Hossende menigte in Malang De steun voor de con sumptieaardappelen Defensiedebatten Engeland's „positievere" houding Amerikaansche legervlie- gers vestigen wereldrecord HOE IN ONZEN OOST DE GEBOORTE VAN PRINSES BEATRIX GEVIERD WERD. Chineesche en Japansche vlaggen naast het Hollandsche dundoek Malang, 4 Februari. De uitbundige feestviering ter eere van de geboorte van prinses Beatrix gaf mij, de pas in Nederlandsch- Indië aangekomene, een ongezochte gelegenheid een bijzonderen blik te werpen op de verhoudingen in het groote Nederlandsche koloniale rijk. En wat ik kon waarnemen, heeft me sterk getroffen en vaak ont roerd. Maandag 31 Januari zat ik 's middags op het terras van een café in het hart van Ma lang, aan de Aloen Aloen, het groote gras veld met in het midden een machtige wa- ringinboom. De stad was stil, de straten waren leeg, want pas was het namiddag rustuur geëindigd. Van één tot zes uur 's- middags bevinden zich steeds slechts zeer weinig menschen buiten. Op een tiental me ters van mij vandaan zate op 't caféterras nog een Nederlandsche dame en heer. Ver-, der waren er geen gasten. Dé Javaansche bedienden met gebatikte hoofddoeken en witte pakjes hurkten in een hoek babbelend tezamen. De radio gaf een muziekdeuntje. Enkele minuten na half zes (dat is enkele minuten na tien uur 's morgens Nederland sche tijd) werd plotseling het muziekdeuntje afgebroken en klonk een stem: „Dames en heeren, ik heb een hoogst belangrijke mede- decling te doen. Ik herhaal: ik heb een hoogst belangrijke mededeeling te doen." Het groote oogenblik De Nederlandsche dame en heer stonden op, in hoogste spanning. We wisten: het groote oogenblik was eindelijk aangebroken. We wachten en luisterden, maar voordat de radio-omroeper met de groote mededeeling kwam werd eerst twee maal achter elkander langzaam en plechtig het Wilhel mus gespeeld en daarna eerst ver kondigde de radio de geboorte van een nieuwe Oranjetelg. De Nederlandsche dame en heer keken naar mij en zwaaiden mij toe. Ik lette op de Javaansche bedienden. Eén dezer jongens kent Nederlandsch en vertelde den anderen het groote nieuws. Volkomen rustig bleven deze Javanen, maar toen gaf de radio nog eens dezelfde mededeeling in het Javaansch en plotseling kwam er beweging in de jongens. Drie snelden naar binnen en kwa men dadelijk daarop terug met een rood- wit-blauwe muts op het hoofd. Door deze mededeeling in het Javaansch was eens klaps de pasgeboren Prinses ook hun Prin ses geworden. In drie minuten tijds was het stadsbeeld veranderd. Drie minuten later waren de eerst leege straten gevuld met. een dichte menigte, die stroomde in de richting van het Aloen-Aloen-plein, waar reeds weken vier stukken ge schut stonden opgesteld onder bewa king van een kleine militaire wacht. Automobielen met artilleristen snelden aan en toen het eerste kanonschot losdon- derde stonden de menschen reeds rijen dik om het groote plein, inlanders van ver schillende rassen, Europeanen, militairen, dames, heeren. Toen een klein uur later de duisternis be gon te vallen werd overal de feestverlich ting ontstoken en in den grooten waringin- boom op het plein brandden oranjekleurige lampjes als waren het oranje-appeltjes. De Javaantjes houden niet van hossen. Dien avond reeds heerschte de feestvreug de alom. Een orkest trok door de stad en daarachter hosten honderden, ouden en jon gen, dames en heeren, militairen en burgers echter betrekkelijk weinig Javanen. Deze uitbundige hosserij zit den Oosterlingen niet in het bloed en Javanen, Chineezen, Madoereezen keken alleen lachend toe. Overal wapperden vlaggen, in de voornaam ste straten hier en daar naast de Neder landsche vlag ook de Chineesche vlag en enkele Japansche winkeliers hadden naast de Nederlandsche de Japansche vlag gehe- schen. Telkens werd het Wilhelmus aangeheven, maar ook andere bekende Nederlandsche liederen weerklonken, waaronder ook liede ren van Emicl Hullebroeck, die in