Zóó kan een veldheer
zegevieren
RADIO
BiiSTTi
Bommenregen en
militair verkeer
Slagersvrouw
vermoord
Twee gewonden bij een
kleinen binnenbrand
de don juan
,\.eï
EDGAR RICEj
BURROUGHS!
NO. 10.
Zqn eerste behoefte was vuur. Hij sneed een
smalle rechte tak af en maakte een smal,
rond gat in een gevallen boom. Terwijl hij op
de stam ging zitten, begon hij de kleine tak
tussen zijn handen vlug in het rond te
draaien. Een dunne rookwolk kringelde om
hoog. Daarna zocht hij enkele stukken rots.
Hiervan maakte hij met veel geduld een
primitief jachtmes. Hij had in het woud een
plek ontdekt, waar sporen in de modder aan
toonden, dat daar vele dieren kwamen drinken.
Later, toen het donker was, ging de aapman
op weg, slingerde zich door de boomtakken
met de gratie en het gemak van een aap.
Afgezien van de zware beklemming om zijn
hart, voelde hij zich weer gelukkig bij zijn
terugkeer in het oude, vrije leven van zijn
jeugd. In een grote boom, vlak boven de
drinkplaats, zijn lange benen reeds klaar om
te springen, zat Tarzan te wachten tot zijn
„diner" zou verschijnen^ Eerst kwam Bara,
het hert, voorzichtig naar het water toe. Maar
meer dan Bara kwam daar aan! Achter het
sierlijke dier kwam een ander, dat het hert
noch zien, noch hooren kon. Maar vanuit zijn
verborgen uitkijk zag de aapman Numa, de
leeuw. Plotseling stond het hert een oogen-
blik stil, bevend over al zijn leden en toen
met een snelle sprong liep het vlak onder het
pad beneden de plek waar Tarzan zat. Geen
honderd meter achter hem aan kwam Numa.
Als de aapman die avond wilde eten, moest
hij vlug handelen. Zou hij het doen? Op het
moment, dat hij zichzelf deze vraag stelde,
slingerde de hongerige man zichzelf van zijn
tak naar beneden.
(Nieuwe spelling.)
INTERESSANTE PUBLICATIE OVER
OORLOGSPROBLEMEN IN FRANKRIJK.
Frankrijk is van oudsher trotsch
op zijn voortreffelijk wegennet ge
weest. Napoleon, de soldatenkeizer,
stelde zich de Romeinen ton voor
beeld, toen hij aan Frankrijk zijn
vele goede verkeerswegen gaf. In
den wereldoorlog heeft het Fransche
wegennet de vuurproef doorstaan
en heeft het wegdek ondanks de
enorme belasting door vriend en
vijand weinig schade geleden.
Thans heerscht. er echter eenige twijfel
of het tegenwoordige wegennet in een even-
tueelen toekomstigen oorlog nog aan alle
eischen zal kunnen voldoen.. Militaire
uitbreiding en verbetering is naar de mee
ning van generaal Serrigny, welke wij in
het blad „Revue des deux mondes" vinden
afgedrukt, noodig en zou moeten plaats
vinden door den aanleg van een aantal
wegen, die parallel met de oorlogslinie
loopen.
De strategische wegen, die moeten
dienen voor het verschuiven van
geheele divisies of groot ere legerre
serves, moeten zoo ver van de oor
logszone verwijderd liggen, dat zij
de zijdelingsche bewegingen van het
strijdende leger niet storen.
Het militair economische verkeer, het
transporteeren van in te voeren grond
stoffen van de kust naar het binnenland,
het verschuiven van inheemsche grond
stoffen van het ecne productiegebied naar
het andere en het aanvoeren van oorlogs
materiaal naar het front speelt zich, voor
zoover het niet langs spoor- of water
wegen geschiedt, op het achter do strate
gische wegen liggende wegennet van het
achterland af.
Het Duitsche systeem veroor
deeld.
