m K.N.V.B.-wedstrijden ,W DE TERU<G» KIIR Consternatie in een bioscoop •iet ctö VAN ïïa Ioioua s (wxmds Radioprogramma de don juan DOOR EDGAR RICE BURROUGHS No. 50. La had nooit de bedoeling gehad, Tarzan haar stad te doen verlaten, want zij had naar deze grote man met zijn knap gezicht geke ken met de ogen van een vrouw en niet met die van een priesteres. Zy was er zeker van geweest, dat hij er in zou hebben toegestemd haar echtgenoot te worden, als zij hem voor de keuze had gesteld met haar te trouwen of ter dood te worden gebracht op het altaar. En nu was hij teruggekomen, zo maar uit de lucht komen vallen. En hij doodde haar pries ters alsof ze een troep schapen waren. Voor een ogenblik vergat ze haar slachtoffer en voordat ze haar gedachten weer had kunnen verzamelen, stond de blanke man voor haar, met wie de vrouw, die op het altaar had gele gen, in zijn armen. „Eens, La," riep hij, „heb je jne gered, daarom zal ik je geen kwaad doen; maar verroer je niet, of ik dood jou ook!" Terwijl hij sprak liep hij achter haar naar de ingang van de ondergrondsche ruimte. „Wie is zij?" vroeg de hoge priesteres, terwijl zij op de bewusteloze vrouw wees. „Zy is de mijne," zei Tarzan van de Apen. Een ogenblik stond het Opar-meisje doodstil met wijd open ogen en staarde voor zich uit. Het hopeloze van haar verlangen overviel haar in al zjjn omvang. Tranen welden in haar op en plotse ling snikte zij het uit. Toen zij op de koudf vloer neerzonk, wilde een zwerm vreesachtig mannen achter haar wegvluchten voor t aapman. Maar Tarzan van de Apen was ne gens meer te zien. Met een snelle sprong was hy verdenen in de gang, die naar de schacht leidde. De mannen van Opar lachten en gnuifden al vol leedvermaak, want zij dach ten, dat er geen uitgang in de schacht was. (Nieuwe spelling.) Voetbal Xerxes-CVV 3-0 Xerxes heeft Westdyk inplaats van De Jong als rechtsbuiten, omdat laatstgenoemde Voorloopig niet meer zal spelen, terwijl de Voor dezen wedstrijd nog geschorste Van Oort Vervangen wordt door Vuyk en Scheffers als invaller optreedt voor Dubbeldam. CVV mist De Graaf, voor wien Schoone van de partij is. Het spel had veel te lijden van het zware terrein en den feilen wind, waardoor er her haaldelijk mistrappen te zien werden gegeven. Xerxes was over het algemeen iets meer in het offensief, zij zette meermalen le aanval len heel goed op, maar aan de afwerking ontbrak te veel. Daarbij kwam, dat doelman Kruidenier en de beide backs van CW, van der Horde en Mastenbroek tenvolle voor hun taak berekend waren. Eenmaal was Kruide nier al gepasseerd, maar hij herstelde zich nog tijdig genoeg om den bal van de doellyn te kunnen weghalen. Toen CW wat meer in actie kwam, bleek, dat ook de verdediging van Xerxes er zeer scherp het oog in had. Aanvankelyk was CW In de tweede helft iets sterker en de verdediging der thuisclub moest dan ook herhaaldelijk alle zeilen bij zetten om doelpunten te verhinderen. Lang- zemarhand werkte Xerxes zich weer los en na 24 minuten gaf Lagendaal met een harden schuiver in het uiterste hoekje zijn club de leiding (10). CW gooide er toen nog een schepje op. zoodat doelman Damme druk werk kreeg, dat hij prachtig verrichtte. Er ontstond een scrim- mage voor het Xerxes-doel, waarbij de lat eenige malen werd ingezet, maar even zoo vaak weer werd weggewerkt. Vijf minuten voor het einde maakt Westdijk een keurig doelpunt, dat scheidsrechter Kotte, die weer kromme beslissingen gaf, om volkomen on begrijpelijke