I z©©n
Wol uit melk
Als in den tijd van den
beeldenstorm
Gevaarlijke
melancholie
Radioprogramma
Twee nichten
en twee neven
DOOR
EDGAR RICE
BURROUGHS
No. 11.
Terwijl de vader zijn zoon zijn levensge
schiedenis vertelde, vergat htf één ding het
voornaamste dat de jongen aan zgn zijde,
die met gretige ogen luisterde, de zoon was
van „Tarzan van de Apen". Nadat de twee
elkaar goede nacht hadden gewenst, vertelde
Lord Greystoke aan zijn vrouw, wat er die
avond gebeurd was. Lady Jane, die begreep,
dat haar zoon enkele dingen moest weten van
die vreselijke jaren, bad, dat de jongen niet
het verlangen zou hebben geërfd, waarvan ze
wist, dat het diep in het hart van de vader
leefde. Tarzan bezocht Akoet, zooals hij be
loofd had, maar weigerde Jack mee te nemen.
Deze keer ontmoette Tarzan de eigenaar van
de aap, doch herkende in dat afgeleefde,
menselijke wrak zijn Russise vijand van
vroeger jaren niet. Onder de invloed van de
klaagliederen van Akoet trachtte hij het dier
te bevrijden, maar de sluwe Paulvitch weigerde
het dier te verkopenEnkele dagen later
had de jongen zelf zijn weg gevonden door de
wijken van Londen en ontdekte hij, waar de
Rus met Akoet woonde. Daarna sloop de
jongen dikwijls weg en bracht vele uren met
zijn aanpvriend door, terwijl Paulvitch stukje
voor beetje zijn identiteit te weten kwam. In
zijn slechte brein kwam nu een plan op, waar
door hij zich kon wreken over de vermeende
verongelijking en tevens zijn voorraad goud
kon vermeerderen. Alleen gelaten met Akoet,
bemerkte de jongen al spoedig, dat hij zich bij
het dier vei-staanbaar kon maken. Veel woor
den van de apentaal kwamen instinctmatig bij
hem op. Na de ontmoeting van Tarzan had
de aap geweigerd weer op het toneel op te
treden. Hg was niet langer een bron van in
komsten en tenslotte accepteerde Paulvitch
een enorm bedrag van Lord Greystoke, waar
bij overeengekomen werd, dat Akoet naar een
schip zou worden gebracht, dat spoedig naar
Afrika zou vertrekken. Lady Jane was blij,
toen haar man haar over dit besluit sprak.
Nu zou haar zoon wel aan andere dingen
gaan denken, dacht zij. Maar Jack had heel
iets anders in het hoofd, toen hij het nieuws
hoorde!
Damesjaponnen in „smakelijke" des
sins, fraaie heerencostumes en ga
ren, bewijzen dat de melkwolpro-
ductie bet laboratorium heeft ver
laten.
Ons land heeft grond
stoffen genoeg
Op een tentoonstellinkje, "bescheiden' doch
leerzaam, dat de jubilcerende A.K.U. tijdens
haar fecstweek voor belangstellenden had
ingericht, was er, naast de kunstzijde een
hoekje met het nieuwste voortbrengsel
der kunstvezelnijverheid: de melkwol.
Damesstoffen in smakelijke des
sins, wollen stoffen voor heeren-
costuums, tricot en handbreigaren,
- ziedaar reeds een reeks van eind
producten welke kwamen verkon
digen, dat de Enkawol het labo
ratorium verlaten heeft en het sta
dium der fabricage is binnenge
treden.
Naast de vezels van plantaardigen oor
sprong, zoowel de natuurlijke uit vlas, ka
toen, hennep, cocos e.a. als de kunstma
tige uit cellulose, vinden wij hier dus een
weefsel op dierlijken grondslag. En in dit
geval nu blijkt ons eigen land in hooge
mate te kunnen optreden als leverancier
van de grondstof, schrijft de N.R.Crt.
Immers, voor de natuurwol is Nederland
grootendcels afhankelijk van aanvoer uit
liet buitenland. In den vorm van ongewas-
schen, gcwasschen of gekamde wol werden
de laatste jaren gemiddeld 9000 ton per
jaar aangevoerd, waarbij nog op te tellen
zijn ca. 7000 ton wollen garens, totaal dus
16.000 ton per jaar. De, niet zeer belang
rijke Nederlandsche uitvoer van wol (3000
ton) wordt meer dan overtroffen door een
invoer van 45000 ton aan weefsels, tri
cotage, etc.
