Hossende menigte
in Malang
De steun voor de con
sumptieaardappelen
Defensiedebatten
Engeland's „positievere"
houding
Amerikaansche legervlie-
gers vestigen wereldrecord
HOE IN ONZEN OOST DE GEBOORTE
VAN PRINSES BEATRIX GEVIERD
WERD.
Chineesche en Japansche
vlaggen naast het
Hollandsche dundoek
Malang, 4 Februari.
De uitbundige feestviering ter eere
van de geboorte van prinses Beatrix
gaf mij, de pas in Nederlandsch-
Indië aangekomene, een ongezochte
gelegenheid een bijzonderen blik te
werpen op de verhoudingen in het
groote Nederlandsche koloniale rijk.
En wat ik kon waarnemen, heeft
me sterk getroffen en vaak ont
roerd.
Maandag 31 Januari zat ik 's middags op
het terras van een café in het hart van Ma
lang, aan de Aloen Aloen, het groote gras
veld met in het midden een machtige wa-
ringinboom. De stad was stil, de straten
waren leeg, want pas was het namiddag
rustuur geëindigd. Van één tot zes uur 's-
middags bevinden zich steeds slechts zeer
weinig menschen buiten. Op een tiental me
ters van mij vandaan zate op 't caféterras
nog een Nederlandsche dame en heer. Ver-,
der waren er geen gasten. Dé Javaansche
bedienden met gebatikte hoofddoeken en
witte pakjes hurkten in een hoek babbelend
tezamen. De radio gaf een muziekdeuntje.
Enkele minuten na half zes (dat is enkele
minuten na tien uur 's morgens Nederland
sche tijd) werd plotseling het muziekdeuntje
afgebroken en klonk een stem: „Dames en
heeren, ik heb een hoogst belangrijke mede-
decling te doen. Ik herhaal: ik heb een
hoogst belangrijke mededeeling te doen."
Het groote oogenblik
De Nederlandsche dame en heer
stonden op, in hoogste spanning.
We wisten: het groote oogenblik
was eindelijk aangebroken.
We wachten en luisterden, maar
voordat de radio-omroeper met de
groote mededeeling kwam werd
eerst twee maal achter elkander
langzaam en plechtig het Wilhel
mus gespeeld en daarna eerst ver
kondigde de radio de geboorte van
een nieuwe Oranjetelg.
De Nederlandsche dame en heer keken
naar mij en zwaaiden mij toe. Ik lette op de
Javaansche bedienden. Eén dezer jongens
kent Nederlandsch en vertelde den anderen
het groote nieuws. Volkomen rustig bleven
deze Javanen, maar toen gaf de radio nog
eens dezelfde mededeeling in het Javaansch
en plotseling kwam er beweging in de
jongens. Drie snelden naar binnen en kwa
men dadelijk daarop terug met een rood-
wit-blauwe muts op het hoofd. Door deze
mededeeling in het Javaansch was eens
klaps de pasgeboren Prinses ook hun Prin
ses geworden.
In drie minuten tijds was het
stadsbeeld veranderd.
Drie minuten later waren de
eerst leege straten gevuld met. een
dichte menigte, die stroomde in de
richting van het Aloen-Aloen-plein,
waar reeds weken vier stukken ge
schut stonden opgesteld onder bewa
king van een kleine militaire wacht.
Automobielen met artilleristen snelden
aan en toen het eerste kanonschot losdon-
derde stonden de menschen reeds rijen dik
om het groote plein, inlanders van ver
schillende rassen, Europeanen, militairen,
dames, heeren.
Toen een klein uur later de duisternis be
gon te vallen werd overal de feestverlich
ting ontstoken en in den grooten waringin-
boom op het plein brandden oranjekleurige
lampjes als waren het oranje-appeltjes.
De Javaantjes houden niet van
hossen.
Dien avond reeds heerschte de feestvreug
de alom. Een orkest trok door de stad en
daarachter hosten honderden, ouden en jon
gen, dames en heeren, militairen en burgers
echter betrekkelijk weinig Javanen. Deze
uitbundige hosserij zit den Oosterlingen
niet in het bloed en Javanen, Chineezen,
Madoereezen keken alleen lachend toe.