De wegbreedte moet bij de drie systemen
zoo groot, de loop van den weg zoo recht
zijn, dat de'snelheid van de motor ook bij
het rijden in groote eenheden ten volle kan
worden uitgebuit.
De Fransche generaal meent echter de
Duitsche oplossing der z.g. rijksauto
wegen, die een dubbelen rijweg
bezitten, van de hand te moeten
wijzen. Hij geeft toe, dat deze op
lossing den aanleg en het onder
houd goedkooper maakt, maar
vreest niet ten onrechte, dat vij
andelijke vliegtuigen de mogelijk
heid hebben door een welgerichte
bom het verkeer in beide richtin
gen lam te leggen. Hij wil in de
plaats van da^ dubbelen weg twee
ongeveer 25 S?M. van elkaar ver
wijderd liggende, parallel loopende
wegen, aanleggen.
Als wegbreedte lijkt hem een rijweg
van 12 meter juist.
Groote parkeerterreinen.
Voor absoluut noodzakelijk houdt de
generaal den aanleg van groote parkeer-
tereinen om de 150 of 200 K.M., waar eeni
ge honderden wagens tegelijktijdig benzine
kunnen innemen. Er moet vermeden wor
den, dat het verkeer op de wegen zelf
door het bij langere tochten onvermijde
lijke tanken van groote colonnes gehinderd
wordt.
De verbindingswegen in de richting
West-Oost mogen onder geen om
standigheden zoo aangelegd wor
den, dat zij bij het Duitsche wegen
net aansluiten en daarmede een
Duitschen inval zouden vergemak
kelijken.
„De overwinning, zal," aldus verklaart
generaal Serrigny, „van de minuut af
hangen. Do veldheer, die zijn krachten
dank zij een goed wegennet het eerst op de
beslissende plaats van den strijd weet te
vereenigen, zal overwinnen."
Vlammen versperden
den weg
Echtpaar ternauwernood gered.
Gisternacht te ongeveer half vier is in den
sigarenwinkel annex lederzaak van den
heer Huinink in de Kerkstraat te Aalten,
brand ontstaan. In deze winkel werd een
vulkachel gestookt.
Het vuur greep zher snel om zich heen,
zoodat het echtpaar Huinink, dat boven
sliep, niet meer langs de trap de woning
kon verlaten, doch zich slechts op het laat
ste oogenblik via den zolder van de buren
in veiligheid kon stellen.
De brandweer, die met de groote motor
spuit spoedig ter plaatse was, wist het vuur
tot de benedenverdieping te beperken.
GEHEIMZINNIGE MISDAAD
TE DOESBURG.
Gisterochend omstreeks kwart over
tien heeft de slager B. Bouwens, te
Doesburg, mededeeling gedaan van
een gruwelijke ontdekking. Hij vond
n.I. in de slachtplaats achter zijn
woning in de Ooipoortstraat zijn on
geveer veertigjarige echtgenoote le
venloos op den grond liggen met een
schotwond in het achterhoofd.
De slager stelde zijn dokter hiervan in ken
nis, die, na den dood te hebben geconstateerd,
den burgemeester jhr. mr. G. A. A. Nahuys,
oogenblikkelijk waarschuwde. Deze heeft ter
stond de leiding van het politie onderzoek op
zich genomen en het parket te Arnhem van
het geval op de hoogte gebracht. Aangezien
tegen den slager ernstige verdenkingen be
staan, is hij in hechtenis genomen.
Uit het onderzoek is gebleken, dat de
schotwonde veroorzaakt is door een schiet-
maslcer. Het is bijna niet aan te nemen, dat
de vrouw zichzelf heeft getroffen, aangezien
zij van achteren is getraakt en zulks met
een schietmasker vrijwel onmogelijk moet
worden geacht.
De man heeft pertinent ontkend aan de
misdaad schuldig te zijn. Bekend is dat het
echtpaar, dat ruim vijftien jaar gehuwd was,
reeds langen tijd inttmeenigheid leefde.
