Radioprogramma
j"l Jj J
Waarom
ij J U J 11
101 saluutschoten
voor een Prins en
51 voor 'n Prinses
De aankondiging van
Oranje-geboorten
Toen Prinses Juliana
geboren werd
f
De opvoeding van
den Vader des
Vaderlands
Een gouden tijd
voor dichters
Een spotprent uit he
jaar 1909
Hilversum II
MOEDERVREUGDE
Oud Marinegebruik
Menigeen zal zich hebben afge
vraagd hoe men aan de merkwaar
dige cijfers 101 en 51 is gekomen
voor het aantal saluutschoten, dat
resp. bij de geboorte van een Prins
of een Prinses worden afgevuurd.
Om deze vraag te beantwoorden
moet men teruggaan tot een Ko
ninklijk Besluit van 16 Augustus
1815, waarbij een reglement werd
vastgesteld, regelende de saluut
schoten bij bijzondere gebeurtenis
sen.
De-getallen 101 en 51 zijn vrij wille
keurig gekozen en steunen hoogstens op de
overeenkomstige gebruiken in het buiten
land. Evenzoo kan men aan het aantal
saluutschoten bij andere plechtige gelegen
heden geen bijzondere beteekenis hechten.
Wat echter opvalt is, dat deze aantallen
steeds door een oneven getal worden uit
gedrukt. Dit houdt verband met een oud
marinegebruik. Het afvuren van saluut
schoten is afkomstig van de marine. Daar
was liet reeds in zeer oude tijden gewoon
te, dat er saluutschoten werden gelost,
wanneer een autoriteit een marinevaartuig
betrad. Het aantal schoten was afhankelijk
van den rang, die de autoriteit bekeedde.
Het eerste saluutschot werd afgegeven aan
die zijde, waar de autoriteit het schip be
trad. Daarna werd er beurtelings aan stuur
boord- en aan bakboordzijde gevuurd. Het
laatste schot viel eveneens aan de zijde
waar de autoriteit het schip betreden,"resp.
verlaten had. Het gevolg was, dat het aan
tal schoten steeds oneven was. een traditie,
die zich tot op den huidigen dag heeft ge
handhaafd.
Het Koninklijk Besluit d.d. 16 Augustus
1815 geeft nauwkeurig aan wanneer er sa
luutschoten moeten worden gelost. Zoo wer
den deze aanvankelijk voorgeschreven ter
gelegenheid van iederen verjaardag des
Konings. Een later Koninklijk Besluit heeft
dit gebruik echter losgelaten. Voorts stelt
het K.B. van 16 Augustus 1815 bepaalde
eischen aan kanonnen en munitie. „Tot het
doen van saluutschoten", zoo zegt het K.B.
„zal zooveel mogelijk het kanon van 6 pond
en nimimer een van zwaarder kaliber dan 12
pond gebruikt worden. De hoeveelheid bus
kruit tot ieder schot te gebruiken, zal voor
het kanon van 6 pond in een derde kaliber
zware ladingen, voor dat van 12 pond in
een vierde kaliber zware lading bestaan."
Het afvuren van saluutschoten bij plech
tige gelegenheden is in de geheele wereld
een algemeen gebruik. Ook in Nederland
is dit het geval, vooral in het Oosten van
ons land. Toch is dit algemeen gebruik in
ons land niinder bekend, omdat, de toepas
sing in de laatste jaren schaarscher is ge
worden nu 't afgeven v. saluutsch. ter gele
genheid van verjaringen, van leden van het
koninklijk huis niet meer gebruikelijk is.
Veler herinnering zal in deze dagen uit
gaan naar de spannende weken in April
1909 en naar dien gedenkwaardigen 30sten
April toen 51 saluutschoten het Nederland
sche volk kond deden van de geboorte van
onze geliefde Prinses.
Ook thans donderden de saluutschoten en
verkondigden aan liet Nederlandsche volk,
dat een Oranjetelg is geboren.