Overal wapperden vlaggen, in de voornaam
ste straten hier en daar naast de Neder
landsche vlag ook de Chineesche vlag en
enkele Japansche winkeliers hadden naast
de Nederlandsche de Japansche vlag gehe-
schen.
Telkens werd het Wilhelmus aangeheven,
maar ook andere bekende Nederlandsche
liederen weerklonken, waaronder ook liede
ren van Emicl Hullebroeck, die in Neder-
landsch-Indië nog niet vergeten is. Heel
den nacht, door duurde de uitbundige pret
en ook duizenden inlanders en Chineezen
hadden zidi met oranjê getooid. Ik zag
zelfs- een lnlandseheri vader met al zijn
kinderen in oranje-kleederen.
Troepenparade.
Den volgenden morgen vroeg was er pa
rade van de troepen met hun aardige prac-
tische stroohoeden, die als hoofddeksel even
goed, maar veel lichter zijn dan de bij an
dere koloniale legers gebruikelijke helmhoe
den.
Duizenden leerlingen van scholen, Chi
neesche, Javaansche, Europeesche, Indo-
Europeesche, Madoereesche, Amboineesche
kinderen, kwamen onder het geleide van
hun onderwijzers en onderwijzeressen. De
leden van talioozo vereenigingen kwamen
in het gelid aan marcheeren, daaronder de
oud-strijders, bijna allen Inlanders want de
Europeesche oud-strijders zijn voor het
meerendeel na hun militairen dienst naar
Europa teruggekeerd. En al deze menschen
waren met oranje getooid cn droegen oran
je en rood-wit-en-blauwe vlaggetjes. Toe
spraken werden gehouden, o.a. door den
resident, den burgemeester en den regent
(het Inlandsche bestuurshoofd.)
Een uittarting?
De oud-strijders hadden aan een mast
groote wimpels gehangen met de namen
Atjer, Lombok, Borneo, herinneringen aan
vroegere expedities, waarbij soms veel bloed
heeft gestroomd.
Ik hoorde een Zwitser, die pas
kort in Indië vertoeft, tot een land
genoot, die reeds tientallen jaren
hier verblijf houdt, de vraag stel
len: „Maar is deze herinnering aan
die expedities niet min of meer een
uittarting van den Inlander?"
De Zwitsersche oude Indisoh-gast lachte
en antwoordde: „Wel neen, voor den Javaan
bij voorbeeld zijn de bewoners van de ande
re Nederlandsch-Indische eilanden vreem
delingen, vijanden. Reeds eeuwen voor de
Nederlanders hier kwamen, hebben deze
menschen onderling bloedige oorlogen ge
voerd en ze zouden dit nog doen, indien
hier geen Nederlandsch bestuur was. Boven
dien, kijk zelf, deze oud-strijders, die zoo
trotsch zijn op hun vroegere expedities, zijn
zelf groolendeels inlanders."
Inlandsche boerinnetjes.
Ik ben eens enkele dessa's (Inlandsche
dorpen) bij Malang doorgewandeld en ook
daar zag ik vanen en eerepoorten.
Kon. Ned. Landbouwcomité
vraagt terugbrengen op f 30.—
per bunder.
In een adres van het Koninklijk Neder
landsch Landbouwcomité aan den minister
van Economische Zaken is o.a. gezegd, dat
er in den boezem zijner organisatie zeer
groote bezwaren bestaan tegen het besluit
der regeering om de teeltheffing van con
sumptieaardappelen te verhoogen van f30.
tot f50.per H.A. Adressant wijst er op,
dat het toegepaste systeem van teeltheffing
in zijn uitwerking onbillijk is. Immers wordt
bij een zoodanige heffing van de met aard
appelen beteelde oppervlakte onvoldoende re
kening gehouden met de verkoopwaarde en
de opbrengst van het verkregen product.