Neder- landsch-Indië nog niet vergeten is. Heel den nacht, door duurde de uitbundige pret en ook duizenden inlanders en Chineezen hadden zidi met oranjê getooid. Ik zag zelfs- een lnlandseheri vader met al zijn kinderen in oranje-kleederen. Troepenparade. Den volgenden morgen vroeg was er pa rade van de troepen met hun aardige prac- tische stroohoeden, die als hoofddeksel even goed, maar veel lichter zijn dan de bij an dere koloniale legers gebruikelijke helmhoe den. Duizenden leerlingen van scholen, Chi neesche, Javaansche, Europeesche, Indo- Europeesche, Madoereesche, Amboineesche kinderen, kwamen onder het geleide van hun onderwijzers en onderwijzeressen. De leden van talioozo vereenigingen kwamen in het gelid aan marcheeren, daaronder de oud-strijders, bijna allen Inlanders want de Europeesche oud-strijders zijn voor het meerendeel na hun militairen dienst naar Europa teruggekeerd. En al deze menschen waren met oranje getooid cn droegen oran je en rood-wit-en-blauwe vlaggetjes. Toe spraken werden gehouden, o.a. door den resident, den burgemeester en den regent (het Inlandsche bestuurshoofd.) Een uittarting? De oud-strijders hadden aan een mast groote wimpels gehangen met de namen Atjer, Lombok, Borneo, herinneringen aan vroegere expedities, waarbij soms veel bloed heeft gestroomd. Ik hoorde een Zwitser, die pas kort in Indië vertoeft, tot een land genoot, die reeds tientallen jaren hier verblijf houdt, de vraag stel len: „Maar is deze herinnering aan die expedities niet min of meer een uittarting van den Inlander?" De Zwitsersche oude Indisoh-gast lachte en antwoordde: „Wel neen, voor den Javaan bij voorbeeld zijn de bewoners van de ande re Nederlandsch-Indische eilanden vreem delingen, vijanden. Reeds eeuwen voor de Nederlanders hier kwamen, hebben deze menschen onderling bloedige oorlogen ge voerd en ze zouden dit nog doen, indien hier geen Nederlandsch bestuur was. Boven dien, kijk zelf, deze oud-strijders, die zoo trotsch zijn op hun vroegere expedities, zijn zelf groolendeels inlanders." Inlandsche boerinnetjes. Ik ben eens enkele dessa's (Inlandsche dorpen) bij Malang doorgewandeld en ook daar zag ik vanen en eerepoorten. Kon. Ned. Landbouwcomité vraagt terugbrengen op f 30.— per bunder. In een adres van het Koninklijk Neder landsch Landbouwcomité aan den minister van Economische Zaken is o.a. gezegd, dat er in den boezem zijner organisatie zeer groote bezwaren bestaan tegen het besluit der regeering om de teeltheffing van con sumptieaardappelen te verhoogen van f30. tot f50.per H.A. Adressant wijst er op, dat het toegepaste systeem van teeltheffing in zijn uitwerking onbillijk is. Immers wordt bij een zoodanige heffing van de met aard appelen beteelde oppervlakte onvoldoende re kening gehouden met de verkoopwaarde en de opbrengst van het verkregen product. Een heffing op het product overeenkomstig de steunregeling, welke aanvankelijk gold, drukte meer in evenredigheid van de op brengst en de verkoopbaarheid der aardap pelen, derhalve meer naar draagkracht. In verhand met de groote administratieve bezwaren van dat stelsel is men destijds overgegaan tot het instellen van een heffing hij de bron, welke alleen naar de met aard appelen beteelde oppervlakte wordt geheven. Een zoodanige heffing zal echter slechts tot een beperkt bedrag kunnen worden gehe- v.en, daar anders voor de zwaarst belaste gronden de heffing tot een last wordt, welke de voordeelen der regeling overtreft. Met een verhooging der tceltheffing van f 30 tot f50.per H.A.. Deze verhoogmg van de vaste lasten zal volgens adressant worden gevoeld als een onbillijkheid en zal leiden tot een inkrimping van de aardappelteelt op de minder goede gronden. Daardoor zal de vruchtopvolging, welke op deze gronden toch reeds weinig rationeel was, nog slechter worden, hetgeen tot een verderen achteruitgang van den min der goeden cultunrtoestand zal leiden. Voorts zal naar de stellige overtuiging