Min. Slotemaker de Bruine,
de man die de klappen krijgt
Begrooting van
Waterstaat
Verbetering der
tertiaire wegen
Uitvoering van de
Vestigingswet Kleinbedrijf
Sneltrein verbrijzelt
vrachtauto
De drinkende gemeenteraad
Schrik onder de
smokkelaars
Sympathie voor
Postvluchten op Indië
Nieuwe Franscbe
transatlantische vliegboot
Er zullen nog vele jaren mee
gemoeid zijn. De financiering.
In de Memorie van Antwoord betreffende
het ontwerp van wet tot wijziging van de
motorrijtuigcnbelastingwet en van de wet
tot instelling van een Verkeersfonds, inzon
derheid met het oog op het belang der ter
tiaire wegen zeggen de ministers van Wa
terstaat en van Financiën o.a.:
Bij het beantwoorden van de vraag, in
welke mate aansluiting van de locale we
gen a«tn de primaire toelaatbaar is, wordt
imcde rekening gehouden met de belangen
van het plaatselijk verkeer,
Het ligt niet in de bedoeling, verbindin
gen tueschon tertiaire wegen en bestaande
primaire wegen op te heffen, In hoeverre
aanleiding bestaat om tertiaire wegen
aansluiting te geven aan nieuw te maken
wegen, 'in bet bijzonder aan autosnelwegen,
zal voor elk geval afzonderlijk worden be
oordeeld, waarbij de belangen van het
doorgaande en die van het plaatselijke ver
keer legen elkander worden afgewogen.
Voor zoover polderwegen op een tertiair
wegenplan zullen worden geplaatst, hetgeen,
indien de wegen dienen voor het verkeer
met motorrijtuigen, mogelijk is. zullen de
voor verbetering en onderhoud noodigc
gelden geheel of ten dcele kunnen worden
verstrekt uit de bedragen, die de provin
ciën op grond van de thans aanhangige
wet zullen ontvangen.
De ministers erkennen gaarne, dat
het vele jaren zal duren, voordat al
le tertiaire wegen met de beschik
baar te stellen gelden in behoorlij
ken toestand zullen zijn gebracht.
Zij betreuren dit, doch zien voor
het oogenblik geen mogelijkheid
daarin verbetering to brengen.
Inderdaad zullen, wanneer de wet tot
stand komt, alle wegen, mits zij noodig
zijn als verbindingen voor verkeer met mo
torrijtuigen, in aanmerking kunnen komen
om door de provinciale besturen op de ter
tiaire wegenplannen te worden gebracht,
onverschillig of zij verhard, niet genoeg
zaam verhard of in het geheel niet ver
hard zijn. De beslissing, welke wegen deel
van die plannen zullen uitmaken, berust
bij de besturen der provinciën.
Tn de practijk van de uitvoering van de
Vestigingswet Kleinbedrijf is gebleken, dat
meer dan een organisatie van ondernemers
in détailhandcl, kleine nijverheid of ambacht
niet geheel op de hoogte is van de wijze
waarop voor den betreffenden tak van be
drijf vestigingscischon kunnen worden ver
kregen, en bij de samenstelling van de des
betreffende aanvrage grootc moeilijkheden
ondervindt.
l)c drie Ncderlnndsche Middenstandsbon
den hebben daarom besloten, gezien het
grootc belang van het alzijdige toepassen
van de Vestigingswet KleKinbedrijf dat aan
alle representatieve landelijke vakorganisa
ties in liet middenstandsbedrijf op haar ver
zoek een inleidend advies en eventucele na
dere voorlichting zal worden verstrekt, ter
zake van do indiening eener aanvrage tot
liet vaststellen van vestigingseischcn voor
den betreffenden bedrijfstak.
Dit besluit werd genomen in overleg o.a.
met het met de uitvoering van de vesti
gingswet belaste departement van Economi
sche Zaken.
Belanghebbende organisaties kunnen zich
om inlichtingen wenden tot het secretariaat
van de commissie van overleg uit de drie
Kedgrlandseho Middenstandsbonden, Mau-
ritskade 23, Den Ilaag.
Wieringermeer bij de Alkm.
