RADIO Bewapening Vestigingsverbod voor kruideniers verstoort het menu Twee nichten en twee neven EDGAR RICE BURROUGHS No. 83. Bij het zien van die vreselijke beesten ver dween de moed der matrozen. Zij, die revol vers bij zich hadden, schoten deze in het wilde weg af, terwijl ze daarna trachtten zich in veiligheid te brengen. Sommigen klommen in het want, maar de apen van Akoet waren daar meer thuis dan zij. Schreeuwend van woede werden vele mannen uit hun schuil plaatsen gesleept. Anderen werden neerge- sl^en, voordat zij zich hadden kunnen ver dedigen. De beesten, zonder toezicht van Tar- zan, die op zoek was naar Jane, vierden al de woestheid van hun wilde natuur op de ongelukkige slachtoffers bot. Sheeta had zijn grote klauwen in meer dan een keel geslagen. Een ogenblik hield hij zijn prooi vast, toen bemerkte hij Kai Shang, de gemene aanvoer der van het hoopje uitschot, juist toen de Chinees naar zijn hut wilde gaan. Met een schrille kreet ging Sheeta hem achterna, een gil, die niets menselijks meer had, ontsnapte uit de keel van de ontstelde Chinees. Maar Kai Shang bereikte zijn hut een fractie van een seconde eerder dan de panter, die nu tegen de dichte deur aanliep juist iets te laat. Het grote lichaam van Sheeta plantte zich tegen de deur, nog voordat het slot dicht was en even later week Kai Shang naar het achterste gedeelte van de hut uit. Nauwelijks een tel later, nadat de stuurman van de Kinsaid op Jane afgesprongen was en haar de revolver uit de hand had gewrongen, ging de deur van de hut open en een grote, half naakte blanke man stond in de opening. Zwijgend liep hij door de hut. De stuurman voelde een ijzeren greep om zijn keel. Hij draaide zijn hoofd om. om te zien, wie hem had aangevallen en werd koud van schrik, toen hij het gezicht van de aapman vlak boven het zijne zag. (Nieuwe spelling.)] Ook voor het automobiel en garagebedrijf Hoe een groenteboer kruidenier wordt! Nadat de Vestigingswet Kleinbe drijf 1937 achtereenvolgens toege past is op het slagersbedrijf, het bakkersbedrijf, de schoenbedrijven en den kantoorboekhandel, is thans een tijdelijk Vestigingsverbod afge kondigd voor het kruideniersbedrijf, 'alsmede voor het automobiel- en garagebedrijf. Het is dus thans verboden zonder vergunning van den minister van Economische Zaken deze bedrijven te vestigen. Dit .verbod geldt voor den tijd van ten hoogste één jaar. Daarna doch eventueel eerder zullen de Vestigingseischen wor den afgekondigd en dan zal men voor het vestigen van een inrichting de vergunning behoeven van de Kamer van Koophandel. De zgn. branche-vervaging woekert in he vige mate en de eerste vraag, welke ge steld kan worden is; Wie is eigenlijk krui denier? Op deze vraag geeft de ministerieelc be schikking het antwpord. Er is een indce- ling gemaakt van 15 groepen kruideniersar tikelen, het zijn de. volgende: Granen, graandcrivafen of zetmeelproduc- tqn, gedroogde peul vruchten, gedroogde zuid vruchten, suiker of stropen, oliën of vetten van plantaardigen oorsprong of margarine, koffie, thee en cacaopoeder, chocolade, bis cuits, koek of beschuit, specerijen, keuken zout, groentenconserven, jams, limonades of vruchtenconservcn, zuivelproducten of eie ren, zwak alcoholische dranken, vleeschwa- ren, wasch-, reinigings-, toilet- of poetsarti- kelcn. Ieder die tenminste vier van deze groe pen artikelen