Hem op de ontwikkeling van
het aotomohiliame
VAN
Verruiming toewijzing
mestvarkens
Het incident op het
Blauwe Zand
Radioprogramma
E D
B U
DOOR
G A R R I C E
R R q U G H S
No. 52.
Jane sloot het vooronder af en was nu vei
lig- voor de bemanning. Ze ging naar de kom
buis en vond daar voedsel. Van het dek van
de Kinsaid zag ze niets anders dan de opper
vlakte van het water. Toen kwam Rokoff
met zijn kano in zicht, doch toen hij probeer
de aan boord te klimmen, bemerkte hij het
geweer van Jane, dat op hem gericht was.
Daar er geen andere uitweg was, ging de
Rus weer terug in zijn kano. Ofschoon het
gevaar bestond, dat hij naar de zee zou
afdrijven, besloot hij te trachten aan de an
dere kant van de baai te komen, waar de
deren van Tarzan hem niet konden bereiken.
Jane voelde, dat zij verder geen aanval van
hem behoefle te vrezen. Ze wist, dat hij alleen
en zonder hulp zijn zware kano niet stroom
opwaarts naar de Kinsaid zou kunnen roeien.
Bij het vallen van de duisternis werd zij plot
seling opgeschrikt door een wilde kreet vanaf
de kust. Op het dek van de Kinsaid kon ze de
vreselijke troep beesten zien, die langs de kust
liepen. Ze dacht, dat ze hen herkende als de
zelfde vreselijke troep, die haar een paar
dagen tevoren in de jungle vlak bfl de Ugam-
bi was gepasseerd. Het kon natuurlijk best
zijn, dat er meer dergelijke troepen waren,
maar wat hen stroomafwaarts naar de mond
van de rivier had doen komen, kon zij niet
vermoeden. Toen trok het geroep van de Rus
van de tegenovergestelde oever haar aandacht
Ze zag, dat hij met zijn haveloos hemd boven
zijn hoofd wuifde, alsof hij een signaal gaf. Ze
volgde de richting van zijn bewegingen, even
later zag ze tot haar ontsteltenis, dat een boot
de stroom af kwam. Hierin, dat voelde ze,
konden alleen leden zijn van de verdwenen
bemanning van de Kinsaid alleen harte
loze vijanden.
DRUKKENDE BELASTINGEN.
ROMPSLOMP RIJTIJDENBESLUIT.
De ontwikkeling van het automo
bilisme wordt in Nederland sterk
afgeremd, aldus het jaarverslag van
de Kon. Ned. Automobiel Club, dat
op de jaarlijksche algemecne ver
gadering op 29 April a.s. zal wor
den uitgebracht.
Men durft zich blijkbaar nog niet objec
tief te stellen tegenover het nieuwe, dat
de techniek bracht.
De instandhouding van verschillende
verouderde en geldverslindende tramlijnen
is hiervan een typisch'-voorbeeld.
Aan den anderen kant werken de lastert,
welke aan het wegverkeer worden opge
legd, remmend.
Een gemiddelde personenautomobiel heeft
altijd nog aan belastingen omstreeks vijf
honderd gulden per jaar op te brengen!
Het motorrijwiel schijnt als een
gevaarlijk monster te moeten wor
den beteugeld. Immers zal het Rij
tijdenbesluit tevens van toepas
sing worden verklaard op de z.g.
„heerrijders".
In ons land met zijn korte afstanden komt
het echter vrijwel niet voor, dat een niet-
beroepsrijder langer dan vijf uren achter
een onafgebroken bestuurt.
Moet hiervoor nu de geheelc rompslomp
van het Rijtijdenbesluit met de daaraan
verbonden kosten en overlast overhoop wor
den gehaald?
Catalogusprijs geen grondsdag
voor de Personeele Belasting.
O.m. wordt in het verslag sterk stelling
genomen tegen de drukkende personeele
belasting op de personenautomobiel.