redenen ongeldig verklaarde. Direct daarna bracht Vuyk met een kopbal toch den stand op 20. En in de laatste mi nuut profiteerde W .stdijk handig van een fout in de CW-verdediging door er 30 van te maken. Haarlem-'t Gooi 1-1 Gedurende de eerste helft was het voortdu rend een strijd tusschen de Haarlemsche aan val en de 't Gooi-verdediging. Haarlem had den storm in den rug. Vooral Cohen in het 't Gooi- doel weerde zich geducht en wist talrijke scho ten te keeren. Na ongeveer zes minuten, nadat reeds eenige hoekschoppen op het 't Gooi-doel genomen waren, wist Smit bij een dezer aan Haarlem de leiding te geven. Goed spel was vrywel onmogelijk. Over het geheel genomen speelden de roodbroeken wel wat te veel met het idee: „wij winnen toch wel". Er werd vrij wel zonder overleg maar getrapt. De spora dische 't Gooi-aanvallen leverden voor de Haar lem-verdediging niet veel gevaarlijke momen ten op. De nieuwe doelverdediger Boeree kreeg enkele tamme schoten te keeren. Vermelding verdienen eenige goede schoten van Smit, welke de zeer beweeglijke Cohen goed wist te keeren. Veel aantrekkelijks bood de strijd niet. Kort voor rust kreeg 't Gooi nog een goede kans voor den gelijkmaker, maar de linksbui ten kopte leelijk over. Met een magere 10 voor Haarlem brak de rust aan. Na rust zat er over het algemeen meer fut in het spel. Vooral Haarlem begon goed. Het spel was nu ook meer verdeeld. Toch duurde alles voor doel te lang, waar door de verdedigers steeds kans kregen in te grijpen. Scheidsrechter Vermeer bleef volhar den in eigenaardige beslissingen. Eens ontging hem een zeker „hands"-geval binnen het straf schop gebied, waardoor 't Gooi een strafschop misliep. Langzaam maar zeker kwam 't Gooi wat meer in den aanval, in hoofdzaak door grooter enthousiasme. Goede schoten van N. Cohen gingen naast of over. Succes bleef dan ook voor hen uit. Eindelijk echter, circa 10 minuten voor tijd, wist Kruyswijk voor 't Gooi een kans bij een doelworsteling te benutten (11). Haarlem zette er alles op om het verloren terrein te her winnen. Eenmaal had De Winter pech, toen hy van dichtbij tegen de bovenlat schoot. Tegen het einde werd 't Gooi-doel belegerd. In den stand kwam echter geen verandering meer, zoodat gelijk spel (11) het resultaat bleef. VUC-DWS 12 In een aantrekkelijken wedstrijd heeft VUC op het nippertje van de Amsterdamsche kam- pioenscandidaten verloren, waarby moet wor den aangemerkt, dat het VUC in dezen wed strijd beslist heeft tegengezeten. Met eenig geluk had het gemakkelijk een gelijk spel kunnen worden, dank zij vooral het werk van de gebroeders Harder, die het Caldenhove zoo lastig hebben gemaakt, als hij het in menigen internationalen wedstrijd niet zal hebben ge- nad. De score bleef langen tijd blank, doch na 34 minuten wist DWS eindelijk het net te vin den. Een prachtige voorzet van Drager werd door Wiertz fraai ingekopt, waardoor de stand 01 werd. Nog geen minuut later gaf Melchers een afgemeten pass naar den vrij staanden B. van Stokken, die naar voren snelde en met een hard schot den stand op 02 bracht. Dat zag er voor VUC even somber uit, doch de achterhoede van de zwart-witten her stelde zich goed en werd verder niet meer gepasseerd. Het duurde tot zes minuten voor tijd, eer VUC er in slaagde een tegenpunt tot stand te brengen, nadat tevoren Mieras een keer tegen de lat had gekopt. Van Gelder kreeg een vrijen schop wegens hands te nemen, en dank zij een listigheidje van J. C. Harder, werd