ten verkoop aan het publiek verkoopt, wordt beschouwd kruidenier te zijn. Er wordt zooveel mogelijk rekening gehouden met de praktijk. Zoo zal volgens déze regeling de groen teboer, die zich wil vestigen, vrij zijn in den verkoop van groentenconserven, jams, limonades en vruchtenconservcn en zwak- alcoholische dranken. Wenscht hij daarna echter nog artikelen uit een vierde groep te verkoopen b.v. uit de groep „oliën en vet ten van plantaardigen oorsprong" of wel gedroogde zuidvruchten dan is hij volgens deze beschikking kruidenier en moet een vergunning van den minister van Econo mische Zaken aanvragen. Het automobiel, en garagebedrijf. Wat het automobiel- en garagebedrijf betreft: uit den aard der zaak kon de om schrijving van dit gemengde bedrijf een voudiger zijn. De omschrijving geeft duide lijk aan, welke bedrijven thans onder de Vestigingswet vallen, een verhuurbedrijf alsmede een stallingsbedrijf vallen niet hieronder, evenmin de benzine-pompstati- ons voor zoover deze geen reparatiewerk zaamheden verrichten. Zoodra evenwel als bedrijf herstel- lings- of onderhoudswerkzaamheden verricht worden of wel handel in onderdeelen, accessoires, of banden plaats vindt, zal het bedrijf onder de betreffende ministerieele beschik king vallen. Werkzaamheden aan auto's die in eigen dom toebehooren aan of in gebruik zijn bij dengene die de werkzaamheden ver richt vallen buiten deze beschikking. Vliegbooten over onzen Archipel De Australische luchtvaartmaatschappij Qantas heeft thans officieel vergunning verkregen om van 1 Juli a.s. af over den Indischen Archipel met vliegbooten naar Australië te vliegen. De Qantas is, aldus de 'N.R.Crt., voornemens gedurende de eerste maand eenmaal per week te vliegert. Daarna zal de dienst eventueel worden verdubbeld. De grondorganisatie, voor zoover deze strikt noodzakelijk is, zal vóór 1 Juli a.s. gereed zijn. DE ARBEIDSKWESTIE BIJ DE „ARNAUD." De procureur-géneraal bij den Hoogon Raad heeft gisteren conclusie genomen in zake de bekende arbeidskwestie bij de kalkzandsteenfabriek „Arnoud", welker directeur A. IJ. baron van Hardenbroek van Ammerstol, arbeiders arbeid heeft laten verrichten tusschen 6 uur des namiddags en 7 uur des voörmiddags, zulks in strijd met de arbeidswet. Zooals bekend, heeft de rechtbank den directeur ontslagen van rechtsvervolging, tegen welke beslissing de Officier van Justitie cassatieberoep instelde. De procureur-generaal bij den Hoogen Raad heeft gisteren gecon cludeerd tot verwerping van het cas satieberoep van de^i Officier van Justitie. i De Hooge Raad zal op 27 Juni arrest wijzen. PROGRAMMA DONDERDAG 9 JULI 1938. Hilversum I. 187o en 41,5 m. 8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00—12.00 NCRV. 8.009.15 Gramofoonmuziek (Om 8.15 Ber.), 10.00 Gramofoonmuziek. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 KRO-Orkest. 1.00—1.10 en 1.30—1.40 Gramofoonmuziek. 2.00 Handwerkuurtje. 3.00 Vioolvoordracht met pianobegeleiding. In de pauzes: Gramofoonmuziek. 3.45 Bijbelelezing. 4.45 Gramofoonmuziek. 5.00 Cursus handenarbeid voor de jeugd. 5.30 Orgelspel. 6.30 Gramofoonmuziek. 6.45 C. N. V.-kwartiertje. 7.00 Berichten. 7.15 Voor postzegelverzamelaars. 7.45—8.00 Reportage. Eventueele gramofoon muziek. 8.05 Berichten ANP, herhaling SOS-Ber. 8.15 Arnhemsche Orkestvereeniging, 9.00 Causerie „Het verzekeringswezen uit een principieel en sociaal oogpunt beschouwd"; 9.30 Vervolg concert. (10.00—10.05 Ber. ANP)] 10.30 Gramofoonmuziek. 