Volendamt
een vreemdelingen-fuik?
i
Een ernstige waarschuwing aan een
idyllisch dorp
Jongerenbulde aan H.M.
de Koningin
Radioprogramma
jEDGAR RICE
BURROUGHS
No. 31.
Rokoff sprong op, draaide zich om en zag
de Zweedse kok. „Ga weg!" brulde de Rus.
Als antwoord ging de grote hand van de kok
langs de maag van Kokoff, terwijl het lange,
scherpe mes, dat de kok als wapen had hee-
gebracht, hem beroerde. Rokoff zag deze be
weging en hield op. Toen sprak hij in het
Frans tegen Lady Greystoke: „Ik wacht mor
gen uw antwoord. Als U niet uit uzelf naar
me toekomt, dood ik uw kind voor uw ogen!"
Na deze vreselijke woorden verliet Rokoff de
/iut. Na een ogenblik zwijgen begon de Zweed
te spreken. De idiote trek was van zijn ge
zicht verdwenen en maakte plaats voor een
van wilskracht. „Hij denkt, dat ik gek ben",
fluisterde hij. „Ik versta Frans. U bent goed
voor me geweest, hij behandelt me als een
vuile hond, ik zal U helpen, Mevrouw U
alleen maar. Ik zal U helpen ontvluchten".
Jane kon haar oren nauwelijks, geloven. Was
ontvluchten dan mogelijk? Later op de dag,
toen hij haar voedsel bracht, fluisterde hij
heel zacht:" pak uw kleren in en rol uw
dekens op. Ik kom nu gauw terug". Hij
wilde de hut verlaten, maar Jane legde haar
hand op zijn arm. „Mijn kind?" vroeg ze. „Ik
kan niet zonder hem vluchten". Hij ant
woordde niet. Toen hij weg was, overviel de
vrouw van Tarzan een gevoel van eindeloze
verlatenheid. Daarbij huiverde ze, als ze aan
de Zweed dacht. Maar, overlegde ze bij zich
zelf, ze kon in zijn gezelschap het nooit erger
krijgen dan bij Rokoff en zijn handlangers.
Eu dus gaf zij gehoor aan de instructies van
de kok. Tegen middernacht werd er zachtjes
op haar deur geklopt. Voorzichtig opende zjj
hem en zag de dikke figuur van de kok. Hij
kwam dicht bij haar. En een van de bundels,
die hij droeg, legde hij in haar arm. ..Stil,
maak geen leven", zei hij, „dit is uw kind".
(Nieuwe spelling.)
Het veertigjarig regeeringsjubi
leum. Unieke bijeenkomst in
Utrecht
Dezer dagen had in -de groote vergader
zaal van het gebouw voor Kunsten en We
tenschappen te Utrecht, onder voorzitter
schap van rnr. L. J. A. Trip, voorzitter van
het Nationale Comité tot viering van het
veertigjarig regeeringsjubileum van H. M.
de Koningin een zeer druk bezochte ver
gadering plaats van vertegenwoordigers
van jongerenorganisaties.
Er waren zóóvele jongerenorganisaties
vertegenwoordigd van allerlei richting dat
wij met de opsomming er van, den lezer
spoedig zouden vervelen, dus volstaan we
met de mededeeling, dat deze samenkomst
wel ecnig in de geschiedenis van de jeugd
beweging in Nederland genoemd kan wor
den.
Mr. Trip sprak het openingswoord uit
en deelde mede, dat het denkbeeld van een
algemeene hulde van jong Nederland aan
H. M. de Koningin ter gelegenheid van
haar veertigjarig regeeringsjubileum op 6
September van dit jaar was gerezen v,;' het
Nationaal Jongeren Verbond. Spr. gaf ver
der een uiteenzetting van de juiste 'Wec-
kenis dezer hulde en het doel der bijeen
komst: te weten: het doen van de eerste
stap tot het verkrijgen van de algemeene
samenwerking om de bedoeling tot haar
volle recht te doen komen.
'H.M. de Koningin heeft in beginseü haar
goedkeuring gehecht aan een hulde van de
Nederlandsche jongeren, en het nationale
comité en het Amsterdamsche comité heb
ben in het programma een plaats inge
ruimd voor deze hulde.
