I TERUG-
KEER
Verslapte hoogspanning
te Baarn
loden en vrijmetselaars
xëi
DE
VAN
Nog een roofoverval
„Artis-comité" gevormd
Op weg naar school
aangereden
Radioprogramma
de don juan
I ED
I BU
L
DOOR
G AR RICE
RROUGHS
No 37.
Tarzan beschouwde zichzelf als verloren,
toen de priesters twee rijen vormend naar
hem toe kwamen. Opeens ontstond er echter
een zekere opschudding, onder hen. Een
zwaariyving persoon, die er als een gorilla
uitzag, trachtte een kleinere van zy'n plaats
in de ry te verdrijven. Tarzan hoorde hem
grommen en morren, toen La, de Hoge prie
steres hem beval terug te gaan. Boven Tar
zan staande, begon La een toverformule uit
te spreken, terwyl zij langzaam haar dun,
scherp mes ophief. Het duurde een eeuwig
heid voor haar arm omhoog was en zij 't mes
boven zijn onbedekte borst hield. Langzaam
kwam het naar beneden. Hij hoorde de stem
van de woedende priester reeds luider en
luider klinken. Tarzan draaide zijn hoofd in
de richting van dit geluid en zag dat de logge
priester op de priesteres toesloop, klaarblijke
lijk met de bedoeling haar te overvallen. Dat
zelfde had Tarzan vele malen in zijn eigen
troep meegemaakt. Er was nauwelijks een
van de leiders in het oerwoud, die niet op deze
wyze sneuvelde. De priester was krankzinnig
geworden. Met vreselijke kreten van woede
ging hij te keer, sloeg en beet als een razende
om zich heen en maakte tal van slachtoffers.
Gedurende dit toneel stond La met opgeheven
mes voor Tarzan, haar ogen vol schrik ge
vestigd op de krankzinnige, die dood en ver
derf onder haar volgelingen zaaide. Als ver
lamd van schrik en ontzetting stonden de
volgelingen van La dit toneel machteloos aan
te zien.
(Nieuwe spelling.)
De telex-loeslellcn worden zorg
vuldig bewaakt.
Toon in het badhotel te Baarn, het hoofd
kwartier van de wachtende hofdignitarisscn
officieren en journalisten van allerlei plui
mage. de mededeeling van Prinses Juliana's
geneesheer bekend werd, en het dientenge
volge in de hersenen der wachtende pers-
menschcn klaar werd, da<t hun verblijf te
Baarn nog lang zou kunnen duren, viel er
een zekere ontspanning waar te nemen.
De aankomst van H. M de Koningin, dc
aankomst tevens van verschillende hogdigni-
tarissen, het bezetten van het „bijkantoor'
van het A.N.P., de aankomst van verschil
lende anderen, wier aanwezigheid met de
blijde gebeurtenis in verband kon worden
gebracht, dat alles had de stemming ge
wekt, dat het nu ernst ging worden. Met
grootep waakzaamheid werden de telextoe
stellen in het oog gehouden. Zenuwachtige
naturen waren zelfs des nachts op een ge
droomd geluid uit bed gesprongen.
En toch ging er niemand van de wachten
den naar Amsterdam. Men kan immers
nooit weten.
Hoe Indië medeleeft,
ff JSndat in Ned; Indië iedereen zich reeds
onbewust had ingesteld op dc mogelijkheid,
dat de blijde gebeurtenis nog slechts een
kwestie' van een of twee dagen zou zijn,
zoodat tnot koortsachtige haast aan de ver»
sieringen en de uitwerking van program
ma's werd gewerkt .veranderde de situatie
ook hier geheel door de gisteren bekend ge
worden conclusie van dr. de Groot, waar
door eenerziids de spanning wordt vergroot,
en anderzijds nog verder gelegenheid wordt
geopend tot perfectie van dc voorbereidin
gen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van
het al oude bamboemateriaal voor eerepoor
ten, waamaast in ruime, mate van produc
ten van dc moderne techniek gebruik wordt
gemaakt.
Batavia wordt reeds nu gekenmerkt door
een feestelijke sfeer, niet alleen door de
hier en daar ontstoken proefverlichting,
doch vooral door de stemming van het pu
bliek, dat de blijde gebeurtenis welhaast
nog intensiever tegemoet ziet dan een jaar
geleden de huwelijksfeesten.