Een heffing op het product overeenkomstig
de steunregeling, welke aanvankelijk gold,
drukte meer in evenredigheid van de op
brengst en de verkoopbaarheid der aardap
pelen, derhalve meer naar draagkracht.
In verhand met de groote administratieve
bezwaren van dat stelsel is men destijds
overgegaan tot het instellen van een heffing
hij de bron, welke alleen naar de met aard
appelen beteelde oppervlakte wordt geheven.
Een zoodanige heffing zal echter slechts
tot een beperkt bedrag kunnen worden gehe-
v.en, daar anders voor de zwaarst belaste
gronden de heffing tot een last wordt, welke
de voordeelen der regeling overtreft. Met een
verhooging der tceltheffing van f 30 tot
f50.per H.A..
Deze verhoogmg van de vaste lasten zal
volgens adressant worden gevoeld als een
onbillijkheid en zal leiden tot een inkrimping
van de aardappelteelt op de minder goede
gronden. Daardoor zal de vruchtopvolging,
welke op deze gronden toch reeds weinig
rationeel was, nog slechter worden, hetgeen
tot een verderen achteruitgang van den min
der goeden cultunrtoestand zal leiden.
Voorts zal naar de stellige overtuiging
van adressant het innen van de verhoogde
heffing tot groote moeilijkheden aanleiding
geven, gelet op de groote bezwaren der prak
tijk.
Gevreesd moet worden, dat de loyale me
dewerking der betrokkenen, zoo onmisbaar
voor het slagen der aardappelteeltregeling,
zal ontbreken.
Adressant acht het dan ook ten volle ge
wettigd, dat er ten behoeve van het handha
ven van de consumptieaardanpelteelt een of
fer wordt gebracht uit het Landbouwcrisis-
fonds, zoodanig dat het mogelijk zou zijn de
teeltheffing terug te brengen op f 30 per
H.A.
Het mond- en klauwzeer
Aantal sterfgevallen neemt af.
In de week van 6 tot en met 12 Fe
bruari hadden de volgende aantallen sterf
gevallen tengevolge van het mond- en
klauwzeer plaats, waarbij het totale aan
tal sinds 19 September van het vorig jaar
tusschen haakjes is vermeld:
27 (3033) runderen, 72 (3684) kalveren, 46
(2875) varkens en biggen, 0 (198) schapen en
1 (49) geit. Het aantal sterfgevallen is nog
steeds afnemende.
Bijzonder was een optocht, dde op den
derden feestdag werd gehouden. Hieraan
namen zoowel Europeanen als inlanders
deel. De hier wonende Arabieren hadden
een stoet met Arabieren in Bedoeinen-klec-
ding te paard; Minahassers, Amboineezen,
Javanen, Madoereezen, hadden hun eigen
versierde wagens. Overal wapperden linten
met opschriften, talloozc borden met op
schriften werden medogedragen in den stoet
Meisjes uit de Minahassa hadden
'n wagen voorstellende de elf provin
ciën, en daarop zaten heel bruine
Friesche, Groningsche, Zecuwsche,
Noord- en Zuid-Hollandsche, Over-
ijselsche, Limburgsche, Noord-Bra-
bantsche en andere Nederlandsche
boerinnetjes, die niet alleen het Wil
helmus, maar ook het Friesche cn
Limburgsche volkslied zongen. Op
dezen wagen der elf provinciën
stond geschreven: „Minahassa de
twaalfde provincie."
Een stoet van Amboineezen droeg mede
een hord met het opschrift: „Ons verbond
met Nederland is eeuwig."
Schoon in dit opschrift was vooral dit
woord „verbond". Deze menschen voelen
hun verhouding tot Nederland niet als een
„overheersching", maar als een „verbond."
Er was een wagen met Inlandsche Chris
tenen en het opschrift: „Eén met Nederland
op den stcvigen grondslag van den Bijbel."