Op voorstel van mr. Trip zullen de sa
menwerkende vereenigitgen binnen veer
tien dagen mededeelen, welke twee ver
tegenwoordigers zij in een te vonmien lan
delijk comité zullen aanwijzen.
Er zal een kleiner uitvoerend comité ge
vormd worden, bestaande uit een twaalf
personen.
Te zijner tijd zullen uitvoerige mededee-
lingen gedaan worden over den vonm en
het karakter van deze jeugdhulde.
WielAenntti
De ronde van Purmerend
De ronde van Purmerend wordt defini
tief op Zaterdag 30 April gehouden. Meer
dan 100 deelnemers schreven voor dezen
wegwedstrijd in
WOENSDAG 30 IVLAART 1938.
Hilversum I, 1875 en 415,5 m.
VARA-Uitzending. 10.00—10.20 v.m. VPRO
6.30—7.00 RVU. 7.308.00 VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek.
9.30 Causerie „Onze keuken".
10.00 Morgenwijding.
10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Con
tinubedrijven.
11.30 Causerie „Boeken over werklozen".
12.00 Gramofoonmuziek.
12.451.45 VARA-Orkest.
2.00 Kniples.
2.30 Voor de vrouw.
3.00 Voor de kinderen.
5.30 Gramofoonmuziek.
5.45 Causerie „De mijnwerkers en het Alge
meen Mijnwerkersfonds".
6.00 De Ramblers.
6.30 „1938, het zonnevlekkennajaar", cauerie.
7.00 Gramofoonmuziek.
7.10 Vocaal concert.
7.30 Cyclus „Ons werk en ons geloof".
8.00 Herhaling SOS-Berichten.
8.03 Berichten ANP. VARA-Varia.
8.15 VARA-Orkest.
8.30 Radiotooneel.
9.30 Gevarieerd concert.
10.00 Berichten ANP.
10.05 Gramofoonmuziek.
10.20 Solistenconcert.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.30—12.00 Orgelspel.
Hilversum H, 301,5 m.
NCRV-Uitzending. G.307.00 Onderwijs
fonds voor de Scheepvaart.
7.108.00 Nederlandsche Evangelische Ver-
eeniging.
8.00 Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek
(Gr.pl.).
8.30 Gramofoonmuziek.
9.30 Gelukwenschen.
9.45 Gramofoonmuziek.
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoónmuziek.
11.15 Ensemble v. d. Horst.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek.
12.30 Vervolg ensemble v. d. Horst.
I.30 Gramofoonmuziek.
2.15 Zang en piano.
3.00 Christelijke Lectuur.
3.30 Gramofoonmuziek.
4.40 Felicitaties.
5.00 Voor de kinderen.
5.45 Gramofoonmuziek.
6.00 Land- en tuinbouwhalfuur.
6.30 Taalles en Causerie over het Binnenaan-
varingsreglement.
7.00 Berichten.
7.10 Causerie „Oorsprong en beteekenis van de
Evangelische richting".
8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS-Berichten
8.15 Christelijke Oratoriumvereeniging „Oefe
ning en Stichting", het Nederlandsche
Kamerorkesten solisten.
10.30 Berichten ANP.
10.35 Gramofoonmuziek.
10.45 Gymnastiekles.
II.00 Gramofoonmuziek. Ca. 11.5012.00
Schriftlezing.
Omgooiïng van het roer
een eisch
Volendam ls levensmoe.
De Afsluitdijk heeft zijn werk gedaan. Houdt
mu in stormnachten de opdringende wateren
tegen en heeft dit land vele duizenden hecta
ren vruchtbare klei geschonken, waarop een
nieuwe provincie aan het verrijzen is.
Een ontzaglijk werk, een werk van kleine
jmenschen tegen een grootsche natuur.
In Volendam denkt men er anders over.
In Volendam staan de Zuiderzeevisschers
van weleer met de handen in de zakken en de
rimpels in de gebruinde koppen. Ze staan
uren en uren lang op de haven, te staren naar
de zee, in de eindelooze verten.