Karnverbod ingetrokken
Men deelt ons mede, dat door de wijziging
van liet Crisis-Zuivelbesluit 1935 bij K.B. van
den 21sben December 1937, staatsblad no.
678 formeel het z.g. karnverbod is ingetrok
ken.
Dientengevolge behoeven de karnen niet
meer verzegeld te zijn. Belanghebbenden
kunnen thans zelf de karnen ontzegelen.
Jongeman te Emmen neergesla
gen.
In den nacht van Zondag op Maandag is,
naar eerst thans bekend wordt, te Nieuw-
Dordrecht, gemeente Emmen, de 24-jarige
KI. Bookiholt uit Weerdinge door twee nog
niet bekende mannen overvallen en van
een bedrag van driehonderdvijfentwintig
gukien beroofd.
Boekholt was bij zijn verloofde, mejuf
frouw W. te Nieuw-Dordrecht, op bezoek
geweest en begaf zich in den nanacht om
streeks vier uur op weg naar huis.
Op den Veen weg, niet ver van de
woning van het meisje, werd B.
door twee mannen aangehouden.
De een sloeg hem met een bijl, de
ander beroofde het slachtoffer van
een portemonnaie, waarin zich een
bedrag van ongeveer 325 gulden
bevond. Hierop namen de aanvallers
de vlucht.
B. strompelde naar de woning van zijn
verloofde, van waaruit de politie werd ge
waarschuwd. Later kon dc aangevallene, die
niet ernstig gewond was, zich te Emmen
naar een dokter begeven om verbonden te
worden.
De politie laat zich over den stand van
het onderzoek niet uit, evenwel werd reeds
een vermoedelijke verdachte aangehouden.
Er wordt een bepaald spoor gevolgd.
Dc bijl is later in de omgeving van dc
plaats van den overval teruggevonden.
Uit de burgerij van Amsterdam heeft zich
thans het in de dagbladpers reeds aange
kondigde comité gevormd dat zich ten doel
stelt Artis van den ondergang te redden.
Het comité verwacht uit alle kringen on
plaatsen van Nederland steun te zullen
krijgen om de gelden te foumeeren, welke
noodig zijn voor een verjonging, mits eerst
de drukkende last van obligatieleening door
overheidshulp zal zijn afgewenteld.
Het dagelijksch bestuur van dit comité,
waarin een aantal vooraanstaande personen
zullen worden uitgenoodigd zitting te ne
men, heeft zich als volgt samengesteld:
Mr. Ch. P. van Eeghcn, voorzitter, mr. dr.
C. Sleeswijk, ondervoorzitter, Jhr. J. Six van
Hillegom, ondervoorzitter, Jhr. mr. E. W.
Roëll, penningmeester, W. H. G. Jacobs,
secretaris.
Dc drie laatstgenoemde heeren zullen het
uitvoerend comité vormen, hetwelk is ge
vestigd Mauritskade 14
Uitgever van brochure staat in
hooger beroep terecht.
Het Gerechtshof te VGravenhage behan
delde gisteren in hooger beroep de straf
zaak tegen den 17-jaiigen A. van der O.,
directeur van de X V. Uitgeversmaatschappij
„De Batavier", die in deze functie een
brochure heeft verspreid, getiteld „Geheime
Machten, de Weg naar de Bevrijding", door
Redemptor. Van der O. kende den werke-
lijken naam van den schrijver wel, doch
wilde dezen niet mededeelen. In de brochure
kwamen uitlatingen voor, welke zeer bc-
leedigend geacht werden voor Joden en
Vrijmetselaars en het geschrift zou dus
vallen onder het nieuwe art. 137 Wetboek
van Strafrecht, waarbij strafbaar is gesteld
het verspreiden of in voorraad hebben van
een geschrift, waarin een uitlating in be-
leedigcndcn vorm voorkomt over een groep
van bevolking. In die brochure worden dc
Joden o.m. de aasgieren dor menschheid
genoemd en de vrijmetselaren worden ervan
beschuldigd Barthou te hebben vermoord.
De Officier van Justitie te Den Haag had
een geldboete van f200.— geëischt, doch dc
rechtbank heeft den directeur vrijgesproken.
Hierop was de officier in hooger beroep
gegaan en gisteren diende deze zaak voor
het Ilaagsche Gerechtshof.