Het lijk, dat in beslag is" genomen, is naar
het St. Elisabethgestieht overgebracht. Aller
eerst wordt nu het resultaat van .de sectie
afgewacht.
Pijnlijk radio-intermezzo.
In een woning aan de Korte Koning
straat le Amsterdam zijn gistermiddag te
ruim vier uur door een kleinen binnen
brand twee personen gewond.
De 55-jarige bewoonster A. Beerendsen
zat naar de radio te luisteren, toen zij tot
haar schrik tot de ontdekking kwam, dat
het petroleumlampje onder het aquarium
in vlammen stond. Zij riep haar 30-jari-
gen zoon te hulp, die het lampje onder 't
aquarium wilde wegtrkken. Hierbij vloog
brandende olie over zijn kleeren. De
vrouw wist met behulp van dekens de
brandende kleeren van haar zoon te doo-
ven. Hierbij liep zij brandwonden aan de
handen op.
De zoon was er ernstiger aan toe. Hij
werd door dr. Bosch, die zeer spoedig ter
plaatse Was, verbonden, en daarna door
den Geneeskundigen Dienst naar het Bin
nengasthuis overgebracht waar hij ter ver
pleging is opgenomen. Ook de moeder is
daar verbonden, doch kon naar huis te-
rugkeeren. De brandweer, die door de bu
ren te hulp was geroepen, behoefde geen
water te geven. I-Iet vuurtje was reeds ge
doofd met emmers water.
Bruta'e „Nachtegaal"
Geheime zender geeft den moed
niet op.
De geheime radio-zender „De Nachtegaal"
in den Achterhoek* die in de afgeloopen we
ken reeds tot tweemaal toe in beslag was
genomen, heeft zich niettemin Zondagoch
tend opnieuw doen hooren, hoewel de uit
zending dit keer ernstig was gestoord. De
omroeper deelde mede, dat het oude adres
gehandhaafd bleef. „Wij geven den moed
niet op", zeide hij, „en zullen trachten de
programma's nog te verbeteren.
Voorts werd een tweede geheime zender
gehoord, welks omroeper mededeelde, dat
in de buurt van Haaksbergen peilingen ver
richt werden. Hij zou zich echter niet laten
snappen en pas over een half jaar terug
komen.
De gesloten café's op
Marken
A.dres aan Ged. Staten.
De Nedei'landsche Vcrceniging van Reis-
bureaux heeft zich tot Gedeputeerde Sta
ten van Noqrd-Uolland gewend met het
verzoek Om in het belang van het vreem
delingenverkeer de dezer dagen op het
eiland Marken aangenomen politieverorde
ning om op Zon- en Christelijke feestdagen
de café's en verlofzaken gesloten te houden,
aan de Kroon ter vernietiging voor te dra
gen.
Onder trein verpletterd
Ongeval bij het rangeeren te
Rotterdam.
Omstreeks half tien Zondagavond is op
het rangeeremplacement nabij den spoor
wegovergang aan de Oost-.Maaslaan van
het Maasstation te Rotterdam een ernstig
ongeluk gebeurd, dat den 50-jarigcn A.
Nièuwburg, uit de Nieuwe Boezemstraat
het leven heeft gekost.
Terwijl N. aan het rangeeren was, had hjj
reeds het signaal gegeveft tot het rangee
ren van een treinstel, maar toen dit zich
PROGRAMMA
DINSDAG 1 MAART 1938.
Hilversum I, 1875 en 415,5 m.
AVRO-uitzending.
8.00 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 Jetty Cantor's Ensemble.
11.00 Huishoudelijke wenken.
11.30 Vervolg concert.
12.30 Gramofoonmuziek.
1.00 Het Omroeporkest.
I.45 Gramofoonmuziek.
