m pi M i DICK'S GROTE DAG Beste Jongens en Meisfes 1 3 7 10 Al de briefjes van deze week zijn er vol van. Vol van de kleine Beatrix, die Maandag morgen op Soestdijk geboren werd. Ze zijn allemaal even big en een paar zouden het kindje zelfs al eens willen zien. Nu, dat gaat nog niet. Overigens is het duidelijk, dat de gedachten meer in Soestdijk dan bij den Kindervriend waren. Het aantal ingezonden briefjes is tenminste ineens veel kleiner. Maar ik kan het me best begrijpen! Het is deze week weer taart-week zie op de kalender. De gelukkige is ditmaal: NEELIE BREED, Groenveld, St. Maarten. En nu de briefjes. Jacob Cornelis Zwaag, Breezand. Ja, beter ben ik gelukkig al weer lang Jacob, maar figuurzagen... nee, d&t kan ik niet. Ik geloof dat ik daar geen geduld voor had. Neelie Breed, St. Maarten. Ja, Scha- gen zag er mooi uit Neelie, maar daar was ook alle reden voor. Wat was dat een heer lijke tyding Maandagmorgen, hè? Jacoba Kuiper, Schagen, Of ik laat was door het feest?? Ja, dat gaat nog al. In twee nachten ben ik zowat niet op m'n bed geweest. Maar dat gaat zo als je bij de krant bent in die dagen. Adriaan Anne Goedhart, Schagen. Zo, zijn jullie geen broertjes en geen zusjes, maar neefjes? Ik ben blij dat ik het weet. Blijven jullie nu regelmatig schrijven? Jannle Stins, Schagerbrug. En weet jij al Jannie wat je gaaf zaaien in de school tuin? Dat wil ik wel eens weten van je. Hoor ik het volgende week Marietje en Wim Boontjes, Schagerbrug. Ja, wat is het een slecht weer geweest hè? Storm en regen en af en toe hagel er tussendoor. Brrrr. Herman Liefhebber, Anna Paulowna. Ben je nog beter geworden voor de feest dag Herman, want dat zal je dan wel ge weldig gespeten hebben, denk ik. Henk en Cor Modder, Zijpe. Ja, de vlag hing bij ons al 2 minuten uit maar door de wind ging er bijna nog een ruit aan stukken. Wat orkaande het hè? Gerrit Wit, Terdiek. Ja Gerrit, het was bij de krant geweldig druk, dat laat zich wel denken, maar... ik heb toch een paar mi nuutjes gevonden om aan de beschuit met muisjes te gaan. Heb jij ook die lekkernij gehad Jannie en Japie Klomp, Stolpervlotbrug. Nu jongens, ik heb wel eens aardige meesters op school gehad, maar een die voor iedere 5 achten ,en pla chocolade weggeeft nee, zo een heb ik er nooit gehad. Houd hem in eere hoor! Miek Leguit, Schagen. Doe je m'n groeten aan het nichtje uit Meppel Miek? Anneke Bosman heet ze... wat lijkt me dat een bekende naam. Heeft die vroeger nooit een briefje geschreven? Jan Brommer, Barsingerhorn. Nee Jan, over jouw Drief had ik niet te klagen. Wat een kanjer! Ik wist niet dat jij zo goed figuurzagen kon, hoor! Trynie Ruig, Schagen. Wat een klein briefje Trijnie en dat valt zo op nu ik ervoor juist dat van Jan Brommer gelezen heb. Volgende week een betere beurt hoor! Siem de Vet, Oudkarspel. Heerlijk dat je weer thuis bent Siem, wat zullen ze alle maal blij geweest zqn! En nu maar opge past dat je het ziekenhuis nooit meer'van de binnenkant te bekijken krijgt hoor! Hoii je taai! Nellie Kapitein, Burgervlotbrug. Joke ren... ja, dat kaartspel kan ik ook en je bent nog niet gelukkig als ze je steeds de joker in je maag duwen. Die Jannie Bregman... was die zo onfortuinlijk? Jannie Bregman, Burgerbrug. Ja, ik weet dat er een nieuwe meester komt en ik ken hem. Meneer Kapitein is een aardige man en je zult vast en zeker goede vrienden met hem worden. Dag Jannie! Nelie Speur, Wielingen. Nu, of dat slechte weer een gevolg is van het Noorder licht weet ik niet, maar het was slecht. Je waaide zowat van de weg weg. Jan Slöve, Schagerbrug. En Jan, heb je wat gewonnen met de kinderspelen? Ik denk van wel, want je bent altijd een boffer geweest. Maar dat hoor ik nog wel hè? Jan en Corrie Kalverdyk, Oudkarspel. Dat was jammer, zeg, dat Opa Kalverdyk alleen moest thuisbleven en dat nog wel op z'n verjaardag. Maar ik denk dat het feest de volgende dag wel dubbel gevierd zal zyn, is het niet? Lieze