De K.N.A.C. tracht op het oogenblik in
hoogste instantie een beslissing te verkrij
gen, waarbij wordt vastgesteld, dat de z.g.
catalogusprijs geen beteekenis heeft als
grondslag voor de Personeele Belasting,
liet is immers een bekend feit, dat de ca
talogusprijs in geenen dcele als normale
lionpprijs mag worden beschouwd.
Tegenover dit alles is gelukkig ook goeds
te stellen. De bevordering van den uitbouw
van ons wegennet naar moderne richtlijnen
vond krachtige voortzetting.
Tot de uitvoering van belangrijke wer
ken werd besloten.
Voorzooveel de verkeerswetgeving betreft,
kan nog op de creditzijde geschreven wor
den de invoering van de voorrangswegen.
Men is echter halverwege voor een conse
quente doorvoering blijven staan en heeft
met name tot dusverre de invoering van
dit logische verkeerssysteem niet in de ste
den durven doorvoeren.
Een goed jaar voor de K.N.A.C.
Het blijkt, dat het jaar 1937 voor de
K.N.A.C. een goed jaar is geweset.
Voor wat de Belastingdienst betreft wordt
er op gewezen, dat in het bijzonder het
vraagstuk van het al of niet mogen aan
geven voor beroep of bedrijf in het brand
punt der belangstelling staat, en dat de
K.N.A.C. in een adres reeds een soepeler
regeling van deze materie bepleitte.
Van een actie' van de K.N.A.C. om de
personeele belasting verlaagd te krijgen is
het gevolg geweest, dat een 19-tal gemeen
ten aan het beroep van de K.N.A.C. ge
volg hebben gegeven, zoodat aldaar met
ingang van 1 Januari 1938 een verlaging is
doorgevoerd.
Eerste verkoopdag voor reactie-
vrij vee in ons land
Gistermorgen werd te Assen in tegen
woordigheid van vele autoriteiten de eer
ste verkoopdag voor t.b.c.-vrij vee in ons
land officieel geopend door den burgemees
ter van Assen, Mr. J. Bothenius Lobman.
Deze markt werd georganiseerd door den
Gezondheidsdienst voor vee in Drente. Er
waren ruim 300 inzendingen.
In zijn openingsrede zeide de burgemees
ter van Assen, dat weliswaar de moeilijkhe
den van practischen aard nog niet overwon
nen waren, waarbij hij dacht aan een even-
tuecle inschakeling van den Bond van Vee
handelaren, doch hij hoopte dat deze markt
zal mogen uitgroeien tot hetgeen men daar
van zoo gaarne verwacht.
De publieke belangstelling was zeer groot.
Naar ons van bevoegde zijde wordt
medegedeeld, heeft de minister
van Economische Zaken besloten,
de toewijzing van mestvarkens,
welke thans ca. 1.600.000 bedraagt,
met 50.000 te verruimen, zulks we
gens het grooter aantal biggenmer-
ken, dat voor 1938 werd toegekend.
Deze verruiming is niet van zoodanigen
omvang, dat een algeheele herziening der
varkenstoewijzing noodzakelijk wordt: zij
stelt de provinciale landbouw-crisisorgani-
satics echter in staat, om in bijzondere ge
vallen, waarin thans, doordat de reserve
was' uitgeput, niet voldoende kon worden
voorzien, de noodige verbeteringen aan te
brengen.
Gezantenconferentie ten
Departemente
De regeeringspersdienst meldt:
Tegen Vrijdag 13 Mei heeft de mi
nister van Bnitenlandsohe Zaken
Hr. Ms. gezanten te Londen, Ber
lijn, Parijs en Brussel tot een con
ferentie te zijnen departemente bij
eengeroepen, waarin algemeene on
derwerpen van buitenlandsch be
leid besproken zullen worden. Tot
dusver zijn, in tegenstelling met
het buitenland, hier te lande der
gelijke samenkomsten van diploma
ten niet gebruikelijk. Van de erva
ring, met deze conferentie op te
doen, zal eventueele herhaling af
hangen.
