De tuinders naar de standsorganisaties? Uit het huis met de Hooge Trap Ontwerp voor de nieuwe Openbare Lagere School te Barsingerhorn fóif ftcc/<^tv^„M!JKHARDTJES" Vrijdag 4 Maart 1938 Tweede blad De architect D. Saai Czn. te Alkmaar, heeft in opdracht van het gemeentebestuur van Barsingerhorn een ontwerp gemaakt voor een Openbare Lagere School, aldaar, tot welker bouw de Raad in zijn jongste vergadering besloot. Wij zijn in de gelegenheid, onzen lezers hieronder eenige détails te verstrekken over het nieuwe schoolge bouw, da straks aanzienlijk tot de verfraaiing vaji Bar singerhorn zal bijdragen. Terrein. Als terrein voor de nieuwe school is het bestaande schoolterrein aangewezen, zoo noodig met uitbreiding naar de Zuidzijde. Het gebouw zal op de Zuidzijde van het ter rein worden geplaatst. Het oude schoolgebouw wordt ge sloopt, het vrijkomende terrein bij de speelplaats aange trokken. Ligging van de gevels, ten opzichte van'de windstreken. De lokaalramen liggen op de Zuidzijde, zoodat de be langrijkste gevel naar het Zuiden is gekeerd. De gang gevel, Noordgevel, ligt aan de speelplaats. Aan de Oost zijde is het gymnastieklokaal geprojecteerd, aan de West zijde de ingang met kamer Hoofd der school. Hoofdindcellng gebouw, De school bestaat uit drie klassenlokalen, gymnastiek lokaal, entree, gang, kamer voor het Hoofd der school, toi letten, kelder centrale verwarming. De 3 lokalen zijn aaneengeprojecteerd. Daaraan sluit het gymnastieklokaal, de gang ligt achter over de volle lengte der lokalen. De kamer voor het Hoofd ligt bij de entrée. Materialen. Het buitenmateriaal is gedacht in donkere blauwe trasraamklinkers tot onderkant kozijnen, de gevels van grijsgele klinkers. Het gebouw af te dekken met donker dof gladde pannen. Van binnen, de vloeren van de lokalen van speciaal gedroogd hout, gang en entrée van kunst steengraniet, de wanden met Egypto glasbeton te be spuiten. Wanden der lokalen in schuurspecie. Alkmaar LANGENDIJK Vooral bij de neutralen nog vele klaploopers Bij geruchte vernamen we, dat men er in Den Haag ernstig over denkt, den bij de Ned. Groenten- en Fruitcentrale aangesloten leden voor te schrijven, dat zij ook lid worden van een standsorganisatie. De laatste weken hebben we in tuin bouworganisaties ook al van die klanken gehoord en we meenenons te herinneren, dat de idee werd geopperd, bij de centrale Veilingsorganisaties (dat zijn aan Langen- dijk De Noordermarktbond en de Langen- dijker Groenlencentrale), een voorstel aan hangig te maken, waarbij de leden van de tuindersorganisaties worden gedwongen tot het verplicht lidmaatschap van de stands organisatie. Van dwang zijn wij, Hollanders geen vurige bewonderaars en „vrijheid- blijheid" zit ons in bet bloed. Als de centra le veilingsorganisaties niet over middelen zouden beschikken, om een dergelijk besluit inderdaad uit te voeren, dan gelooven we niet, dat een zoodanig besluit doel zou treffen: in bun zucht tot vrijheid zouden er altijd tuinders zijn, die zich in dezen niet zou den willen laten dwingen Men vergete niet dat er in de rijen der oudere narde onder de tuinders nog verscheidene zijn, die van een vakvereniging in dpn modernen zin var. het woord, een vereeniging dus. die voor de so ciale en economische belangen der leden strijd, niets willen weten. Zoo iets is hun te vooruitstrevend, te revolutionnair. Zij kijken terug naar dien goeden, ouden tijd, toen Roomsch en on-Roomsch, alle tuin ders van verschillende politieke en gods dienstige overtuiging gemoedelijk naast el kander in de tuindersvereeniging zaten, om daar hun gezamenlijke en daarmee de indi- yidueele belangen te bespreken. Ongetwijfeld, daarin ligt veel bekoring: te veel worden we in hikjes door schotten van elkaar gescheiden, daar, waar we toch ook bij elkaar behooren. Maar verkeerd is het ook, de realiteit niet in het oog te houden. En deze is, dat R.K. en Christelij- ken (we