temmingen van Koning Winter Lekker eten c j ij door hemzelf op rijm oft de vrouw teleurgesteld gezet op een regen- achtigen Januari- middag in 't jaar 1938 Verzuchting van 'n kantoormeisje B Vlot en warm RADOX ELEGANTE MIDDAGJAPON Zaterdag 15 Januari 1938 Vierde blad UI interlandschap op jumper Op de heldergele wol van deze origineele sportjumper komen de dier- en boommotie ven, in bruin of marineblauw uitgevoerd, heel goed uit. Het geestige mutsje vertoont hetzelfde décor. Een buitengewoon winter achtige en vroolijke combinatie. KONING WINTER: Ik heb vandaag een goede bui! Strooi bloemen op de ruiten, knechten! Wil kelken en lianen vlechten Op ieder raam van icdre pui! Dan springen 's mórgens, wèltevreden, De schoone slaapsters uit haar bed En roepen blij: „Nu opgelet: 'k Zal eindelijk het ijs betreden In 't allernieuwst en chique toilet! Lang hangt mijn ijsgewaad te wachten, Lang droomt mijn jumper in de kast... O, Kwakkelkoning, welk een last Was dat; ge liet me hevig smachten Om eindelijk, na regentijden Mij, in het fleurigsle toilet, Een kleine muts kwiek opgezet, Door iedereen te doen benijden! Hoera! Houdt nu het vriezen aan Nog slechts een dag... 'k ben niet te houden, Al word ik bibbrig of verkouden, Ik trek mijn nieuw costuumpje aan!" Een dag later. Wèg, bloemen van de ruiten, knechten! Van ieder raam, van iedre pui! 'k Had gisteren een goede bui Maar heden heb ik weer een slechte... Al kijken 's morgens ontevreden De schoone slaapsters, éérst vol hoop (Nog denkend aan den uitverkoop Waar zij, met weinig geld besteden, Iets „snoezigs" kochten voor het ijs), IK laat me niet de wetten lezen, Geen vrouwengril zal mij doen vreezen! Zij brengen me niet van de wijs! 'k Giet emmers water naar beneden, Herschep het land in modderpoel, Maak overal een vuile boel, Zoodat je 't prille ijs weer kneden, Je schaatsenpaar weer bergen kunt! Twee dagen zal ik droevig schreien, Mijn tranen vall' in plas en weien, Geen mensch zij wat plezier gegund. Twee dagen later. 'k Ben uitgeschreid. IJs op het water! De slooten dicht! De zee word' land! Weer ijsvermaak in Nederland! Elk' eend houdt nu haar dom gesnater En maakt weer ruimte voor den mensch", Die zich weer thuis voelt op de plassen, Zich in de heldre zon voelt wassen, Bevredigd is zijn hartewensch! IJsclub-besturen ademen vrijer! Dra oopnen zij hun fraai terrein. Is 't voor de massa niet te klein? Het vriest! Hoera! de jeugd kijkt blijer..* Weer een dag later. 't Is met mijn stemming weer gedaan... Mijn kwakkel kwaal doet zich weer gelden, Ik moet het in dit rijm vermelden, Ik voel: de dooi komt weder aan. Vergeef het mij, o, schoone vrouwen, IJsclub-besturen, jongelui! Ik krijg warempel wéér zoo'n bui, Die mij zelfs nauwlijks kan berouwen..* 'k Beken 't, met stooten en met horten (Ik weet: mijn biecht komt in de krant). Ontvlucht mij dan, o Nederland, Ga naar de Alpen... wintersporten..* Xdoor onze Kook- en Iluishoudspecialiste.) HET KOKEN VAN RIJST. Misschien zullen velen zich afvra gen: „wat moet ik nu van het koken van rijst nog leeren? Dat is toch al wel héél eenvoudig!" Toch is het koken van mooie droge rijst een kunst en een kunst, die niet veel menschen verstaan, en daarom wil ik u enkele aanwijzingen geven. De bedoeling is, om de rijst als groote, gare en droge korrels op tafel te krijgen, terwijl men ook voor veel gerechten ,van deze „droge rijst" uitgaat. Vooreerst is van invloed de soort rijst, 'die men neemt. De duurste rijst zal wel het beste koken, is men geneigd te denken. Toch geldt dit hier niet. De korrels van de duur dere rijstsoorten zijn n.1. geglansd, om ze een mooier uiterlijk te geven. Dit glansmiddel maakt echter, dat de buitenkant van de korrel later vochtig en kleverig blijft, zoo dat de rijst „pappig" wordt. De goedkoopere soorten zijn niet geglansd en kan men dus mooier droog koken. Mid densoort of iets minder kan men heel goed gebruiken. Ook het wasschcn van de rijst is van belang. Ze moet stevig tusschen de handen gewreven worden, zoodat daarbij het genoemde glansmiddel zooveel mogelijk weggewasschcn wordt. Bijst wordt altijd opgezet met ruim wa ter. Wat deels noodig is om de korrels op te doen zwellen en deels, omdat gedurende het kookproces vocht verdampt. Dit laatste verklaart ook, waarom men bij het koken op gas, b.v. meer water noodig heeft dan hij het electrisch