Voor de Chineezen geen feest
Chineezen deden aan den optocht niet me
de. Hun zijn in deze voor China zoo moeilij
ke tijden alle feesten verboden en zelfs hun
Nieuwjaarsfeest, 31 Januari, den geboorte
dag van Prinses Beatrix, is voor hen zonder
feestelijkheid voorbij gegaan, al hebben de
Chineezen wel mede gevlagd.
Het inlandsche publiek heeft mede gedaan
aan de feesten. Overal stonden „warongs"
(Inlandsche eetgelegenheden), waar aller
lei spijzen en zoetigheden verkocht werden.
Maar hun feestvieren was zonder uitbundig
heid. Luidruchtigheid en uitbundigheid zijn
den Oosterlingen vreemd.
Genoeglijk en gemoedelijk waren hier de
feesten, zonder een enkeion wanklank. Me-
clelijdend lachend moést ik er aan denken,
dat in Nederland indertijd een politieke par
tij in haar programma schreef: „Indië los
van Nederland."
Iemand, die de feesten in Nederlandsch-
Indië heeft bijgewoond, beseft, dat zulk een
politiek programma alleen kan voortsprui
ten uit volkomen onbekendheid met de wer
kelijke toestanden en verhoudingen.
J. K. BREDERODE.
Britsche parlementsleden wenden
zich tot Hitier
Twee en tachtig Labourafgevaardigdcn
cn drie liberale parlementsleden hebben
een telegram tot Hitier gericht, waarin
uitdrukking geven aan de ongerustheid
van het Britsche publiek ten aanzien van
Liesclotte Hermann en Steidle, Lowatsch
en" Goeïitz. die allen te Stuttgart op 12
Juni ter dood veroordeeld zijn en omtrent
wier lot de Duitsche autoriteiten het. stil
zwijgen bewaren. In liet telegram vragen
de parlementsleden de doodstraf te wijzi
gen en het publiek op de hoogte te stellen
van de plaats, waar de veroordeelden ge
vangen worden gehouden.
Duifsch schip in de Zeeuwsche
wateren gestrand
Op eigen kracht weer vlot ge
komen.
Het Duitsche stoomschip „Goldenfels'\
komende van Bombay en bestemd voor
Antwerpen, is gisternacht ter hoogte van
roode boei nr. 39 (Westerschelde) omhoog
gevaren. Zonder sleepboothulp is het schip
weer vlot gekomen.
De „Goldenfels" meet bruto 7463 ton en
behoort aan Dampfschiffgescllschaft „Han-
sa" te Breinen.
Eerste Kamer
Indië, de oogappel van Nederland.
Den Haag, 17 Februari 193S.
Van het vandaag behandelde moge het
„politieke gedeelte" goeddeels blijven rus
ten; de heeren Lobman, Briët en naderhand
ook de heer Bruineman (R.K.) reageerden
op de gisteren gehouden rede-Wiardi Beek
man cn vooral de twee eerstgenoemden de
den veel moeite om te doen blijken, dat zij
de S.D.A.P. nog alles behalve vertrouwden
De „Zeven Provinciën" kwam weer op 't
tapijt cn dan begrijpt men wel, hoe de wind
waaide!
De heer Bruineman ging zakelijker op
de kwestie in en vroeg nuchter hoe 't kwam
dat de heer Beekman niet verklaarde,
waarom de S.D.A.P. ten aanzien van het
Defensie-beleid zoo is omgezwaaid?
De heer Briët had „angst voor het fas
cisme" verondersteld, maar de andere wilde
't blijkbaar gaarne precies weten. Of zijn
weetgierigheid zal worden bevredigd?
Waren er in de Tweede Kamer nog
voorstanders der Defensie-maatregelen, die
toch probeerden, of 't soms nog 'n ietsje
minder kon, hier, in den Senaat, werd mi
nister Van Dijk van Regeeringsgezinde zij
de alom onmiddellijken en volledigen steun
toegezegd, cn bleek men unaniem nog van
oordeel, dat de defensie van Indië misschien
nog niet voldoende wordt aangepakt. De
heeren Lobman en Briët spraken in dien
geest en ook de heer Bruineman die
blijkbaar, naar hij zei, „Indische practijk"
heeft vroeg, of er wel genoeg voor de
Tndischc veiligheid gedaan wordt? Wel vond
hij, dat Nederland te weinig, Indic te veel
voor.dit doel moet betalen.