„Schandelijke taal".
De president, mp Lodder, las enkele
passages uit de brochure voor en noemde
bet „schandelijke taal
„Zou niet veel van hetgeen fn de brochure
staat op den schrijver van toepassing zijn?"
vroeg de president.
Verdachte: „Welk onderdeel bedoelt u?"
President: „Laten we daar niet verder op
ingaan, er is keuze genoeg".
Verdachte verklaarde niet do bedoeling te
hebben gehad, iemand persoonlijk te belee
rt igen. maar slechts het Nederlandsche volk.
te waarschuwen en in te lichten.
President: „Maar u haalt geen enkel be
wijs voor uw beschuldigingen aan."
Verdachte: „Dat hoop ik bij mijn verde
diging te doen."
President: „Dan is het te laat. Als u ie
mand in de brochure beschuldigt, moet u
in die brochure ook de bewijzen aanvoe
ren".
De procureur-generaal, mr. L. B. J. Ver
meulen. eisebte f 100.boete subs. 50 da
gen hechtenis.
Verdachte betoogde voornamelijk, dat men
de Joden en vrijmetselaars niet als een
groep van de Nederlandsche bevolking kon
beschouwen. De Joden willen dat zelf niet
eens.
Verdachte legde ten slotte hoewel de
president daar geen prijs op stelde een
dossier met „bewijzen" over betreffende zijn
beschuldigingen in de brochure.
Uitspraak 20 Januari.
Drie jongens bij Heemstede ge
wond.
Toen de 23-jarige lieer H. uit Vogelen
zang, gistermorgen met een snelltèid van
55 a 60 k.iyi. in de richting Bennebroek reed
moest hij ter hoogte van Heemstede uitwijken
vovyT een van rechts komende auto, welke
niet tijdig genoeg stopte (H. reed op een
voorrangs weg).
Daarbij begon de auto van H. te slippen
en kwam terecht op het linker weggedeelte
waar 3 jongens uit Hillegom fietsten, die
op weg waren naar de R.K. Uloschool te
Heemstede. De auto maakte een halve slag
om, reed tegen de drie jongens aan en
kwam in omgekeerde richting tot stilstand
De jongens werden tegen den grond ge
slagen.
Vier doctoren en een verpleegster waren
spoedig ter plaatse om de eerste hulp te
verlecnen. Twee jongens moesten in de Ma-
ria-stichting te Haarlem worden opgeno
men, daar bun verwondingen ernstig, of
schoon niet levensgevaarlijk waren. De der
de werd naar een in de nabijheid gelegen
school gebracht.
Dc chauffeur H., kreeg een lichte verwon
ding aan het hoofd en werd ter plaatse ver
bonden. Nadat hij nog naar de Maria-stich-
ting ter verdere verzorging was gebracht,
kon hij weer huiswaarts keeren. Burgemees-
,t£i\ van Doorn was,..spoedig., op de plaats
van het ongeluk aanwezig.
De rijwielen weiden ernstig, de auto uit
Haarlem licht .beschadigd.
Paard schrok van een kat
Voerman te Hengelo overreden
en gewond.
Gistermorgen schrok in dc Borneschestr.
een voor een melkwagen gespannen paard
van een kat. Het paard liep daarop weg
naar de volgende klant van den melkboer.
De 65-jarige ongehuwde gepensionneerde
arbeider B. Dijkman, zag het geval en wil
de het paard tot stilstand brengen.
Ongelukkigerwijze greep hij het dier aan
den verkeerden kant bij de teugels met het
gevolg, dat hij onder de boeven van het
paard terecht kwam en daarna den wagen
over zich heen kreeg.
Zeer ernstig gewond werd hij opgenomen.
De terstond gewaarschuwde dr. Vos kon
slechts den dood constateeren.
10.000 gestolen fietsen per jaar
't. Aantal zwijntjesjagers tc A'dam is blij
kens liet requisitoir, dat de .officier van
Justitie gisteren tegen een fietsendief hield,
nog zeer groot. Per dag worden in de hoofd
stad niet minder dan dertig fietsen, d. i.
10.000 per jaar, gestolen.
VRIJDAG 14 JAN AKI 1938.
Hilversum I. 1875 en 415,5 m.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA,
12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00
VARA. 10.40 VPR. 11.00—12.00 VARA.
