1
Waarom bouwt Nederland
wagen en bruggen....
Enorme kerkbrand
te Tiel
-
De terugkeer
De bouw van de
„Oranje" vordert snel
In de kelders van Jekatrinenbui
Kerkgangers verlaten
ijlings hef gebouw
Schilders, die op het dak oude
verflagen afbrandden waren on
voorzichtig.
Gistermorgen is de kerk van den
H. Dominicus te Tiel, één der groot
ste en fraaiste kerken van de Be
tuwe, door brand vernield. De brand
werd ontdekt door een kerkbezoeker,
die juist een plechtige uitvaartdienst
had bijgewoond.
In de groote haast moest het in de
kerk aanwezige stoffelijk overschot
naar bulten worden gebracht, want
het duurde niet lang of het vuur
deelde zich aan het geheele ge
bouw mede. De kerkgangers verlie
ten in allerijl het gebouw
Spoedig" was de brandweer gealarmeerd
en met man en macht werd het blusschings-
werk ter hand genomen.
Autoriteiten verschenen ter plaatse; een
enorme menigte sloeg het schouwspel gade,
dat inderdaad de moeite waard was. Tot
vér in de omgeving kon men de vlammen
waarnemen.
Het vuur, door den wind aange
wakkerd, dreigde over te slaan naar
verscheidene belangrijke gebouwen
als het gemeentelijk gymnasium, het
Dominieanesscn-kloostcr, het St. An-
draeus Gasthuis, welke gebouwen al
le zeer in de nabijheid zijn gelegen
en naar een aantal woningen.
Dank zij echter de goede organisatie van
de Tielsche brandweer en het kranige blus-
schingswerk is men erin geslaagd met de
beperkte middelen, waarover een kleine ge
meente als Tiel nu eenmaal beschikt, het
vuur te beperken tot de groote Roomsch ka
tholieke kerk, die dan ook totaal is ver
woest.
Hoe de brand ontstond.
Te ruim acht uur des morgens, terwijl in
de kerk een dienst aan don gang'was, wa
ren onder den koepel van den toren schil
ders aan het werk. Zij waren bezig met het
afbranden van oude verflagen.
Hot. oude hout, dat hier zit, kwam
hierdoor bloot en geraakte in brand.
Tot grooten schrik van de schilders
zagen zij geen kans het vuur te blus-
schen. IJlingy kwamen zij naar be
neden om assistentie te halen. De
brand was intusschcn echter reeds
ook van de straat af ontdekt.,.
Toen de schilders beneden kwa
men, was echter de geheele koepel
reeds aangetast. Nog geen tien mi
nuten later sloegen de vlammen
reeds fel uit den top van den kerk
toren.
Tegen negen uur stortte met donderend
geraas de top van den kerktoren naar om
laag. Dank zij de goede veiligheidsmaatre
gelen werd hierbij niemand gewond. Groot
gevaar bleef echter bestaan doordat het
zware kruis, dat op den toren had gestaan
aan de daklijst bleef hangen,
Schooljongens helpen mee.
De politie gelastte de bewoners van de
belendende huizen deze te ontruimen en
emmers water gereed te houden om elk
begin van brand te onderdrukken. De on
geveer 65 leerlingen van het gemeentelijk
gymnasium, die hun lessen onderbroken
zagen, bielpen mede bij het verhinderen
van uitbreiding van den brand, terwijl zij
in de eerste plaats de inventaris van de
school in veiligheid brachten.
Tegen half elf was de geheele dak
lijst van de kerk door het vuur aan
getast en viel het, nog aan een zijde
op de daklijst hangende kruis, naar
omlaag. Even later stortte met don
derend geraas het geheele dak der
kerk naar beneden.
Voordien had men evenwel aan de andere
zijde van de kerk nog angstige oogonblik-
ken doorgemaakt. Hier bevindt zich een
R.K. jongens- en meisjesschool, het klooster
der Zusters Dominicanessen en het R.K. St.
Andreasgasthuis.
