De glimlachende Koningin
Weelderige
namiddag
toiletten
Lekker eten
Moderne Accessoires
Koningin Elisabeth draagt in
huis eenvoudige kleeren
heeren
Bont-décor op
een streng
gesneden
jurk
Een
driedeelig
taschje
De stijl der
EEN MOOIER TEINT
RADOX
Zaterdag 22 Januari 1938
Vierde blad
Ook zij vraagt zich dagelijks af: „Wat
zullen wij eten?"
Koningin Elisabeth
De „glimlachende koningin" wordt
zij genoemd, Koningin Elisabeth, de
eerste vrouw van Engeland, die wel
licht nooit gedroomd heeft, tot zulk
een hooge waardigheid op te klim
men. Want de Schotsche gravin
Lady Elisabeth Bowes-Lyons heeft
haar jeugd en meisjesjaren in allen
eenvoud doorgebracht. Zij was op
het slot Macbeth gewoon, een handje
te helpen bij het werk op het land,
haar paard zelf te verzorgen en des
Zondags samen met de bewoners
van het dorp ter kerke te gaan.
Haar schoolvriendinnen waren eenvoudige
burgerkinderen. Zij zag er heel eenvoudig
uit, droeg glad-gestreken simpele jurken
van het bekende „tweed", dat geweven werd
in de hutten aan den voet van den slot-
heuvel. Zwaar en sterk waren haar schoe
nen, eenvoudig ook haar wollen jumpers
en de vilten hoeden die zij gewoon was te
dragen,
Deze landelijke levenswijze moge
ook wel de reden zijn geweest dat
Lady Elisabeth weinig aandacht
schonk aan de eerste attenties die
Prins Albert, dien zij op een jacht
leerde kennen, haar bewees. Zij was
min of meer bevreesd voor het leven
in de bruisende hoofdstad, voor de
schelle lichten der paleizen waar zij
te gast kwam. Zij maakten op haar
een allesbehalve behaaglijken in
druk.
Veeleer was het haar wensch in het een
zame Schotland een huishouden te stichten,
verre van het groote-stadsleven en in de om
geving Van haar geliefde bergen en bos-
schen. Maar Prins Albert was inderdaad
verliefd geworden op dit eenvoudige, ietwat
schuwe meisje en hij herhaalde met geest
drift zijn aanzoeken totdat hij op zekeren
dag zijn ouders in het Buckingham-Palace
vertelde dat hij zich, behoudens hun toe
stemming, met Lady Elisabeth Bowes-Lyons
had verloofd
Het huis op Piccadilly werd geen
middelpunt van de society.
Als gemalin van Prins Albert, die spoedig
daarop werd benoemd tot Hertog van York,
wende de Schotsche gravin allengs aan het
leven aan het Hof en aan het Londensche
leven in het algemeen. Nochtans was er
weinig verkeer van vrienden in haar huis
op Piccadilly, het werd geen „society-tref-
punt", geen centrum van groote feesten,
maar het bleef een particulier l\uis als alle
andex-e. Ook in heel haar doen en laten bleef
zij als Hertogin van York een zeer beschei
den vrouw. Vandaar dat zij al gauw in nauw
contact stond met het volk, dat haar „de
„lachende Hertogin" noemde, omdat zij dag
aan dag voor ieder een vriendelijk woord en
een glimlach over had.
Als Koningin heeft zij haar vriendelijke
ongedwongenheid, die haar de toegewijde
liefde voor haar volk bracht, bewaard.
Koningin Elisabeth gevoelt voor extreme
moderne zeden en gewoonten even weinig
als voor hypermoderne kleeren en hoeden.
Zooals uit hofkringen bekend is, draagt zij
in huis altijd eenvoudige, meest gebreide
kleeren enzijden blouses met Schotsche
rokjes. Haar dag begint om half acht. Zij
verzorgt zelf het haar, tenzij zij in het pu
bliek moet verschijnen in welk geval de
hofkapper komt. Zij is reeds direct begonnen
met de hulp van de hofdames af te wijzen.
Behalve een kamewneisje dat reeds sedert
lang bij haar in dienst is, betreedt niemand
het boudoir van de vorstin. Om 8 uur ge
bruikt zij met den Koning het ontbijt dat
„goed Engelsch" is en uit pap (porridge),
ham met eieren, thee en toast bestaat. Het
dagprogramma wordt gewoonlijk aan de
ontbijttafel besproken. Vervolgens worden de
ochtendpost en de ochtendbladen gelezen en
om half tien verschijnen de secretarissen
om het dictaat van antwoord-brieven op te
nemen, die niet persoonlijk door de Konin
gin worden geschi'even.
