Het bestuursconflict bij Eenheid door Democratie Manie Herher en Ernst Beier brengen levende plastiek De oude dag van den middenstander Jonge baring verdwijnt „De armenzorg komt veel te kort" Boeren door militaire artsen beleedigd? Post vluchten op Indië De radelooze vluchtelingen Bcp van Klaveren wint van Simon Parijsche Zesdaagsche voor Kaers en Billiet It Ritmeester wilde gesalari eerd worden. ProL Goudri- aan tijdelijk vioe-voorzitter in de plaats van den heer Louwes. Het hoofdbestuur van de Nederlandsche Beweging voor Eenheid door Democratie heeft Zaterdag j.1. te Amsterdam een bij eenkomst gehouden met de voorzitters der afdeelingen. De vergadering werd gepresideerd door prof. dr. ir. J. Goudriaan Jr.. die het be danken van den heer H. D. Louwes voor het vice-voorzit terschap besprak. Prof. Goudriaan heeft zich bereid verklaard tot 14 Mei a.s. de functie van vice-voorzitter te bekleeden. Spreker gaf vervolgens een uitvoerige uiteenzetting van de motieven, die tot het aftreden van de heeren Ritmeester en Fa- ber hebben geleid. Van verschillende zij den heeft men aangedrongen op meer open baarheid, maar de moeiiijkheid is juist, dat er zoo weinig te .openbaren valt. Spr.'s indruk is, dat de kern van het conflict ligt in een in den loop van vele maand-en steeds slechter geworden persoonlijke verhouding tusschen den heer Ritmeester en vele afdeelingsbestuurders. Van eenig zakelijk verschil ten aanzien van hef door E.d.D. te voeren beleid, is daarbij niets gebleken. Over de zeven punten der beginselver klaring bestaat volstrekte eenstemmigheid. Tot een vrijwillige onderschikking aan een goede discipline zijn alle leden en alle af deelingsbestuurders bereid, maar zij heb ben er recht op, op het centraal bureau te Utrecht een behoorlijke ontvangst te vin den voor hun klachten en verlangens en behoorlijke antwoorden op hun vragen. Aan den toon van deze ontvangst en deze beantwoording heeft in het verleden veel ontbroken. Daarbij kwam, dat, toen alsnog pogingen gedaan werden om den heer Rit meester voor het bestuur te be houden. deze den eisch stelde, dat aan zijn secretarisschap een be paald salaris zou worden verbon den. On zichzelf is de eisch van salaris te billijken, maar artikel 26, eerste lid van de statuten, sluit uitdrukkelijk salariee- Ting van een bestuurslid uit. Een voorstel tot wijziging van dit artikel is in het ver leden op groote tegenkanting in de hewe ging gestuit. Voor een zooveel kleurig ge schakeerde beweging als E.d.D. is sala- rieeririg van een hoofdbestuurslid, tevens leider van het centraal bureau ook niet aanbevelenswaardig. N Het tegenvCOordigo hoofdhestuur is niet bereid, öpnieiHv een voorstel daartoe te doen, doch' blijft 'dus eventueel alleen de mogelijkheid over den heer Ritmeester een functie als gesalarieerd directeur van het bureau aan te bieden. Alvorens dit aanbod te doen, wilde het hoofdbestuur zich eerst vergewissen of de heer Ritmeester bereid was eventuel deze functie te aanvaarden. De lieer Ritmeester heeft deze vraag ont kennend beantwoord en Zaterdag j.1. mede- gedoeld ook als lid van de commissie van redactie van het orgaan en als lid van E.d. D. te bedanken. Hiermede is elke mogelijkheid van verder samenwerking verbroken. In de vacature-Louwes zal worden candi- daat gesteld de heer D. W. Stork Jr. te Hen gelo. Ds. A. van der Heide te Voorburg zal voorloopig het sccretaritaat blijven waarne men. Alle sprekers hebben zonder uitzondering hun instemming met de genomen hesluiten betuigd. Tot tweemaal toe heeft de vergadering haar vertrouwen uitgesproken in het thans zittende hoofdbesuur. De candidaatstelling van prof. ir. W. Schermerhorn uit Delft als voorzitter en van dr. H. Faber als bestuurslid, vond in de vergadering algemeene instemming. Ir. Ritmeester