen door den heer Moller te raden, de mo tie in tweeën te splitsen, met het oog, even tueel, op België waartegenover Z. Exc. vrij er komt te staan, als 't gedeelte omtrent de invoering der nieuwe spelling, eens wordt afgestemd. Maar de heer Moller ging op de suggestie niet in en aldus zal as. Dinsdagmiddag na de stemming over de Dienstplichtwet over de motie worden beslist. Zooals de zaken nu staan, is er zeer stellig een meerderheid voor aanwezig. Neen. het is met minister Slotemaker mo menteel in de Kamer een wat men noemt „gek geval". Vertrek van Aankomst Ie (terugreis) lPar'is 10 Dec' !A'dam 10 DeCl ^heenreis) |Basra 10 Dec* |JodhP- 10 Dec- Ibis (heenreis) Alex, 8 Dec. Jodhp. 9 Dec. |,odh»- 10 DeC' Nd' 10 DeC- a'e'nrsilf lNapels 10 Dec' l AleX' 10 DeC' (terugreis) |sinKaP' 10 Dec' |Ran*' 10 Dec" Speciale zorg voor het landbouwonderwijs In verband met den toegenomen arbeid op het gebied van het landbouwonderwijs en de verdere ontwikkeling die daaraan zal worden gegeven, zal ir. I-Iuizinga, inspecteur van den Landbouw en het Landbouwonder wijs met ingang van 1 Januari a.s. uitslui tend worden belast met de zorg voor het landbouwonderwijs. De landbouwvoorlich- tingsdienst zal met ingang van genoemden datum onder rechtstreeksche leiding komen van den directeur-generaal van den land bouw, die daarin, wat het landbouwkundig onderzoek betreft, zal worden bijgestaan door ir. Ottcn, rijkslandl.ouwconsulent in al- gemeenen dienst. Een zesmotorige eendekker, wel ke het hoofd kan bieden aan ru we weersomstandigheden. Te Toulouse wordt op het oogenblilc een model van een niepwe Fransche transatlan tische vliegboot, de Latecoere 631, welke in 1940 door de Air France Transatlantique in dienst zal worden gesteld, tentoongesteld. Het is een zesmotorige eendekker, welke het hoofd kan bieden aan de ruwe weersom standigheden van den Noordelijken Atlanti- schen Oceaan. Bij een tegenwind van zestig kilometer per uur en een snelheid van 350 KM. per uur, bedraagt de werkingssfeer ten minste zesduizend K.M., indien het toestel twintig passagiers met 3000 kilo vracht ver voert, en de bemanning uit acht personen bestaat, n.1. twee vliegers, een navigator, twee boordwerktuigkundigen, een radio-tele grafist en twee stewards. Met gelijke snel heid en bemanning, doch bij een windsterkte van vijftig kilometer per uur, kan het toe stel veertig passagiers, tienduizend kilo vracht en zeshonderd kilo voorraden over 3200 kilometer vervoeren. Deze afstand is gelijk aan den overtocht van den Zuidelijken Atlantischen Oceaan. Het toestel heeft, volgens het Hsb. een vleugelspanning van 57 meter, een lengte van 42.95 meter en een hoogte van 10 me ter. Het maximumgewicht bedraagt. 66.000 kilo, liet vermogen 9000 paardekracht, do kruissnelheid is 350 kilometer, waarbij do motoren op zeventig procent van hun ver mogen draaien. De maximumsnelheid be draagt 420 kilometer. De vliegboot heeft twee dekken. Het onderste is gereserveerd vor de passagiers, die te hunner beschik king hebben een bar, een salon, twintig ca bines, douchegelegenheid, toiletten, een keu ken en een kantoor. Het bovendek is gere serveerd voor de bemanning en bevat een dubbelen bcsturingspost. Alle motoren zijn tijdens het vliegen te bereiken, terwijl het toestel in de lucht kan blijven indien twee motoren stil staan. Verder is het voorzien van alle mogelijke veiligheidstoestollcn. Habsburgers krijgen goederen terug Besluit van den Oostenrijksclien ministerraad. Naar officieel medegedeeld wordt, is irt den Oostenrijksclien ministerraad besloten krachtens de reeds vroeger afgekondigde wet betreffende de opheffing van hot ver-, blijfsverbod voor cn de restitutie van het vermogen van de Habsburgers, deze restitu tie thans ten uitvoer te loggen. De volgende bezittingen worden teruggegeven: liet slot Laxemburg bij Weenen, het slot Muerszteg bij Stiermarken, de heerlijkheid Orth met hot slot Eckartsau, de goederen Poeggstall, Mannersdorf aan de Leitha, Gebirge en Voe- sendorf in Neder-Oostenrijk, Krampen in Stiermarken, en Mattighofen in NederlOos- tenrijk en de meubelen van het slot Neu- berg in Stiermarken. Van een armen tuinman tot een rijken boer Zijn kleinzoon bereikte het hoogtepunt. Ongeveer honderd jaar geleden kwam een jonge tuinman van Devonshire naar Wales geloopen, om een baantje te zoeken. Met niet meer dan een stuiver op zak vond hij werk in Glamorganshire, waar hij in dienst trad bij een goedhartig man, die', toen hij ging rentenieren, den jongen tuinman een boer derij, geheel vrij van hypotheek, cadeau gaf. Dit was het begin van het succes, hetgeen z'n hoogtepunt bereikte toen eenige dagen geleden Morgan Thomas Board, de kleinzjon van den tuinman, het kampioenschap, be nevens twee prijzen won op een tentoon stelling te Smilfield. Het was de eerste keer in de 140 jaar, dat de tentoonstelling gehouden werd, dat zoowel het kampioenschap als twee prijzen aan een en denzelfden persoon werden verleend. Mr. Board is sinds Februari een zelfstan dige boer, hij nam toen liet geheele bedrijf, waarvan hij al reeds twee jaren bedrijfsleider was, van zijn vader over; vertelt de Daily Express. In 1931, 1932 en 1935 behaalde hij even eens het kampioenschap op de tentoonstel» ling te Smithfield,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1937 | | pagina 2