Borst, Barsingerhorn. Heb je het Bloemenboek? Wat is dat mooi hè? En zoo zie je maar waar je al geen raadsels mee oplossen kunt. Thijs Baas, Schagerbrug. Eigenlijk is het niet Thijs, die ik een briefje moet schrij ven, maar zijn moeder. Want Thjjs is ziek en nu heeft hij z'n moeder gevraagd of die de Kindervriend wil schrijven. Wat U schrijft over die spaarpot... tjèA, d£t kan ik me in denken, vooral als Klaas zit te vlassen op een fiets. De groeten aan Thijs en Johannes! Adriana Broekhuizen, Schagen. Ja, ik zou ook wel eens die Beatrix willen zien. Wat zal ze lief zijn, die kleine baby! Wat had jij een goeie verjaardag, zèg! Kolossaal. Hilda Bestevaar, Schagen. Beschuit met muisjes... ik geloof dat jullie daar élle- maal aan geweest zijn. Ik had het in geen jaren geproefd, maar ik vond het lekker hoor. D&g! Nellie en Kees Everts, Keinsmerbrug. Zo, is Kees al weer aan het werk geslagen Nellie? Ik heb er zo'n idee van, dat dat een flinke kerel wordt als hij wat ouder is. Is je schortje al klaar? Klaas Borst, Schagen. Wel bedankt voor de mooie tekening Klaas. Die bewaar ik weer. Komt bij de cadeau-verzameling van de club. Dé£&&g! Marietje van der Baan, St. Maartensvlot- brug, O nee, Marietje, je hoeft je hele maal niet te schamen als je het raadsel eens een keertje niet kunt oplossen. Die Kinder vriend heeft ook wel eens puzzle's waar hy grijze haren bij krijgt en de hij toch niet kan vinden. Zo, ik ben er door. Tot volgende week. KINDERVRIEND. Oplossingen raadsels vcrige week. I. Huishoudster. II. Jasmin. III. 600 minder. Goede oplossingen ontvangen van: Hilda B., Schagen; Gretha H., Schagen; Adriana B., Schagen; Frans B., wydenes; Trg'nie R., Schagen; Jan B., Barsingerhorn; Jannie en Japie K, Stolpervlotbrug; Henk en Cor M., Schagerbrug; Jacoba K., Scha gen; Neelie B., Schagen. Nieuw Raadsel 2 4 5 6 8 9 Horizontaal: Verticaal: 1. Waterkering. 1. Het tegenovergestel- t. Meubelstuk. van 2. Klaar. 6. Maat. 3 zwarte lijster. 4. Een vorm van het werkwoord, dat be tekent: de getallen 7. Reeks. 8. Onderwijzer. 10. Meisjesnaam. noemen. Dc hoogste draden ter wereld De hoogste draadleidingen ter wereld zijn natuurlijk in Amerika te vinden. Een kabel loopt over de Andes van Chili naar Argentinië, die zich bij de plaats Las Cue- vas op 4000 meter hoogte boven de zee spiegel bevindt. Dickie lag lui languit in het gras tegen de dijk. Het was zomer, mooi warm weer en Dickie had vacantie. Hij tuurde voor zich uit over de weilanden voor hem en over de rivier in de verte, die blauw glinsterde in de zon. De lucht was ook blauw, maar weer heel anders. Soezend keek Dickie naar boven, daar ging een vliegmachine hoog boven zijn hoofd. Hij ^olgde het liegtuig met zijn blik, verder ging het, het was nog maar een stipje. Dickie keek weer dromerig voor zich uit. Maar een poosje later, wat was dat? Wat een lawaai! Weer een vlieg tuig, maar nu heel laag. De motor ronkte, wat leek het dichtbij, de let ters kon hij duidelijk lezen. En toendroom de Dickie, of hoe zat dat? Toen landde dat vlieg tuig zomaar midden op het weiland onde- aan de dijk! Nog eens wreef Dick zijn ogen uit. Was het wel echt? Ja, hij zag het grote gevaarte liggen en een man stapte er uit, met een heel vliegpak aan. Daar moest hij toch bij zijn. In een vaart holde hij de dijk af. Twee mannen stonden nu naast het vliegtuig, ze praatten samen en keken rond, naar de dijk, naar de rivier. Daar zag een van vliegers hem, hij wenkte hem. „Mij? Bedoelt U mij?" vroeg Dickie, wijzend op zichzelf. „Ja", knikte de man. Met een grote sprong was Dickie over de sloot. „Woon jij hier in de buurt?" vroeg de man; hij sprak de woorden vlug uit, zijn stem was bevelend. „Ja meneer, in het dorp.".,Js dat ver?" „Nee, meneer, twintig minuten." De vlieger keek den ander aan. Die knikte. „Kun je hard lopen?" vroeg de eerste weer. „Ja, meneer." „Dan moet jij wat voor ons doen. Kunnen wij er van op- aan, dat je precies doet wat ik zeg?" Dick knikte. De