richt weekblad op* Naar wij voorts vernemen, zal ir. W. Rit meester zich thans wijden aan een door hem op te richten weekblad „De Wacht", waarmede hij een weerbaarheid binnens lands tegen de extremisten van rechts naar links en naar buiten tegen mogelijke over weldigingen zal propageeren. Zijn schoonvader vermoord Twee Jaar tegen chauffeur ge- elsoht. öp 19 November van het vorige jaar heeft onder de gemeente Thorn een vreeselijk fa miliedrama plaats gehad. De aldaar wonende chauffeur W. J. R. heeft in een vlaag van woede zijn schoon vader Hendrik Hubert Gober met. een schop den schedel ingeslagen, waarna Cober ten gevolge van verbloeding is overleden. De aanleiding tot. dit vreeselijk drama moet/worden gezocht in de relatie, welke Cober met de vrouw van R. onderhield. R., die spoedig door de politie werd gearresteerd heeft wegens doodslag op zijn schoonvader terecht gestaan voor de rechtbank te Roer mond, wélke heni wegens mishandeling, den dood tengevolge hebbend, heeft veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden met een proeftijd van 3 jaar. De Officier van Justitie, die zelf ontslag van rechtsvervolging heeft geëischt, heeft tegen dit vonnis hoogcr beroep aangetee- kend. Deze zaak diende gister in hooger beroep voor het'gerechtshof te 's Hertogenbosch. De zaak werd met gesloten deuren behandeld. Er Werden geen getuigen gehoord. De advo caat-generaal, Mr. H. W. Massink requireer- de twee jaar gevangenisstraf. Het Hof zal ©ver veertien dagen arrest wijzen. Pleit toor verplichte ouderdoms voorziening. „De staat zorgt slechts voor werknemers en ambtenaren" Onder auspiciën van de Vereeniging van Amsterdamsche Winkeliers is gisteravond in „Bellevue" te Amsterdam een openbare vergadering gehouden, waarin de heer S. Roselaar, prae-adviseur van den Koninklij ken Nederlandschen Middenstandsbond een rede heeft gehouden over het onderwerp: ..Verplichte oudersdomsvoorziening voor den Midenstand". Het is aldus spr., de crisis, welke den middenstand zoo buitengewoon ernstig teistert en waardoor de door snede middenstander allen, die een z.g. zelfstandig bestaan leiden aan den rand van den afgrond wandelt en niet meer in de behoefte voor zijn ouden dag kan voorzien Van sparen kan geen sprake zijn. Uitgesloten van sociale voordcc- len. De bestaande wetten zoo ging de spre ker verder bieden den middenstander geen mogelijkheid om in deze leemte te voorzien. De wet Aalberse van 1919, tenslotte voortgesproten uit het ontwerp Talma 1913 kent alleen het ,loondienstverband". Meri moet dus werknemer zijn om van de zege ningen dezer sociale wetgeving te mogen genieten. Een fout, welke zich thans vree slijk wreekt. De middenstander, die er in vele gevallen nog slechter aan toe is dan den arbeider, wordt vanalle sociale voorzieningen verre gehou den. Naar sprekers overtuiging moet dit veel omvattend vraagstuk in een zoo breed mo gelijk verband worden gezien, of men werk nemer, ambtenaar, industrieel dan wel middenstander is, doet bij dit vraagstug wei nig ter zake. De Staat zorgt alUen voor den levens avond van het individu, wanneer het betreft werknemers of ambtenaren. De fout van den Bond voor Staatspensionneering was wel, dat hij in 1919 bij de inwerkingtreding van de wet-Aalberse het roer niet heeft omge gooid. Men had toen uitsluitend voor de be langen van tle zelfstandigheden moeten op komen. Het is toch dwaas zoo zette spre ker uiteen te gaan streven naar een staats pensioen voor iedereen. Immers, devoorzie- ningen in het midden latende, of zij vol doende zijn zijn er reeds voor den werk nemer en den ambtenaar: Uit logische over wegingen moet men niet blijven streven naar ict.s, dat reeds is bereikt. Het is alleen de middenstander, dieöten aanzien van staats pensioen, nog gcenerlci