deze in een doelpunt omgezet. VUC bleef sterk aanvallen, doch slaagde er niet meer in gelijk te maken, zoodat met 12 het einde kwam. Feijenoord-Hermes DVS 5-2 Dat Feyenoord den zwakken broeder uit Schiedam zou neerslaan, was natuurlijk wel te verwachten en toen het spel een kwartier oud was, was de stand dan ook al 20. Het had er toen allen schijn van, dat de Feijen- oorders hun tegen tegenstanders absoluut overspelen zouden. Het kwam echter anders uit. HDVS wist zich aan den druk te ont- wostelen en het spel meer naar het midden veld te verplaatsen Daar Feijenoord weer zeer ver op gedrongen was, kregen de Schie dammers toen nog al eens kans voor een doorbraak. Borrani was in deze periode de gevaarlijkste man en meermalen plaatste hij den bal goed voor het doel. Daar bleef echter de Feijen- oordverdediging -..v.meester van het JÜ3U-het terrein. De Feijenoord- aanval, waar Vente eerst als rechtsbinnen en later als midden voor een zeer goede wedstrijd speelde, (hij was dan ook de maker van de beide doel punten), zag geen kans voor de rust het Schiedamsche net nog eens te vinden, wat voor een groot deel oo.k te wijten was aan. het zeer goede verdedigen'van Beun. Na de rust drong Feyenoord al spoedig weer op naar het vijandelijk doel, waar Beun handen te kort kwam om het gevaar te kee ren. Vente zag kans het derde doelpunt te maken en het vierde kwam kort daarna door een strafschop, die Kantebeen in een doel punt omzette. Hermes verdedigde zich wan hopig en slaagde er weer in het spel te ver plaatsen. De Schiedamsche schutters hadden echter geen geluk en op raadselachtige wyze ontkwam het Feijenoord-doel een paar maal aan doorboring. Bij een algemeenen aanval op het Hermes- doel, was 't Vente weer die geluk had en Beun voor de vijfde keer het nakijken gaf. Hermes gaf het echter niet op en vlak voor het einde wist I. van der Tuin tot twee keer toe Van Male te passeeren. De eindstand dus 52. VENTE tot */i uur vóór zonsopgang zijn geluidssignalen verbo den: knippert dan met de koplichten als attentiesein! GELt/IDSSIGrtAAL VERBODEN I Iets over de brandgevaarlijkheid van celluloid-artikelen. De commandant van de Amster- sterdamsche brandweer, de heer C. Gordijn Jr. schrijft ons: Zaterdagavond woonde ik de twee de voorstelling bij in het Alhambra- theater te dezer stede. Plotseling ontstond achter in de zaal een vrij groote hoeveelheid rook. Het pu bliek werd onrustig en een deel wil de overhaast de zaal verlaten. Na een vluchtig onderzoek en het publiek erop gewezen te hebben, dat geen gevaar aanwezig was, keerde de rust spoedig terug. De oorzaak van de rookverschijnselen was de volgende: Een sigaret smeulde na in een aschbakje. Een dame wilde deze dooven en gebruikte daartoe een celluloid haarkam. Deze werd daardoor tot smeuling gebracht, hetgeen met de ontwikkeling van veel witte rook gepaard ging. De dame was zoo kordaat om zonder een woord te zeggen met de smeulende kam in haar hand zich van haar zitplaats te ,\erh effen om de kam naar buiten te brengen. Van de zijde der directie werd aanstonds het zaallicht ingeschakeld. Hoewel het laatste verplicht is, is toch een woord van waardeering aan de dame en aan de di rectie voor beider optreden na het ongeval op zijn plaats. De leering, die uit dit ongeval ge trokken kan worden, is dat men met celluloid artikelen steeds voorzichtig moet zijn en nu is het wel waar, dat men niet steeds vooraf weet of een voorwerp van celluloid vervaardigd is, doch men