Daartegenover staat dat de kunstmatige
wol vervaardigd wordt uit een bijproduct
van onze zuivelindustrie, n.1. uit de case-
ine, die op haar beurt uit ondermelk wordt
gewonnen. En overal waar boter gekarnd
wordt, blijft ondermelk over. In sommige
streken des lands wordt deze door de boe
ren in eigen bedrijf gebezigd voor het mes
ten van varkens en kalveren, doch er blij
ven ook in die gevallen bepaalde jaargetij
den over, waarin de producent vermoede
lijk met genoegen een bijverdienste op zijn
ondermelk zou kunnen gebruiken. De melk-
wolfabriek kan dan ook eveneens in dit
opzicht een taak vervullen, door bij wijze
van campagne dergelijke intermitteerende
hoeveelheden op voorraad te verwerken.
De caseïne, een schilferig poeder, wordt
opgelost en tot draad versponnen, totdat
na een vrij ingewikkeld bchandelingspro-
ces een vezel van de vereischte lengte en
fijnheid ontstaat. De prijs van dit eind
product bestaat dus hoofdzakelijk uit de
waarden van grondstof en arbeid, en
beide elementen komen in dit geval aan
het eigen land ten goede.
Geen concurrentie met de knnstzijde
is te vreezen, zoodat werkverschuiving hier
niet gevreesd behoeft te worden. Alle ar
beid die uit deze nieuwe industrie voort-
vloeit, zal als verruiming mogen gelden.
Indien slechts 10 pet. van de thans
ingevoerde natuurwol door Neder
landsche melkwol vervangen werd,
zou dit reeds een productie per jaar
van 1.600.000 k.g. of ca. 5000 k.g. per
dag beteekenen, of rn.aw.: een fa-
brieksbedrijf met verscheidene hon
derden arbeiders en een bijhehoo-
renden staf van technisch en ad
ministratief personeel. Die 10 pet.
is voorloopig geheel willekeurig
gegrepen, en aan den bescheiden
kant gehouden.
Want inzake de toekomst van de melk
wol is natuurlijk nog niet veel positiefs te
zeggen. Wlèl schijnt het dat den eersten
tijd een mengsel van 50 pet. natuurwol met
50 pet. melkwol populair zal zijn, en ook
worden gunstige verwachtingen gekoesterd
van het toepassen van deze Enkawol bij
uniformen. Aldus zou het aanvankelijk
genoemde percentage wellicht spoedig voor
aanmerkelijke stijging vatbaar blijken te
zijn, te meer waar de ondervinding op het
gebied der kunstzijde reeds heeft geleerd
dat een goed en aantrekkelijk product
tevens bet totale gebruik met sprongen doet
toenemen.
Er wordt dan ook met kracht gewerkt aan
de technische en artistieke volmaking van
dit nieuwe artikel. En mogelijk zal deze
jeugdige binnenlandsche industrie een voor
onze volkswelvaart zeer welkome bijdrage
kunnen leveren tot de werkverruiming in
alle kringen, die op eenigerlei wijze met dit
bedrijf in aanraking zullen komen.
Drie inbrekers gearresteerd
De laatste dagen is de omgeving van
Helmond door inbrekers onveilig gemaakt.
O.a. werd ingebroken te Aarle-Rixtel, Deur-
ne, Mierlo en Mierlo-Hout, waarbij eenigc
geldsbedragen werden buit gemaakt.
De rijks- en gemeentepolitie zijn er
thans in geslaagd, te Helmond een zekeren
van dei' K. te arrestecren. Hij bekende te
Aarle-Rixtel te hebben ingebroken.
Voorts werden door de Ilelmondsche ge
meentepolitie nog in arrest gesteld J. G.
M. van L. en P. F. A., die mede verdacht
worden aan eenige inbraken debet te zijn.
Het onderzoek duurt voort.
Ka-pel en altaar te Laren besmeurd.
In den vorigen nacht hebben on
bekenden zich toegang verschaft
tot de kapel van het St. Janskerk
hof te Laren (N.H.) en daar het al
taar, het tabernakel en de muren
geheel met carbolineum besmeurd.