van adressant het innen van de verhoogde heffing tot groote moeilijkheden aanleiding geven, gelet op de groote bezwaren der prak tijk. Gevreesd moet worden, dat de loyale me dewerking der betrokkenen, zoo onmisbaar voor het slagen der aardappelteeltregeling, zal ontbreken. Adressant acht het dan ook ten volle ge wettigd, dat er ten behoeve van het handha ven van de consumptieaardanpelteelt een of fer wordt gebracht uit het Landbouwcrisis- fonds, zoodanig dat het mogelijk zou zijn de teeltheffing terug te brengen op f 30 per H.A. Het mond- en klauwzeer Aantal sterfgevallen neemt af. In de week van 6 tot en met 12 Fe bruari hadden de volgende aantallen sterf gevallen tengevolge van het mond- en klauwzeer plaats, waarbij het totale aan tal sinds 19 September van het vorig jaar tusschen haakjes is vermeld: 27 (3033) runderen, 72 (3684) kalveren, 46 (2875) varkens en biggen, 0 (198) schapen en 1 (49) geit. Het aantal sterfgevallen is nog steeds afnemende. Bijzonder was een optocht, dde op den derden feestdag werd gehouden. Hieraan namen zoowel Europeanen als inlanders deel. De hier wonende Arabieren hadden een stoet met Arabieren in Bedoeinen-klec- ding te paard; Minahassers, Amboineezen, Javanen, Madoereezen, hadden hun eigen versierde wagens. Overal wapperden linten met opschriften, talloozc borden met op schriften werden medogedragen in den stoet Meisjes uit de Minahassa hadden 'n wagen voorstellende de elf provin ciën, en daarop zaten heel bruine Friesche, Groningsche, Zecuwsche, Noord- en Zuid-Hollandsche, Over- ijselsche, Limburgsche, Noord-Bra- bantsche en andere Nederlandsche boerinnetjes, die niet alleen het Wil helmus, maar ook het Friesche cn Limburgsche volkslied zongen. Op dezen wagen der elf provinciën stond geschreven: „Minahassa de twaalfde provincie." Een stoet van Amboineezen droeg mede een hord met het opschrift: „Ons verbond met Nederland is eeuwig." Schoon in dit opschrift was vooral dit woord „verbond". Deze menschen voelen hun verhouding tot Nederland niet als een „overheersching", maar als een „verbond." Er was een wagen met Inlandsche Chris tenen en het opschrift: „Eén met Nederland op den stcvigen grondslag van den Bijbel." Voor de Chineezen geen feest Chineezen deden aan den optocht niet me de. Hun zijn in deze voor China zoo moeilij ke tijden alle feesten verboden en zelfs hun Nieuwjaarsfeest, 31 Januari, den geboorte dag van Prinses Beatrix, is voor hen zonder feestelijkheid voorbij gegaan, al hebben de Chineezen wel mede gevlagd. Het inlandsche publiek heeft mede gedaan aan de feesten. Overal stonden „warongs" (Inlandsche eetgelegenheden), waar aller lei spijzen en zoetigheden verkocht werden. Maar hun feestvieren was zonder uitbundig heid. Luidruchtigheid en uitbundigheid zijn den Oosterlingen vreemd. Genoeglijk en gemoedelijk waren hier de feesten, zonder een enkeion wanklank. Me- clelijdend lachend moést ik er aan denken, dat in Nederland indertijd een politieke par tij in haar programma schreef: „Indië los van Nederland." Iemand, die de feesten in Nederlandsch- Indië heeft bijgewoond, beseft, dat zulk een politiek programma alleen kan voortsprui ten uit volkomen onbekendheid met de wer kelijke toestanden en verhoudingen. J. K. BREDERODE. Britsche parlementsleden wenden zich tot Hitier Twee en tachtig Labourafgevaardigdcn cn drie liberale parlementsleden hebben een telegram tot Hitier gericht, waarin uitdrukking geven aan de ongerustheid van het Britsche publiek ten aanzien van Liesclotte Hermann en Steidle, Lowatsch en" Goeïitz. die allen te Stuttgart op 12 Juni ter dood veroordeeld zijn en omtrent wier lot de Duitsche autoriteiten het. stil zwijgen bewaren. In liet telegram vragen de parlementsleden de doodstraf te wijzi gen en het publiek op de hoogte te stellen van de plaats, waar de veroordeelden ge vangen worden gehouden. Duifsch schip in de Zeeuwsche wateren gestrand Op eigen kracht weer vlot ge komen. Het Duitsche