Een oud gebruik luidde een nieuw leven
In 1908 een plechtige mededeeling
in de Staten-Generaal in 1937 een
simpel radio-bericht.
De wijze, waarop in het jaar
1908 en in het jaar 1937 een Oranje-
geboorte werd aangekondigd, ge
tuigt van een merkwaardige veran
dering in den stijl van de Ko
ninklijke gebruiken.
Hoe voornaam, hoe Hollanlsch-
deftig werd de komst van het
Vorstenkind, nu 29 jaren geleden,
den volke gemeld, hoe democratisch
en toch éven voornaam is de Konink
lijke Baby ons dit jaar aangekon
digd!
Hoe ging het den 5>2sten December 1908
loe? In den namiddag van dien gedenk
waardigen dag had Minister Heemskerk,
minister van Binncnlandsche Zaken, op
plechtige wijze aan de voltallige Staten-
Generaal meegedeeld, dat volgens de ver
klaring der beide goneeshoeren, prof. dr.
Roessingh en dr. B. J. Brouwer, Hare Ma
jesteit zich in gezegende omstandigheden
bevond, welke tot het tweede stadium ge
vorderd waren. Met groote vreugde cn
dankbaarheid gaf de minister deze ver
klaring af, daartoe gemachtigd door de
Koningin zelve. Tevens kon de minister
hierbij verklaren, dat alle verschijnselen in
overeenstemming waren met. den toestand
van volkomen ongestoorde gezondheid.
De Kamerleden
kaar de hand.
schudden el-
Groot was de vreugde, die er in de Sta
ten-Generaal heerschte. De leden schudden
elkaar de hand en wenschtcn elkaar met
deze heuglijke mededeeling geluk. Nadat de
opgewondenheid ©enigszins bedaard was.
hernam de minister het woord en sprak
den innigen wensch uit. dat alles mocht
strekken tot heil van de Koningin en Haar
Huis en van het gansche Nederlandsche
Volk.
Vervolgens dankte de voorzitter van de
Tweede Kamer den ministerieclen heraut in
een plechtige toespraak voor het blijde
nieuws.
Hoe ging het den 15den Juni 1937 in Ne
derland toe?
Geen parlementaire sfeer rond de
feestelijke aankondiging! Maar in
de doodgewone sfeer van onze huis
kamers viel het eerste kostbare
woord van de heugelijke tijding!
In een radio-toespraak gewaagde de Prin
ses Zelve op eenvoudige en treffende wijze
van haar aanstaand Moederschap. Dit vor
stelijk radio-bericht is zeker uniek in de
wereldhistorie en dat ons om zijn stijfheid
beruchte landje het voorbeeld gaf van na
tuurlijken eenvoud cn ongedwongenheid in
de verhouding van vorst tot volk, is zeker
merkwaardig.
KREEG ZIJ ONNOEMELIJK VEEL
GESCHENKEN.
Bij de geboorte van Prinses Juliana had
het Hof de prachtigste geschonken in ont
vangst te nomen. Daar kwamen voor het
Vorstelijk* Kind een sierlijk bewerkte wieg,
cadeau van de stad Amsterdam, verder een
wieg van de provincie Zuid-Holland (met
uitzondering van Rotterdam), een gouden
rammelaar van de stad Groningen, een kin-
derkleedtiafel van Cuba-mahoniehout, ge>-
schildcrd in wit ivoor, cadeau van dc
vrouwen uit de provincie en de stad Utrecht
een kamerscherm van Zwolle, enz. enz.
1. Met de Rood-Wit-
2. O - ver - al waar
3. Dra - gen het ver
4. Aan het Vor - sten
Blau - we vlag
men - schen zijn
O - ver zee
- - huis ver - pand
Hoort het buld-ren der ka
le - der lacht en is ge-
En de wind ver - telt het
tZal voor 't klein PRIN-SES-JE
Lfl va.