Ook het beeld van St. Jan de Dooper
per dat onder de eeuwenoude olm op
het kerkhof is geplaatst, werd op de
zelfde wijze bewerkt. Voorts werden
op het voetstuk van het beeld van
St. Jan en op een tafeltje in de
kapel de woorden geschreven:
„Wraak, V.R.O.".
De verontwaardiging is zeer groot
temeer daar Vrijdag a.s. het bekende
Sint Jan-feest gevierd wordt.
De politie stelt een uitgebreid on
derzoek in.
Man schoot op vrouw en kin
deren. Het O.M. acht krank
zinnigengesticht beter dan de cel
Gistermorgen behandelde de recht
bank te Maastricht het familie
drama, dat in den vroegen ochtend
van 9 Mei j.1. de gemeente. Mer
kelbeek in opschudding bracht.
De 44-jarige mijnbeambte L. J. T. had
toen hij dien morgen opstond, een revol
ver uit het nachtkastje gegrepen en daar
mede op zijn vrouw geschoten,- die door
een kogel werd gewond. Er ontstond een
worsteling tusschen man en vrouw en ter
wijl de kinderen van het gezin kwamen
toesnellen, schoot T. den revolver heele-
maal leeg. Het jongste kind, een jongetje
van drie jaar, dat in zijn bedje rechtop
was gaan staan, werd door een kogel ge
dood en een der andere jongens aan den
arm gewond.
De kinderen riepen uit het raam om hulp
en een buurman drong het huis binnen,
waar hij met behulp van de vrouw den
man tot bedaren wist te brengen.
Verdachte was gedagvaard onder be
schuldiging van doodslag en poging tot
doodslag.
De getuige-deskundige dr. Janssen
uit Venray, verklaarde dat verdach
te in zijn melancholischen toestand
niet toerekenbaar kan worden ge
acht voor zijn daden. De man had
in den nacht voor het drama
voortdurend liggen piekeren over
allerlei moeilijkheden, die hij bij
zijn werk had. In den ochtend
leidde dit tot* de crisis met 't nood
lottige gevolg. De melancholische
toestand van verdachte is wel te
verbeteren, doch kan ook opnieuw
optreden.
Het O.M., rekening houdend met de ver
klaringen van den getuige-deskundige,
eischte in zijn requisitoir ontslag van
rechtsvervolging, plaatsing in een krank
zinnigengesticht en daarna ter beschik
king stelling van de regeering voor ver
dere verpleging.
Op verzoek van den rechtskundigen
raadsman van verdachte, besloot de recht
bank haar uitspraak te vervroegen en be
paalde deze op 27 Juni.
Proefvlucht
naar Australië
slaagde uitstekend
P.K.A.F.O. precies volgens
dienstregeling te Batavia geland
Ook het verdere gedeelte van de retour
vlucht van de P.K.—A.F.O. is volgens de
ontvangen telegrammen van aankomst- en
verfrek-tijden op vlotte wijze verloopen.
Het toestel arriveerde Maandag om 13.45
uur te Cloncurrv, vanwaar om 14.15 uur
weer werd vertrokken. Om 18.30 werd te
Port-Daf\vï'riMgelSfidV' waar werd 'overnacht.
Gistermorgen om 7.20 uur vertrokken de
vliegers weer en kwamen om 8.45 uur te
Koepang aan- Van hier werd om 9.15 uur
gestart met bestemming naar Den Passar,
waar om 11.55 uur werd geland. Om 12.50
uur werd de reis voortgezet naar Soerabaja,
waar het toestel om 13.58 landde. Om 14.30
uur vertrok het toestel voor de laatste
étappe naar Batavia, waar het om 16.20
uur op Tjililitan is aangekomen.
Plan tot humaniseering
van den oorlog
Cordell Huil aan 't werk.
Naar verluidt werkt Cordell Huil op 't
oogenblik een plan tot hu-maniseeren van
het oorlogvoeren uit, dat vooral ten doel
heeft een einde te maken aan het bombar
deeren van dc burgerbevolking uit de
lucht. Nadere bijzonderheden worden nog
niet medegedeeld.