man krabbelde wat op een pa piertje, gaf het aan den ander, die toe stemmend knikte, toen kreeg Dickie het. „Breng dit onmiddellijk naar het postkan toor in dat dorp van je. Geef het af als telegram, het adres staat er bij, blijf wach ten, tot je daar een telegram krijgt en breng dat dadelijk hierheen. Begrepen?" Dickie lachte. „Ja, meneer" En daar vloog hij heen, als een pijl uit de boog tegen de dijk op en naar het dorp toe. Was dat even gewichtig! Wie weet wat er was gebeurd! Zou hij even lezen..? Nee, dat mocht niet natuurlijk. Phu, wat was het warm, als je zo hard liep. Maar hij moest voort, zo hard mogelijk. Zo haal de hij het best in een kwartier, misschien nog wel minder. Daar begon het dorp al, Dickie rende door de straten, vloog het postkantoor binnen, stoof op het loketje af. „Alstublieft, dadelijk, telegram," hijgde hij. De meneer achter het loketje keek hem eens aan. „Zo, zo, Dickie, zo'n haast?" vroeg hij, terwijl hij langzaam het papier tje openvouwde. „Ja, ja!" Dickie trappelde haast. „En ik moet wachten op een vol gend telegram;" „Wel, wel, goed hoor, wacht hier maar," knikte de meneer. Wat duurde het lang, maar Dickie was ook wel erg moe en warm geworden, nu kon hij eerst goed uitrusten. Bijna een half uur moest hij wachten, toen kwam de meneer naar hem toe met een dichtgeplakt tele gram en zei: „Nou, kleine koerier, breng dit maar gauw terug" En weg holde Dickie al weer. het dorp door, de zonnige weg langs, de dijk op, voort, voort, hoe harder hoe beter Het vliegtuig lag er nog, de beide mannen za ten nu in het gras in de schaduw. „Nu, dat is werkelijk vlug," zei de vlieger toen Dick weer hijgend en blazenu voor hem stond. „Zo gauw hadden wij je niet eens terugverwacht." „Alstublieft". Hij nam het telegram aan, las het, knikte tevreden en gaf het den ander. „Dan is er nog weinig tijd verloren," zei die. Dickie stond een beetje te draaien. Moest hij nu weggaan? Eigenlijk wel, hij had hier niets meer te doen, maar zo heel graag zou hii dat -lieg tuig eens goed van dichtbij hebben beke ken. Daar draaide de man in het vliegerspak zich naar hem toe. „De radio was defect, zie je," zei hg, „en we hadden pech, daar om moesten we een noodlanding maken en we konden het niet berichten en ehnou ja, je hebt ons vlug geholpen." Dickie be greep er niet veel van wat er eigenlijk was gebeurd, maar hij knikte ernstig. „Je krijgt nog wel wat voor je moeite, hoor," zei de vlieger toen. Maar Dick bloosde. „Nee, me neer, eh, dat hoeft niet, dat wil ik niet..." „Ja, ja", lachte de ander nu, „je hebt zo hard geloopen, daar moet je toch wat voor hebben.... hoe heet je?" „Dick!" „Goed, Dick, ik weet wat," begon de vlieger weer. „Je hebt vacantie hè? Mooi! Het vliegtuig is weer in orde, we kunnen verder, als jij nu eens meevloog naar Amsterdam en je nam een kijkje op Schiphol. En dan ga je met de trein weer terug." Dickie's ogen glinsterden. „Maar thuis weten ze het niet", zei hij bedenkelijk. „Hindert niet. Over een half uurtje zijn we er al, dan mag je naar huis opbellen. Wil je?" „Graag meneer!" Zo gebeurde het dat Dickie op die mooie vacantiedag voor het eerst vloog, voor het eerst Schiphol zag en voor het eerst zijn vader opbelde uit een andere plaats. Wat was die verbaasd, toen hij alles hoorde, hij begreep er eerst niets van en moeder maakte zich heus ongerust. Maar toen Dick 's avonds weer gezond en heelhuids voor hen stond en er geen eind kwam aan de verhalen over het vlie gen, over de aardige vliegers, over Schip hol, over de broodjes, die hij had gegeten, samen met die vliegers en over de trein reis, toen luisterden ze vol aandacht en waren een beetje trofc; op hun jongen, die opeens zoveel had gezien en beleefd. En Dickie was wekenlang de held van de dorpsjongens, die eerst zijn verhalen haast niet wilden geloven, maar er toch altijd weer naar vroegen en eigenlijk in stilte een beetje jaloers waren op Dick. Een reus onder de reuzen Het grootste skelet ter wereld Het natuurkundig museum in Berlijn heeft onlangs een zeer bijzondere aan winst gekregen, n.1. het skelet van het al lergrootste landdier, dat ooit heeft geleefd, de voorwereldlijke „brachiosaurus". Het prepareren en reconstrueren alleen van dit geraamte heeft al zeven jaar geduurd. 