Kamer van Koophandel
Dezelfde indeeling als Wieringcn,
Ingediend is een wetsontwerp, houdende
enkele voorzieningen in verband niet de wij
ziging van liet gebied van de kamers van
koophandel en fabrieken voor West-Fries-,
land en Holland s Noorderkwartier door de
wet van 31 Mei 1937.
Bij de inwerkingtreding der wet tot in
stelling van een openbaar lichaam voor de
Wieringermeer zal voor dit gebied dezelfde
indeeling gelden als voor de gem. Wieringcn.
Hierdoor zal do Wieringermeer in haar
geheel, evenals de gem. Wieringcn onder de
Alkmaarsche Kamer van Koophandel komen
te vallen.
DAt gedeelte van de Meer, dat thans tot de
gem. Mcdcmblik behoort, ressorteert onder
<le Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor West-Friesland te Hoorn. De zaken, in
genoemd gedeelte- liggend, zullen, wanneer
het openbaar Lichaam van de W, Meer is
ingesteld, vanzelfsprekend bij de Alkmaar
sche Kamer moeten worden ingeschreven.
Kantelende wagen doodt één der
inzittenden.
Gisteravond is op den onbewaakton over
weg nabij Akkrum een groote ledige zeswie-
ligo vrachtauto, welke afkomstig was uit
Dokkum, door den sneltrein van Zwolle naar
Leeuwarden aangereden en vrijwel geheel
vernield. Er zaten twee mannen in de ca
bine, tlic op bet laatste moment uit den wa
gen sprongen. De auto kantelde en een van
beiden kwam er onder terecht, met 't ge
volg, dat bij onmiddellijk werd gedood; zijn
metgezel liep ernstige kneuzingen op en is
in bewusteloozen toestand naar een in de na
bijheid gelegen woning vervoerd. Indien mo
gelijk zou hij naar het ziekenhuis te Leeu-
warden worden overgebracht. De identiteit
van de slachtoffers is nog *nict bekend.
De trein had een half uur vertraging.
Het oordeel van den Minister
over, lintbebouwing Streven
naar beperking van het aantal
verkeersongevallen. De witte
spatborden moeten blijven.
Vei-schcncn is de Memorie vain Antwoord
op de bcgrooting 1938 van Waterstaat..
De Minister zegt hierin, dat het
hem niet mogelijk is om in een kort
bestek een uiteenzetting te geven
omtrent zijn opvattingen betreffende
vrijwel alle belangrijke aangelegen
heden van zijn departement. Hij
hoopt later zijn door studie en over
leg gerijpte denkbeelden in concre
te voorstellen en maatregelen aan
het oordeel der Kamer te onderwer
pen.
Scheepvaart met België.
Omtrent de ontwikkeling van de Scheep
vaart met België over dc Maas kunnen geen
gegevens worden verstrekt, aangezien eerst
over het laatste jaar een statistiek wordt
bijgehouden, die ook de bestemnning en de
herkomst der schepen bevat. Wel kan wor
den opgegeven het scheepvaartverkeer (in
beide richtingen samen) in het tijdvak van
1 November 1936 tot 1 November 1937. Dit
is groot geweest 10.613 vaartuigen, met een
laadvermogen van 4,319.197 s.t.
Lintbebouwing.
De Minister is bereid, zooveel mogelijk
te bevorderen, dat de voorschriften van de
verkeerswet tegen lintbebouwing stipt wor
den nageleefd. De vraag, in hoeverre deze
wel op andere wegen van het Rijkswegen-
plan dan Rijkswegen van toepassing ver
klaard zal kunnen worden, is in onderzoek
Strengere bepalingen der We
genverkeerswet.
Op zoo spoedig mogelijk in wer
king treden van de Wegenverkeers
wet blijft de aandacht van den mi
nister gevestigd. Ook hij vertrouwt,
dat door het in werking treden van
de strengere bepalingen dier wet
het aantal verkeersongevallen be
perkt kan worden.
In het wegenverkeersreglement
zullen ook ten aanzien van voetgan
gers eenige voorschriften worden op
genomen.