Hoewel hij op het oogenblik nog niet
langs diplomatieken weg met de overige
mogendheden in contact is getreden, acht
men het niet waarschijnlijk, dat Cordell
Huil hiermede zal wachten tot de volgen
de zitting van het congres.
DONDERDAG 23 JUNI.
Hilversum I, 1875 en 415,5 m.
8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRQ,
2.0012.00 NRCV.
8.009.15 Gramofoonmuziek.
8.20 Berichten.
10.00 Gramofoonmuziek.
10.15 Morgendienst.
10.45 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuur.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-Orkest.
12.501.10 Gramofoonmuziek.
2.00 Handwerkuurtje.
3.00 Gramofoonmuziek.
3.45 Bijbellezing.
4.45 Gramofoonmuziek.
5.00 Cursus handenarbeid voor de jèugd.
5.30 Het Apollokwintet. In de pauze: Gramo»
foonmuziek.
7.00 Berichten.
7.15 Causerie „De drie groote wereldconferen
ties van dezen tijd.
7.458.00 Reportage, eventueel gramofoon
muziek.
8.05 Berichten ANP. Herhaling SOS-Berich-
ten.
8.15 Gramofoonmuziek.
8.30 Christelijk Radiokoor. In de pauze: Gra
mofoonmuziek.
9.00 Reportage.
9.30 Vervolg concert. In de pauze: Gramo
foonmuziek.
10.00 Berichten ANP.
10.05 Amsterdamsch Salonórkest.
10.45 Gymnastiekles.
11.00 Vervolg concert.
11.30 Gramofoonmuziek.
11.5012.00 Scnriftlezing.
Hilversum II, 301,5 m.
AVRO-Uitzending.
8.00 Gramofoonmuziek.
8.30 Berichten.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 Omroeporkest en solist.
11.00 Kniples.
11.30 Vervolg concert-
12.30 Ensemble Carel Alberts.
1.15 Orgelspel.
1.30 Vervolg van 12.30.
2.00 Declamatie.
2.20 Kovacs Lajos' orkest, solisten en gramo
foonmuziek.
4.00 Voor zieken en thuiszittenden.
4.30 Orgelspel.
4.50 Voor de kinderen.
5.30 Het Kovacs Lajos' orkest en gramofóen-
muziek.
6.40 Sportpraatje.
7.00 Kwartetconcert.
7.40 Interview.
8.00 Berichten ANP.
8.10 Het koor „Sursum Corda", m.m.v.
solisten.
9.05 Chansons met pianobegéleiding.
9.30 Het Omroeporkest en solisten.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 Vervolg concert.
11.00 Berichten ANP. Hierna tot 12.00 Gramo
foonmuziek.
FEUILLETON.
Naar het Engelscb
22.
Elizabeth voelde zich dan ook >oog9t on
aangenaam getroffen door het uiterlijk van
den man.
Mrs. Warrener redde in zooverre de situa
tie, dat zij enkele vriendelijke woorden sprak.
Dc koetsier van de taxi, die hen van het
station naar „The Grange" had gereden en
die natuurlijk niets afwist van de betrekking,
die er bestond tusschen beide families, had
hen namelijk op de hoogte gebracht van het
geen daar pas was voorgevallen.
„Ik" ben de nicht van uw moeder, Eleanor
Warrener," lichtte zij toe. „Misschien her
innert u zich nog wel, dat ik u een paar
maanden geleden geschreven heb En dit
is uw ander nichtje. Elizabeth Gilchrist, die
bij ons woonde zooals ik u toen ook mee
deelde."
Even richtte Rorke den blik op het jonge
meisje, maar hij scheen in het geheel niet
verheugd over die verwantschap met haar.
„Ik heb zoo juist gehoord van het leed,
dat u overkomen is," ging mrs. Warrener
V"-"t, „en natuurlijk zouden wij in ieder an
der geval op zulk een oo* enblik niet hier
gekomen zijn, maar Elizabeth wilde haar
zuster halen. U hebt haar telegram toch
gekregen
Tusschen een stapel ongeopende brieven
haalde Rorke een telegram-enveloppe te
voorschijn.
„Dit heb ik aan Janie jezonden", zei
Elizabeth.
..Janie?" herhaalde hg, de wenkbrauwen
fronsend.
„Ja, mgn zuster heeft u toch wel ver
teld...?"