VEE ONTSPRONG DEN DANS.
Maandagavond is door onbekende oorzaak
brand uitgebroken in de boerderij van den
landbouwer J. Groenen op het gehucht Ze
venhuizen, onder de gemeente Leende. Door
den feilen wind werd het vuur dermate
aangewakkerd, dat in korten tijd de ge-
heele boerderij in de asch werd gelegd. Ge
lukkig was het vee in de weide. Een kalf
en twee varkens welke op stal. waren, kwa
men in de vlammen om. De aanzienlijke
schade wordt door verzekering'gedokt.
Slraf tegen Melchers verzwaard
Het hof ontslaat ir. Mussert
van rechtsvervolging.
Het gerechtshof te Amsterdam heeft gis
termorgen arrest gewezen in.de zaken aan
gaande het incident op het Blauwe Zand.
Men zal zich herinneren, dat de recht
bank den leider der N.S.B., ir. A.A. Mus
sert, die terecht stond wegens mishande
ling, van alle rechtsvervolging ontsloeg. De
tweede hoofdfiguur in deze zaak, P. Mel-
chers, werd toen wegens mishandeling ver
oordeeld tot f 15.— boete, terwijl de derde
verdachte Bunning wegens openlijke ge
weldpleging een gevangenisstraf kreeg van
drie maanden en drie weken met aftrek van
denzelfden tijd in voorloopige hechtenis
doorgebracht.
Bij de behandeling voor het gerechtshof
eischte de procureur-generaal bevestiging de
zer uitspraken.
Het hof bevestigde gistermorgen het von
nis ten aanzien van ir. Mussert, die dus
ontslagen werd van alle rechtsvervolging.
Ten aanzien van den verdachte Melchers
achtte het hof een zwaardere straf beter
in overeenstemming met-den ernst van het
gepleegde feit. Het hof veroordeelde Mel
chers tot een gevangenisstraf voor den tijd
van tien dagen.
Het vonnis tegen Buning werd bevestigd.
De boeken openl
Duitsche Joden moetert nauw
keurig hun bezit opgeven.
Ben verordening van Göring.
Gcneraal-veldmaarschalk Göring
heeft als gevolmachtigde voor het
vierjarenplan een verordening uit
gevaardigd op grond waarvan iede
re Jood van Duitsche nationaliteit
zjjn geheele vermogen in binnen-
en buitenland moet opgeven en
taxeeren op de tegenwoordige basis,
tenzij het vermogen niet een bedrag
van 5000 M. overschrijdt.
Joden van vreemde nationaliteit behoe
ven slechts hun bezit in Duitschland op te
geven.
Tegelijkertijd wordt bepaald, dat van
overeenkomsten inzake verkoop of verpach
ting van industrieele, land- of boschbouw
bedrijven aan de autoriteiten mededeeling
moet worden gedaan voor zoover bij deze
zaak een Jood als contracteerende partij
betrokken is. Evenzoo is voor de opening
van een nieuw industrieel bedrijf of de
vestiging van een filiaal door Joden toe-
sL'emtüing noódig.
■S&c&ts 5 cis./net. lia&
HET LAAGST IN PRIJS EN
BOVENAAN IN KWALITEIT!
VRIJDAG 29 APRIL 1938.
Hilversum I, 1875 en 415,5 m.
Algemeen Programma, verzorgd door de
KRO.
8.009.15 en lO.uO Gramofoonmuziek.
11.30 Bijbelsche causerie.
12.00 Berichten.
12.15 Modern Klein-Orkest en solist.
1.00 Gramofoonmuziek.
I.30 Vervolg concert.