Een bron is opgedroogd.
Er is geen vreugde meer op Volendam, en
hoe zou dat ook kunnen, nu de visscherij den
doodsteek gegeven is en een belangrijk deel
der bevolking op straat staat.
Er is daar achter gevallen gordijnen en
gesloten luikjes meer leed dan men zou ver
wachten in een dergelijk sprookjesstadje,
waar de kinderen doen denken aan pop
pen uit een voorbije rococo en de ouderen
aan levend geworden figuren uit een kleurige
boerenbruiloft gemaald in Jan Steensche
kleuren.
Er is een bron van inkomen opgedroogd en
zien wij de werkelijkheid, dan zal Volendam
een andere moeten aanboren. Of de bestaan
de bronnen nog beter moeten exploiteeren.
Te intensieve exploitatie.
Buiten de visscherij is daar het vreemde
lingenverkeer, dat jaarlijks vele duizenden
in de Volendammer la-tjes brengt. Franschen
en Engelschen, gezwegen van de vaderland-
ache belangstellenden, komen er in groote
kudden en met fecht kan over Volendam
gesproken worden als over een der voor
naamste touristen-trekpleisters van Neder
land in het algemeen en Noord Holland in 't
bijzonder.
FEUILLETON.
DOOR
ETHEL M» DELL
21.
Zwaar en met in de verte aanrollenden
donder viel de nacht en de flauw verlichte
kamer kreeg een spookachtige atmosfeer, vol
geheimzinnige schaduwen. Een gevoel van
onwerkelijkheid kwam over de oudere vrouw
een vreemd gevoel alsof geestelijke, vol
komen onbekende machten de overhand had
den gekregen. Zij dacht aan den gestorven
man Guy Chisledon die dien middag met
militaire eer begraven was en die minder dan
vier-en-twintig uur geleden zich nog in de
volle kracht van zijn mannelijkheid tusschen
zijn spld ten bewogen had. Zij herinnerde zich,
hem juist na de lunch gezien te hebben en hij
had gepocht over een krachteischend feit, dat
h\j dien dag volbracht had. Zijn luide, zelf
voldane stem scheen haar nu nog in de ooren
te klinken. Hij was altijd zoo vol overbruisend
leven. Zy kon nooit aan hem denken als een
doode of aan Yvonne dat lachende levens
lustige schepseltje als een weduwe.
Haar gedachten dwaalden af naar Pax. Het
was een vreeselijk ding voor hem. Hoe het
gebeurd was, ging boven haar begrip. Het
was absoluut niets voor hem om zoo onna
denkend naar een Ingeving te handelen. Als
het Chris Markham geweest was, zou het
veel gemakkelijker te begrijpen zijn geweest.
Chris was impulsief, Chris was een heethoofd!
Maar Paxl
Exploiteert Volendam z(jn vreemde
lingenverkeer
Ongetwijfeld doet het dat. Het ge-
heele dorp ls er op uit den vreemdeling
te „ontvangen" en het ls hier, dat wij
„des Pudels Kern" raken.
Volendam ontvangt z\jn bezoekers
namelijk te goed, exploiteert deze bron
té intensief, maakt van dit begeerd be
zoek een industrie met alle nadoelen
aan een dergelijke industrialisatie ver
bonden.
Zóó is Volendam.
Het vorige jaar hebben wij aan den lijve
ondervonden wat het zeggen wil Volendam in
zijn reisplan te betrekken.
Dat beteekent, dat Uw auto, nog vóór
men het stadje der poppenhuis-proporties
binnentrekt, aangehouden wordt door bol-
broeken, die U vertellen waar Uw vervoer
middel geparkeerd of gestald moet worden.
Dat beteekent, dat bij het binnentrekken 7 of
8 dorpelingen voor Uw wagen gaan staan, U
papiertjes in de hand drukken en verwijzen
naar dé ideale garage.