Er bestaat, naar de minister meent
geen aanleiding om bet voorschrift
in zake dc witle spatborden te laten
vervallen in verband met de invoe
ring van het roode achterlicht, zulks
te minder, omdat, ingeval het ach
terlicht onklaar mocht raken, en te
vens indien de wielrijder op den weg
stilstaat, liet witte spatboixj nog
goode diensten kan bewijzen.
Werkt sluis- en brugperspneel te
lang?
Dc opmerkingen over de dienst- en rust
tijden van het Sluis- en brugpersoneel doel
den blijkbaar op het commissoriaal rapport
van 1929. De daarin bepleite algemeene
herziening ondervond in verband met de
tijdsomstandigheden bezwaar wegens de
daaraan verbonden financieele gevolgén.
Dc minister is aanvankelijk van meening,
dat van te lange diensttijden niet kan wor
den gesproken. Inlusschen is hij bereid, de
dienst- en rusttijden aan eenige sluizen en
bruggen in nadere beschouwing te nemen.
Inmenging van de Begeering in
de binnenscheepvaart.
De regeering is van meening, dat. thans
dc overgang geregeld dient te worden naar
den toestand van coördinatie van het ver
keerswezen, waarbij inmenging van dc re
geering in de binnenscheepvaart onvermijde
lijk is.
Een wetsontwerp van deze strekking, waar
bij tevens gestreefd wordt naar wegneming
van de tegen de huidige regeling bestaande
bezwaren, is in voorbereiding en zal, naar
de minister vertrouwt, de Kamer in de
eerste helft van het volgend jaar bereiken.
Met het oordeel van verscheidene leden,
dat de uitgaven ten behoeve van de evenre
dige vrachtvcrdecling ten laste van het ver-
weersfonds moeten worden gebracht, kan
de Minister "bij nadere overweging instem
men.
Een verhaal uit Zeeuwsch-Vlaan
deren.
Het moet gebeurd zijn in een heel klein,
doch genoeglijk plaatsje in het, Zuiden van
Zeeuwsch Vlaanderen, vlak bij de Belgische
grens. Het geval is ons. aldus de N.R. Ct.,
in vertrouwen meegedeeld en daarom zullen
we het plaatsje slechts aanduiden met den
naam X-dorp..
Tegen de laatste gemeenteraadsverkiezin
gen werd een braven X-dorpschen boer ver
zocht, een candidatuur te aanvaarden.
„Och nee", luidde het antwoord, „vraag het
een ander. Ik drink immers zoo weinig."
Ter verduidelijking dient hier gezegd, dat
het in X-dorp, waar de raadszittingen ge
meenlijk in een café plegen te worden ge
houden, gewoonte is, na afloop van de ver
gaderingen een stevig afscheidsglaasje te
gebruiken.
De vrienden van onzen boer, die in hem
een geschikten candidaat zagen, wisten hem
echter te overreden. Dat hij met drinken niet
zoo best mee kon doen, was geen bezwaar.
Het zou wel wennen.
Dat klopte. Want van de eerste
vergadering na de welgeslaagde ver
kiezing kwam het nieuwe gemcente-
raadsl. 's avonds braaf aangeschoten
thuis en zijn vpouw, die met de poli
tieke aspiraties van haar echtgenoot
toch al niet bijster veel ophad, zei
er het hare van.
Bij de tweede raadsvergadering begon
het al beter te wennen. Dien avond werd
ons raadslid door twee van zijn medeleden
thuis gebracht en het eenige wat hij zich
er later van herinnerde, was een vrouw die
heel luid praatte, en praatte en praatte.
Toen de derde vergadering op de gebrui
kelijke wijze gesloten was. achtte onze boer
het raadzaam, de echtelijke slaapkamer
voorloopig te mijden en hij besloot, den
nacht door te brengen in den koestal,
waar hij zichlekker nestelde in het hooi.
Den volgenden ochtend, in schemerdonker
nog verscheen slaperig dc boerin in do
stal. Er was een jong kalf dat nog niet
zelfstandig uit een emmer zijn melk wilde
drinken. Het was eiken dag een heel getob
om het dier er toe te krijgen, het voedsel
tot .zich te nemen. Ook nu was de boerin
lancrdurig bezig met haar pogingen, het'
kalf zijn kop in den emmer te laten steken.