stoomschip „Goldenfels'\ komende van Bombay en bestemd voor Antwerpen, is gisternacht ter hoogte van roode boei nr. 39 (Westerschelde) omhoog gevaren. Zonder sleepboothulp is het schip weer vlot gekomen. De „Goldenfels" meet bruto 7463 ton en behoort aan Dampfschiffgescllschaft „Han- sa" te Breinen. Eerste Kamer Indië, de oogappel van Nederland. Den Haag, 17 Februari 193S. Van het vandaag behandelde moge het „politieke gedeelte" goeddeels blijven rus ten; de heeren Lobman, Briët en naderhand ook de heer Bruineman (R.K.) reageerden op de gisteren gehouden rede-Wiardi Beek man cn vooral de twee eerstgenoemden de den veel moeite om te doen blijken, dat zij de S.D.A.P. nog alles behalve vertrouwden De „Zeven Provinciën" kwam weer op 't tapijt cn dan begrijpt men wel, hoe de wind waaide! De heer Bruineman ging zakelijker op de kwestie in en vroeg nuchter hoe 't kwam dat de heer Beekman niet verklaarde, waarom de S.D.A.P. ten aanzien van het Defensie-beleid zoo is omgezwaaid? De heer Briët had „angst voor het fas cisme" verondersteld, maar de andere wilde 't blijkbaar gaarne precies weten. Of zijn weetgierigheid zal worden bevredigd? Waren er in de Tweede Kamer nog voorstanders der Defensie-maatregelen, die toch probeerden, of 't soms nog 'n ietsje minder kon, hier, in den Senaat, werd mi nister Van Dijk van Regeeringsgezinde zij de alom onmiddellijken en volledigen steun toegezegd, cn bleek men unaniem nog van oordeel, dat de defensie van Indië misschien nog niet voldoende wordt aangepakt. De heeren Lobman en Briët spraken in dien geest en ook de heer Bruineman die blijkbaar, naar hij zei, „Indische practijk" heeft vroeg, of er wel genoeg voor de Tndischc veiligheid gedaan wordt? Wel vond hij, dat Nederland te weinig, Indic te veel voor.dit doel moet betalen. Voorts wees hij op zekere spionnage-me- t'hoden van een „wel krachtdadige, maar weinig sentimcnteele mogendheid" (na- Infanterie en artillerie Voor succesvol optreden, nauwe samenwerking noodiq. Inlei ding kapt. J. F. Grosjean. Voor de afdeeling Amsterdam van de al- gemeene vereeniging van Nederlandsche re serveofficieren gaf gisterenavond in het Amstel-Hotel de kapitein der artillerie J. F. Grosjean een beknopte beschouwing over de samenwerking tusschen infanterie en ar tillerie. Spr. behandelde het doel van het ge vocht, zoowel bij den aanval als bij de ver dediging en de eischen, die ten behoeve van de gevechtskracht der infanterie aan de artillerie moeten worden gesteld. Het vuur moet komen te liggen op de juiste plaats en worden afgegeven op den juisten tijd. Met voorbeelden uit het begin van den wereld oorlog toonde spreker het groote gewicht van deze eischen aan. In de eerste maan den van den wereldoorlog verloor de Fransohe infanterie 75000 man door eigen artillerievuur. Als laatste eisch noemde spr. de intensi teit. De samenwerking moet worden gebaseerd op deze drie eischen. Meer en meer moeten de wapens daarbij rekening houden met elkaar, zoodaf ook geen onmogelijke taken worden gesteld. Persoonlijke kennis van de samenwerken de commandanten met elkaar vergemakke lijkt de samenwerking. Spr. liet de divisie-groepen artillerie bui ten beschouwing en beperkte zich tot de divisie-artillerie, daar de samenwerking met eerstgenoemde over andere schijven loopt in verband met haar taak dan bij de divisie-artillerie. Artillerie bane den weg! De divisie-artillerie moet door haar vuur zorgen, dat de infanterie den aanval kan beginnen. Door een inleidende beschieting moet de vijandelijke stelling worden geneu traliseerd en tijdens den aanval moet de infanterie rechtstreeks worden gesteund en beschermd. In de verdediging is de taak van de ar tillerie allereerst: het storen van den vij and in de voorbereiding van zijn aanval. Zulk een aanval is dank zij de voorberei dingsmaatregelen en de mogelijkheden van waarneming meestal, air is het. slechts korten tijd, van te voren bekend. Tegenvoor- bereidingsvuren