hebben tusschen twee haak jes die onderscheiding tusschen R. K. en Christelijken nooit goed be grepen, omdat we meenden, dat de R.K. zich toch ook Christelijk ge- hoemd willen zien) zich van de an deren hebben afgescheiden en in af zonderlijke vereenigingen een eigen onderdak hebben gesticht waar ze eigen, christelijke en R.K. boontjes doppen. M.a.w. de scheiding en verdeeling* is een feit en dat hebben die tuinders van den goe den, ouden tijd als zoodanig te aanvaarden. En als ze nu als overgeblevenen, als niet- confessionneelen, de tuindersbelangen in hun organisatie bespreken, dan kunnen ze dat doen in dezelfde sfeer, dien ze zich al tijd gewcnscht hadden maar in wijderen om vang, n.1. de zaken te bespreken buiten politiek of geloof. Deze tuindersorg. bestaan nu nog als af- deeling van de veilingsorganisatie. Maar daarnaast is ook de neutrale standsorganisa tie ontstaan, die voor de sociale belangen opkomt. Tengevolge van de crisis is de taak der tuindersorganisaties geheel gewijzigd. Vroe ger was er zoo goed als nooit contact tus schen overheidslichamen en tuindersver- eenigingen. De laatste jaren is dat sterk veranderd. De tuinbouw werd noodlijdend, regeeringsingrijpen was geboden, de eene bemoeiing bracht de andere mee, wetten werden uitgevaardigd, die ten nauwste met het bedrijf van den tuinder samenhingen, conferenties tusschen afgevaardigden der tuindersorganisatiesen regeeringsinstanties waren aan de orde van den dag, en zoo werd de tuinbouw een aanhoudende zorg der regeering. En bij die zorg waren in het bijzonder de sociale en economische belange betrokken. Zoo wordt het verklaarbaar, dat telkens weer besprekingen werden gehouden tusschen régeeringspersonen en standsorga nisaties, ten einde de moeillijkheden, voor den tuinbouw op sociaal gebied gerezen, zoo veel mogelijk uit den weg te ruimen. Ter besprekingen hiervan waren de veilingsor ganisaties niet de aangev/ezene. Al zou dit in het oog van neutrale tuinders nog zeer wel mogelijk zijn, wie geen vreemde is in het politieke Jeruzalem weet, dat juist de regeeringspersonen, die de laatste jaren de lakens heben uitgedeeld, zelf zijn voorge gaan in de splitsing van organisaties op den grondslag van het geloof, waaraan de politiek dan onafscheidelijk verbonden werd verklaard. Zoo behoeft het geen verwonde ring te wekken, als de gedachten dier regeeringspersonen bij gevoelde noodzakelijkheid van contact-zoeken met tuinderskringen in de aller eerste plaats uitgaan naar de stands organisaties, welke eigenlijk de geesteskinderen van de vooraan staande politici zijn en wel van die van christelijken huize. Later hebben ook de niet-confessionneele tuinders de noodzakelijkheid gevoeld van het bezit eener standsorganisatie, en zoo kan ieder tuinder zich bij een dergelijke vereeni ging aansluiten al naar den aard van zijn politieke of geloofsovertuiging. Wie als tuinder niet blind is voor zijn belangen, en de beteekenis van organisatie inziet ter behartiging daarvan, zou zich behooren aan te sluiten bij een standsorganisatie. Bij de R.K. tuinders is het percentage der aangeslotenen het grootst, daarop volgen de christelijke doch hij de neutrale staan er nog velen afzijdig van de organisatie. Dat dit voor de aangeslotenen niet prettig is, ligt voor de hand: zij mogen hun contributie be talen, actief wezen, do kastanjes uit bet vuur halen en van kleinere of grootere re sultaten door hen bevochten, deelen deze klaploopers mee. Inderdaad voor een ver plicht lidmaatschap eener standsorganisatie was, uit dit oogpunt bekeken, zeer veel te zeggen. Met belangstelling zien we naar het verloop van deze zaak uit. De vraag rijst, of de standsorganisatie als zoodanig zich bij de vcilingsorganisatie zou kunnen aansluiten en of zij in dit verband zou passen. Het antwoord wordt al door de feiten gegeven. Immers de R.K. hebben slechts hun standsorganisatie, die als zoo danig bij de