8.00 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijidng.
10.20 Declamatie.
10.40 Zang. piano en gramofoonplaten.
11.10 Vervolg declamatie.
11.30 Orgelspel.
12.00 Gramofoonmuziek.
12.30 Pim de la Fuente's Radiofollies en gra*
mofoonplaten.
2.00 Modepraatje.
2.30 Orgel en cello.
3.15 Het AVRO-Dansorkest.
4.00 Gramofoonmuziek.
5.00 Voor de kinderen.
5.30 Orgelspel.
6.00 Amateurs-uitzending.
6.30 Politiek radiojournaal.
6 50 Gramofoonmuziek.
7.00 „Het geld", causerie.
7.20 Gramofoonmuziek.
7.25 Berichten ANP.
7.30 Berichten.
7.35 „Boeken uit onzen kring", causerie.
8.00 Trio Hoog-Brederode-Röntgen.
8.40 „Folklore om en in het Kerkgebouw",
causerie.
9.00 Gramofoonmuziek.
10.00 „Fantasia".
10.30 Berichten ANP.
10.40 Avondwyding.
11.00 Solistenconcert.
11.30 Jazzmuziek (gramofoonplaten).
11.5512,00 Gramófoohmüziek. -
Hilversum II. 301,5 M.
Algemeen programma, verzorgd door de
NCRV.
8.00 Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek
(gr.pl.).
8.30 Gramofoonmuziek.
9.30 Gelukwensen.
9.45 Gramofoonmuziek.
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.15 Ensemble Van der Horst.
12.00 Berichten.
12.15 Ensemble Van der Horst.
I.15 Orgelconcert.
2.15 Gramofoonmuziek.
2.40 Christ. Lectuur.
3.00 Alt, cello en piano.
4.30 Gramofoonmuziek.
4.45 De Gooilanders.
6.30 Voor tuinliefhebbers.
7.00 Berichten.
7.15 Literair halfuur.
7.45 Reportage.
8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS-Ber.
8.15 rnhemsche Orkestvereeniging en solist,
9.00 „Het Mensen-Hart", causerie.
9.30 Vervolg concert (Om 10.05 Berichten
ANP).
10 35 Gramofoonmuziek.
10.45 „De Vrouw en de Sport", causerie.
II.0012.00 Gramofoonmuziek. Na afloop:
Schriftlezing.
FEUILLETON.
-
roman door
e. philllp»-
oppenheim
16.
Tk zal later wel om mtjn kleeren zenden. Ik
weet niet welke gedachten je van mjj hebt
te gunstig, vrees ik, want ik ben niet inder
daad deugdzaam was Ik dat maar. Indien
ik in aanraking gekomen was met mannen
zooals jij. zou ik het gebleven zjjn, geloof ik,
want ik heb een groot deel van den nacht wak
ker gelegen en nagedacht, en ik meende nu en
dan te zien. hoe gelukkig de deugdzaamheid
Iemand kan maken.
Vaarwel, m|jn lieve, lieve vriend.
EILEEN."
Weg. voorbjj was de strijd, zonder duidelijk
begrijpen, zonder een definitief einde aan al
zijn twijfelingen en gedachten, aan dat opstan
dige in hem. hetwelk, met zijn wil den spot
drijvende, zijn geest binnengeslopen was en
zijn leven gedurende die vreemdsoortige oogen-
blikken bestuurd had. Terwijl hij daar stond,
de bewijzen van haar aanwezigheid daar met
een zeker zinnelijk genot beschouwende, gaf
hij zich rekenschap, dat Peter Cradd, van Park
Avenue, Ealing, gedurende de laatste vieren
twintig uren in hem gedood was. Een ander
was in z\jn plaats het leven overnieuw begon
nen, had geweten wat de rechte wijze van
handelen was. en had aldus gehandeld.
Hij liep rusteloos om de tafel, waaraan zij
hun festijn gehouden hadden.
Ginds. tusschen de struiken. lag
het verfrommelde propje papier, het tele
gram, dat zij weggeworpen had. Hij stond er
een oogenblik naar te kijken. Daarna nam hij
het in zijn hand. Had zij het daar met opzet
achtergelaten, vroeg hij zich af, met de bedoe
ling. dat hij het zou lezen, opdat hij de dingen
begrijpen zou, die zij aarzelde uit te spreken?