Het dier wilde maar niet.
Toen. klonk daar eensklaps uit het hooi
oen brommige stem: „Ze mosten 'm maor
raodsiid maoken, dan zou-ie wel lééren zu-
pen. .1"
h
Tweede Kamêrlid veroordeeld
Wegens het feit dat in een publicatie in
het maandschrift „Landbouw en Maatschap
pij" het lid der Tweede Kamer, de heer H.
S. van Houten den heer S. Veil inga te
Leeuwarden had aangewezen als de schrij
ver van een bepaald artikel, heeft de recht
bank te Groningen genoemd kamerlid we
gen beleediging veroordeeld tot betaling
van een som van duizend gulden. Tevens
heeft de rechtbank den heer Vellinga ge
rechtigd verklaard dit vonnis op kosten van
den veroordeelde openbaar te maken door
aanplakking in het paleis van Justitie te
Groningen en te Leeuwarden.
Duitsch-Llmburgsche grens zoo
goed als gezuiverd.
Er is een tijd geweest, die nog
maar enkele jaren voorbij is, dat
de smokkelarij aan de Duitsch-Lim-
burgsche grens groote afmetingen
had aangenomen. Sterke smokkel-
colonnes trokken bij nacht en ontij
over de grens en keerden zwaar be
last en beladen naar Duitschland
terug.
De grenswinkeliers maakten uitstekende
zaken, het was voor hen een gouden tijd.
Door het nemen van krachtige maatregelen
van Duitsche zijde en door het dicht bezet
ten van de grens met een keten van grens
beambten, veelal oud-soldaten, is de grens-
smokkelarij echter zoodanig bestreden, dat
er, aldus het Hsb., van grenssmokkel bijna
geen sprake meer is. Ten spijt van de ne
ringdoenden op Ncderlandsch gebied en
van de smokkelaars; tot voldoening van de
Duitsche grenszaken.
Het wordt den heeren te
vaarlijk.
ge-
Het levendige bedrijf aan de grens is ver
dwenen. De grens bij Kerkrade bijvoorbeeld
is uitgestorven. En ook het verkeer per
tram of taxi met Aken behoort haast tot
de geschiedenis. De laatste jaren zijn de toe
standen aan de Duitsche grens in alle op
zichten radicaal gewijzigd. De smokkelarij
is niet meer rendabel, noch in het klein,
noch in het groot. Het Duitsche grenstoe-
zicht is zoo verscherpt, en uitgebouwd, dat
de smokkelaars honderd procent kans heb
ben te worden gearresteerd en hun smokkel
waar in beslag te worden genomen. In 1932
werd bet record-cijfer van overtredingen
met 14800 bereikt. In 1934 b.v. werden nog
S600 smokkelzaken aanhangig gemaakt bij
de rechtbank in Aken. In 1935 werden nog
6400 verbalen opgemaakt, dit getal liep in
1936 terug tot 2335, terwijl over den loop van
dit jaar nog veel gunstiger cijfers zijn te
verwachten.
gegijzelden journalist
Gerechtshof beslist heden over
zijn invrijheidsstelling.
Naar wij vernemen, zal vanochtend te
10 uur het Haagsche Gerechtshof in liooger
beroep behandelen liet verzoek van den
journalist C. L. Hansen om uit de gijzeling
te worden ontslagen, welk verzoek door de
rechtbank is afgewezen.
Dc heer Hansen ontvangt nog steeds vele
bewijzen van sympathie, o.a. van journalis
tenorganisaties in verschillende plaatsen en
journalisten in binnen- en buitenland.
Het bestuur van de vereeniging „De Am-
sterdamsche Pers" heeft den gegijzelden
journalist C. L. Hansen een telegram gezon
den van den volgenden inhoud: „Het be
stuur van „De Amsterdamsche Pers" zendt
u zijn hartelijke collegiale groeten en
wenscht u sterkte toe bij uw manmoedige
verdediging van het verschooningsrecht van
den journalist.
BESMET VEE NIET TIJDIG AANGEGEVEN
Landbouwer bestraft.