kan aannemen, dat dit met zeer vele haarkammen, potlood houders en dergelijke het geval is. Zoo geraakte dezer dagen een potloodhou der in smeuling, omdat deze op een branden de pijp als pijpenstopper werd gebruikt. Nog gevaarlijker is het celluloid in aan raking te brengen met een vlam, in welk geval een zeer snelle en niet groote vlam- ontwiklceling gepaard gaande verbranding optreedt. Door aanraking met smeulende tabak van een sigaar, sigaret of pijp ontstaan als regel geen vlammen, doch de reeds genoemde sterke witte rook, die giftige bcstanddeelen bevat. Men zij dus met voornoemde voorwer pen voorzichtig en vooral als men met meer personen, zooals in theater, bioscoop, verga derzaal, restaurants e.d. tezamen is. WOENSDAG 2 FEBRUARI 1938. Hilversum I, 1875 en 415,5 m. VARA-Uitzendlng. 10.00—10.20 vmi. en 7.30—8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonpiaten. 9.30 „Onze keuken", causerie. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor Arbeiders in de Contlnu-bedryven. 11.30 „Bestrijding van de werkloosheid", cau serie. 12.00 Gramofoonmuziek. 12.30 „Fantasia" en gramofoonpiaten. I.301.45 Gramofoonmuziek. 2.00 Kniples. 2.30 Voor de vrouw. 3.00 Voor de kinderen. 5.30 Gramofoonpiaten. 6.00 „De Ramblers". 6.40 Causerie „Fries op de school". 7.00 Koorzang. 7.30 Cyclus „Ons werk en ons geloof". 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP, VARA-Varia. 8.15 VARA-Orkest. 9.00 Radiotooneel. 9.30 VARA-Orkest. 10.30 Berichten ANP. 10.05 Koorzang (Gr.pl.). 10.30 Gramofoonmuziek. II.15 Orgelspel. 11.4512.00 Gramofoonpiaten. Hilversum II. 301,5 M. NCRV-Uitzending. 6.307,00 Onderwijs fonds v. d. Scheepvaart. 8.00 Schriftlezing, meditatie, gewyde muziek (Gr.pl.). 8.30 Gramofoonmuziek. 9.30 Gelukwenschen. 9.45 Gramofoonpiaten. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. lx.15 Ensemble van der Horst. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonpiaten. 12.30 Vervolg concert. I.30 Gramofoonmuziek. 2.00 Sopraan en piano. 3.00 Christelijke Lectuur. 3.30 Gramofoonmuziek. 4.00 Viool en piano. 4.45 Felicitaties. 5.00 Voor de jeugd. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.00 Land- en tuinbouwhalfuur. 6.30 Taalles en causerie over het binnenaan- varingsreglement. 7.00 Berichten. 7.15 Boekbespreking. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten ANP. Herh. SOS-Bericiiwen. 8.15 NCRV-Orkest. 9.00 Causerie „De Wederkomst des Heeren", (Hl). 9.30 NCRV-Orkest en soliste, 10.00 Berichten ANP. 10.05 Dampraatje. 10.20 Vervolg concert. 10.45 Gymnastiekles. II.0012.Gramofoonmuziek. Hierna: Schriftlezing. FEUILLETON. 32. roman door e. phillips* oppenheim De vicaris trok een stoel bij.: „Het rooken hindert je niet?" „Geen sprake van. Geef my maar een siga ret, ik zou een pyp nog niet kunnen hantee- ren, vermoed ik." Mr. Barnslow gaf hem een sigaret, plaatste die tusschen de lippen van Peter Cradd, en hield er een lucifer bij. Daarna stopte hij zijn PÖP. „Wel, dat was een fraai avontuur, dat Louise en jou overkomen is.!" „Zeg dat wel. Ik had my nooit verbeeld, dat hier zulke stormen konden woeden. Hoe maakt Miss Barnslow het?" „Uitstekend, denk ik," luidde het eenigs- zins norsche antwoord. „Ze schryft nooit, In dat opzicht is ze nog erger dan ik." Peter Cradd beschaduwde zijn oogen voor de zon. Toen sloot hij ze geheel. „Is ze dan van hier vertrokken?" waagde hij te vragen. „De Cariswoods hebben haar met zich mee genomen. Later in den zomer zal ze evenwel weer thuis komen." Het hoofd van Peter Cradd was een beetje moe, en hij scheen zich geen goede voorstel ling van alles te kunnen maken. Zij was weg. Hij had zorgvuldig tusschen zijn brieven ge zocht niets van haar. Terug naar de krin gen, waartoe zij behoorde. Daar was niets tegen te zeggen. Zy hadden samen een storm op zee doorstaan hij, Peter Cradd, oud zes enveertig, met een i.