Alle patiënten uit de aan deze zijde ge
legen zalen, werden overgebracht naar de
zalen aan den voorkant, waarbij rekening
werd gehouden met de noodzaak om ook
deze zalen te ontruimen, hoewel het gevaar
voor dit gedeelte van het ziekenhuis niet
zeer groot was.
De kunstvoorwerpen voor don dienst zijn
alle in veiligheid gebracht en slechts twee
prachtige gesneden preekstoelen cn de
fraai bewerkte koperen communiebank,
alsmede de kruiswegstaties, werden een
prooi der vlammen.
De St. Dominicuskerk bevatte dertienhon
derd plaatsen en werd in 1871 ingewijd.
UIT ONZE OOST
Twee sergeants verongelukt
Motor vloog tegen seinpaal.
Uit Djocja wordt gemeld, dat gisternacht
ongeveer half één nabij het station Nga-
bean een motorrijwiel, waarop twee ser
geants, A. Maas en F. H. Waaldijk, beiden
van de kaderschool, waren gezeten, op on
verklaarbare wijze van den weg is afgeraakt
De motor reed. aldus de N.R.Crt., over den
wegberm, door een prikkeldraadafsluitine
en kwam op de. spoorbaan terecht, waar zij
tegen een seinpaal botste. Reide berijders
werden zwaar gewond naar bet hospitaal
overgebracht, waar sergeant Maas kort na
aankomst is overlieden. De toestand van
sergeant Waaldijk, die een zware hersen
schudding heeft bekomen, is ernstig.
Als men het gebruik
er van belemmert?
Een oude klacht, die steeds weer
nieuw Is....
In het zoo juist gepubliceerde A.N.W.B.-
jaarverslag over 1937—1938 is een krachtig
pleidooi te vinden voor andere betere en
logischer! opvattingen op verkeersge
bied. De bond klaagt in de eerste plaats
over de sterke belasting van het motorver-
keer, dat in zijn gezonden groei sterk be
lemmerd wordt. Natuurlijk wordt ook tegen
de parkcerheffingen weer fel geageerd.
Het aantal motorrijtuigen hier te
lande nam, blijkens de statistiek per
1 Aug. 1937, met bijna 8000 toe; dit
feit was voldoende om hen, die bet
wegverkeer niet gunstig gezind zijn,
te doen concludeercn, dat het met
de overbelasting van het motorver-
keer nog niet zoo'n vaart loopt.
Maar deze critici vergaten, dat die
stijging omvatte 4600 motorrijwielen,
ruim 1000 vrachtauto's cn 1S0Ó per
sonenauto's, zoodat waar alleen
de beide laatste cijfers van belang
zijn de stijging onbeteckencnd ge
noemd mag worden. Een toename
van 13.000 a 17.000 per jaar, zooals
in de jaren vóór 1934 (uit welk jaar
de opzettelijke belemmering van de
zen groei dateert) regel was, zou in
de huidige omstandigheden met een
toenemende bevolking, betere we
gen en een opleving in den handel
zeker normaal geweest zijn en de
bevolking van ons land ten goede
gekomen zijn, evenals in ons om
ringende landen het geval is.
In andere landen...
De aantallen in andere landen rijdende
auto's en de eigen cijfers wijzen uit, dat er
slechts weinig noodig is om den ouden
groei weer terug te krijgen, zoodat de schat
kist or zeker van kan zijn, dat zij, indien
b.v. de benzine-bclasting of do motorrijtui
gen-belasting werden verlaagd, het ontbre
kende bedrag direct zou terugkrijgen door
een grootere toeneming van het aantal mo
torrijtuigen.
Voor die rcdencering blijft de regcering
doof; is het te verwonderen, dat men zich
afvraagt of zij dan toch nog staat op bet
oude standpunt, dat van dc noodzakelijke
beperking van het wegverkeer?
Maar waarvoor bouwt men wegen
en bruggen, voor honderden millioe
nen guldens, als men het gebruik
daarvan dusdanig belemmert en ons
volk er dus niet het economisch
voordeel van kan plukken, dat het
doel van den bouw moet zijn?