2.00 Het Omroeporkest en sollricn.
2.45 Knipcursus.
3.45 Lyra-Trio.
4.30 AVRO-Kinderkoor.
5.00 Kinderhalfuur.
5.30 Aeolian-orkest en solist.
6.30 Gramofoonmuziek.
7.00 yoor de kinderen.
7.05 Pianovoordracht.
7.30 Engelsche les.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen en even-t
tueel gramofoonmuziek.
8.20 Bonte Dinsdagavondtrein.
9.20 Reportage.
10.00 Vervolg Bonte Dinsdagavondtrein.
10.45 Gramofoonmuziek.
II.00 Berichten ANP. Hierna: Veres Lajoa'
Zigeunerorkest.
1 .30--12.00 Eddie Oliver's Band.
Hilversum H, 301,5 m.
KRO-uitzending.
8.009.15 en 10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuur.
1'2.00 Berichten.
12.15 De KRO-Melodisten, solist en gramo?
foonmuziek.
2.00 Vrouwenuur.
3.00 Modecursus.
4.00 Gramofoonmuziek.
5.05 KRO-orkest (Om 5.45 Felicitatie!; ezoek).
6.40 Esperantocursus.
7.00 Berichten.
7.15 Cauerie „De sociaal-economische ordening
in het Derde Rijk".
7.35 Sporthalfuur.
8.CBerichten ANP. Mededeelingen.
8.15 Gevarieerd programmt (Om 10.30 Be
richten ANP).
11.1512.00 Gramofoonmuziek.
in beweging stelde, kon hij vermoedelijk
niet meer. uit den weg komen en geraakte
onder den trein en werd totaal verpletterd.
Het stoffelijk overschot is per auto van
den G.D. naar het lijkenhuis van het zie
kenhuis aan den Coolsingel overgebracht.
EÜILLETÜN
T
53.
e. phillips-
oppenheim
Durcott antwoordde zónder naar hem te
kijken. „Dank u. Ik ben niet van plan te
'blijven."
„Ken je Mr. Cradd?" vroeg Louise nu. „Sir
Arthur Durcott. Ik ben niet zoo dadelijk ge
reed om met je mee te gaan, Arthur. Ga er
even bij zitten."
„Hier heb ik niets me je te praten," zei hij.
„Wel het een en ander, als wij thuis gekomen
zijn."
„Dat kan hier evengoed gezegd worden,"
hield Louise vol. „Mr. Cradd is de intieme
vriend van mij en van George."
„Dat nee.nt niet veg, da,, ik Mr. Cradd niet
ken, en wat ik te zeggen heb, is niet bestemd
voor,, de ooren van een vreemde. Ik wil niet
verder gaan als dit, Louise. Ik begrijp dit be
lachelijke bezoek van jou niet, en ben opzet
telijk gekomen om je morgenochtend met mij
mee te nemen naar Londen, 't Is beslist nood
zakelijk, dat je deelneemt aan een lunch in
Worccster House. Wij moeten om acht uur
vertrekken."
„En als ik die lunch eens niet wenschte by
te woben?" vroeg ze koel.
„Dan zou je de gevoelens van zeer veel
menschen kwetsen," opperde hij met onver-
wachten tact, „en heel wat opschudding ma
ken."
Er he^rschte een stilte. Uit beleefdheid
jegen - zijn ongewenschten gast was Peter
Crada ook blijven staan. Louise kon op zijn
gezicht niets bijzonders ontdekken. En zij be
greep zijn houding. Zij had den toestand ge
schapen, net was aan haar om zich er uit te
icuden. Gedurende de paar seconden, die zij
dv. pendule kon hooren aftikken, moest zij haar
besluit nemen. Allerlei gedachten estormden
haar. Als 4ij de volle waarheid eens zei? ze
kende Durcott voldoende om te weten dat hij
een bijna bovenmenschelijke zelfbeheersching
aan den dag legde, en achtte hem er des te
meer om. Als zij eens tegen hem zei: „Ik
houw niet met jou, hoewel hal£ Londen ons
gelukgewenscht heeft. In plaats de.arvan, ga
ik er vandoor met Mr. Peter Cradd, oud zes
enveertig, die een vrouw en drie volwassen
kinderen heeft en altijd handelsreiziger ge
weest is. Wat zou dan volgen, het tempera
ment van de Durcotts in aanmerking geno
men? Durcott zou haar uit de kamer willen
sleepen. Zij zou zich verzetten. Hij zou Peter
Cradd liever vermoorden, dan haar haar voor
nemen laten volbrengen. Hij zou eertijk geloo-
ven, dat hij het om haar bestwil deed. En
intusschen wist zij dat Peter Cradd, op den
achtergrond, haar antwoord onbevreesd stond
af te wachten.