Gisteren moest zich voor den Almeloschen
kantonrechter verantwoorden de landbouwer
K. te Almelo, wegens het niet tijdig aangif
te doen van het feit, dat vee van hem aan
mond- en klauwzeer leed. K. zeide, dat hij
niet geweten bad, dat het vee besmet was.
Volgens den kantonrechter had hij echter
geen aangifte gedaan, om melk te kunnen
blijven afleveren. Hij veroordeelde hem con
form den eisch tot vier honderd gulden boe
te, subs. twee maanden hechtenis.
Tweede Kamer
Dreigende klanken Een
spellingmotie ipgediend.
Gistermiddag werd de toestand in de
Tweede Kamer van pais en vree plotseling
ingrijpend verstoord, toen minister Sloie-
maker de Bruine voor het parlementaire
voetlicht verscheen en men zich ging wijden
aan de behandeling der onderwijs-zaken.
't Is of men eigenlijk het ongenoegen, dat
toch ook in overigens der Regeering gunstig
gezinde groepen bestaat ten aanzien van ver
schillende punten van Regeeringsbeleid, vol
ledig had „bewaard" voor onzen eenigen ge
baarden Excellentie, en men thans de gele
genheid schoon zag om daar practisch ui
ting aan te geven!
Scherpe critick kreeg de bewindsman te
verduren van dc katholieke vrienden Suring
en Moller en zelfs zijn partijgenoot Tilanus
deed woorden hooren, welke den minister
misschien het klassieke: „Ook gij, Brutus!"
in herinnering deden komen
Dat de socialistische heer Thijssen aller
minst te spreken was over de „stakkevige"
(zoo zei hij!) gestie van dr. Slotemaker
mocht worden verwacht, alsook, dat iemand
als de heer Woudenberg (N.S.B.) de f 142
millioen. welke wij aan het onderwijs be
steden, slecht beheerd achtte, nationaal-so-
cialisttsch als hij dc kinderen nu eenmaal
wil opgevoed zien.
Dc heer Oud wilde, als er geld vrij komt,
het eerst-noodige aangepakt zien, maar bij
vreesde, dat de minister niet precies weet,
wat er dan zal moeten gebeuren. De leerlin-
genschaal-kwestie achtte de afgevaardigde
het meest-urgenf, doch hij ried den bewinds
man aan, een „lijstje" van eerst-noodige din
gen op te maken, en dan moet bovenaan
staan: het wegnemen der excessen nopens
de genoemde lcerlingcnschaal!
Maar de voor den minister meest-„gevaar-
lijke" critek kwam toch los uit den katho
lieken hoek!
De heer Suring klaagde er over, dat de
Troonrede zich maar vluchtig van het on
derwijs afmaakte, en was geenszins tevre
den over de Memorie van x\ntwoord.
De afgevaardigde hoopte, dat de openhar
tige critiek er toe moge leiden, dat de samen
werking tusschcn Kamer en minister kan
worden gehandhaafd!
Minister Slotemaker kreeg niet minder bij
de behandeling der
spelling-kwestie
allerlei onprettigs te hooren. Alge
meen had men aangedrongen op be
ëindiging der tweeslachtigheid.
De fout van 1934 was de halfslach
tigheid, erkende de oud-minister, die
den toestand thans onhoudbaar
noemde, 't Beste ware over de geheele
linie de spelling '34 in te voeren! Men
wilde in deze zeker niet op België
wachten.
De heer Moller vond, dat de minis
ter de wanorde heeft vergroot, en dat,
als dc maatschappij de nieuwe spel
ling niet aanvaardt, zulks komt,
wijl do regeering telkens wijzigin
gen aanbrengt. In dit verband
had Dr. Vos gezegd, dat het kind op
die manier weerzin tegen zijn eigen
taal voelt opkomen.
Dr. Moller vervolgde: de Regcering schijnt
niet eens te weten wat „spelling" is. Namens
de geheele fractie verklaarde .de afgevaar
digde, dat hij geen commissie wil en vol
strekt terug wil keeren tot de spelling-'3L
En tenslotte verzekerde hij (en of dit ook
„namens de fractie" was, staat niet vast en
zal ook wel niet) geen vertrouwen te kun
nen stellen in het beleid van dezen minis
ter!