Voorts wees hij op zekere spionnage-me-
t'hoden van een „wel krachtdadige, maar
weinig sentimcnteele mogendheid" (na-
Infanterie en artillerie
Voor succesvol optreden, nauwe
samenwerking noodiq. Inlei
ding kapt. J. F. Grosjean.
Voor de afdeeling Amsterdam van de al-
gemeene vereeniging van Nederlandsche re
serveofficieren gaf gisterenavond in het
Amstel-Hotel de kapitein der artillerie J. F.
Grosjean een beknopte beschouwing over de
samenwerking tusschen infanterie en ar
tillerie.
Spr. behandelde het doel van het ge
vocht, zoowel bij den aanval als bij de ver
dediging en de eischen, die ten behoeve van
de gevechtskracht der infanterie aan de
artillerie moeten worden gesteld. Het vuur
moet komen te liggen op de juiste plaats en
worden afgegeven op den juisten tijd. Met
voorbeelden uit het begin van den wereld
oorlog toonde spreker het groote gewicht
van deze eischen aan. In de eerste maan
den van den wereldoorlog verloor de
Fransohe infanterie 75000 man door eigen
artillerievuur.
Als laatste eisch noemde spr. de intensi
teit.
De samenwerking moet worden gebaseerd
op deze drie eischen. Meer en meer moeten
de wapens daarbij rekening houden met
elkaar, zoodaf ook geen onmogelijke taken
worden gesteld.
Persoonlijke kennis van de samenwerken
de commandanten met elkaar vergemakke
lijkt de samenwerking.
Spr. liet de divisie-groepen artillerie bui
ten beschouwing en beperkte zich tot de
divisie-artillerie, daar de samenwerking
met eerstgenoemde over andere schijven
loopt in verband met haar taak dan bij de
divisie-artillerie.
Artillerie bane den weg!
De divisie-artillerie moet door haar vuur
zorgen, dat de infanterie den aanval kan
beginnen. Door een inleidende beschieting
moet de vijandelijke stelling worden geneu
traliseerd en tijdens den aanval moet de
infanterie rechtstreeks worden gesteund en
beschermd.
In de verdediging is de taak van de ar
tillerie allereerst: het storen van den vij
and in de voorbereiding van zijn aanval.
Zulk een aanval is dank zij de voorberei
dingsmaatregelen en de mogelijkheden van
waarneming meestal, air is het. slechts
korten tijd, van te voren bekend. Tegenvoor-
bereidingsvuren zijn dan noodig.
Spr. behandelde voorts de verschillende
methoden van samenwerking en besprak
het voor en tegen van het stellen van ar
tillerie onder de bevelen van infanterie-com-
mandant, het indeelen van afdeelingen voor
rechtstreekschen steunen van algemeene op
drachten.
Aan de afdeelingen voor rechtstreekschen
steun kan de infanterie-commandant vuur
vragen, als hij dat noodig oordeelt, hoewel
de afdeelingen niet onder zijn bevelen
staan. Dit bevordert een meer economisch
gebruik der artillerie. De afdeelingen voor
algemeene opdrachten blijven dan uitslui
tend onder commando van den divisie-artil-
lerie-commandant.
Is persoonlijk overleg tusschen de samen
werkende commandanten niet mogelijk, dan
treedt de artillerieinlichtingsgroep op Door
middel van vuurseinen, dé tijdtafel en het
afspreken van merkpunten wordt de samen
werking verder geregeld. De aan de tijdtafel
(vuurwal) verbonden bezwaren besprak de
inleider uitvoerig. Dit moet als laatste mid
del worden beschouwd.
Een groot aantal opmerkingen over de sa
menwerking werden ten slotte door den
spreker gemaakt.