LSva"'
mm
JUICHEND
1non-nen
2. luk-kig
3. ver-der
4. wa-ken
Hol land sta nu op de bres 1
Ner-gens twee-dracht, haat of nijd
Brengt het heel de we - reld rond
't Blijft het trouw in vreugd en smart
L6vo
PLECHTIG'
j
1. Zet je hart en T oo - ren o-pen Eén en vijf -
2. Zóó zal Ne-der - land steeds blij-vèn. Eén in sa -
3. En men prijst een volk ge luk - kig Dat daar - in
4. t Legt in die twee klei - ne hand - jes Blij ont-roerd
Een PRIN-SESI
- hoo - rig - heidl
vreug - de vond.
Neêr - lands hart 111
mm
m
conSva.
Een gelukkige jeugd op Dillenburg.
Op het kasteel te Dillenburg, waar Willem
de Zwijger zijn jeugd doorbracht, werd een
groote hofschool ingericht. Daar kregen de
kinderen van den Graaf van Nassau en
Juliana van Stolberg onderwijs van een
uitgelezen groep leeraren. Dit onderwijs
was buitengewoon veelzijdig; niet alleen
werden de schoolvakken lezen, schrijven en
rekenen, onderwezen, maar ook kregen de
kinderen les in plant- en dierkunde, waar
toe ze met hun leeraren wandeltochten in
de heerlijke omgeving van het kasteel
maakten. Voorts waren er talrijke dieren,
zooals paarden, honden, vreemde vogels cn
zelfs een aap voor den jongen prins op het
kasteel bijeengebracht. Aldus was de jeugd
van Prins Willem van Nassau buitenge
woon gelukkig, maar toch begon ook voor
hem spoedig de ernst des levens, In Juli
van het jaar 1544 werd hij verrast door den
dood van zijn neef, Bené van Chalons, die
zijn landje Oranje, in het Zuiden van
Frankrijk, aan hem vermaakte. Hiermee
was de blijde jeugd van den Prins feitelijk
afgeloopen, want nu moest bij aan het hof
van Karei V te Brussel komen; daar deed
hij aanvankelijk als page dienst, maar te
vens werd hij opgevoed om naderhand zijn
verantwoordelijke betrekking als Prins van
Holland cn Zeeland te kunnen aanvaarden.
De blijde gebeurtenissen in ons
Vorstenhuis inspireerden heel
wat dichters.
Eén van de dichters, die uitblonk in het
maken van gelegenheidsliederen bij de
hoogtijden van het Huis van Oranje, was
de groote Willem Bilderdijk, die in 1792
een lang, schoon vers maakte op Willem
UI. die den 6den December van dat jaar
het levenslicht aanschouwde.
Van dit gedicht citeeren we het laatste
couplet:
„Lief Spruitjcn, Ncêrlands hoop cn bloed
van zooveel helden!
„Wel hem, wiens Heldentoon uw Deugden
eens za.1 melden.
„Uw deugden, door God zclv' Uw stamhuis
ingeplant,
„En voorverordend tot het Heil van 't
Vaderland!"
Zekere Schreurs teekende bij gelegenheid
van de geboorte van Prins Willem een
geestige prent, voorstellend de groote kin
derheilige. Sint Nicolaas (6 December!), de
Nederlandsche Maagd een zuigeling over
handigend. Op den vlucht de
Tweedracht, een slang in de linkerhand
houdend. Naast deze incarnatie van den
haat, den afgunst en den nijd buldert een
kanon. Onder de prent, welke indertijd
veler belangstelling trok, stond het volgen
de te lezen:
„Al buld'ren ook de staatsorkanen,
„Al wapp'ren bloedig' oorlogsvanen,
„Sint Nicolaas vergeet ons' Willem niet,
„Wien hij zijn eersten kleinzoon biedt.
„De luister van d'Oranjezon mar tanen,
„Zij rijst weer schooner in 't Verschiet!"