voorziening heeft. In het vervolg van zijn betoog zet te de spreker uiteen, dat hij een voor stander is van verplichte verzeke ring van dén middenstander. Hij is tegcnstandèr van de vrijwillige ver zekering. Ten aanzien van de financieele uit voerbaarheid van de verplichte verzekering, zeide de spreker, dat deze begint bij het kind, dat zijn intrede in het bedrijf doet. Hierbij is dus geen sprake van „self-supporting", de gemeenschap kost het geen cent. Voor de thans of in de nabije toekomst voor uitkee- ring in aanmerking komende personen, wel ke dus geen premie hebben betaald, worden overgangsbepalingen gemaakt. Aan het slot van zijn betoog noemde de heer Roselaar enkele cijfers, waaraan hij het morecle recht meende te mogen onfleenen een voorziening voor middenstanders ten aanzien van ouderdomszorg met klem te mo gen eischen. Waddenzee visschers bedreigd. Tal van visschers varen dagelijks de ha ven van Harlingen uit óm een bezoek te brengen aan hun netten in zee om vrijwel eiken dag te ervaren dat zeer weinig of in t geheel geen haringen zich in deze netten bevinden. En eiken keer weer wacht een belangstellende schare op de kade op de binnenkomst van de booten. Pas de laatste dagen heeft aldus het Hsb. de aanvoer op de Vischafslag te Harlingen eenige beteekenis gekregen. Donderdag en Vrijdag werden nl. in totaal ongeveer 250 tal (een tal is 220 stuks) aangevoerd. De prijzen varieerden van f4.75 tot f7 per tal. Deze vangst werd in hoofdzaak aangevoerd van den Noordkant. Met zorg ziet de visscher dat de gevangen haringen over het alge meen groot van stuk zijn en dat de jonge twee- of driejarige haring sporadisch voorkomen. Normaal weegt een dubbel tal haring, dus 440 stuks, ruim 40 kg. De nu gevangen ha ring weegt per dubbel tal ongeveer 55 kg. Een bewijs, dat de haringen dus veel groo- ter en zwaarder zijn dan het vorige jaar. Dit wettigt de verwachting, dat bij de scholen haringen, die de Waddenzee in trekken, geen jonge haring in voldoende mate aanwezig is. Voor vele visschers, die voor eenige duizenden guldens aan netten in zee hebben staan, bestaat de vrees, dat zij hun bestaansmogelijkheid zullen moeten derven. De Waddenzee biedt blijkbaar geen ge schikte teeltplaats meer voor de Zuider- zeeharing. Het 25-jarig bestaan van de ar menwet 1912 herdacht. In Den Haag werd gisteravond een verga dering gehouden tor herdenking van het 25- jarig bestaan van de armenwet 1912. Verte genwoordigers van verschillende armenra den uit ons land waren aanwezig. De voor zitter de heer Snocck Ilenkemans deed mc- dedceling van zijn aftreden wegens verge vorderden leeftijd. 1913: 15 millioen; 1935 reeds 91 millioen! De heer Mr. Ëvérts, secretaris van den 'Armenraad té 'Amsterdam, "hield een lezing over de armenwet 1912. Het werk dër bur gerlijke armenzorg is zeer toegenomen. Wa ren de uitgaven in 1913 nog 15 millioen gul den en stegen zij in 1923 tót 39 millioen, in 1935 was de 891 millioen bereikt, waarnaast nog een bedrag van 144 millioen aan steun werd uitgekeerd. Het beginsel van vrijheid binnen de grenzen v&n de wet uitte zich, behalve in deze uitgaven, ook in den groei van den invloed der gemeentebesturen, waar op de naamswijziging van „burgerlijk arm bestuur" in „dienst van maatschappelijken steun", in vele gemeenten duidt,'en in het verschijnsel dat liet burgerlijk armbestuur vaak de uitvoerder dor steunuitkeeringen was, terwijl het bovendien de vrijheid van organisatie van den onderzoekdienst had. Waar echter de verambtelijking van de diensten van maatschappelijken steun steeds verder driegt door te dringen, tracht de ver eeniging van armenzorg en weldadigheid meer en meer den nadruk te leggen op het individueele werk. Het particulier initiatief blijft onmisbaar, de groote specialiseering