„De ongelukkige
lichten",
rijwielachter-
de kostbare bepalingen Inzake de keuring
der autokoplampen, hot onlogische rijtijden
besluit en nog verschillende andere onvol
doend voorbereide of eenzijdig georiënteerde
overheidsmaatregelen worden in het A.N.-
W.B.-jaarverslag becritiseerd, evenals de
in het algemeen min of meer auto-vijandige
inzichten van zoovele officiecle instanties.
Grenskiosken.
In het buitenland zijn ze al langer be
kend, kleine gebouwtjes vlak aan de grens,
waar welwillende en toeristische deskundi
ge hulp den. binnenkomenden vreemdelin
gen belangeloos verstrekt wordt. Ook in Ne
derland zuilen deze „verkeers-ambassadeurs"
nu binnen zéér korten tijd te vinden zijn:
de A.N.W.B. is druk aan liet bouwen aan de
grenzen des lands langs de routes Breda
Arnhem; Maastricht.Luik; NijmegenKleef
en VlissingcnOostende.
Vertrouwen in de toekomst.
Het in een nieuw, aantrekkelijk gewaad
gestoken jaarverslag besluit, met de mede-
deeling, dat de vooruitzichten voor den
A.N.W.B. zeker bemoedigend zijn. „Iedere
opleving, hoe gering ook, brengt voor onzen
Bond meer werk mee, maar ook meer in
komsten, vooral meer bereidheid bij dc weg
gebruikers om in de kosten van ons werk
bij te dragen. Dagelijks blijkt opnieuw, dat
nog duizenden rijp zijn voor het, Bondslid-
rnaatscbap, duizenden, die niet wisten, welk
werk in bet algemeen belang onze Bond
doet cn die, daarop gewezen, bun moreelen
plicht erkennen om dit werk door bun lid
maatschap mogelijk te maken en te steu
nen."
Er wordt in zeer hoog tempo ge
werkt op de werf in Amsterdam
8 September de tewaterla
ting, tijdens de feesten ter ge
legenheid van het regeeringsju-
bileum van de Koningin.
Er wordt de laatste weken op de
terreinen van de Nederl. Scheeps
bouwmaatschappij in zeer hoog tem
po gewerkt. Niet alleen aan den
bouw van Amsterdam's grootste pas
sagiersschip „Oranje", het nieuwe
vlaggeschip van de Stoomvaart Mij.
„Nederland", maar ook aan den
nieuwen aanwinst van de Java
ChinaJapan-lijn, de „Tjitjalengka"
welk motorschip naast de „Oranje"
op stapel staat.
Het hooge tempo, waarmede- aan 'den
houw van dit laatste schip wordt gewerkt,
heeft een bijzondere reden. Want als acht,
September a.s. dc „Oranje" te water wordt
gelaten zooals men weet ligt. bet in de
bedoeling deze gebeurtenis in bet kader van
de feestviering ter gelegenheid van het. re-
gceringsjubilcum van dc Koningin te. doen
plaats vinden dan worden duizenden be
langstellenden verwacht. En waar zou men
deze schare moeten bergen, wanneer dc
„Oranje" links en rechts zou zijn ingesloten
door de hooge, grauwe geraamten van an
dere in aanbouw!zijnde schenen? Daarom is
besloten den bouw wan do „Tjitjalengka" te
versnollen. Lag bet oorspronkelijk in de
bedoeling dit schip in Octöbcr te water te
laten, thans is deze vastgesteld op 10 Au
gustus a.s. Tijdig genoeg om gelegenheid te
hebben op de vrijgekomen plaals tribunes
te bouwen, vanwaar dan 8 Sept. vele be
langstellenden gctuiec kunnen zijn van de
tewaterlating van de „Oranje".
De houw van de „Oranje"
is inmiddels zoover gevorderd, dat de bij
zonder slanke 'bouw van het. 20.000 ton
metende schip geheel is te zien. De huid-
had nu bijna twintig jaar geleden, in den
nacht, van den löden op den 17den Juli het
bloedbad plaats, waarbij de Russische
Czaar Nicolaas II en de zijnen om het le
ven kwamen.