Hij vouwde het langzaam open. Maar op het
laatste oogenblik greep een gevoel van tegen
zin hem aan. HU scheurde het tot kleine
stukjes en liet ze over de heg wegdwarrelen.
Alles byeengenomen, was het een dag vol
wonderen. Hy vond Large op hem wachten, vol
spUt over het vertrek van de „jonge Missie".
Zy' voeren naar de plek v/aar het water bree-
der was. en Peter Cradd ging overboord om
dat zalige gevoel opnieuw te smaken. By het
aanvoelen van het frissche, vry stroomende,
zoute water, schenen de chaos van zUn herin
neringen, zijn stryd van den vorigen nacht,
geheel vergeten. Hy was weer midden in het
nieuwe leven met de zon op zyn gezicht, en zyn
ledematen dompelden zich met wellust in het
zilte nat. Toen Large hem later in de boot trok,
sprak hU hem een paar bemoedigende woor
den toe.
„U is een flink zwemmer, sir, voor een stads-
mijnheer", zei hij goedkeurend. „Wilt u hier
uw lunch gebruiken? Op het eiland?"
Peter Cradd ging er mee accoord, en zU sta
ken naar het eiland over. HU at kip met ham
en het brood, dat zU zoo zorgvuldig voor hem
ingepakt had, en legde zich bedroefd neer in
de schaduw van denzelfden heuvel. Méér dan
ooit, gaf hij zich rekenschap, dat een macht,
sterker dan zijn eigen wil, hem de laatste da
gen in haar klauwen gehouden had. Het was
een deel van den herboren man, een deel van
den nieuwen Peter Cradd, dat daar lag, smach
tend naar de aanraking van haar koelen arm.
de menschelykheid in haar stem. Wanneer hy
aan die dingen dacht, woonde 'n groote een
zaamheid in zijn hart. Nu begreep hij, dat hy
nooit voor volmaakte eenzaamheid geschapen
was. dat de dag zou aanbreken waarop hij het
nieuwe levensvraagstuk onder de oogen zou
moeten zien. dat zich met bUna overstelpende
plotselingheid nog slechts een paar uren ge
leden aan hem voorgedaan had. Er leefde iets
in zijn binnenste, dat jarenlang gesluimerd
had. Hy voelde het nu ontwaken, zooals het
achtenveertig uren geleden op deze plek tot
hem gesproken had. Waarom haar vriend
schap, haar sympathie, en alles wat zij hem
bood, niet aangenomen? Zij was bereidwillig
genoeg geweest om te geven. Welk zonderling
instinct, dat zich nog niet tot ontleding leende,
was zy'n schuilplaats gekropen om zyn verlan
gens den voet dwars zetten?
Het moest geboren zUn tegelyk met
deze nieuwe vrijheid, verwant met andere ge
dachten en hoop. die over hem gekomen waren,
terwijl hU in de nachten van maneschUn sla
peloos terneerlag. Wat gaf het om daarover
te piekeren, was zyn eindbesluit. Alles zou
vanzelf terecht komen, en al dien tUd zou de
heerlijke vreugde over zyn nieuwe vryheid
luisterryk zUn geheele wezen bestralen. Zyn
zin voor schoonheid, die zich van uur tot uur
ontwikkelde, bUna als het verstand van een
vroegrUp kind, wees hem voortdurend den weg
naar een nieuwe en onontdekte wereld. Een
eigenaardige opflikkeling van herinnering
voerde hem terug naar dat oogenblik, nog niet
zoo lang geleden, toen zUn oogen zich raadsel
achtig gevestigd hadden op dien zonnestraal
ln zUn rommelige huiskamer, waarbij de ge
dachte bU hem opgekomen was aan lentebloe
men. de crocussen en viooltjes in de tuinen
en binnen het bereik van gelukkiger menschen
dan hU- Dat sluimerende en toch zoo hartstoch
telijke verlangen naar bevrijding had altUd bU
hem bestaan, zelfs wanneer zUn lasten hem het
hevigst op de schouders drukten. En nu die
bevrijding eindelijk daar was, voelde hU soms-
tyds hetzelfde als ou dat oogenblik, voelde hy
zich als in een Nirwana van tevredenheid, byna
overstelpt. Daar was de zon om zijn lichaam
te verwarmen, de zee om zijn ledematen, te
ontvangen, zoetgeurende kruiden en grassen
omringden hem, al wat leelijk was, was uit zijn
leven weggevaagd. Hij vestigde zyn oogen op
een blauw plekje aan den hemel boven zyn
hoofd, luisterde naar het gezang van een leeu
werik, die byna loodrecht boven zijn hoofd
stond, en in een zuivere, onbewuste poging tot
pantheïsme, vloeide een deel van die erkente
lijkheid, die zich dagen en wekenlang een uit
weg gezocht had, hem bevend over de lippen.