2.00 Gramofoonmuziek.
2.15 Orgelconcert en Gramofoonplaten.
3.15 Gramofoonmuziek.
3.30 De KRO-Melodisten, solist en gr.pl.
5.30 KRO-Orkest.
6.05 Land- en tuinbouwcauserie.
6.25 Vervolg concert.
7.00 Berichten.
7.15 Causerie „Het uitoefenen van zelfstan
dige beroepen of bedrijven door vreemde
lingen".
7.35 Reportage.
8.00 Berichten ANP.
8.15 KRO-Melodisten en solist.
8.50 Parijs programma.
9.20 KRO-Kamerorkest.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Bert van Dinteren en zyn Tzigane-
orkest.
II.1012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum H, 301,5 m.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA.
12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00
VARA. 10.40 VPRO. 11.00—12.00 VARA.
8.00 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Declamatie.
11.10 Vervolg- declamatie.
11.30 Gramofoonmuziek.
12.00 Ensemble Jetty Cantor.
1-.40 Gramofoonmuziek.
12.50 Causerie „Prinses Juliana, de jarige
jonge Moeder".
1.10 Ensemble Jetty Cantor.
I.45 Causerie „In Holland staat een huis",
2.15 AVRO-Dansorkest, de „Hodlars" en
solisten.
4.40 Gramofoonmuziek.
5.00 Voor de kinderen.
5.30 Orgelspel.
6.05 De Ramblers.
6.30 Politiek radiojournaal.
7.00 Causerie „De geestelijke grondslagen der
democratie".
7.20 Berichten ANP.
7.30 Berichten.
7.35 Lezen in den Bijbel.
8.00 Nederlandsch Kamerorkest en Toonkunst
koor Rotterdam.
8.30 Causerie „Het zien van bleedhouwwer-
ken".
9.00 Fragmenten uit de operette „Warum
lügst du, Chérie?"
9.30 Sylvia-Amusementsorkest.
10.00 Fantasia m.m.v. solisten.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Avondw\jding. u
II,00 Pianovoordracht.
11.30 Jazzmuziek (gr.pl.).
11.5512.00 Gramofoonmuziek.
FEUILLETON.
ETHEL M, DELL
46.
De betoovering werd gebroken door een
kristal-helderen toon. En een oogenblik later
klonk van dicht bij het antwoord: een zacht
trillen, als de lach van een fee. Zij luisterde
met ingehouden adem. Van dicht bij en van
verre klonk de vogelzang, nu eens zacht en
i emoedig, dan weer wild jubelend van lente
vreugd. En eerst nu besefte zij ten volle dat
zij thuis was, teruggekeerd na haar bitteren
z\ erftocht in een ver land. De zee en de brem
en de nachtegalen hadden haar de verloren
levensmelodie doen terugvinden.
Toen zij uit haar droom tot de werkelijkheid
terugkwam, was haar gezicht nat van tranen.
„Wij moeten teruggaan," zei ze tot haar be
geleider, van wiens aanwezigheid zij zich eerst
n" weer bewust werd. „Yvonne wacht mij."
Maar op het oogenblik dat zij die woorden
geuit had, kwam de herinnering weer over
haar. Plotseling voelde zij een arm om zich
heen, die, ofschoon zij terugdeinsde, haar on
weerstaanbaar omvat hield.
„Ja, je moet teruggaan," klonk Pax' diepe
stem aan haar oor. ,Maar je bent van mij
en niet van Yvonne. Ik heb je slechts aan haar
geleend."
in de vreemde oogenblikken die op zijn
hartstochtelijke uiting volgden, besefte zij
met een helderheid, die haar allen weerstand
ontnam, dat ook hij onder de betoovering ge
raakt was dat ook hij van het verlangen
en de blijheid van lente vervuld was.
Hij 'had haar niet meer gekust sedert den
avond van hun trouwdag; maar nu kuste hij
haar hartstochtelijk, triomfantelijk met een
volkomen heerschappij over haar zwakheid.
En de druk van zijn lippen op de hare, beze
gelde alles wat dien avond van verborgen too-
vermachten voor hen beiden geweest was; die
kus zette haar diepste wezen in. vlammen.