„Welnu," zuchtte zij, „wat moet, dat moet.
Ik v/as liever tot de terugkomst van George
hier gebleven, Ik was verbaasd over zijn plot
seling vertrek naar Londen."
„Je zult nog verbaasder zijn als hij thuis
komt," zei Durcott met een grijns. „Waar is
je mantel?"
Zij antwoordde niet dadelijk. Peter Cradd
deed een stap voorwaarts.
„Wanneer Miss Barnslow gereed is, zal ik
haar mantelhalen," zei hij.
Zij keek op de pendule. „In de gegeven om
standigheden is het beter om te gaan,' zei ze.
Peter Cradd verwijderde zich op zijn gemak
en kwam bijna dadelijk met haar bontmantel
terug. Nu kwam Ducott naar voren.
„Dat zal ik doen," snauwde hij bijna.
Peter Cradd liep hem kalm voorbij, zonder
een poging van Durcott om hem tegen te
houden. Louise stond op en trok haar mantel
aan, door Peter geholpen. Durcott keek toe,
schuimbekkend, maar verwonderd. Het was
onbestaanbaar dat Louise voor zoo'n nietig
ouwelijk mannetje iets kon voelen. Hij had
Louise nooit anders gezien dan als meesteres
van den toestand. Nu was het anders. Hij kon
het raadsel niet oplossen, maar toch was he'.
feit daar in de tegenwoordigheid van dat
vreemdsoortige mannetje was Louise onder
worpen, vrouwelijker dan hij haar ooit gekend
had. Hij wist, en dat verdroot hem zeer, dat
zij met hem meeging, tegen haar wil.
„Mr. Peter Cradd," zei ze zacht, hem de
hand toestekende, „ik dank u voor uw aan-
genamen avond. Ik hoop, dat er meer zullen
volgen."
Hij liet hen uit, en bleef de twee gestalten,
die het pad afliepen, nakijken. Louise liep een
eindje van haar metgezel af. Zij kwamen bij
den auto, en reden weg.
Hét was dus zonder drama afgeloopen, of
was het anders? Peter Cradd wist het niet.
De vrouw, die een paar maanden geleden een
wezen vol mysterie voor hem geweest was,
was sedert zoo begrijpelijk geworden. Vanaf
de komst van Durcott, had hij iedere gedachte
gelezen, die by haar opgekomen was. Zij was
alleen met hem meegegaan om een harts
tochtelijke scène te vermijden. Anders zou er
zeker een ongeluk geschied zijn. Hij, Peter
Cradd, zou zich verdedigd hebben, maar een
verslagen man was altijd een vernederd man.
Dat had zij hem bespaard. Hij voelde zich
eigenaardig gestreeld, dat zij dit had kunnen
doen voor hem.
Hij luisterde naar den wind en naar den
regen, en werd door overstelpende gevoelens
bekropen. Hij en zij hadden een primitieven
strijd gestreden, en hg groeide in zijn over
winning. Daarover schaamde hij zich niet. Wat
haar oogen en haar lippen hem gezegd had
den, had ze gemeend. Zij had hem op voet van
gelijke ontmoet, en was bereid geweest om
hem alles te geven. Een paar dagen geleden
had aij in het onvermijdelijke berust, maar
bitter en ellendig. Nu had hij er om kunnen
juichen. De psychologie van de nederigen
dezer wereld, zooals Peter Cradd, is althans
een eerlijke psychologie. Iets, waarvoor ijdel-
heid een te zacht woord is, was door haar
komst gevleid. Nu had hij iets om zich zijn
levenlang te herinneren; iets, dat door geen
roman overtroffen werd. Peter Cradd viel
dien avond voor zijn haardvuur in slaap, oen
bedroefd, en toch bijna een gelukkig man.