Nu liepen Large en hy naast elkaar over het
strand.
„Het lykt een beetje saai zonder de kleine
missie", merkte eerstgenoemde op. „Ze was
een van die aardige, ongekunstelde meisjes,
met wie het een genoegen is uit zeilen te gaan.
Ze scheen van jonge mannen niets te moeten
hebben", ging hij peinzende voort. „Er liepen
er een stuk of drie, maar ze wou niets van
hen weten. Weet u wat ze tegen mU zei, sir?"
Peter Cradd schudde het hoofd.
„Ze vertelde mU, dat ze naar hier gekomen
was om het manvolk te ontloopen; ze was beu
van hen. Toch scheen ze op u wel gesteld te
zUn."
„Omdat ik zooveel ouder ben dan zU, natuur-
lUk", mompelde Peter, die het water tusschen
zyn vingers door liet glyden.
Large wierp hem een taxeerenden blik toe.
„Ja, u is een heel stuk ouder", gaf hij toe,
„maar ik zou zeggen, sir, dat u een man is, die
drommels goed op zich kan passen. U drinkt
ook niet, geloof ik."
„Ik was gisterennacht stomdronken", biecht
te Peter Cradd op.
Large kuchte verlegen.
„Och, meneertje, wU hebben allen onze
oogenblikken van zwakheid.
Peter Cradd liet zich al lager en
lager ln de boot zakken. HU werd wakker, toen
de boot tegen de aanlegplaats botste.
„U heeft een lekker dutje gedaan, meneer
tje", merkte Large onder het vastmaken van
zyn boot op. „Komt u morgen weer?"
„Stellig," beloofde de ander, toen zy samen
de trap opgingen.
Onder het naar huis loopen overviel hem een
gevoel van eenzaamheid, waartegen hy in
zekeren zin in verzet kwam. Welk een onzin,
om zoo sterk het gemis te voelen van een jonge
vrouw, die hij zulk een korten tyd gekend had.
Als hij er goed over nadacht, redeneerde hy
plotseling met helderheid, dat niet het vertrek
van het meisje in persoon hem zoo eenzaam
achtergelaten, maar de vreugde des levens, de
oppervlakkigheid van gedachte, de vroolijk-
heid, alle levensmogelijkheden waarvan zij de
draagster was, waren met haar heengegaan.
Zyn geest was met deze gedachten vervuld,
toen hy het tuinpad naar zyn huis afliep, en
zich in een van de rieten tuinstoelen liet neer
zinken.
„De thee, alstublieft, Mrs. Skidmoore," riep
hy. „Uw zuster is beter, hoop ik."
„Welbedankt, sir, ze is veel beter. Ik zal de
thee over vyf minuten brengen", werd het ant
woord op eenigszins norsche manier gegeven.
Peter Cradd trok een grimas. HU had het
stellig om iets bij Mrs. Skidmore verkorven.
Hij bleef kalm op zy'n thee zitten wachten,
maar werd bUna onmiddellyk gestoord door
het driftig opengaan en weer dichtklappen van
zUn tuinhek. Het hart zonk hem in de schoe
nen. Het eenige wat hem onwelkom was, zou
gebeuren. Hy kreeg een bezoeker. Een lang,
forsch man, met een zwarten baard en in half
geestelyk costuum, met zware visscherslaar-
zen, ongehandschoende handen, en een esschen-
stok in de hand een geheel, dat in groote
tegenspraak was met het gouden kruis, dat
van een ketting afhing liep recht op hem
toe. Dit, het kon niet anders, moest zyn huis
heer zijn, bedacht hy.
„Ik heb zeker het genoegen Mr. Banslow te
zien?" informeerde hy, den ander vriendelyk
de hand toestekende.
Wordt vervolgd.)