Met moeite stuurt ge Uw vehikel over de
pittoreske maar middeleeuwsche wegjes,
duizend vreezen vreezend, dat ge een jeug
dig Volendamsche zult torpedeeren. Paling
boeren met glimmende physionomieën en
fantastische buiken drentelen midden op den
rijweg, tikken tegen de coupé-raampjes en
bieden hun (overigens zeer smakelijke) zil
veraal aan. Meisjes met steriotiepe lach-
gezichtjes klimmen op de treeplank en offree-
ren prentbriefkaarten, waarop alle schoon
heid van dit dorp in harde kleuren gecon
denseerd is.
Tenslotte parkeert men, doch dan begint
de exploitatie eerst met recht. Men loopt U
na, men poseert ongevraagd, gezien het feit,
dat U een kodak aan de hand heeft bengelen
en meent dat men U de geheele voorraad
zilveraal kan slijten. U staat een van die
waarlijk alleraardigste winkeltjes te bekij
ken, maar op hetzelfde oogenblik is de
eigenaar reeds naar buiten gekomen ten
einde U op zfln lage prijzen en schoone wa
ren te wijzen.
Alzoo is een bezoek aan Volendam.
Wat vergeten wordt.
Nu zijn er menschen, die zich daar niets
van aantrekken en hun eigen gang gaan,
maar zijn er ook, die dat wel doen, het
grootste deel zelfs. Die het hier zoo hoog-
noodige savoir vivre missen om botweg al
deze verzoeken en miniatuur-bedelpartijen te
kunnen afslaan.
Van hen plukt Volendam. Het plukt er veel
van en niemand kan het eigenlyk de inwoners
kwalijk nemen, dat ze zoo handig zyn om op
psychologisch verfijnde manieren de bezoe
kers geld uit den zak te slaan.
Er wordt echter één ding bjj vergeten.
Deze bezoekers zijn slechte propa
gandisten voor Volendam. Ze zullen de
schoonheid van dat dorp, dat in zeker
opzicht altijd nog een Idylle ls aan den
waterkant, niet prijzen en er nimmer
terugkomen.
Het is hierop, dat wij de aandacht
meenden te moeten vestigen, omdat hier
een provinciaal belang In het geding
komt.
Volendam, let op Uw saeck.
Het seizoen staat weer voor de deur.
Ze zullen weer komen,, de duizenden, zich
lavend aan de verstilde schoonheid van eén
voormalig Zuiderzeedorp.
Doch laten de Volendammers bedenken, dat
zij hun vreemdelingen-industrie niet opvoe
ren tot hoogten, waarbij zij ieder gevoel
voor proportie verloren hebben. Laat het
dorp zijn touristische levensbron gebruiken,
desnoods exploiteeren, maar laat het er geen
„industrie" in de ongunstigste beteekenis
van maken.
Laat het bezoek aan Volendam niet
z\jn een geperfectionneerde gelduitschud-
derij, geen exploitatie der portemonnaie
van den bezoeker, want hij zal de lof
van het idyllische Volendam niet uitzin
gen bij zfln thuiskomst.
Het is goed daarop thans de aandacht
te vestigen.
Omdat Volendam vooral nu alle zei
len zal hebben bjj te zetten, om zijn be
staan te handhaven.
Eén bron is verloren gegaan.
Laat men de andere met de noodige
tact en liefde behandelen.
Claire. „De dokter heeft haar wel een sterk
slaapmiddel gegeven."
„Hij was bang voor de gevolgen van den
schok," legde de kolonelsvrouw uit. „Het
gebeurde onder haar oogen, het arme kind;
het is een wonder, dat zij niet bezweken is
onder dien ontzettenden slag."
Claire zette haar hoed af en streek het
haar van haar voorhoofd weg. Er lag een
uitdrukking van beslistheid op haar vermoeid
gezicht. „Wilt U mij nu precies vertellen,
hoe het gebeurd is?" vroeg ze.
De kolonelsvrouw aarzelde een oogenblik
en besloot toen aan Claire's verzoek te vol
doen, en bovendien was ze te moe en te
zenuwachtig om een zachtere lezing van het
gebeurde te vinden.