daarvan blijkt ook uit de vermeerdering van het aantal parti culiere en kerkelijke instellingen van 2300 tot 6630 sedert 1913. De armenwet een ordeningsweL De schoonste gedachte, die in de wet van 1912 is vastgelegd, achtte spreker den grondslag voor de ordening, Welke de armenwet tot een ordeningswet maakt: voor een vrijwillige samenwerking der betrok ken instanties. Bovendien ligt er een zekere lendenz in de ontwikkeling der ordening, want, wanneer men ordening wrcnscht, dan kan men niet volstaan met de oprichting van instellingen van armenzorg voor slechts enkele gemeenten. Het, is prekers groote wensch dat. nog eens het geheele territoir des rijks door de ordening worde omvat. De armenzorgers vragen zich thans af. of de behoeftigen van dezen tijd het zooveel beter hebben dan in 1912, maar helaas, zoo zeide spreker, moet men daarop ant woorden, dat er, vergeleken met de hon derden van vroeger, tegemvoordigen tien duizenden onder politietoezicht in de rij op hun uitkeering staan te wachten, ten aan zien van wie het individueele werk nog evenzeer onmogelijk is als vooriieon. Maar wel heeft men thans dit bereikt: dat is erkend, dat de werklooze tot op zekere hoogte recht heeft op steun. De armenzorg komt in onze dagen evenwol nog ontzaglijk veel te kort. Dank van de regeering. Hierna sprak minister van Boeijen, die als gast aanwezig was. De minister zeide o.a., dat de regeering bij deze gelegenheid gaarne van haar belangstelling blijk geeft, omdat zij den offerzin wil herdenken, die aan de armenzorg ten grondslag ligt en die een kenmerk is voor het Nederlandsche volk. Wanneer spreker denkt aan do vele honderdon geofferde millioenen, dan is dit voor hem 'n reden hier don diepgevoelden dank der regeering te vertolken voor het geen aan de Nederlandsche gemeenschap is welgedaan. De Nedclandsche armenzorg heteokent thans zoo buitengewoon veel en nu de nood zoo groot is, doet de minister een oproep tot het Nederlandsche volk te blijven offeren en den nood te blijven le nigen. Bij keuring voor den dienst plicht Het tweede kamerlid Weitkamp heeft aan den minister van Defensie de volgende vra gen gesteld: Is het waar, dat dezer dagen te Bcilcn bij de aldaar gehouden keuring voor de mi litie landbouwers door een of meer der met bedoelde keuring belaste artsen zijn beje gend op een wijze, die niet alleen voor de betrokkenen doch voor het landbouwende deel der bevolking in het algemeen als belecdigcnd moet worden beschouwd'? Indien de voorgaande vraag in bevesti- gëndeh zin wordt beantwoord, is de minis ter dan niet van oordeel, dat een dergelijk optreden, als zijnde 'geenszins beVordelijk aan de vooral in de huidige omstandighe den zoo hoodige goede stemming ook onder de tot het genoemde deel der bevolking bc- hoorende miliciens, hoogst onverantwoorde lijk moet worden genoemd? Indien ook deze vraag bevestigend wordt beantwoord, is de minister dan bereid, aan de daarvoor in aanmerking komende onder zijn departement ressorteerende functiona rissen te doen weten, dat zij zich van voor de boerenbevolking beleedigende uitingen hebben te onthouden? 83-JARIG LANDBOUWER OVERREDEN. Terwijl de 83-jarige landbouwer J. Vis scher uit Rouveen met paard en wagen huis waarts keerde, sloeg het paard op hol, V. kwam onder de wielen terecht en werd zwaar inwendig gewond opgenomen. Medi sche hulp heeft niet meer mogen haten. De oude man is aan de gevolgen van het onge val overleden. Torenvalk (heenreis) Vertrek van Aankemat te [singap. 21 Mrt.Band. 21 Mrt. (terugreis)* |Ba*d- 21 Mrt' lAtheM 21 Mrt> (?eh"wsl l,odhp- 21 Mrt' lRa"*- 21 Mrt- (heenreis) |a1«. 21-Mrt. |Ba,ra M Mr». Rang. 21 Mrt. jjodhp. 