HOOFDSTUK XXXI,
Twee middagen later, vonden onverwachte
bezoekers opnieuw hun weg naar de oude
vicariswoning.. Tot groote verbazing van Pe
ter Cradd, zag hij George Barnslow en Eula
naderen. Barnslow zag er stralend, maar zich
toch dwang opleggend uit.
„Zie nu eens wat je gedaan hebt, mijn
bemoeizuchtige vriend," riep hy, Peter de
hand schuddende. „Wat zeg je hiervan, ver
zoener van koppige mannen en voortvluch
tige vrouwen?"
„Maar ik ben geen voortvluchtige vrouw,"
lispelde Eula, Peter ook de hand drukkende.
„Niet naar de letter, althans. Ik zal niet be
kennen, dat ik al mijn dagen doorgebracht
heb, in tranen badende, omdat die stoute man-
niets van mij wilde weten. Hij verdiende dat
ik naar Italië teruggekeerd was, maar ik
deed het niet. Ik wachtte."
„En bewaarde gelukkig mijn portret op je
schoorsteenmantel," zei George.
Zij zwegen eenige oogenbliklcen. Toen be
gon Eula zachtjes te lachen.
„Ja, zoo is het leven alles toeval,"
merkte ze op. „Maar George weet, dat ik
altijd van hem gehouden heb. En :k, uit het
land der zon, die onder de zon grootgebracht
ben, kon onmogelijk in Manchester leven.
Lieve man, dat was mg te veel."
„En hier?" vroeg Peter Cradd. „Kgk eens
om u heen."
De hemel was opgeklaard, e;. al gaf de
zon geen, warmte, ze scheen helder.
„Dit is mooi!" riep Eula. „Als je mij da-,
delqk hierheen gebracht naa, zou ik nooit
ongelukkig geweest zijn,. George,"
Zij rilde. „En wat voor menschen! Lieve
George, al is men nog zoo weinig artist, het
eenige wat men van het leven verlangt is
schoonheid, en schoonheid is hier. Ik heb
vanmorgen een uur gewandeld over de de
heide, zoo noem je het hier, geloof ik. Heb jij
de schoonheid daarvan weieens gezien.? En
hoe moet het dan in de lente niet zyn!"
George bewonderde de nieuwe boekenaan-
winsten van zijn vriend, en Eula was in ver
rukking over zijn bloemen.
Eindelijk nam George Peter bij een arm,
en zei ernstig: „ik moet straks een woordje
met je spreken, mgn vriend.
„Tot je dienst," antwoordde Peter Cradd.
„Zal ik weggaan?" stelde Eula voor. „Ik
zal den tuin wat inloopen en sneeuwklokjes
plukken."
„Pluk ze maar," zei George lachende, „en
kom dan hier terug."
De mannen gingen de, bibliotheek binnen.
Barnslow ging zitten, en Peter dacht onwil
lekeurig aan het eerste bezoek van den vi
caris.
„Zeg eens, Peter," begon deze. „Ik ben
hier al eens eerder geweest, bleek van woede,
in de meening, dat je mijn huis tot sèhande
gemaakt hadt. Je weet, hoe ik sedert van
meening omtrent jou veranderd ben. Ik houd
je voor een braaf mensch, Peter Cradd. Je
zult geen slechte daad verrichten of onwaar
heid spreken. Aldus denk ik over jou, Peter
Cradd."
„Zeer aangenaam om te hooren."
Wordt vervolgd.)