Regeeringspartijen geven verze
kering van haar steun.
De commissie van buitenlandsche zaken
van de tot de regeeringsmeerderheid be-
hoorende afgevaardigden heeft gisteren te
Londen anderhalf uur vergaderd, teneinde
de Duitsch-Oostenrijksche kwestie te be
spreken. Ongeveer honderd afgevaardigden
woonden de vergadering bij.
tuurlijk Japan!), vragend om effectieve
middelen daartegen. De heer Bruineman
ziet in Indic ons grootste gevaar-centrum
cn deswege informeerde hij nog eens na
drukkelijk, of er wel genoeg ter verdediging
gedaan wordt?
„Let op Indië als de appel uwer oogen"!
riep hij Z.Exc. toe.
Het gemis van de volledige kennis van de
motieven der tegenstanders de zooeven
aangeroerde kwestie! kan wel wat wor
den getemperd door het Voorloopig Verslag,
maar aangezien dat geen namen noemt cn
alleen over „enkele" of „vele" of „ecnige"
leden spreekt, moet men maar een „gooi"
doen naar de vermoedelijke geestelijke va
ders van de diverse beschouwingen. Of de
betrokken leden moeten zélf het geheim
ontsluieren, wat wel eens gebeurt. Heden
b.v. verklaarde de heer Lohman, dat prof.
Van Embden hem aangegeven had, welke
passages in het V.V. voor zijn, Van Emb-
den's. rekening komen. En aldus kon de
ander even ingaan op het standpunt van
den Vrijz. Democraat, namelijk dat als de
collectieve veiligheid niet slaagt, wij ons
bij een „ideologisch front" zullen moeten
aansluiten. Deze gedachte oordeelde prof.
Lohman als hoogst-gevaarlijk, wijl onze neu
traliteit ermee verloren zou gaan en wij
onvoorwaardelijk bij een volgenden oorlog
betrokken zouden worden.
Maar de heer Lohman was bepaald zeer
verontwaardigd over een artikel in de N.
S.B.-pcrs, dat hij oneindig gevaarlijker
achtte, wijl het met koeien van letter insi-
tueerde, dat onze Regeering haar neutra
liteitspolitiek zou hebben opgegeven door
het aangaan van een geheim militair bond
cenootschap met Engeland! En welk ver
drag dus lijnrecht in strijd met de Grond
wet zou zijn gesloten
Do heer Lobman trilde van verontwaardi
ging, toen hij zijn woorden de zaal inslin-
gerde.
Prof. Van Embden kwam dan heden ook
nog aan het woord. Hij verklaarde, „geheel
voor zichzelf" te spreken. Wel was verheu
gend, dat deze van ouds warme Volken-
hondsvriend, die zijn ideaal thans immers
Nadat de jongste gebeurtenissen aan een
bespreking waren onderworpen, aldus
wordt in een officieel communiqué gezegd,
bleek de commissie van gevoelen te zijn,
dat het te eeniger tijd wcnschelijk zou
kunnen blijken, dat Groot-Briltannië in
Europa een „positievere" houding aan
neemt en zij wenischt derhalve, dat er bij
de regeering geen twijfel bestaat omtrent
den volledigen steun der regeeringspartijen
in een dergelijk geval.
Naar Reuter hieraan toevoegt, zou het
bezigen van de uitdrukking „positieve hou
ding" niet bcteekenen, dat de aanhangers
van de regeering thans iets van dien aard
eischen. Zij hebben de regeering slechts
willen verzekeren, van den volledigen steun
der betrokken leden, indien een dergelijke
houding wenschelijk mocht zijn.
Toscanini niet naar Oostenrijk
In verband met den onzeker en
toestand.
TOSCANINI.
De beroemde dirigent Toscanini, "die thans
te New York vertoeft, heeft medegedeeld,
dat hij niet aan de Salzfourger Festspiele
van 1938 zal medewerken in verband met
den onzekeren toestand in Oostenrijk.
Werk voor vertalers!
Iran zuivert zijn taalschat.