Eén voor één werden de Czarin, Maria
Fcodorowna, de dochters Olga, Tatjana,
Maria cn Anastasia doodgeschoten; het
laatst viel de Czaar, zoodat deze eerst nog
het vreeselijk einde van zijn vrouw en kin
deren moest beleven.
Aan dit drama ging een woelige tijd
vooraf, zoowel voor het Russische volk als
voor het keizerlijk hof. Eén der opvallendste
figuren, die in de tragedie rond het' hof
een rol speelden, was de „wonderdoener"
cn „duivelbanner" Raspoet in.
Het vorstelijk paar zag in hem een gods-
gezant, die hulp zou brengen, want beiden
gingen gebukt onder het leed van hun
zoontje, Alexis, die aan bloedziekte leed.
Zeer spoedig doorzag Raspoetin den toe
stand, hij zag de tragische figuur van de
czarin. haar zicleleed, haar hartstochtelijke
behoefte aan moreelen steun. En werkelijk,
zijn komst bracht verbetering in den toe
stand van het kind. De. kroonprins leed aan
een gezwel, dat bij een normaal kind geope
reerd zou zijn, maar waar bij hem geen
sprake van kon zijn. Van alles werd gepro
beerd, om genezing te brengen. Tenslotte
bracht Raspoetin door zijn merkwaardigen
invloed, waaraan niemand kon ontkomen,
eenigc verbetering in den toestand. Het
spreekt dus vanzelf, dat ook naderhand
zijn invloed buitengewoon groot bleef. Maar
de omgeving van den czaar en het
Russische volk dachten daar anders
Van Raspoetin ging langzamerhand
zeer slechte invloed uit. Hij spoorde
czaar aan, aan den wereldoorlog met
doen. Nicolaas II riep toen alle trouwt
nen des vaderlands op om den vijand
het heilige Rusland te verdrijven,
de doema invoering van een vrijzinnig
gecringsstelsel verlangde. Als antwr,
hierop werd de doema verdaagd.
Dit besluit werd de
vonk in het bvsfc
Den 15den Maart 1917 vormde
uitvoerend bewind, dat leger en vlooi
riep hem te steunen. Het garnizoen vat;
Petersburg sloot zich er bij aan, soldata
arbeiders verbroederden zich op staat,
overgroote meerderheid verklaarde ziclij;
gehoorzaamheid aan de nieuwe regcet
bereid, overal begroette men de omwe|
ling met gejuich. Wat bleef den czaar1
ders over, dan afstand van den trooai
doen! Trouwens de doema eischte hetfl
hem. Zoo deed dan nog op den zeilt
dag 15 Maart 1917 czaar Nicolaas II
stand van de regeering, die hij, met w
hijgang van zijn ziekelijken zoon, overdr.
aan zijn broer. Hiermede eindigde een mt
lijke en zeer rumoerige regeeringstijd i
een man, wien een nog vreeselijker eü
te wachten zou staan. De czaar werd j
zijn gezin gevangen genomen en na t
jaar in de kelders van Jekatrinenburg
zijn opgesloten, volgde het tragisch eind
beplating is bijna geheel gereed. Thans
worden de balken van het promenadedek
aangebracht. De onderliggende dekken
zijn reeds bijna geheel afgeklonken. Met het
uitdraaien van dc gaten onder in het ach
terschip voor de drie schroefaskokers, is een
begin gemaakt
In de koel- cn vrieskamers is het hout
werk en de kurkisolatie grootendeels aan
gebracht. Ook de betimmering van de pro
viand- en bagageruimen en der linnen
kamers is voor een belangrijk deel gereed.
Op verschillende plaatsen zijn reeds de
voetribben en het schotwerk der hutten te
zien en worden de houten dekken gelegd.
Voorts is een aanvang gemaakt met het
aanbrengen van verschillende pijpleidingen
voor koud en warm, zout- en zoetwater,
verder tal van lucht-, peil-, spui- en' lc
pijpen.