„Wij hebben alleen het verhaal van kapi
tein Packersley," begon ze. „Die arme
Yvonne was te zeer verdoofd om een sa
menhangend verslag van he* gebeurde te
kunnen geven. Het schijnt, dat ze hier alleen
was, toen een inlander, die op de waranda
geslopen was, haar een doodelijken schrik
bezorgde Zij dacht, dat het de moordenaar
Mirza Khan was en vluchtte naar kapi
tein Packersley om hulp. Zij moet zeer op
gewonden geweest zijn, want het duurde
eenigen tijd, voor hij haar gekalmeerd had,
en in den tusschentijd moet majoor Chisle
don naar huis zijn teruggekeerd. Niemand
schijnt te weten, waar hij geweest is. maar,
hoe het ook zij, hij ging onmiddellijk naar
het huis van kapitein Packersley om te
zien, of hij iets wist. Hij had een electrische
zaklantaarn bij zich, die hij voor zich uit
zwaaide. Ik denk, dat hij ook overdreven
zenuwachtig was. Maar, hoe het ook zij,
kapitein Packersley en Yvonne dachten
beiden, dat de moordenaar haar gevolgd had,
en Packersley schoot in de opwinding van
het oogenblik zijn revolver af zonder eerst
naar buiten te gaan en te zien wat het was.
Toen ontdekte hij helaas te laat dat hij
op je armen broer had geschoten."
Zy zweeg met een angstigen blik op haar
toehoorster. Claire had het geheele verhaal
aangehoord met een uitdrukking van ge
spannen aandacht op haar bleek gezichtje.
Mevrouw Risborough voelde haar zenuwen
haar te machtig worden en daar Claire niet
sprak, gaf zij toe aan de neiging om lucht
te geven aan den angst, die steeds zwaarder
op haar begon te drukken.
„Zie je. lieve, het vreeselrjke is, dat er
niemand is, die bevestigen kan, wat kapitein
Packersley zegt. Het is zo iets verschrikke
lijks en er zijn zeker in zijn verslag eenige
zwakke punten, die om opheldering vragen.
Natuurlijk is het mogelijk, dat Yvonne ons
alles kan verklaren, zoodat iedereen voldaan
is. Maar op het oogenblik schijnt er bij een
deel der belanghebbende partijen een zeer
sterk element van twijfel te bestaan. Het is
zoo moeilijk om te gelooven, dat kapitein
Packersley impulsief zou gehandeld hebben,
maar hij was in zijn pyama en verwachtte
dus blijkbaar niémand meer. Hij moet het
hoofd" kwijt zijn geraakt door het plotselinge
van het geval. En toch men zou denken,
dat hij de laatste man ter wereld was, die
zijn hoofd zou verliezen."
„Het was toen reeds laat. Hij was reeds
te bed." Claire's stem klonk helder na het
angstig gefluister van mevrouw Risborough.
„Yvonne vluchtte naar zijn huis om hulp,
nadat iedereen reeds naar bed was."
„O. neen, lieve, ik vrees van niet. Dat is
werkelijk het zwakke punt." Mevrouw Ris
borough schudde mismoedig haar hoofd.
„Yvonne was nog in haar avondjapon. Toen
kapitein Packersley eindelijk den dokter
geroepen had, vond deze haar bewusteloos
haar kleeren vol bloedvlekken op het
bed liggen, terwijl die arme majoor Chisledon
dood op de waranda lag. Claire, lieve, ver
geef mij deze afschuwelijke bijzonderheden."
„Ik wil ze weten." fluisterde Claire. en
wendde het hoofd terzyde. „Wie is dat?"
„De dokter of myn man." zei de kolonels
vrouw, terwijl ook zij luisterde naar het ge
luid van naderende voetstappen. „Ja. het is
mijn man. Wil je hem spreken, lieve? Of zal
ik gaan?"
Wordt vervolgd.)
Weer slaakte ze een zucht. Zelfs haar
klonk de geheele geschiedenis ongerijmd. En
het was alleen omdat Pax het vertelde, dat
men er ernstig op inging. Er schenen groote
hiaten in te zijn, die Yvonne misschien kon
aanvullen. Als zij in gebreke bleef om zijn
verklaring te bevestigen, kon men zich niet
indenken, wat er gebeuren zou. Zij wist reeds
dat haar man Pax' toestand met de grootste
bezorgdheid beschouwde.