21 Mrt, A'dam 22 Mrt. I Nandoe (terugreis) Emoe (heenreis) De Pelikaan staat nog steeds te Rangoon. H.M. de Koningin naar Toscanini Concert van het Residentieorkest* H. M. de Koningin heeft gisteravond een gedeelte bijgewoond van het concert van het Residentie-Orkest, onder leiding van Tosca nini in het Gebouw voor K. en W, Familie Kwekzylber mag niet in Nederland blijven. Op de vragen van het Tweede Kamerlid Donker in verband met de uitwijzing van den staatlooze J. Kwekzylber heeft de mi nister van Justitie ten vervolge op vroeger reeds gedane mededeelingen thans nog het volgende geantwoord. Juist is, dat Kwekzylber, die heden nog in. een der Amsterdamsche ziekenhuizen vertoeft, toen tot zijn aanhouding overge gaan zou worden, een poging tot zelfmoord begaan heeft. De raadsman van Kwekzylber, Mr. L. A, Donker, heeft den minister in een brief van 8 October 1.1. medegedeeld, dat de re den van vertrek uit Duitschland is geweest dat Kwekzylber en diens vrouw, die nim mer aan politiek gedaan hebben en ook bij geen partij zijn georganiseerd geweest, her haaldelijk door S.A.-mannen zijn lastig ge vallen in verband met de vroegere politie ke werkzaamheden en de daarna (in Apriï of Mei 1933) gevolgde vlucht van hun zoon, Willy. Steeds werd naar de verblijfplaats van hun zoon gevraagd. Teneinde aan den last te ontkomen, zijn zij eenige malen ver huisd. Toen de man in Februari 1937 op het bureau der Gestapo ontboden werd, sloeg hem de schrik om het hart, waarna hij met zijn vrouw over de Nederlandsche prens gevlucht is. Dit relaas komt in hoofdzaak overeen met hetgeen den minister te voren gerappor teerd was. In deze feiten kon de minister on der de tegenwoordige omstandig heden geen voldoende reden vinden om aan de familie Kwekzylber ver gunning tot voorloopig verblijf hier te lande te -verleenen. Het is voor de regeering een hardenood zakelijkheid de nog steeds .ononder broken voortdurende onregelmatige binnenkomst hier te lande van vluchtelingen uit Duitschalnd zoo veel mogelijk te beperken, als niet blijkt, van een werkelijk dwingende reden Duitschland te verlaten. Deze laatste acht de minister hier niet aanwezig. Dat thans, vier jaren na het vertrek" \iit' Duitschland van den zoon, een bijzonder dreigend gevaar voor de familie Kwekzyl ber zich zqji hebben voorgedaan, blijkt uit niets. Deze geschiedenis zou, naar het oordeel van den minister èn voor deze familie èn voor ons land allicht een rustiger oplossing gevonden hebben, als de onregelmatige grensoverschrijding voorkomen ware gewor den. Overigens houdt hij het geval, in verband met hetgeen hem nader omtrent den gezond heidstoestand van een der familieleden geble ken is, nader in beraad. tfcAaahen Wereldkampioenen paartijden in ons land. Met den trein van 8.02 uur aan het Staats spoorstation te 's-Gravenhage zijn uit Dus- seldorf aangekomen het kunstrij-paar Maxie I-IerberErnst Baier, Duitsch, Èuropeesch, Wereld- en Olympische kampioenen in het paarrijden. In Hotel „Des Indes", waar de rijders lo- geeren, hadden wij gelegenheid een praatje met hen te maken en dadelijk maakte Ernst Baier van die gelegenheid gebruik een en ander over zijn zienswijze en systeem van het paarrijden te vertellen. Geen sensatie. „Vroeger", zoo begon Baier, „werd het paarrijden voornamelijk beoefend door men- schen, die niet zoo goed konden solo-rijden. Samen leek het dan nog iets, vooral als men er wat acrobatiek inlaschte." Baier heeft een geheel andere op vatting. Het paarrijden moet beoe fend worden door menschen, die het solo-rijden geheel onder den knie hebben. Tezamen moet men dan trachten het rijden tot een harmo nisch geheel te maken, iets dat het publiek artistiek iets brengt en iets leeft. „Wij brengen levende plastiek", zoo drukte Baier het uit, „zooals een beeldhouwer zijn beelden in gips of marmer vormt, zoo vormen wij le vende beelden." Het was in het begin moeilijk het