25 jaar geleden werden de beenderen van het dier gevonden. De brachiosuarus was een landhagedis, die 100 millioen jaren geleden over onze aarde wandelde. Het moet geen gevaarlijk dier zijn geweest, want het voedde zich met planten, vruchten en mortels. Het skelet lijkt een klein beetje op dat van onze giraf, tenminste wat de hals be treft, want die is 8 M. 78 lang. De lengte van het dier is 22 M. 65. de hoogte is 11 M. 87 en van de beenderen zijn de dijbeen deren het zwaarst. De giraf, die wij ken nen, is een dwerg bij hem vergeleken. De hersenen waren buitengewoon klein en licht, in vergelijking met het hele lichaamsgewicht, maar dat zien we bij de meeste grote dieren, zoals de olifant en de giraf, zodat we daaruit niet mogen beslui ten dat de brachiosaurus erg dom is ge weest, of minder slim dan een olifant. Het geraamte werd gevonden in Oost- Afrika, in een streek die sedert de aller oudste tijden nog niet veel veranderingen heeft ondergaan, en die dus misschien nog wel meer dergelijke verrassingen bevat. De eeuwigbrandende lamp in Indië In een oud paleis in de Engels-Indische plaats Travancore brandt een lamp nu al 1200 jaar achtereen. Hij wordt brandend gehouden als herinnering aan een vorst, die 1200 jaar geleden moet hebben gere geerd en op onbekende wijze spoorloos is verdwenen. Los Angelos in gevaar? In de nabijheid van de Zuid-Amerikaan se stad Los Angeles zijn twee bergrug gen plotseling in glijdende beweging ge raakt. Men hoopt door het laten springen van rotsen en bergstenen, de glijdende stukken in een andere richting te laten gaan, zodat de stad er niet onder bedolven kan worden. Probeer het eens! Kun je over een lucifershoutje springen? Daar moet je zeker om lachen, want dat kun je natuurlijk. Wie kan dat nou niet! Maar kun je het ook zonder je knieën te buigen? Dat lijkt ook niet zo moeilijk, hè? Een lucifer is zo klein, dat zal nog wel gaan, denk je zeker. En toch valt dat niet mee, je zult zien dat je het niet kunt. Pro beer het maar eens! ED BU DOOR GAR RICE RROUGHS No. 53. Jane vroeg hem van allerlei. Tarzan ver telde haar tot in bijzonderheden zyn leven sinds hij in de jungle was teruggekeerd. Hoe hij van een beschaafd Paryzenaar een woeste Waziri-koning geworden was en van zyn wilde avonturen voor die tgd. Toen hy zweeg, zat hij naar haar te kijken en wachtte op haar veroordeling. Doch zij sprak niet en keek hem slechts met een blik, waarin liefde en bewondering lagen, aan. Toen sprak Tarzan met zachte stem: „Wij hebben je echtgenoot vergeten". Jane keek hem aan. „Ik ben niet getrouwd, Tarzan van de Apen, en ik kan ook de belofte niet houden, die ik deed. Toen vertelde ze alles wat ar gebeurd was sinds de dag dat Tarzan Amerika verlaten had. En Tarzan kuste haar opnieuw, hy twijfelde niet langer aan haar liefde voor hem. Die avond bouwde Tarzan 'n kleine takkenhut boven in de bomen. Daar sliep het vermoeide meisje. Daaronder had de aapman het zich gemak kelijk gemaakt, gereed om haar zelfs in zyn slaap te beschermen. Het duurde vele dagen, eer zij de lange weg naar de kust hadden af gelegd. Als de weg gemakkelijk begaanbaar was, liepen zij hand in hand onder de grote reuzen van het oerwoud. Doch vaker nam hy haar In zgn sterke armen en droeg haar door de takken der bomen. De dagen waren veel te kort, want ze waren zeer gelukkig. Op de laatste dag voor ze de kust bereikten, ving Tarzan het geluid van een mens pp, dicht bij hen. Hij vertelde dit aan het meisje en verzocht haar stil te zijn, „want," voegde hij er droog aan toe: „in de jungle zyn maar weinig vrienden". (Nieuwe spelling#

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 15