Dan heeft zich voorts nog de „keu
kenchef' gemeld met het voorstel
voor den maaltijd van dien dag. Ko
ningin Elisabeth let er speciaal op
dat het menu gei'echten bevat die de
Koning gaarne eet. Ook het menu
voor de kinderen, die na het ontbijt
hun „morgengroet" zijn komen bren
gen, wordt persoonlijk door haar
samengesteld.
De Koningin is het liefste thuis en gaat
niet graag uit, wat niet wegneemt, dat zij
van tal van uitnoodigingen van vei'eenigin-
gen, instellingen en vxiendinnen gebruik
maakt. Het grootste deel van den dag wijdt
zij zich aan het wei'k van talrijke sociale
instellingen, weldadigheidsvereenigingen en
ziekenhuizen.
Tegen wil en dank...
Wanneer men weet dat Koningin Elisa
beth het liefst zeer eenvoudige en sportieve
kleeren draagt, dan ligt het voor de hand
dat men haar niet gaarne beschouwt als de
„Schepster van nieuwe modes". Maar
om haar rol als Koningin geen afbreuk te
doen en haar plicht als „eerste Lady van
het land" na te komen, moet zij wel dikwijls
de allermodernste japonnen, mantels en hoe
den dragen. Men ziet haar dan ook vaak op
een dag vier of vijfmaal met een andere
hoed. Geduldig en minzaam lachend poseert
zij voor de fotografen, die haar aan den in
gang van het gebouw opwachten waar zij
een bezoek brengt en den volgenden morgen
copiëeren de modistes de hoeden van de
Koningin, zooals zij in de kranten staan af
gebeeld. Zoo drukt zij haar stempel op de
mode, bijna zonder het zelf te willen. Zoekt
zij de stoffen voor nieuwe japonnen uit, dan
gebeurt het in enkele gevallen wel eens dat
zij toestemming verleent dat dit bekendge
maakt wordt en dan kunt ge de stof in een
of andere étalage bewonderen met een keu-
rig kaartje ernaast: „Zooals H.M. de Konin
gin het draagt". Ditzelfde geldt voor de klee
ren der Prinsesjes, handschoenen, taschjes
enz.
De Zondag is vrijwel de eenige dag waar
op de Koninklijke Familie alleen is. Na den
kei-kgang brengen de Ouders de morgen met
de kinderen door. Des middags wordt er
voor het haardvuur in het paleis of in het
slot van Windsor gebabbeld en deze uurtjes
zijn voor de Koningin de prettigste van de
heele weekafgezien dan van de uurtjes
die zij regelmatig in de kinderkamer der
Prinsesjes doorbrengt. Want vóór alles is
Koningin Elisabeth de moeder van haar
kinderen en als zoodaig een voorbeeld voor
de millioenen vrouwen van haar land
verkrijgt U door een goede huidverzorging.
Doe daartoe wat Radox< in Uw waschwater'
Bij apothekers en erkende drogisten f 0.90
Lper. pak en f 0.15-per klein pakje^.
Onze afbeelding geeft
eenige zijden accessoires
weer, die onmisbaar zijn
voor uitgaande dames.
Boven midden een
hoofddoek van zijden
chiffon met metaal
draad doorweven De
lichtheid van dit mate
riaal voorkomt, dat de
geonduleerde lokken al
te weerbarstig worden.
Links een wit geor-
gette zakdoekje met va-
lengienne kant afgezet,
dat bij het gekleede na
middagtoilet een onmis
baar detail is en niet
alleen in wit, doch in
bij de japon passende
pastelkleuren gezien
wordt.
Ook dit winterseizoen
zijn de zijden met me
taaldraad doorweven
zakdoekjes onmisbaar
bij het avondtoilet; deze
worden heel vernuftig
door den armband ge
haald (links onderaan).
Rechts een wit chif
fon zakdoekje met rol-
zoompje afgewerkt en
geborduurde groote
zwart zijden letter in
een der hoeken.
In plaats van een deksel
kan men ook een pan met
water of melk bovenaan plaat
sen, die men misschien straks
noodig heeft en op deze wijze
vast vóórverwarmd wordt.
Dus weer een bezuiniging.
Ook zal men door de wat
langeren kooktijd bij voor
keur geen gerechten in de bo
venste pan koken, die tóch
een langeren kooktijd noodig
hebben. Men zal in den regel
het gerecht met den langsten
kooktijd onder zetten, zoodat
beide gerechten ongeveer ge
lijktijdig gaar worden en wel
op één warmtebron, wat dus
een groote bezuiniging betee
lten t.
Behalve voor het koken van
aardappelen, rijst, pap en
groenten, die een niet te lan
gen kooktijd behoeven, kan
men deze methode ook heel
geschikt toepassen voor het
stoven en warm houden van
gerechten.