De films behoeven niet van
vreemde smetten vrij te zijnl
Van 1 April af zal het gebruik van bui
tenlandsche lèttertcekens of vreemde talen
in Iran verboden zijn. Geen bank, openbare
instelling of handelsonderneming mag meer
iets anders dan Iraneesch schrijven en alle
in vreemde letters of talen geschreven stuk
ken moeten eind Maart vertaald zijn. Een
uitzondering wordt slechts gevormd voor we
tenschappelijke uitdrukkingen, doktersre
cepten, filmteksten en douaneverklaringen
en passen.
Het decreet bevat voorts de bepaling, dat
alle handelsmerken op Iraneesche producten
in het Iraneesch geschreven moeten zijn. De
handelshuizen en winkels mogen geen
vreemde namen dragen.
„Grootste luchtvaartavontuur"
zonder eenig ongeval verloopen.
De zes „Vliegende Forten", welke van Mi-
ami in Florida waren gestart, zijn, volgens
U. P., gistermiddag om 5.03 uur plaatselijken
tijd in de hoofdstad van Peru aangekomen.
Het escadrille van zes vliegtuigen met een
bemanning van zestig koppen, dat onder be
vel staat van luitenant-kolonel Olds, is er
aldus in zijn geheel in geslaagd het onge
veer 5000 kilometer lange traject Miami
Lima zonder tusschenlancling af te leggen.-
„Het grootste luchtvaartavontuur, ooit
door het leger van de Vercenigde Staten on
dernomen", is derhalve zonder eenig onge
val verloopen, terwijl de kranige Ameri
kaansche vliegers een nieuw record hebben
gevestigd voor lange afsfandsvluchten van
militaire vliegtuigen zonder tusschenlan
cling.
zoo ziet tanen!, toch ietwat optimistisch kon
zijn, wat. het oorlogsgevaar in West-Europa
betreft. Wel beriep hij zich op de Engelsche
her-bewapening (een zwak argument) om
te betoogen, dat de spanning in Europa af
neemt, en voorts vond hij, dat zelfs de
Duitsche inmenging in Oostenrijk „geen no
vum" is, dat Duitschland niets dan'nadeel
van een oorlog kan hebben. Zelfs zag hij
in Japans agressiehet voordeel, dat ge
noemd land zich goeddeels uitput en dus
ongevaarlijker wordt.
Een en ander bracht den Senator er toe,
de noodzaak van een zoo sterk mogelijke,
nationale defensie te betwisten. „Men moet
niet overdrijven". Alleen collectiviteit zal
ons behoud kunnen zijn, de rest is „zelf
moord". Een nieuwen oorlog kan West-
Europa geestelijk toch niet meer verdragen
En ons volk kan de gevraagde financiccle
offers eenvoudig niet opbrengen, wat ten
gevolge heeft, dat het volk gaat morren en
de democratie zoodoende ondermijnen.
Volgens prof. Van Embden zal Nederland,
als klein land, zeker een billijk aandeel in
de collectieve defensie moeten bijdragen,
maar men mag zoo betoogde hij verder
do schreeuwende venvaarloozing van so
cialen nood niet eenvoudig vergeten. Zelfs
de S.D.A.P. ging, volgens den Senator, inza
ke Defensie, niet meer vrijuit en de Katho
lieken verweet hij, dat zij in de Tweede Ka
mer het hoofd hadden gebogen, om bij On
derwijs den moed terug te vinden.
De heer Bruineman, de laatste spreker van
heden, was dan ook de eenige afgevaardig
de, die op het gesprokene van zijn voorgan
ger kon ingaan, zeggende, dat diens voor
spellingen omtrent de toekomst van Europa
geen waarde hebben, want wie is helder
ziende?
Nog moet even worden vermeld, dat de
heer Van Voorst tot Voorst, bij wijze van
„intermezzo" was komen aandringen op het
instellen van een weerbelasting en op het
aanschaffen in ons eigen land, van paarden
voor het leger.
Morgenmiddag volgj0het ministerieele be
scheid.