10.45 Gymnastiekles. 11.00 Gramofoonmuziek. ca. 11.5012.00 Schriftlezing. Hilversum H, 301,5 m. A V RO-uitzending. 8.00 Gramofoonmuziek (Om 8.15 Berichten)'. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 11.00 Kniples. 11.30 Zan'g en piano (Om. 12.15 Berichten)'. 12.30 Het Kovacs Lajos-orkest m.m.v. de „4 Meloros". 2.10 Declamatie. 2.30 Het Omroeporkest en gramofoonmuziek. 4.00 Voor de zieken. .30 Vioolvoordracht. 4.50 Voor de kinderen. 5 30 Gramofoonmuziek. 5.45 De Twillight Serenaders. 6.30 Sportpraatje. 7.00 Orgelconcert. 7.30 Engelsche les. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.15 Omroeporkest m.m.v. solisten. 9.30 Declamatie. 10.00 Orgelspel. 10.20 Gramofoonmuziek (met inleiding). 11.00 Berichten ANP. Hierna schaaknieuws. 11-2012.00 Oberbayern-orkest. GEMOPPER AAN DEN DUITSCHEN DISCH Uien worden voor traangasfa- bricage gebruikt, vet wint men uit druivenpitten. Nederland ervaart thans, dat be wapening duur is, maar gelukkig is ons land nog in staat die bewape ningslasten te dragen zonder dat iemand hier er »ecn boterham min der om zal eten. Ook Engeland, dat thans zijn bewapeningsachterstand inhaalt, verkeert, aldus het Hsb. in die gelukkige omstandigheid, maar in landen als Duitschland en Italië bemerkt het volk, dat liet gezegde van Göring over kanonnen in plaats van boter geen praatje was, maar dagelijks voelbare realiteit. De Duitsche huisvrouw ondervindt dit bij baar zorgen voor het dagelijksch menu: de „Daily Tel." bevat hierover een interessante correspondentie uit Berlijn. Het is niet over ,de hoeveelheid eten, waarover de huisvrouw 'zich zorgen heeft te maken, maar over de 'qualiteit, welke dc grootste oorzaak tot ge mopper is in» den familiekring. Vele Oostenrijksche nazi's onder vonden hun eerste desillusie om trent de toestanden in het Derde Rijk toen zij zagen hoe fel Duitsche soldaten aanvielen op het witte brood, de versche boter en de over vloedige eieren, te Weenen. Maagstoornissen. In den afgeloopen winter kwamen te Ber lijn algemeen maagstoornissen voor. Te recht of ten onrechte werd dit door de be volking 'toegeschreven aan de slechte kwa liteit van het brood, waarin aardappel- en maïsmeel wordt verwerkt. Sedert 18 maan den bestaat rantsoeneering van boter en vet; ieder ingezetene is ingeschreven en kan niet meer koopen dan 1 ons boter per dag en voorts 4/7 ons spek. Vleesch is op het oogenblik gemakkelijker verkrijgbaar dan eenigen tijd geleden (tengevolge van de droogte schijnen vele boeren hun vee te hebben moeten slachten wegens gebrek aan veevoeder), maar gedurende de wintermaan den moest iedere huisvrouw, die varkens- vleesch wenschte haar naam op een lange wachtlijst bij haar slager laten zetten; men begrijpt, het ongemak hiervan wanneer men weet, dat het varkens vleesch in normale FEUILLETON. Naar het Engelsch 10. „Al was dit nu ook zoo, dan wist u nóg, dat de brief niet voor u bestemd was; tenzij u Gilchrist heette". Janie keek verschrikt op en ze meende achterdocht te lezen in zijn blik: Dacht hij misschien, dat... ze graag zijn naam zou dragen? Innig-verontwaardigd wist ze be trekkelijk nog kalm te zeggen: „E. weet niet, welke bedoelingen u mij toeschrijft; maar ddt weet ik wèl, dat u ge neigd is, het slechtste te