„Mij wét verteld? Ik vrees, dat ik u niet
goed begrijp. Janie, miss Carleton, is
hier enkele maanden in huis geweest voor
mijn broertje, die overleden is."
Zijn gelaat vertrok zenuwachtig en Eliza
beth meende, dat hij gedronken had. Ofschoon
ze meelijden met hem voelde, schaamde ze
zich tegelijk, dat dit haar neef was, èn
de neef van Dick, en ze dacht met ontzet
ting, dat haar zuster maanden lang onder
hetzelfde dak had gewoond met dien man.
Mrs. Warrener lichtte alles toe en deed
haar best, de „misleiding" van Janie, wat
betreft haar naam, maar zoo licht mogelijk
op te vatten.
Rorke luisterde, maar gaf geenerlei blijk,
hoe hem dit aandeed. Feitelijk kon dit Eliza
beth ook niet veel schelen. Haar gedachten
gingen enkel uit naar het verlangen, om
Janie te zien en haar zoo gauw mogelijk weg
te halen uif deze omgeving.
Weer vroeg ze naar haar zuster:
„We zouden haar graag dadelijk meene
men, als u er niet tegen bent?"
„Volstrekt niet. Ik zie in, dat dit verre
weg het beste is.", antwoordde Rorke oeleefd
en zakelijk.
Hg riep Minnie naderbij, die Elizabeth naar
boven geleidde.
Janie zat in een laag stoeltje bij het ven
ster, met de handen lusteloos in den schoot
gevouwen, naar den bewolkten herfsthemel
te turen. Ze scheen niets te hebben gehoord
van de naderbij komende voetstappen en
wendde niet eens het hoofd om, toen de deur
openging.
Zachtjes trad Elizabeth naar haar toe en
riep:
„Janie!"
Zij schrikte, stond op, moest zich even aan
haar stoel vasthouden en viel het volgend
oogenblik snikken in de armen van haar
zuster:
„Waarom spreekt je geen ernstige verma
ning uit, Koningin Elizabrth, of laat je een
streng: „Heb ik 't je niet gezegd hooren?"
zei e eindelijk, nadat ze met afgebroken
zinnetjes haar wedervaren had verteld.
Vol teederheid het lokkige haar van haar
zuster streelend antwoordde Bess:
„Doe je best, maar zoo weinig mogelijk
aan heel deze episode te denken. We zullen
er je bij helpen, om alles zoo gauw mogelijk
te vergeten!"
Maar Janie bleef snikken, maar haar ge
zichtje in de kussens van den stoel verbor
gen, troostend ging Bess voort:
„We zijn je komen halen, om je naar huis
te brengen".
„Naar huis?..."
„Ja, naar het huis van mrs. Warrener"
artwoordde Bess met lieflijken blos. „Ik heb
je immers verteld, dat dit ook mijn huis
wordt, omdat het... Dick z'n huis is?"
Janie keek eerst naar het gelaat en toen
naar de hand van haar zuster, waaraan een
ring prijkte. Een glimlach verhelderde haar
oog
„Je herinnert je toch, dat ik wel dadelijk
gezegd heb, dat hg een charmant jong
mensch was?"
„Ja, dat heb ik nu leeren inzienO,
kindje, hoe verschillend is het leven voor
ons geweest! Ik in dat gelukkige, vriende
lijke interieur en met Dick, en jij hier in dat
verschrikkelijke huis met die onmogelijke
menschen!"
Janie bukte zich, om haar zakdoek op te
rapen en antwoordde zachtjes:
„Zóó erg was het niet! Ik ben hier niet
altijd ongelukkig geweest. En... ze... waren
niet altijd zoo „onmogelijk"!"
„Nu, daar ben ik blij om," antwoordde
Elizabeth, echter niet al te zeer overtuigd.
„Maar het eind is toch wel verschrikkelijk
geweest en daarom Verlangen we er allen
evenzeer naar. om je hier weg te krijgen."
„Nu dadelijk?... Vandaag al?"
„Ja, zeker. Zoodra je koffers maar gepakt
kunnen zijn. Daar zie je zelf nu tegen op,
omdat je je nog zoo zwak en ellendig voelt;
maar zoodra je hier maar uit huis bent, zul
len we de reis zoo langzaam en zoo gemak
kelijk mogelijk inrichten. Hier zou je nooit
beter worden in die nare atmosfeer en om
ringd door die afschuwelijke herinneringen!'