koken. In het eerste geval rekent men gewoonlijk 2% X zooveel water als rijst, dus op 1 kopje (75 gr.) rijst: 2y2 kopje water, terwijl men in het laatste geval 2 X zooveel water als rijst neemt. De rijst wordt met koud water (en iets zout) opge zet, omdat dan het water meer gelegenheid heeft, in de korrel door te dringen. Kookt de rijst eenmaal goed, dan mag ze heel zachtjes doorkoken. Eén punt is dan vooral van veel belang, n.1. dat men gedurende het kookproces niet in de rijst roert, daar ze dan gemakkelijker aanbrandt en ongelijk gaar wordt. Of de rijst na V2 llur Kaar is, kan men 't beste even proeven. Is de korrel nog te hard en al 't water al verkookt, dan voegt men nog iets warm water toe. Is daar entegen de rijst al gaar, vóór al 't water ver dampt is, dan laat men ze nog even koken met het deksel van de pan. Een andere methode. Daar het toch moeilijk blijft, de rijst heel mooi op tafel te brengen, zonder dat er iets door aanzetten verloren gaat, past memdook wel een andere manier toe, n.1. door ze „au bain marie" d.w.z. in een waterbad gaar te maken. Men zet de gewasschen rijst dan op met iets zout en in alle gevallen bijna twee maal zooveel water als rijst en wel in de schaal, waarin men de rijst ook later op tafel brengt. (Men gebruikt zoo weinig wa ter, omdat er geen water vóór verdampen noodig is). Dc schaal zet men in een pan, nadat, men op den bodem een oud doekje óf roostertje gelegd heeft en vult deze pan verder met water, tot even beneden den rand van de schaal. Nu aan den kook brengen met het deksel op de pan, terwijl men het zoo zachtjes door laat koken, dat het water niet over den rand van de schaal heen kan komen. Aanzetten is nu uitgesloten en men heeft het voordeel, dat men de rijst heet op tafel kan brengen, in dezelfde schaal als waarin ze gekookt werd, zoodat men geen pan vuil hoefde te maken. Ik denk, dat U verbaasd bent over 't resultaat, als U 't eens probeert. En dan koken van rijst in de hooikist of „in kranten" maar daarvan vertel ik U een volgenden keer wel eëhs meer! „AL DIE MODERUBRIEKEN LATEN MIJ KOUDI WAAROM SCHRIJFT MEN DAARIN STEEDS OVER CHIQUE TOILETTEN EN NOOIT EENS OVER EEN DAAGS CH JURKJE?" Ski variaties Mantel van zwartwollen stof, rij kelijk met persianer versierd. Dc mof vormt écn geheel met het persianer „vest." „O, die mode-rubrieken!", zegt me een jonge dame, die dag in dag uit lange uren voor de schrijfmachine op haar kantoor doorbrengt, „o, die mode-rubrieken! Ik kan ze nooit lezen zonder kriegel te worden. De eene kolom na de andere spreekt van déshabillés en van peignoirs, van voor- en namiddag-toiletten, van tea-gowns, van cocktail-robes, van diner-japonnen, van avond- en bal jurken. Geeft men er zich dan geen rekenschap van dat ik den geheelen dag, alle dagen van de week, éénzelfde japon draag en wel moét dragen omdat ik, om te beginnen, 's mor gens geen tijd te verliezen heb en me dus niet eerst in peignoir, maar meteen in m'n gewone werkpakje kleed, en vervolgens dat laatste den geheelen dag aanhoud, omdat m'n drukke werk me geen enkele gelegen heid laat in den loop van dien dag dag van japon te verwisselen? En ik ben zeker niet alléén. Er zijn er duizenden in mijn om standigheden. Waarom schrijft men nooit eens over het eene jurkje, dat mij week in- week uit kleedt, en dat ik alleen door een ander vervang als het bedenkelijke slijtages vertoonen gaat?" In deze redeneering, al is ze wellicht wat al te pessimistisch want ook de typiste van onze dagen pleegt er toch in elk geval meer dan één jurk op na te houden schuilt zeker een kern van waarheid. Het i s een feit dat zij, die over mode schrijven, het vaak, t e vaak, in hoogere regionen zoeken. Ze hebben wel een excuus. De eigen lijke mode wordt geboren in de vruchtbare breinen der mode-ontwerpers, die zich zon der blikken of blozen „mode-koningen" la ten noemen. En die mode-ontwerpers hou den met de bescheidenheid van veler beur zen geen rekening. Hoe zouden zij? Zij heb ben de nieuwste en ook de kostbaarste stof fen tot hun beschikking, zij kunnen die stoffen drapeeren om de bij na-volmaak te leden van' gereputeerde mannequins en zij jagen uitsluitend aesthetische effecten na. Wat zij tot stand brengen noemen zij „crea ties". Zij intcrcssccren zich maar heel uit dc verte voor de werkende vrouw; hun aan dacht richt zich uitsluitend op