denken. En ieder hier in huis schijnt er op uit, de anderen te ver denken van ondeugd en bedrog. Aan een dergelijke atmosfeer ben ik niet gewoon. Dan gé. ik liever. Maar daarom hoeft u tot zoo lang uw laden nog niet te sluiten! Uw papie ren kunnen duime. dik onder het stof liggen, eer ik er aan denken zou, om er een aan te raken! Geen macht ter wereld zou mij weer in dit vertrek brengen! Ik zoj vandaag aan den dag wel willlen gaan, als..." Ineens hield zij op, want een klein figuurtje kwam uit de schaduw te voorschijn en hield haar bij den rok: „O, Janie, ga toch niet; als-je-blieft niet!... Je hebt immers beloofd, dat je blijven zoudt? Laat ze je toch niet wegsturen! Ik kan niet buiten je. O, Janie, Janie!" Al haar gekrenkten trots vergetend, knielde ze naast Charlie en sloot het snikkende kind in de armen. „Huil nu maar niet zoo, vent! Vandaag zal lk nog niet gaan", omstandigheden 64 pet. van het totale vleeschverbruik in Duitschland uitmaakt. In de laatste maanden is het on mogelijk om uien te krijgen, naar men zegt omdat de uien voor traan- gasfabricage zijn gebruikt; de voor jaarsuien, welke thans aan de markt komen kosten 10 pf. per 4 st. Zakenlui die naar het buitenland gaan, nemen thans voor hun vrouw uien toiee terug. Gewoonlijk was tot nu toe het meest ge waardeerde geschenk uit het buitenland zeep, wegens de slechte qualiteit van het Duitsche product, dat thans gedeeltelijk uit steenkool-bijproducten wordt vervaardigd. Eén dag per week sinaasappelen. Sinaasappelen zijn gewoonlijk slechts één dag van de week verkrijgbaar, maar bana nen zijn overvloedig; deze worden gekocht van de Duitsche kolonisten in de voormali ge kolonie Kameroen. Nieuwe aardappelen en groenten, geïmporteerd uit Nederland, frankrijk, Italië of België zijn thans een groote zeldzaamheid. Hoewel de prijzen in de laatste 18 maanden niet zijn gestegen zal een buitenlander de levensmiddelenprij- zen toch hoog vinden: (de mark gerekend a 45 cent en niet tegen den officieelen koers van circa 72 cent) melk (afgeroomde) 6J4 ct. per pint (ruim V* 1), brood (bruin) 8,4 cent per pond, eieren 5.6 ct., varkensvleesch 53^ ct., boter (vermengd en gerantsoe neerd) 67J4 ct., aardappelen 8*4 ct. per pnd. Tot zoover de „Daily Tel.". De oorzaken van deze situatie zijn, aldus hetHJsb., be kend. Duitschlands deviezenpolitiek laat niet toe de benoodigde hoeveelheden voe dingsmiddelen in het buitenland te koopen. Het land zelf is volgens de onderzoe kingen van het Instituut f. Konjunkturfor- schung slechts i nsfaat 81 van de be noodigde voedingsmiddelen zelf voort te brengen en van vetten slechts 60%. Op allerlei wijzen tracht men in dit tekort ten gevolge van de geringe buitenlandsche koop kracht te voorzien. Vet wordt thans gewonnen uit druivenpitten; deze leverden het vo rig jaar reeds 40.000 1; verder wil imen uit beenderen, koffiedik, beuke nootjes, maïskolven en andere vruch ten vetten trekken, maar het is dui delijk, dat al deze middelen weinig om het lijf hebben. Op vet tracht men te besparen o.a. door in de broodbakken]en suiker in plaats van vet te doen gebruiken; ook meent men hij de broodfabricage vet te kunnen vervangen door gestremde melk. En morgen ook niet, en overmorgen niet... en, o, nog in héél, héél veel dagen niet! Be loof je dat?" Krampachtig hield hij de handjes in de hare gesloten. Ze drukte een kus op het verwarde