centrale veilingsvereeniging is aangesloten en daarvan op dien grondslag een afdeeling vormt. Zij bespreken in hun organisatie ook de vakbelangen, die meer op de techniek in den tuinbouw betrekking hebben, en achten twee verschillende organi saties overbodig. We gelooven, dat het ook met de anderen dien weg zal uitgaan en te eerder zal dit- vanzelfsprekend het geval zijn, als er van regeeringszijde, laten we het voorzichtig zeggen, prijs op werd gesteld, dat de tuin ders lid,zouden zijn van een stands organisatie. Men zal dan inderdaad een zuiverder toe stand krijgen, waardoor de tuindersorgani- saties aan invloed zullen winnen niet al leen, maar ook geen krachtverspilling meer zal plaats vinden, die nu nog moet worden geconstateerd in het bestaan van overbodige organisatie. Er behoort dus een beetje geor dend te worden, wat niet anders dan heil zaam kan zijn voor de betrokkenen. Zij kun nen er slechts wel bij varen, de organisatie zal aan kracht winnen, zal dus meer en in tensiever actie kunnen voeren en niet lan ger zal in de mate als thans geparasiteerd kunnen worden op andcrer arbeid. KOEDIJK Tuinders bijeen. Woensdagavond hield de afd. van den Ned. Tuindersbond een vergadering bij den heer J. Nieuwland; de leiding berustte bij den heer P. Hart. Uitvoerig werd behandeld de agenda van de vergadering van den Kring Noordholland, wat eenige belangrijke onderwerpen als aardappelenheffing, regeeringssteun in ver schillenden vorm, uitbreiding van het leden tal, schuldherleiding, enz., enz. op het tapijt kwamen. Als afgevaardigde naar de vergadering van den Prov. Bond werden gekozen de hee- ren W. Buttcr en A. Jongsma. Vervolgens werd behandeld de agenda der vergadering van den Ned. Tuindersbond. Ge sproken werd hierbij over de verdeeling der teelt vergunningen. De voorstellen van Koedijk, om officieel erkend te worden en ook om meer ordening in den tuinbouw te brengen, zullen uitvoe rig toegelicht en krachtig verdedigd worden. Als afgevaardigden naar deze vergadering werden gekozen de heeren P. Hart en A. Jongsma. Na rondvraag volgde sluiting. NIEUWE NIEDOTiP Omslag Moerbeekerpolder. In de Woensdag bij den heer J. v. d. Mo len gehouden vergadering van ingelanden van den Moerbccker Polder, werd de omslag over het dienstjaar 1938 wederom vastge steld op f5.per H.A. Wel een verschil met het jaar 1919. toen de hoogste omslag werd geheven n.1. f23.— per H.A.! Znoals men weet wordt de polder bemalen dpor een Ameri- kaanschen windmotor. WIEPINGEN DEN OEVER. Schaken. Woensdagavond speelde de heer S. K. Min nes van Hippolytushoef een simultaanwed- strijd tegen de Ocversche Schaakclub D.O.S. De heeren Steebouwer en de Roer konden slechts van den heer Minne- winnen, terwijl alle andere leden verloren. Een mooi succes voor den heer Minnes. Politie. Het kleine politiebureautje aan den Beurs- dijk, dat tijdens de Zuiderzeewerken ge bouwd is, gaat verdwijnen. Reeds is men met het afbreken begonnen. GEDEPUTEERDE STATEN VANGEN IN ALKMAAR EEN OLIFANT. DE RAAD VERGALOPPEERT ZICH EN BRENGT DE UITKEERING VAN HET RIJK IN GEVAARI Nadat de heer Van der Borden is be- eedigd en de nestor den burgemeester geluk heelt gewenscht met zijn herstel, komt de agenda aan de orde. Niet echter dan nadat de burgemeester de vergadering heeft me degedeeld, dat hij, in verband met zijn her stel, de vergadering fuift op een kopje thee. Een en ander in verband met het feit, dat Gedeputeerde Staten uieindelijk toch be zwaar hebben gemaakt tegen liet schenken van gratis thee gedurende de raadszittingen. Noodgedwongen zal de Raad zich daarbij moeten neerleggen. Er is niet de minste twij fel aan of de burgerij kan zich troosten met de prettige gedachte, dat door deze zeer in grijpende bezuiniging het evenwicht in de Alkmaarsche begrooting spoedig hersteld zal zijn. Men moet niet denken, dat Gedeputeer de Staten er alleen zitten om vliegen te van gen! Van tijd tot