zijn dan noodig. Spr. behandelde voorts de verschillende methoden van samenwerking en besprak het voor en tegen van het stellen van ar tillerie onder de bevelen van infanterie-com- mandant, het indeelen van afdeelingen voor rechtstreekschen steunen van algemeene op drachten. Aan de afdeelingen voor rechtstreekschen steun kan de infanterie-commandant vuur vragen, als hij dat noodig oordeelt, hoewel de afdeelingen niet onder zijn bevelen staan. Dit bevordert een meer economisch gebruik der artillerie. De afdeelingen voor algemeene opdrachten blijven dan uitslui tend onder commando van den divisie-artil- lerie-commandant. Is persoonlijk overleg tusschen de samen werkende commandanten niet mogelijk, dan treedt de artillerieinlichtingsgroep op Door middel van vuurseinen, dé tijdtafel en het afspreken van merkpunten wordt de samen werking verder geregeld. De aan de tijdtafel (vuurwal) verbonden bezwaren besprak de inleider uitvoerig. Dit moet als laatste mid del worden beschouwd. Een groot aantal opmerkingen over de sa menwerking werden ten slotte door den spreker gemaakt. Regeeringspartijen geven verze kering van haar steun. De commissie van buitenlandsche zaken van de tot de regeeringsmeerderheid be- hoorende afgevaardigden heeft gisteren te Londen anderhalf uur vergaderd, teneinde de Duitsch-Oostenrijksche kwestie te be spreken. Ongeveer honderd afgevaardigden woonden de vergadering bij. tuurlijk Japan!), vragend om effectieve middelen daartegen. De heer Bruineman ziet in Indic ons grootste gevaar-centrum cn deswege informeerde hij nog eens na drukkelijk, of er wel genoeg ter verdediging gedaan wordt? „Let op Indië als de appel uwer oogen"! riep hij Z.Exc. toe. Het gemis van de volledige kennis van de motieven der tegenstanders de zooeven aangeroerde kwestie! kan wel wat wor den getemperd door het Voorloopig Verslag, maar aangezien dat geen namen noemt cn alleen over „enkele" of „vele" of „ecnige" leden spreekt, moet men maar een „gooi" doen naar de vermoedelijke geestelijke va ders van de diverse beschouwingen. Of de betrokken leden moeten zélf het geheim ontsluieren, wat wel eens gebeurt. Heden b.v. verklaarde de heer Lohman, dat prof. Van Embden hem aangegeven had, welke passages in het V.V. voor zijn, Van Emb- den's. rekening komen. En aldus kon de ander even ingaan op het standpunt van den Vrijz. Democraat, namelijk dat als de collectieve veiligheid niet slaagt, wij ons bij een „ideologisch front" zullen moeten aansluiten. Deze gedachte oordeelde prof. Lohman als hoogst-gevaarlijk, wijl onze neu traliteit ermee verloren zou gaan en wij onvoorwaardelijk bij een volgenden oorlog betrokken zouden worden. Maar de heer Lohman was bepaald zeer verontwaardigd over een artikel in de N. S.B.-pcrs, dat hij oneindig gevaarlijker achtte, wijl het met koeien van letter insi- tueerde, dat onze Regeering haar neutra liteitspolitiek zou hebben opgegeven door het aangaan van een geheim militair bond cenootschap met Engeland! En welk ver drag dus lijnrecht in strijd met de Grond wet zou zijn gesloten Do heer Lobman trilde van verontwaardi ging, toen hij zijn woorden de zaal inslin- gerde. Prof. Van Embden kwam dan heden ook nog aan het woord. Hij verklaarde, „geheel voor zichzelf" te spreken. Wel was verheu gend, dat deze van ouds warme Volken- hondsvriend, die zijn ideaal thans immers Nadat de jongste gebeurtenissen aan een bespreking waren onderworpen, aldus wordt in een officieel communiqué gezegd, bleek de commissie van gevoelen te zijn, dat het te eeniger tijd wcnschelijk zou kunnen blijken, dat Groot-Briltannië in Europa een „positievere" houding aan neemt en zij wenischt derhalve, dat er bij de regeering geen twijfel bestaat omtrent den volledigen steun der regeeringspartijen in een dergelijk geval. Naar Reuter hieraan toevoegt, zou het bezigen van de uitdrukking „positieve hou ding" niet bcteekenen, dat de aanhangers van de regeering thans iets van dien aard