haar. „Ik beloof het je!" Hij zei niets meer; verroerde zich niet eens; maar toen ze opstond, nog altijd met Charlie in de armen, ging hij naar de deur en hieid die voor haar open met het handvat van zijn rijzweep. HOOFDSTUK VIII. „Kan je niet een eindje op je voet loopen, Charlie?" „Ik kan niet, Janie. Hij buigt door, als ik er even op sta." Het was het kind aan te zien, dat hij erge pijn had en hij deed toch zóó zijn best, om niet te huilen. Janie keek ook niet vroolijk; deels uit sympathie, deels uit zorg. Ze waren een eind verder gegaan, dan het oorspronke lijk haar bedoeling was en het werd al laat. Het was warm en vochtig in de lucht na een week van aanhoudenden regen. Charlie was licht, maar toch, om hem nu over de oude steenen brug en over den onbeschaduw- den weg naar „The Grange" te dragen, op het heetst van den dag, dit was wel wat véél ge vergd. Janie stond aan den oever van de rivier en keek weifelend naar den gezwollen, bruisen den- stroom en het bouwvallige bruggetje, dat dien overspande. Hoe meer ze er naar keek, hoe minder het haar beviel, maar als ze er gebruik van maakte, dan zou dit den weg naar huis wonderwel verkorten. Een glimlach verhelderde weer haar lief gezichtje en hoop vol zei ze: „Het ding is nu wel niet zoo stevig als de Londensche brug over de Theems, maar toch zal het ons nog wel houden. De rivier is daar niet breed en ik geloof, ook niet diep: en in het ergste geval kan ik altijd nog zwemmen. Dus we zullen 't er maar op wagen, Charlie! Maar toen ze al met den eenen voet op de wiebelende plank van de brug stond, hoorde ze wielgeratel op den weg aan den overkant en zoo vaag onderscheidde ze tusschen de boomen en struiken door het dogkarretje, dat haar naar „The Grange" gebracht had. Janie stond stil. Als Rorke haar nu eens helpen wilde, zou dit een uitkomst zijn. Hij kon toch moeilijk weigeren, om zijn broertje naar huis te rijden. Het was nu de vraag, of de lichamelijke verlichting die zijn bijstand zou schenken, opwoog tegen de vernedering van het te vragen. Neen, dit vond zij toch eigenlijk niet. Ge durende een week varen die twee nu al op vijandigen voet. Als zij Rorke ontmoette in het huis, of in den tuin, dan had ze hem totaal genegeerd. Zonder eenige vriend schappelijke toenadering te toonen, was hij toch wel wat beleerder geworden in zijn hou ding tegenover haar. Maar hij had haar te zeer beleedigd. Of hij nu een neef was of géén neef, ze wilde niets meer mét hem te maken hebben Ze ging nog een paar passen verder over de brug, maar hoorde hem schreeuwen: „Terug! Terug! Hoe komt u er bij, om die bouwvallige brug te vertrouwen?" „Is die dan niet veilig?" „Veilig? Het hout is geheel vergaan. Ziet u dat dan niet? Er hééft een bordje naast gestaan, om de menschen te waarschuwen voor het gevaar; maar door den storm van vannacht zal het omgewaaid zijn." „Maar..." „Terug! We kunnen dit alles bespreken, als u veilig op den oever staat". „Maar zou Charlie er dan niet over kunnen Hij heeft zijn voet bezeerd en ik zou graag hebben, dat u hem naar huis reed. Hij is toch maar zoo licht! „Ik zou er mijn hond nog niet op vertrou wen! Wilt u het kind dan dood hebben?" Met een zucht van verlichting keerde Janie zich om en liep terug. Toen zij weer op den oever stond, riep hij: „Moet u het kind dragen? Kan hij dan niet loopen?" „Zijn voet doet hem zoo'n pijn; daarom