Daar was voorwaar geen woord Fransch
bij!.<..
Minister Slotemaker's antwoord
ging allereerst de spelling aan.
Z. Exc. plaatste voorop, dat de tweeheid
niet door hem veroorzaakt werd, uitroepend,
dat, zoolang het spelling-probleem aan de
orde was, de Regcering steeds werd beschul
digd „verwarring" te hebben gesticht. De mi
nister ontkende, dat hij op België wilde
„wachten", maar wel wenschte hij zich mot
den Belgischen minister te verstaan.
Dr. Vos had gepleit voor meer zang, meer
teekenen, meer licch. oefening op de lagere
scholen, doch de minister vroeg, hoe dat
allemaal kon zonder overlading?
Betreffende do leerlingenschaal zei Z. Exc.,
dat alle onderwijs-organisaties dit punt het
belangrijkste vinden, men is in deze lang
niet unaniem.
„Tndien de mogelijkheid bestaat zal ik
stellig gaarne de meest-dringende wenschen
trachten in te willigen!" riep de minister
uit, betwistend, dat hij geen „werklijstje"
zou hebben, gelijk dr. Moller beweerd had.
De replieken.
maakten het voor den minister niet beter.
Zijn antwoord-rede zal de oppositioneel-ge-
zinden zeker niet hebben bevredigd.
De heer Zijlstra gaf aan, dat de A.R. de
motie niet zullen kunnen steunen, en de
heer Tilanus. natuurlijk evenmin. Deze af
gevaardigde herinnerde aan zijn eigen,
tegenovergestelde motie in 1934, welke de
Regeering naast zich heeft neergelegd. Zij
kan iets dergelijks thans evenzeer doen.
De minister deed een poging om de motie
althans voor een deel tot zinken te bren
gen door den heer Moller te raden, de mo
tie in tweeën te splitsen, met het oog, even
tueel, op België waartegenover Z. Exc. vrij
er komt te staan, als 't gedeelte omtrent
de invoering der nieuwe spelling, eens
wordt afgestemd. Maar de heer Moller
ging op de suggestie niet in en aldus zal
as. Dinsdagmiddag na de stemming over
de Dienstplichtwet over de motie worden
beslist.
Zooals de zaken nu staan, is er zeer
stellig een meerderheid voor aanwezig.
Neen. het is met minister Slotemaker mo
menteel in de Kamer een wat men noemt
„gek geval".
Vertrek van Aankomst Ie
(terugreis) lPar'is 10 Dec' !A'dam 10 DeCl
^heenreis) |Basra 10 Dec* |JodhP- 10 Dec-
Ibis
(heenreis)
Alex, 8 Dec. Jodhp. 9 Dec.
|,odh»- 10 DeC' Nd' 10 DeC-
a'e'nrsilf lNapels 10 Dec' l AleX' 10 DeC'
(terugreis) |sinKaP' 10 Dec' |Ran*' 10 Dec"
Speciale zorg voor het
landbouwonderwijs
In verband met den toegenomen arbeid
op het gebied van het landbouwonderwijs en
de verdere ontwikkeling die daaraan zal
worden gegeven, zal ir. I-Iuizinga, inspecteur
van den Landbouw en het Landbouwonder
wijs met ingang van 1 Januari a.s. uitslui
tend worden belast met de zorg voor het
landbouwonderwijs. De landbouwvoorlich-
tingsdienst zal met ingang van genoemden
datum onder rechtstreeksche leiding komen
van den directeur-generaal van den land
bouw, die daarin, wat het landbouwkundig
onderzoek betreft, zal worden bijgestaan
door ir. Ottcn, rijkslandl.ouwconsulent in al-
gemeenen dienst.
Een zesmotorige eendekker, wel
ke het hoofd kan bieden aan ru
we weersomstandigheden.
Te Toulouse wordt op het oogenblilc een
model van een niepwe Fransche transatlan
tische vliegboot, de Latecoere 631, welke in
1940 door de Air France Transatlantique in
dienst zal worden gesteld, tentoongesteld.