de cliënten van het groote modehuis, dat hun diensten aanvaard heeft of waarvan zij de almachtige leiders zijn, en d i e cliënten, nu. die behoe ven zich meestal niet in de eerste plaats door prijsovcrwegingen te laten leiden. Het kantoormeisje krijgt haar zin! Dit alles neemt niet weg dat mijn kan toormeisje van haar standpunt ook zeker geen ongelijk heeft. En daarom meen ik er goed aan te doen dit kroniekjc aan dat ééne jurkje te wijden. VETWORMPJES? Meng slechts geregeld wat Radox door Uw wasch- water en binnen korten tijd zijn ze verdwenen. Bij apothekers en erkende drogisten a f0.90 per pak en f 0.15 per klein pakje. Het moet aan twee eischen voldoen. In de eerste plaats behoort het practisch te zijn, in de twee moet het er aardig uitzien, „ele gant", als men wil. Wie op een bureau werken zullen haar elegantie zeker niet in zilvervossen of in dure juwcelen zoeken. De kostbaarheid van kleedcrcn en versierselen heeft met ware elegantie trouwens niet veel te maken. Ook een goedkoop toiletje kan elegant zijn: dc ware sjiek schuilt in de goede coupe van ccn klccdingstuk en in de gratie waarmee het gedragen wordt. Prcafische kleeding behoeft evenwel niet on-modieus te zijn. Waarom zou de werken de vrouw geen Schotsch stofje kiezen? Alle Schotsche stoffen koesteren zich dit seizoen in de stralen der mode-zon en dat ze daar enboven buitengewoon practisch zijn, wel, dat behoef ik geen mijner lezeressen aan het verstand te brengen. Schotsch maakt zoo dik? Ja, onder bepaal de omstandigheden, maar niet als de stof „en biais" geknipt is en plooien vermeden zijn. Wil men toch plooien, laten die dan op het voorpand van de rok worden aange bracht; dan kan men in elk geval gaan zitten zonder vrees te behoeven te koesteren „uit de plooi" te geraken. Schotsch garneert zich zelf. Alle verdere garneering kan dus ge voegelijk achterwege blijven. En ook dat is een voordeel, want een kantoorjurk moet sober en simpel zijn. De geheele japon be hoort overal goed om het lichaam te sluiten, de mouwen behooren lang te zijn en nauw. Wil men eenige wijdte dan moet die langs den bovenarm gevonden worden, maar nooit beneden den elleboog. Aan den hals alleen zijn een paar fanta sietjes bruikbaar, oen kanten kraagje bij voorbeeld, of een das, die dan van dezelfde stof als de geheele japon zijn kan. De slui ting kan uit een paar eenvoudige, op het Schotsch goed-uitkomende bij voorbeeld kristallen knoopen bestaan, maar ook een ritssluiting heeft haar voordeden. Weer vrouwelijke schouders. Houdt men niet van Schotsch dan kieze men een robe, in twee kleuren, van flanellen jersey, een uitstekend-geschikte stof.. Voor deze robes worden de mouwen meestal in raglan-model geknipt; het raglan accen tueert de vallende schouderlijn, die meer en meer in de mode komt. Dat is de reactie op de hoekige, „martiale" en zoo weinig- vrouwelijke schouders, waarmee men ons 'n tijdlang gelukkig heeft trachten te maken. Dat practische, eenvoudige, maar toch heel aantrekkelijke costuumpje wordt in deze wintermaanden onder een langen mantel model „redingot" gedragen of onder een bontmantel, die, als een der goedkoopere bontsoorten zeehond, carac.nl, veulen ge kozen wordt, volstrekt niet duur behoeft te zijn. Deze mantel kan met een bloem van heldere vroolijke kleur of met ccn sjaaltje verlevendigd worden. Een paar aardige ori- ginecle handschoenen kunnen het geheel voltooien. Opzichtigheid dient evenwel te worden vermeden. Voor dames, die een meer verantwoorde lijke positie bekleeden en' van haar bak- visch-jaren definitief afscheid genomen heb- Elegante middagjapon van zwarte wol len stof met cellophaan doorweven. Het op gestikte middenstuk in spitstoeloopende lijn, voldoet aan de laatste eischen der mode. Sluiting met kleine knoopjes van hetzelfde materiaal en aansluitende kraag met scherpe punten, gedeeltelijk gegar neerd met fuchsia kleurig velourschiffon, waarvan ook de mouwopslagen zijn. Aangezette volant, die in een licht golven- den lijn over het namwe tweebaans rokje valt. ben, is en blijft het mantelpak een zeer aan te bevelen ensemble. Dat geeft cachet en distinctie, en tegelijkertijd op het Schotsche en twee-kleuren-jurkje een overwicht, dat de „cheffin" ook in haar uiterlijke verschij ning wèl doet tot uitdrukking te brengen* GERTRUDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 13