Wat zou Claire van dit alles denken, vroeg
zij zich af. Die arme Claire, die in alle haast
van Kapoo terugkwam om bij de vrouw van
haar broer te zijn! Claire had veel van Guy
gehouden, en juist den laatsten tijd scheen er
een vriendschap ontstaan te zijn tusschen
haar en den man, door wiens hand Guy den
dood had gevonden. Het zou vreeselijk zijn,
indien het meer dan vriendschap ware! Me
vrouw Risborough sloot haar oogen alsof zij
haar geest voor die gedachte wilde sluiten.
Een rommelend geluid in de verte riep
haar plotseling terug tot haar onmiddellijke
omgeving. Wat zou het zijn? Onweer of een
naderende auto Eenige seconden luisterde
zij ingespannen. Ja, het was ongetwijfeld een
auto. Het kon iemand zijn, die naar de club
ging, of misschien was het Claire. Als dat
zoo was, had zij bijzonder vlug gereisd en
moest ze vreeselijk vermoeid zijn. Zou ze
ooit de kracht hebben om die inspanning te
verdragen
Nader en nader kwamen de wielen en nu
hoorde zij, dat de auto het hek binnenreed.
Wat was het warm en hoe zou Claire onder
de hitte geleden hebben! Als majoor Nicholls
er maar in slaagde om de beide meisjes zoo
spoedig mogelijk uit Bhanapore weg te zen
den! Maar dat zou in zich sluiten, dat Pax
alleen stond. En dat dat zou gevolgen
hebben, waaraan zij nog niet had durven
denken.
Ja, de auto stopte voor het huis. Er klon
ken stemmen en een lichte voetstap naderde
de deur. Mevrouw Risborough ->tond op, de
deur werd zachtjes geopend en Claire stond
voor haar Claire, bleek, maar volkomen
beheerseht.
Mevrouw Risborough onderdrukte met
moeite een snik van dankbaarheid. „O.
lieve," zei ze „wat een zegen, dat je hier
bent!"
Claire stond nauwelijks stil om den wel
komstkus van de oudere vrouw te ontvan
gen, maar liep recht op het bed toe, waar ze
naast Yvonne neerknielde.
„Wat heeft ze?" vroeg ze.
„De dokter heeft haar een slaapmiddel
gegeven," fluisterde mevrouw Risborough.
„Hij was bang, dat de schok haar te zeer
zou aangrijpen. Maar zij slaapt langer dan
wij dachten. Ik denk, dat zij spoedig ont
waken zal."
Claire streelde Yvonne's hand en drukte
er haar lippen op. Toen keek zij op.
„Ik heb alleen het ergste gehoord," zei zij.
„Ik weet maar heel weini;* van alles wat er
gebeurd is. Kunt U mij vertellen wat er is
voorgevallen?"
„Ik zal het je vertellen, lieve," zei me
vrouw Risborough. „Maar je zult 'wel erg
moe zijn na die lange reis. Wil je niet eerst
iets gebruiken?"
Claire stond op. Als zij eenige vermoeid
heid gevoelde, toonde zij het niet. Een nieuwe
kracht scheen haar tengere gestalte te be
zielen. Haar houding was zoo flink en be
heerseht, dat de kolonelsvrouw haar met
verwondering gadesloeg. Zij had verwacht,
dat Claire haar hulp noodig had, maar zij
ontdekte, dat zij zelf reeds op het jonge
meisje steunde. Na de lange droevige uren
aan Yvonne'3 ziekbed doorgebracht, voelde
zij zich zwakker dan het jonge meisje, uit
wier houding zelfvertrouwen en moed spraken
„Ik voel mij uitstekend," zei Claire, „en
ik heb onderweg iets gegeten. Vertel mij als
het U belieft alles wat U weet, en tracht het
niet voor my te verzachten. Ik hoor liever
dadelijk het ergste, wat ik vroeger of later
toch moet vernemen."
„Ik geloof toch, dat zij werkelijk slaapt,"
zei mevrouw Risborough na een blik op het
bed geworpen te hebben.
„Zn is nog absoluut bewusteloos," zei