eischen. Zij hebben de regeering slechts willen verzekeren, van den volledigen steun der betrokken leden, indien een dergelijke houding wenschelijk mocht zijn. Toscanini niet naar Oostenrijk In verband met den onzeker en toestand. TOSCANINI. De beroemde dirigent Toscanini, "die thans te New York vertoeft, heeft medegedeeld, dat hij niet aan de Salzfourger Festspiele van 1938 zal medewerken in verband met den onzekeren toestand in Oostenrijk. Werk voor vertalers! Iran zuivert zijn taalschat. De films behoeven niet van vreemde smetten vrij te zijnl Van 1 April af zal het gebruik van bui tenlandsche lèttertcekens of vreemde talen in Iran verboden zijn. Geen bank, openbare instelling of handelsonderneming mag meer iets anders dan Iraneesch schrijven en alle in vreemde letters of talen geschreven stuk ken moeten eind Maart vertaald zijn. Een uitzondering wordt slechts gevormd voor we tenschappelijke uitdrukkingen, doktersre cepten, filmteksten en douaneverklaringen en passen. Het decreet bevat voorts de bepaling, dat alle handelsmerken op Iraneesche producten in het Iraneesch geschreven moeten zijn. De handelshuizen en winkels mogen geen vreemde namen dragen. „Grootste luchtvaartavontuur" zonder eenig ongeval verloopen. De zes „Vliegende Forten", welke van Mi- ami in Florida waren gestart, zijn, volgens U. P., gistermiddag om 5.03 uur plaatselijken tijd in de hoofdstad van Peru aangekomen. Het escadrille van zes vliegtuigen met een bemanning van zestig koppen, dat onder be vel staat van luitenant-kolonel Olds, is er aldus in zijn geheel in geslaagd het onge veer 5000 kilometer lange traject Miami Lima zonder tusschenlancling af te leggen.- „Het grootste luchtvaartavontuur, ooit door het leger van de Vercenigde Staten on dernomen", is derhalve zonder eenig onge val verloopen, terwijl de kranige Ameri kaansche vliegers een nieuw record hebben gevestigd voor lange afsfandsvluchten van militaire vliegtuigen zonder tusschenlan cling. zoo ziet tanen!, toch ietwat optimistisch kon zijn, wat. het oorlogsgevaar in West-Europa betreft. Wel beriep hij zich op de Engelsche her-bewapening (een zwak argument) om te betoogen, dat de spanning in Europa af neemt, en voorts vond hij, dat zelfs de Duitsche inmenging in Oostenrijk „geen no vum" is, dat Duitschland niets dan'nadeel van een oorlog kan hebben. Zelfs zag hij in Japans agressiehet voordeel, dat ge noemd land zich goeddeels uitput en dus ongevaarlijker wordt. Een en ander bracht den Senator er toe, de noodzaak van een zoo sterk mogelijke, nationale defensie te betwisten. „Men moet niet overdrijven". Alleen collectiviteit zal ons behoud kunnen zijn, de rest is „zelf moord". Een nieuwen oorlog kan West- Europa geestelijk toch niet meer verdragen En ons volk kan de gevraagde financiccle offers eenvoudig niet opbrengen, wat ten gevolge heeft, dat het volk gaat morren en de democratie zoodoende ondermijnen. Volgens prof. Van Embden zal Nederland, als klein land, zeker een billijk aandeel in de collectieve defensie moeten bijdragen, maar men mag zoo betoogde hij verder do schreeuwende venvaarloozing van so cialen nood niet eenvoudig vergeten. Zelfs de S.D.A.P. ging, volgens den Senator, inza ke Defensie, niet meer vrijuit en de Katho lieken verweet hij, dat zij in de Tweede Ka mer het hoofd hadden gebogen, om bij On derwijs den moed terug te vinden. De heer Bruineman, de laatste spreker van heden, was dan ook de eenige afgevaardig de, die op het gesprokene van zijn voorgan ger kon ingaan, zeggende, dat diens voor spellingen omtrent de toekomst van Europa geen waarde hebben, want wie is helder ziende? Nog moet even worden vermeld, dat de heer Van Voorst tot Voorst, bij wijze van „intermezzo" was komen aandringen op het instellen van een weerbelasting en op het aanschaffen in ons eigen land, van paarden voor het leger. Morgenmiddag volgj0het ministerieele be scheid.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 8