Over het koken in de hooi-
kist en in kranten een vol
gende keer.
pan met een gerecht, dat nog niet
kookt. Het bovenste gerecht zou dan
dusdanig afkoelen, dat het ook door
de zich later ontwikkelende stoom
uit de ondei'ste pan niet meer op
kooktemperatuur kan komen.
Daar bij deze manier van koken slechts
weinig warmte toegevoerd wordt moeten
wc zooveel mogelijk voorkomen, dat de bo
venste pan afkoelt. Men zorge dus, dat de
pan zoo min mogelijk van de andere pan
afgezet, wordt en dat ook de deksel er steeds
op blijft.
Dit brengt o.a. mee, dat men in de
bovenste pan geen gerechten zal bereiden,
waar men geregeld in moet roeren, zooals
b.v. karnemelksche pap of vanillevla.
(door onze Kook- en Huishoudspccialiste.)
HET STAPELKOKEN.
Voor een paar weken zagen we, hoe men
door op de juiste manier,te koken, zeker een
belangrijke hoeveelheid brandstof kan be
sparen. Afgescheiden hiervan is er nog een
andere manier van gaar maken van spijzen,
waarbij men al heel zuinig te werk gaat,
doordat men gebruik maakt van het feit,
dat veel spijzen ook gaar kunnen worden
bij een temperatuur, even beneden de 100°.
Hierbij heeft het gerecht wel iets langer tijd
noodig om gaar te worden maar men kan
er belangrijk meer brandstof mee besparen
en bovendien heeft men nooit last van aan
branden der gerechten, omdat dit slechts
boven de 100° gebeuren kan. Ook kunnen de
gerechten niet stuk koken en gaat er geen
geur verloren door het te hard koken.
Het genoemde principe wordt toe
gepast bij het „stapelkoken", het
koken in de hooikist en het koken in
kranten,
Vandaag zullen we het z.g. stapelkoken
eens wat nader bekijken. De naam zegt het
al, hier worden de panfien op elkaar ge
stapeld. Bij het electrisch koken wordt dit
veel toegepast, omdat hierbij de pannen een
•peciale „stapelrand" hebben, waarbij ze
stevig op elkaar passen. Doch ook bij het
koken op gas en petroleum kan men het
zelfde doen. Passen de pannen niet geheel
op elkaar dan kan men er een omgekeei'de
deksel tusschen leggen. De ontwikkelde
stoom uit de ondei'ste pan verwarmt ook de
spijzen uit de bovenste pan zóó, dat ze warm
genoeg blijven, om gaar te worden, al zal
dit iets langer tijd vergen door de lagere
temperatuur. Ook moet men bedenken, dat
de stoom geen warmte genoeg geeft om het
gerecht in de bovenste pan aan den kook
te brengen, zoodat. dit van te voren op het
vuur aan den kook gebracht moet zijn.
Het zal nu ook duidelijk wezen,
dat men ook nooit een pan met een
kokend gerecht mag zetten op een
Dat bont in de mode is, behoeven
we niemand meer te vertellen! Ook
de mode-ontwerpers schijnt dit
nieuwtje te vervelen en zij zijn druk
bezig het bont op dusdanige ma
nier te verwerken, dat het de vrou
wen opnieuw kan bekoren!
Zoo zien we hierboven bont tot
appliqué's gesneden, als versiering
van een chique namiddagtoilet
dienst doen. De motieven zijn zeer
sierlijk en, vanzelfsprekend, is dit
luxueuze décor alleen geschikt voor
slanke figuren. Het ensemble werd
vervaardigd uit zware zwarte crêpe
en vertoont strenge lijnen.
Een ander weelderig namiddag
toilet laat ons de rechtsche afbeel
ding zien. Zwart marocain is ook
hier het materiaal. De garneering
bestaat uit rijke plooisels, aan den
hals met een, enorme clip te samen
gehouden, aan de taille in een paar
groote slippen uitloopend, Niet
slechts de glinsterende clip, doch
ook de groote witzijden strik, aan
den voorkant van het kwieke hoed
je aangebracht, zorgt voor een vroo-
lijke toets.
Men lette op het driedeelige
taschje, dat de draagster bij zich
heeft. Dit is zeer modern en, naar
wij vernemen, óók »el practiscl).
Tenslotte demonstreeren wij een
elegant wandelcostuumpje van ef
fen wollen stof in mosgroen. Dit
costuumpje bewijst dat men geen
kostbaar bont noodig heeft, om een
gedistingueerd geheel te verkrijgen.
De aparte revers en manchetten
bestaan hier n.1. uitbreiwerk
en nog wel twee-recht, twee-ave
recht! Wij vinden het effect héél
charmant.