-ouw erg en een gezin nog erger. De laatste paar dagen had hy min of meer in een delirium geleefd. Hy had zich allerlei visioenen gevormd. Nu keer de het leven weer terug het ware, nuchtere leven. Toch kon hij niet nalaten over het on derwerp door te praten. „Was het doek beschadigd?" vroeg hij. „Totaal niet," antwoordde de vicaris. „Hoe je h t tot de laatste minuten hebt kunnen vasthouden, is haar een raadsel, zegt Louise. Niemand kan er iets bewonderenswaardigs aan zien ik ook niet, om je de waarheid te zeggen maar z. is byna gek op dat ding, en zij zal het wel weten." „Daar ben ik blij om," zei Peter Cradd. „Je zult nog een tydje rust moeten houden," merkte Mr. Barnslow met een blik op de bleeke gedaante naast zich op. „Dat geeft je dè gelegenheid om braaf te lezen, niet?" „Dat doe ik juist graag." De vicaris zat zwrgmd te rooken. Hy was een slordig man; zijn sokken hingen over zijn schoenen. Sokophouders gebruikte hy nooit. „Ik mag je graag lijden, Cradd," begon hij weer. „En Louise ook. Ik wensch dat je je gedwongen rust zoo goed mogelijk besteedt. Zal ik je eens zeggen wat je noodig hebt, man?" ,/t Zal my aangenaam zijn," mompelde Pe ter Cradd, die zelf het best wist wat hy noo dig had. „Je evenwicht de windstreken van het levenskompas. Die heb jij natuurlijk niet vast gelegd. Je bent een kind van zesenveertig nog erger dan een pasgeboren kind. Je moet evengoed een massa vergeten als een massa leeren. En dat zul je. Je hebt een goed verstand al is het dan niet schitterend. Je zult hier en daar wijsheid opdoen, en wanneer j: begint te begrijpen waar je in de wereld aan toe bent, zul je leeren wat het beste voor je is, welke dingen het nuttigst voor je zijn, en van welke je met je vingers moet afblijven." „Jawel," merkte Peter Cradd nederig op. „Lezen zal je natuurlijk van dienst zijn," ging de vicaris voort, maar qua definitieve studie, is dat larie. Lees waar je zin in hebt. Pik er een boek uit. Louise heeft je al een wenk gegeven, zegt ze, maar ik zou niet te veel naar haar luisteren. Haar fantasie gaat soms zoo hoog. Wat denk je van een whisky - soda? Kan ik mezelf bedienen?" „Ga uw gang, of bel anders om de zuster." De vicaris bediende zich liever zelf. Hij kwam met een vol glas terug. „Je behoeft niet bang te ztjn," hervatte hy, nadat hij weer gezeten was. dat ik je aanraad zoogenaamde „godsdienstige" boeken te lezen Wat de manier waarop je je familie behandeld hebt, betreft, och, je weet wat de wereld daarvan zou zeggen maar ieder mensch moet zyn daden tot zekere hoogte beoordeelen, en geheel en al ongelijk kan ik je niet geven. Ik heb hen ook gezien, moet je weten," eindigde hy, me' een tinteling in zijn donkere oogen. Peter Cradd bewoog zich onrustig op zijn ligstoel. „Hen kan ik niet helpen," zei hij. De zou hen niet kunnen veranderen. Het met hen samenwonen zou voor my' een hel óp aarde zijn. Ik heb hun alles gegeven wat zy konden verlangen, en krijgen zij niet wat ze verwach ten. dan is het hun eigen schuld." „Geheel ongelijk heb je niet," herhaalde zijn geestelijke leidsman. „Maar nu over jou. Wat ga