wilde ik er hem over dragen; dat u hem kon meenemen". Charlie klemde zich steeds krampachtiger aan haar vast. „Is u van plan, hem heel den weg naar huis te dragen?" „Ik moet wel, als u mij niet de brug laat oversteken." „Neen, dat wil ik zeker niet. Ik heb geen lust, om uw dood op mijn geweten te hebben. Een zeventig meter verder op is er een door waadbare plaats. Als u het kind zoover dra gen kunt, zal ik het komen halen." Dit was ook verreweg het beste, dat er in de gegeven omstandigheden kon gedaan wor den en Janie verzette zich hier niet tegen, maar Charlie wel. Toen ze de plaats bereikte, die Rorke bedoeld had, kwam de jonge man er doorgewaad, maar het kind fluisterde haar in: „O, Janie, laat mij toch niet gaan! Draag mij liever zelf. Ik zal niet zwaar zijn. Ik zal mij licht houden; of ik wil zelf wel loopen. Toe, Janie, Janie!" „Wat heeft het kind toch?" vroeg Rorke ongeduldig. „Denkt hij, dat ik hem pijn zal doen?" „Hij is heel licht verschrikt". In tusschen nam hij Charlie van haar over, zette hem op den anderen oever in het gras en keek toen naar haar. „Hoe moet het nu met u? Is u van plan den weg door het veld te volgen, of zal ik u ook overdragen?" De geest van verzet in Janie was gewekt en vol waardigheid antwoordde zij: „Ik loop liever". „Zooals u wilt, natuurlijk". „O, ga toch niet weg, Janie! Ga met mij mee! Toe, lieve, lieve Jane!" Zijn broer keek met verwondering en af keuring naar hem, terwijl hij zich achterover op het gras liet vallen. Maar Janie's besluit was aan het wankelen gebracht. „Denkt u, dat... u... mij erg zwaar zoudt vinden, als u mij, net als Charlie, overdroeg?" vroeg ze langzaam. „Ik denk, dat het best zal gaan". Er volgde weer een pauze. „Het is zaak, om maar zoo gauw moge lijk thuis te komen, is 't niet?" vroeg zij met een lichte huivering. Meer hoefde zij niet te zeggen; hij waadde andermaal door de rivier, terwijl het water tegen zijn leeren slobkousen spatte, en pakte haar op. Een aller-onaangenaamste gewaarwording vond zij dit; maar wat was 'hij sterk! Hij droeg haar met een gemak, of zij zoo licht was als Charlie! Men ziet graag kracht in een man! Toen hij haar voorzichtig op den oever neer zette en haar in het dogkarretje hielp, was Janie in 't geheel niet geneigd, om te praten Een heelen tijd bleven ze zoo zwijgend naast elkaar zitten, tot de stilte haast benauwend werd en zij vroeg: „Moet ik u nu bedanken, dat u mij het leven hebt gered?" „Neen, zeker niet, dat hoeft u niet te doen en als het u onaangenaam is, om te voelen, dat u aan mij het leven te danken heeft, dan is u niet eens verplicht dit te denken". „Maar is het dan zoo? Was het water diep genoeg, dat ik anders verdronken zou zijn?" „Anderen, die verdronken zijn bij „The Step", zooals ze die plek noemen, kon den óók zwemmen. De stroom daar is snel en verraderlijk en er zijn heel wat ongelukken gebeurd. Eigenaardig is het ook, dat geen po ging, om de rivier op dat punt te overbrug gen, ooit geslaagd is; d.w.z. voor eenigen tijd dan. De tegenwoordige brug is niet heel oud en u ziet: ze is nu al bijna vergaan. Ik geloof, dat ze zeggen, hoe er een vloek rust op die plek. U kunt de geschiedenis daarvan lezen in onze locale gids". „Hoe interessant! Gelooft u er aan?" „In de vloek niet. Er zal wel een natuurlijke oorzaak bestaan." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 7