Het verbaasde haar, het overweldigde haar.
Het maanlicht scheen te verdwijnen, de nachte-
galenzang, het ruischen der zee had opgehou
den het was alsof zij beiden alleen waren in
een oneindige ruimte. Vaster demde hij haar
in zijn armen,'inniger werd zijn kus. En plotse
ling drong het tot haar door, dat zij overwon
nen was, gebroken, geknecht door een macht,
waarvan zij tot nu toe het bestaan niet gekend
had. En een gevoel van wilden angst kwam
over haar en gaf haar een onverwachte kracht
Zij maakte zich vrij uit zijn omarming.
„O, Pax, laat mij gaan," smeekte zij bevend.
En op het oogenblik dat zij die woorden
geuit had, voelde zij zich vrij. Hij hield haar
nog omarmd, maar niet langer voelde zij zich
als een gevangene. Zijn arm gaf haar slechts
een zaehten steun.
„Wil je gaan?" zei hij. „Misschien heb je
gelijk. Goeden nacht!"
Zij kon hem niet in de oogen zien; haar
knieën beefden en met eenige vage gemom
pelde woorden haastte zij zich weg in de
richting van het huis.
HOOFDSTUK VII.
Het Voorstel.
Toen Peters den volgenden Zondag zijn
opwachting maakte, was hij eenigszins cri-
tisch gestemd ten opzichte van de omgeving
van zijn meester.
„Dit is eigenlijk geen plaats voor U, mijn
heer," merkte hy op. „Een streekje verf zou
geen luxe zyn."
„Het huis heeft dringend reparatie noo-
dig," gaf Pax toe. „Maar verder zijn wij
tevreden."
„Die Charlote in de keuken is de spil,
waar hier alles om draait," zei Peters sluw.
„Dat zag ik dadelijk. En hoe staat het met
de paarden, mijnheer? Heeft U daar nog
werk van gemaakt?"
„Maar Peters!" zei Pax. „Ik ben hier pas
drie dagen."
Peters keek hem aan met een blik van
eerbiedig verwijt: „De stallen zijn hier goed,
mynheer," ging hij vport. „Zij hadden er ga
rages van moeten maken, natuurlijk. Heeft
U ze al gezien, mijnheer?"
„Neen, nog niet," moest Pax met een ge
voel van schuld bekennen.
„Wilt U dan meegaan, mijnheer?" vroeg
Peters op overredenden maar tevens beslis
ten toon. „Er is niemand bij de stallen en
wij kunnen een en ander op ons gemak be
kijken."
Pax nam zijn pijp uit den mond. Hij zat
op een ouden steenen bank op het terras;
toen Peters kwam. De zonneschijn was wel
dadig warm en de zee lag als droomend in
een parelgrijzen mist. Met een zucht van
spijt stond hij op. „Goed Peters. Kom dan
maar dadelijk!"
„Dat is het beste mynheer," zei Peters
aanmoedigend. „Dan weten wij waar wij aan
toe zijn. De ligging van de stallen is uitste
kend, er is een groot jongens-internaat in
Staple, een paar kilometer hier vandaan: dat
heb ik onderweg gehoord en de oude hier zal
U niet veel vragen voor de stalling."
„Peters, je bent een genie!" zei Pax.
Peters grinnikte. „Dat is overdreve-i, mijn
heer. Ik heb mijn oogen niet in mijn zak, dat
is alles. En het kost niets om hier en daar
eens te infornieeren."
Zy verlieten het van bremgeur doortrok
ken rots-terrein en liepen door den verwil
derden tuin, waarin duizenden lentebloemen
geurden. Een koor van vogelstemmen ver
vulde de lucht, afgewisseld door de schelle
kreten der zeemeeuwen.
„Het is een ideaal plekje," merkte Pax op.