Lang vóór de blijde gebeurtenis in 1
jaar 1909, de geboorte van H.K.H. Prir'
Juliana, vervaardigden de drukkers pr<
briefkaarten cn kalenders, platen en *bc
jes, betrekking hebbend op de geboorte»
het Oranjekind. Lang niet altijd waren ue-
ze teekeningen even kiesch; winstbejag was
voor een groot doel der teeken?iars de
drijfveer tot de uitgave van somt?,, ronduit
gezegd, ordinaire ontwen
Het was in dien tijd een geestige prent
van den beroemden Johan Braakensiek, die
aller aandacht trok.
In „De Amsterdamtmior" van 3
April 1909 verscheen een, overigens
onschuldige, spotprent. Hierop ziet
men een ouderwotsche straat, ge
flankeerd door kleine winkalihuis-
jes. Een omvangrijke baker, een
hengselmand en een ouderwotsche
parapluie dragend, schrijdend in het
midden der straat, wordt gegroet
door een stram staan den mili tair.
De vrouw gaat een prinselijken kin
derwagen en de prinselijke wieg
vooruit. De eerste wordt getrokken
door een stel paarden; de wieg door
een lakei.
Een ooievaar, als onmisbare attribuut,
vliegt boven de stadspoort, een pakje in
den snavel dragend.
Voor een Maandag, Woensdag, Don
derdag of Vrijdag 28 Jan.
8.00— 4.00 K.R.O.
4.00— 7.20 N.C.R.V.
7.20— 8.00 V.P.R.O.
8.00—12.00 N.C.R.V.
8.00 Morgenconcert. 8.30 Vroolijke
marschen. 10.00 Rede Pastoor W.
Nolet. 10.20 Reportage en gramo-
foonmuziek. 11.30 Godsdienstig half
uurtje. 12.00 Berichten. 12.15 De
KRO-Melodisten. 2.00 Declamatie.
2.15 Het KRO-orkest. 3 00 Interview.
3.20 Concert. 4.00 Inleiding gramo-
foonmuziek. 4.3o Zangklasse van
het Blindeninstituut te Bussum
5.00 NCR V-orkest. (Om 6.00 Red<
door Oud-Minister Mr. H. Bijleveld)
7.00 Berichten, hierna reportage o
gramofoonmuziek. 7.2o Wijdings
dienst. 8.00 Berichten ANP. en gra
mofoonmuziek. 8.15. Wijdingsdienrj
9.15 De Nederlandsche Bacb ve
eeniging. 10.00 Reportages. 10. ,>o B
richten ANP. Hierna tot 12.f'jo Gr
mofoonmuziek.
l'ila- l f
-yo N.C.R.V.
4.00— 7/20 K.R.O.
7.20— 8 .00 V.P.R.O.
800—1/2.OO K.R.O.
8.00 Openingswoord en Wilhelmus.
8.05 Morgenwijding. 8.30 NCRV-or-
kest (Om 9.I 5 Rede door Oud-Minis
ter Mr. "By Bijleveld). 10.30 Reporta-
qe. 11.00 [Zang en orgel. 11.30 Wij-
lingsbalf-uur. 12.00 Berichten en
iramo£bonmuziek. 12.15 Orgelspel.
.15^je Nederlandsche Bachvereeni-
ityhg. 2.00 Gramofoonmuziek. 2.20
•angklasse van het Blindeninsti-
•uut te Bussum. 3.00 Reportages.
4.00 De KRO-Melodisten. 4.45 Decla
matie. 5.00 Het KRO-orkest. 5.45
Kinderzang. 6.00 Vroolijke mar
schen. 6.20 Rede Pastoor W. Nolet.
6.40 Gramofoonmuziek. 7.00 Berich
ten, gramofoonmuziek. 7.20 Wij-
dingsdienst. 8.00 Berichten A.NP.
8.15 Solistenconcert. 9.00 Interview.
9.20 Actualiteiten. 9.50 De KRO-Me
lodisten. 10.30 Berichten ANP. 10.40
—12.00 Aetherfeestklanken.