„Maar, Betty!.. Juist omdat het hier zoo
ellendig voor hen is, kan ik toch niet op
staanden voet weggaan?"
„Maar hoe kan je er nu blijven? Je kleine
Charlie is er niet meer; mr. George Gil
christ is stervende; zijn vrouw zal naar een
gesticht vervoerd worden. Rorke Gilchrist is
er dus binnenkort alleen. Je kunt toch niet
in zijn huis blijven wonen? Dat ziet hij heel
goed in. Hij zei zelf, dat het 't beste was,
hoe je zoo gauw mogelijk hier wegging."
„Heeft Rorke dat gezegd?"
„Natuurlijk. Iedereen begrijpt dat. Dood
jammer, dat je hier ooit gekomen bent!"
„Neen, dat moet je niet zeggen. Ik heb 't
er niet altijd zoo naar gehad. Ik ben er wel
degelijk gelukkig geweest en ik heb ze
gelukkig gemaakt ook".
Elizabeth liet haar uitsnikken. Zij meende,
dat Janie dacht aan den zonneschijn, dien
zij gebracht had in het leven van het kleine
neefje en die voldoening wilde se haar niet
benemen. Intusschen begon zij zelve pracn-
tisch aanstalten te maken voor het vertrek.
Toen Janie een paar minuten later op
keek, zag zij tot haar verrassing, dat haar
zuster al druk bezig was, den inhouden van
de laden en planken in de kast in haar
koffer te pakken. Dit beduidde dus het eind
van alles!
En Rorke liet haar maar zóó vertrekken;
hg meende, dat het ook 't beste was. hoe zij
en wel liefst zoo gauw mogelijk het
huis verliet.
Wat beteekent dit?... Gaf hij dan In het
geheel niet om haar? Was het alles een
droom geweest dat gesprek in den mane
schijn...? Waarom had hij dan geen enkel
teeken van leven gegeven, tervtfl zij ziek
lag?... Ze had gemeend, dat hg wachtte,
tot ze wèl genoeg was geweest, om met haar
te praten, want het was toch altijd gemak
kelijker, om mondeling dan schriftelijk som
mige dingen uit te spreken.
Maar nu was het huis vol menschen,
die Warrenners met Betty, en die haar
wilden meenemen naar een plaats, waar zij
heelemaal niet verlangde te zijn. Nu kon zij
geen onderhoud meer met hem hebben...
Onverbiddelijk werd ze uit zgn leven ge*»
voerd en hij... liet haar gaan!
Een droefheid, waar al het geledene niets
bij was, vervulde haar het hart. Zg was die
laatste verschrikkelijke dagen aanmerkelijk
ouder geworden; was niet meer, het zorge-
looze, onverantwoordelijke jonge ding, zooals
ze op „The Grange" gekomen was. Ondanks
al zgn fouten was Rorke de man, dien zg lief
gekregen had en nu... had hij ineens het hart
voor haar gesloten. Hij „vond het maar het
beste, dat zij uit zijn huis wegging, en liefst
zoo gauw mogelijk!"
Het pakken ging meedoogenloos voort; de
laatste koffer stond al igna klaar. Janie
stelde geenerlei pogingen in het werk, om de
behulpzame hand te bieden.
Minnie, met een gezicht kis een vraagtee-
ken, bracht een blad met eenige ververschin-
gen boven, maar Janie kon niets doorkrijgen.
Ze zat er zwijgend en wanhopig bij, steeds
peinzende, of ze toch geen kans zou zien, om
enkele woorden te wisselen met Rorke.
Daar hoorde ze een krachtigen tred ln de
gang en een oogenblik hoopte ze... Maar hét
was slechts Dick Warrener, die was komen
kijken, of ze al klaar waren. Hij was heel
goedig en vriendelijk en tn stilte begaan met
de droevige verandering, die er had plaats
gehad in het uiterlijk van het aardige, vroo-
lijke meisje, dat hij indertijd aan het hek had
zien staan, toen Elizabeth zich bij zijn moeder
iiï? Hij llieIp haar n» op broeder-
Ike wijze de gang door, naar beneden.
Wordt vervolgd.)