Peters wierp afkeurende blikken om zich
heen. „Ik noem het een schandaal, mynheer,
in een beschaafd land. Kijk dat onkruid
eens" Na een oogenblik ging hij vol veront
waardiging voort: „Met die school zoo dicht
bij, moest het werkelijk een eerste klas hotel
zijn, vol bezoekers van de leerlingen, inplaats
van een muffe oude ruïne, totaal ongeschikt
voor een heer als U."
„O, zoo erg is het niet," zei Pax.
„Het is heel erg, mijnheer," hield Peters
aan, wiens gevoel voor netheid en orde door
zijn miltaire opleiding hem als het ware in
gestampt was. „En ik geloof, dat die zwarte
heiden van geluk mag spreien, dat hij alleen
rijst eet, want ik wil wedden, dat U niet ver
wend wordt met het eten."
„O, het eten is niet kwaad," hield Pax
vol, „dank zij Charlotte. Het kon veel erger.
Ik ben hier werkelijk graag, al moet ik toe
geven, dat de verfkwast hier dringend noo-
dig is."
De stallen lagen aan de Noordzijde van het
hotel. Peters stapte over de keien van de
binnenplaats als een soldaat op parade.
„Ik heb den sleutel, mijnheer, dien ik maar
zoo vrij ben geweest om te vragen. Hallo!
Wie is dat?"
„Dat" was de eigenaar van het Wychmore-
Hotel, die op zrjn twee krukken uit de ach
terdeur kwam strompelen.
„U wilt de stallen bezichtigen?" zei hy
met een humoristisch lachje op zijn bleeke
pijnlijke trekken.
„Ik had het U eerst moeten vragen," zei
Pax.
„Niet noodig. Charlotte is de baas van de
sleutels," zei Cartridge vriendelijk. „U mag in
alle hoeken en gaten kijken, mijnheer. Maar
U zult niet veel vinden."
„Mijn knecht hier is erg benieuwd hoe de
stallen er uit zien, maar ik heb nog geen
paarden, legde Pax uit. „Het is maar eén
idee."
„Laten wij ze samen bekijken," zei Car
tridge, „hoewel ze op het oogenblik nog te
slecht zijn voor varkens. Maar misschien
heeft U een voorstel, ik ben altijd bereid naar
goede ideeën te luisteren."
„Ga jij maar vooruit, Peters, en open de
deuren," zei Pax.
„Die knecht van U is een keurig iemand,"
zei Cartridge.
„Als U de stallen wilt gebruiken, zult U
ze zelf bruikbaar moeten maken."
„Dat spreekt van zelf," zei Pax en voegde
er vol deelneming aan toe: „U heeft geen
geluk gehad."
„En U evenmin, mijnheer," antwoordde Car
tridge.
„O, dat is nu voorbij," zei Pax. „Als ik nu
maar iets te doen had!"
„O," zei Cartridge. „Zoekt U werk?"
„Daarom wil ik de stallen inspecteeren," zei
Pax lachend. „Peters wil mij tot rij-instruc-
teur bombardeeren. Hy heeft een jongens
school in de buurt ontdekt."
„Wat? De oude Bonifaee?" Cartridge bleef
in de nu geopende staldeuren staan. „Maar hij
zou U niet aankyken, hy is een verstokte
Puritein."
Peters verstyfde als een nijdige hond.
maar Pax hoorde Cartridge aan zonder een
spier te vertrekken.
^„Ja, dat is een punt van overweging," zei
„Niet om U onaangenaam te zyn, natuur
lijk, zei Cartridge. „Maar dit is wel degelijk
een belangrijk punt. „Hij ging de stallen bin
nen „Maar komt U binnen. Het zou mij
spijten, als dit een tegenvaller voor uw plan
nen zou zijn, maar het is beter voor en tegen
wèl te overwegen, voor U ze begint uit te
werken. Ik heb mijn eigen vingers gebrand,
dus ïx spreek uit ondervinding."
Pax"1 Vtod' da' U ST°0t g61Sk hEbt'" zel
(Wordt vervolgd.)