Het is een zesmotorige eendekker, welke
het hoofd kan bieden aan de ruwe weersom
standigheden van den Noordelijken Atlanti-
schen Oceaan. Bij een tegenwind van zestig
kilometer per uur en een snelheid van 350
KM. per uur, bedraagt de werkingssfeer ten
minste zesduizend K.M., indien het toestel
twintig passagiers met 3000 kilo vracht ver
voert, en de bemanning uit acht personen
bestaat, n.1. twee vliegers, een navigator,
twee boordwerktuigkundigen, een radio-tele
grafist en twee stewards. Met gelijke snel
heid en bemanning, doch bij een windsterkte
van vijftig kilometer per uur, kan het toe
stel veertig passagiers, tienduizend kilo
vracht en zeshonderd kilo voorraden over
3200 kilometer vervoeren. Deze afstand is
gelijk aan den overtocht van den Zuidelijken
Atlantischen Oceaan.
Het toestel heeft, volgens het Hsb. een
vleugelspanning van 57 meter, een lengte
van 42.95 meter en een hoogte van 10 me
ter. Het maximumgewicht bedraagt. 66.000
kilo, liet vermogen 9000 paardekracht, do
kruissnelheid is 350 kilometer, waarbij do
motoren op zeventig procent van hun ver
mogen draaien. De maximumsnelheid be
draagt 420 kilometer. De vliegboot heeft
twee dekken. Het onderste is gereserveerd
vor de passagiers, die te hunner beschik
king hebben een bar, een salon, twintig ca
bines, douchegelegenheid, toiletten, een keu
ken en een kantoor. Het bovendek is gere
serveerd voor de bemanning en bevat een
dubbelen bcsturingspost. Alle motoren zijn
tijdens het vliegen te bereiken, terwijl het
toestel in de lucht kan blijven indien twee
motoren stil staan. Verder is het voorzien
van alle mogelijke veiligheidstoestollcn.
Habsburgers krijgen
goederen terug
Besluit van den Oostenrijksclien
ministerraad.
Naar officieel medegedeeld wordt, is irt
den Oostenrijksclien ministerraad besloten
krachtens de reeds vroeger afgekondigde
wet betreffende de opheffing van hot ver-,
blijfsverbod voor cn de restitutie van het
vermogen van de Habsburgers, deze restitu
tie thans ten uitvoer te loggen. De volgende
bezittingen worden teruggegeven: liet slot
Laxemburg bij Weenen, het slot Muerszteg
bij Stiermarken, de heerlijkheid Orth met
hot slot Eckartsau, de goederen Poeggstall,
Mannersdorf aan de Leitha, Gebirge en Voe-
sendorf in Neder-Oostenrijk, Krampen in
Stiermarken, en Mattighofen in NederlOos-
tenrijk en de meubelen van het slot Neu-
berg in Stiermarken.
Van een armen tuinman
tot een rijken boer
Zijn kleinzoon bereikte het
hoogtepunt.
Ongeveer honderd jaar geleden kwam een
jonge tuinman van Devonshire naar Wales
geloopen, om een baantje te zoeken. Met niet
meer dan een stuiver op zak vond hij werk
in Glamorganshire, waar hij in dienst trad
bij een goedhartig man, die', toen hij ging
rentenieren, den jongen tuinman een boer
derij, geheel vrij van hypotheek, cadeau gaf.
Dit was het begin van het succes, hetgeen
z'n hoogtepunt bereikte toen eenige dagen
geleden Morgan Thomas Board, de kleinzjon
van den tuinman, het kampioenschap, be
nevens twee prijzen won op een tentoon
stelling te Smilfield.
Het was de eerste keer in de 140 jaar, dat
de tentoonstelling gehouden werd, dat zoowel
het kampioenschap als twee prijzen aan een
en denzelfden persoon werden verleend.
Mr. Board is sinds Februari een zelfstan
dige boer, hij nam toen liet geheele bedrijf,
waarvan hij al reeds twee jaren bedrijfsleider
was, van zijn vader over; vertelt de Daily
Express.
In 1931, 1932 en 1935 behaalde hij even
eens het kampioenschap op de tentoonstel»
ling te Smithfield,