je doen als je genezen bent?" Er straalde meer warmte in den toon van Peter Cradd door. „Zoodra mijn nieuwe boot gereed is, huur ik een jongen, die Ben Large kan helpen, en wij gaan iederen dag uit zeilen. Wanneer de zon schijnt, ga ik op een eiland of een zand bank in de zon liggen lezen. Zoodra mijn arm sterk genoeg is, ga ik weer zwemmen." „Dat is alles best," zei zijn bezoeker, „maar het zal je gaan vervelen." „Dat weet ik nog niet," was het kalme antwoord. „Gedurende vijfentwintig jaren heb ik een weinig meer werk verricht dan van iemand gevergd mag worden onaange naam vernederend werk. Ik heb mijn rust verdiend." „Dat zal wel zoo zijn," hernam de vicaris, „maar aan den herfst heb je hier niets mist, e drassig land. Er zijn wel mooie dagen ook, maar de kwade hebben verreweg de overhand. Je kunt in den herfst beter op reis gaan, Peter Cradd." „Dat zou ik kunnen doen. Om te beginnen met Londen. Ik ken Londen niet." De vicaris staarde hem met open mond aan. „Dè.t Londen, bedoel ik. Of noemt u het in Londen wonen, als men een huis met zes kamers heeft in een achterbuurt van Ealing, met een bus naar de City moet, om in Ber- mondsey en Tottenham en Shoreditch te werken en aan lompe en brutale menschen te verkoopen en 's avonds doodop thuis te ko men? Is dat in Londen wonen? Ik ben in mijn heele leven geen twaalf maal den kant van Piccadllly Circus uit geweest, en als kleine jongen bracht ik ééns een bezoek aan het Britsch Museum." „Je hebt alweer gelijk," erkende zijn vriend. „Jouw Londen is de moeite waard. En som mige gedeelten ervan zijn zeer mooi." Half tegen zyn zin deed Peter Cradd een nieuwe poging om het gesprek op Louise te brengen. „Gaat uw zuster 's winters meestal naar het buitenland?" vroeg hij. „Het vorige seizoen was ze in Cannes. Lady Chriswood heef. daar een villa. Daarna ging ze naar Florence. Het jaar daarvóór bracht ze een winter in Florence door. Ja, ze gaat doorgaans een paar maanden op reis, soms langer." „Dan zal zij wel vreemde talen spreken?" vroeg Peter Cradd. „O, jawel, en zeer goed. Haar grootmoeder mijn grootvader was tweemaal gehuwd was een Italiaansche markiezin, het zit haar dus in 't bloed Maar in my niet zoozeer. Op school probeerden ze mij Fransch en Duitsch te leeren, maar konden het me niet inpompen. Er was een tijd, dat ik tameiyk dikwijls Ita- liaanseh moest spreken, maar dat is nu vry- wel uit. Toch hebben een massa van ons, hier aan de oostkust, goed Vlaamsch bloed in de aderen. Cradd. En daar heeft Louise ook een tikje van overgeërfd? Ze is een zonderlinge vrouw. Ik wou dat ze maar trouwde." „Dat zal mettertyd zeker gebeuren," merkte Peter Cradd dapper op. De vicaris dronk de rest van zijn glas uit en zette het neer. „Vermoedelijk wel," antwoorde hy, „maar zij heeft lang noodig om een besluit te ne men... Nu moet ik weg. Kan ik iets voor je doen, Cradd? Zorgt de zuster goed voor je? Zal Large eens een praatje met j. komen maken?" ,Neen, bizondere verlangens heb ik niet" antwoordde Peter Cradd peinzend. „Het was aardig van u my eens te komen opzoeken, vicaris. Kom nog eens terug als u tyd heeft! Laat Large maar eens bij mij komen om zyn geld te halen, dan kunnen wij over een jongen spreken." J 6 „Ik zal hem morgen bij je zenden," beloofde de vicaris, „maar leg het kalm aan, Cradd. Ontvang niet te veel bezoeken. Sakkerloot! Ik begryp niet. waarom jouw geraniums zooveel mooier bloeien dan de myne!" (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 7