tijd loopt er ook wel eens een olifant tusschendoor! De benoemingen, waarbij de ooren van den benjamin in den raad wel moeten heb ben getuit door de tallooze malen, dat hij zijn naam hoorde aflezen, verliepen vlot. Even komt dan de thee-affaire aan de orde, zoo mede de verlaagde presentie-gelden voor de leden van de stembureaux. Uitdrukkingen als „diep-treurig" komen er aan te pas en dan overrompelt de Raad het college van B. en W. door het voorstel met 10 tegen 9 weg te stemmen. Gedurende de stemming gaan aan het College de oogen open, maar het is te laat. Daarmee is de uitkeering van het Rijk aan de gemeente in gevaar! Door den heer v. d. Vall wordt voorgesteld de aangelegenheid straks in een geheime ver gadering nog eens ter sprake te brengen en de Raad, blijkbaar verschrokken door de eigen onbedachtzaamheid, legt zich daarbij neer, zonder dat één der tegenstemmers er tegen in verzet komt. Nadat enkele punten zijn afgehamerd, springt de heer Appel op een voorstel om trent een verhooging met twee cent van de werkverschaffingsloonen. Hij wil nog meer, terwijl de heer v. d. Vall aandringt bij het College om te zoeken naar meerdere werk gelegenheid in de omgeving van de stad. Reeds thans op hoogere loonen aan te drin gen, acht de wethouder ontactisch. Boven dien is in dit opzicht een actie van de vak- vereenigingen te wachten, waarop men meent niet te moeten voorirtloopen. Meerdere werkgelegenheid il ook de wet houder gaarne, maar het geld is daarbij een kwestie van doorslaggevend gewicht. Men hoopt echter wel t.z.t. menschen te kunnen plaatsen, o.a. in het Geestmer Am bacht. Zonder verdere discussies legt de Raad zich bij het voorstel, waartegen op zichzelf ook moeilijk bezwaren kunnen zijn, neer. We worden In onze regionen in zooverre niet door den wintervorst verwend, dat er van ijsvermaak weinig meer te merken is geweest de laatste jaren. Blijkbaar vindt het College het echter toch nog te veel, want het stelt voor lid te worden van de vereeniging tot ijsbestrijding in Noord-Holland benoor den het Noordzeekanaal „IJsstrijd". Enkele leden hebben er dan ook wel even een zwaar hoofd in, maar allen gaan er toch mee ac- coord. En dus kunnen we er zeker van zijn, dat het ijs, voor zoover het hier ooit zal ko men, zoodanig zal worden bestreden, dat we er nu wel nooit meer last van zullen heb ben. Een heele serie punten wordt afgehamerd, zoodat na een uur vergaderen het eind al aardig in zicht komt. De verzekering der gemeentegelden tegen fraude, verlies, enz., doet even enkele bezwaren rijzen ten aan zien van de vraag of men met f 50.000.— vol doende verzekerd is. Ook de nict-Hollandsche maatschappij komt ter sprake, maar de Raad blijkt in een goede stemming en grootmoedig geeft bij het College zijn zin. Op bet verzoek van den heer Mobron om in het trottoir van den Geestersingel een in- cn uitrit te maken, wil het College afwijzend beschikken, niettegenstaande de Commissaris van Politic meent, dat zulk een in- en uitrit minder gevaarlijk is dan het geregeld neer leggen van een beun, gelijk thans geschiedt. Het niiddenstandsbelang komt er aan te pas. en bet ziet er naar uit, dat verschillende raadsleden den heer Mobron ter wille willen zijn. De beer Klaver verdedigt het voorstel van B. en W. met klem en zoo ontspint zich een aardige strijd over deze kwestie, die wel iswaar van weinig algemeen belang is maar die het voordeel beeft, dat de Raad er in volle vn'iheid nng over kan beschikken. Van die vrijheid wordt een dankbaar ge bruik gemaakt en bet voorstel van B. en W. wordt met groote meerderheid verwor pen. De uitslag wordt met een prettig ge zicht aanvaard en we hooren iets mompelen van: „niet zoo erg als de theedrinkcrij." Na een zeer langdurige geheime vergade ring waarin de electriciteitsvoorziening door het P.E.N. vermoedelijk onder het schijnsel van het geestelijk licht der verga derende heeren werd gesteld, kwam