publiek, dat van sensatie hield, aan onze denkbeel den te wennen, maar een succes behaalden Maxi Herber en Ernst Baier. wij, toen op wedstrijden verboden werd, de partnerin in de lucht te tillen, toen dus acro batiek werd afgeschaft. Wat onze muziek betreft, wij laten onze eigen muziek componeeren door Rudolf Zei ler, een jong componist. Hij neemt een film van ons rijden en maakt daarnaar de mu ziek, welke door een orkest gespeeld en op gramofoonplaten wordt opcenomen. De moeilijkheid is daarbij, dat dit speciale platen zijn, die precies even lang als de dans duurt, spelen. Daarvoor is een per fecte gramofoon-installatie noodig, anders mislukt dat hopeloos en moeten wij op gewone walsen en foxtrotten dansen, wat natuurlijk ook wel gaat; maar ons niet zooveel artistieke en sportieve voldoening geeft. „Wanneer bent u het eerst samen gaan rijden?" vroegen we. „Maxie reed al van haar vijfde jaar af en werd op haar twaalfde jaar Duitsch kampioene. Ik zou haar in 1934 voorberei den voor de Olympische Spelen van 1936, doch al spoedig bleken wij buitengewoon goed samen te kunnen rijden. Ook aan het solo-rijden namen we beiden deel, al houden we daar zoo langzamer hand mee op, want het paarrijden vergt al te veel tijd en inspanning. Als solo-rijders bezetten we beiden zeer goede plaatsen". Het was inmiddels al laat geworden en de beide kunstrijders, die e<en vermoeiende tournee achter den rug hebben, verlangden naar rust. Morgen zullen ze de baan eens gaan ver kennen om des avonds het publiek van hun weergalooze rijkunst te laten genieten. Robert Disch neemt revanche op Pancho Martinez. Gisteravond zijn in de Doelenzaal te Rotterdam internationale boks wedstrijden gehouden, waarvan een gevecht tusschen Van Klaveren en den Belg Jcan Simon cn de revanche- wedstrijd tusschen den Cubaan Pan cho Martinez en Robert Disch, na dat Disch een paar maanden geleden te Rotterdam op punten had verlo ren, de hoofdpartijen vormden. •De strijd tusschen Van Klaveren cn Simon is in een overwinning voor onzen landgenoot geëindigd. De 24-jarige Belg, die in zijn land als de coming-man geldt, toonde zich. een kundig bokser. Tegen Van Klaveren met zijn grootere routine, was hij echter niet opge wassen en hoewel hij zeer moedig vocht, was al direct te zien, dat de Belgische bokser het onderspit zou delven; Van Klaveren werd winnaar op punten. Voor de pauze bokste onze lichtgewicht- kampioen Robert Disch tegen den Cpbaan- schen kampioen Pancho Martinez. In deze partij werd er zeer fel gebokst en nu eens had de een eenig overwicht, dan weer de ander. In de achtste ronde vooral had Disch het hard te verduren; hij werd in de hoeken gedreven en kreeg veel te incasseeren. De jury verklaarde onzen landgenoot tot winnaar op punten, waarmede hij ongetwij feld meer kreeg, dan hem toekwam. Onbe slist zou een betere uitspraak zijn geweest. Widjunnui PijnenburgWals en Pellenaars Pélissier op één ronde. Gisteravond is de Parijsche zes daagsche geëindigd en gewonnen door het Belgische koppel Kaers— Billiet. De Franschcn Ignat—Diot bezetten de 2de plaats. Met een ron de achterstand volgden als derde en vierde PijnenburgWals en Pel lenaarsPélissier. Na de sprints van acht uur geraakte Ar- chambaud bij een valpartij dermate gewond, dat hij den strijd moest staken. Zijn kop- pelgenoot Guimbrctière moest toen later eveneens van verderen strijd afzien. De eindstand luidt: 1. KaersBilliet, 541 pnt., afgelegde afstand 3782 k.m. 2. IgnatDiot 376 pnt. Op eén ronde: 3. PijnenburgWals 449 p. 4. Pellenaars—Pélissier 289 pnt.. Op twee ronden: 5. Mngne-Speicher 107 p. Op drie ronden: 6. SérèsGiorgetti 157 p. 7 BautzWengler 99 pnt. Op 4 ronden: 8 EgliBoucheron 277 pnt, 9 Bouchard—Fournier 147 pnt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 2