de heer Venneker met een motie van orde om ten aanzien van de theeschenkerij alsnog Gede puteerde Staten gelijk te geven. De motie werd met 12 tegen 7 aangenomen, zoodat de mauvais-pas van den Road in alle eer en deugd was hersteld. Als brave jongens had den ze hun fout weer goed gemaakt. Ten aanzien van de levering van electri- schen stroom stelt de heer Venneker voor de aangelegenheid over te laten aan het be leid van B. en W. Niemand verlangt het woord en dus is met een sneltreinvaartje ook dit station reeds weer gepasseerd. De heer van Drunen bepleit uitvoerig de wenschelijklieid om voor de arbeiders- woningbouwvereeniging „Rochdale" bouw grond te reservéeren aan de Jan van Sco- relkade, maar de wethouder is er tegen. Hij wil vrij blijven en de Raad is blijkbaar van inzicht, dat er in onze stad zoo weinig Vrijheid behouden is gebleven, dat men het kleine, betje, wat er nog over is, moet be houden. En dus kreeg de wethouder zijn zin. De slotapotheose wordt gevormd door de ovcrkuizingsgeschiedenis van het Verdron- kenoord. De lieer Grondsma concludeerde, dat, in afwachting van de beslissing van den Raad de Steenen Brug zodanig is gerepareerd, dat die weer voor eeuwen mcckan. Daar enboven is ook al weer in afwachting van de beslissing van den Raad de Visclimarkt hersteld. Zoodat de aanwezige heeren feitelijk wei nig meer te besluiten hebben. Hij vindt dit „eigenlijk" niet goed. Niettegenstaande al les is er geen sprake van schoonheid en dus zal hij tegen do bijlage stemmen. Het voorstel van B. en W. komt er op neer, dat aan het Venjronkenoord verder niets meer zal geschieden. Verschillende le den meenen, dat deze opvatting, wel wat boel gemakkelijk is. Iets zal er op den duur zeker moeten gebeuren, al laat de toestand der gemeentelijke financiën dit voorloopig misschien niet toe. Merkwaardiger wijze is de aangelegenheid ook ter sprake geweest in 1872 bij een voor stel tot vernieuwing van de platte Steenen Brug. De heer van Drunen meent, dat de Raad niet beter kan doen dan het voorstel maar aan te nemen in de hoop dat we dan ook ditmaal de komende 80 jaar over het Ver- dronkenoord niet meer zullen hooren. De anti-dempers en de pro-dempers wisse len elkaar af. De anti-dempers zijn tot roe- rens toe aangedaan door de heerlijke schoon heid van het Verdronkenoord en vinden overigens, dat er, in deze hoek, van Alkmaar, nimmer sprake kan zijn van doorgaand ver keer. De pro-dempers meenen, dat we te doen hebben met een doode buurt van Alk maar en schoonheid bezit het Verdronken oord maar heel weinig. De heer van dor Vall komt consta- teeren, dat onze stad in deze dagen aller minst. behoefte heeft aan een buurt met ver schillende nieuwe zaken. Er zijn zaken zat en die hebben liet al moeilijk genoeg. De burgemeester laat. in het bijzonder de nadoelen van het „wél-iets-doen" nog eens de revue passeeren: schoonheid, waterver- versching, verkeer, finanticn, enz. enz. De bekende argumenten. Ten slotte blijken de prcjrdcmpers zich in het bijzonder door de toezegigng van den burgemeester om, zoodra dit mogelijk zal zijn, enkele verbeteringen aan de Kraam- buurt aan te brengen, te hebben laten over tuigen, en dus wordt het voorstel ten slotte zonder hoofdelijke stemming aangenomen. „Storm in een glas water" zou men het laatste bedrijf der vergadering hebben kun nen noemen. „U moet naar Nenutz gaan. Mevrouw, dat is een afgelegen, rustig dorpje, daar zullen Uw zenuwen weer tot kalmte ko enen." „Maar dokter, ik heb behalve zenuwen, ook nog japonnen!" INSCHRIJVINGEN HANDELSREGISTER 22—29 Februari 1938. Nieuwe zaken: Heerhugowaard: A. Breed, Middenweg G 12, schilder, enz. St. Maarten: A. Visser Dz. Eenigemburg A 1S timmerman. Wieringerwaard: G. Kouseband Jz., Nieu- wesluis E 14, kruidenier. Wijzigingen: Heerhugowaard: A. Visser, Kerkweg E 1, timmerman, enz.; overgegaan aan P. Nap.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 5