Men realiseert, pas den omvang
van dit werk als men bedenkt,, dat
een totale lentrte pijpleidingen van,
ongeveer 30 K.M. wordt aangelegd,
Toch is deze lengte nog gerine in
vergelijking met die der electrische
leidingen, welke in het schip zul
len worden gemonteerd. Deze lengte
zal ruim 350 K.M. bedragen.
Het bijna 200 meter lange gevaarte u'
bij de tewaterlating 9.200.000 Kg. wegen. H»
ligt in het voornemen, dat de „Oranje" it
den nazomer van het volgende jaar ui;:
eerste reis naar Nederlandsch-Indië za
maken.
KORT VERHAAL
door Marqo Bell.
Zij hoorde het toeslaan van de voordeur.
Dan het aanslaan van den motor. Even een
huilerig, dreinend geluid: de auto, die weg
reed. Toen hoorde zij, en dat schreeuwde in
haar ooren tot gek-wordens toe, dat martel
de door haar moede hoofd, dnt veisclieurdc
haar hart, toen hoorde zij "de stilte. De
meedoogonlooze, oneindige stilte van iets
onherroepelijks, iets dat voorbij was, verlo
ren, dor cn vergaan. Zij stond daar, mid
den in de kamer, waar hij haar v. 't laatst
omhelsd had, verstard inbaar ellende en
even vereenzaamd, even troosteloos verla
ten op deze wereld als zij het zou zijn ge
weest, wanneer men hem dood had weg
gedragen.
Ilij was niet dood. ITij leefde. Hij was vol
kracht cn gezondheid, vol plannen en
wenschen eii verlangens. Voor zichzelf? Al
les alleen voor zichzelf...
Zij beet op haar lippen om niet te gillen
ze kneep de handen in elkander. Niet gaan
lachen, door deze rauwe stilte heen, niet
gaan heen en weer loopen cn hardop praten
en jezelf aanstaren in den spiegel en zeg
gen: Nu is hij weg, Leila, nu is hij wegge
gaan... met een kus en een afscheidswoord.»,
hij zal je schrijven, zul je hem vooral ook
veel schrijven en tot weerziens dan... Niet,
niet praten... want dan hreekt er iets daar
midden in je hoofd en dan is het uit met
je, heelemnal uit... dan brengen ze je weg
en sluiten ze je op.
Hij is weggegaan. Hij kon gaan, waarom
niet? Het zal een reis vol afwisseling en
avontuur worden, liet zal hem nieuwe stof
geven voor zijn levcndigen geest, het zal
hom in staat stellen, eindelijk het hoek te
schrijven, dat hij hier blijkbaar niet hij
machte was tc scheppen. Hier bij haar, waar
ééns zijn geluk lag, waar 1111 dc verveling
langzaam haar grijze web om hem heeft ge
weven. Hij ging, dat web verscheurend en
haar hart
Zij staat daar nog altijd, als reeds lang
de schemer is gevallen, zij staat daar, als
.Take binenkomt. Hij is kalmweg door een
openstaand raam hinnengedroneen. Ze
hoort hem pas, als hij haar bij den arm
schudt en knikt wezenloos op alles wat hij
zegt Haar lippen vormen woorden, die,
zonder klank bijna, haperend, alsof zij niet
goed meer spreken kan, ergens uit de leeg
te in haar hoofd worden te voorschijn ge
sleept. „Ja, hij is weg. Neen, ik ben niet
ziek. Het is allemaal goed. Waarom zou
hij niet gaan? Het is een interessante expe
ditie. Er zit stof in. Hij nioet weer werken
Vier jaren geleden verscheen zijn groote
boek, dat merkwaardige bock, dat hem
beroemd maakte, je weet wel."
Ze weet op 't moment zelfs den titel van
dat boek niet meer! Jake weet het. Hij
weet alles. Haar kennismaking niet dien
eigenaardiger^ avontuurlijken jongeman,
die van jongs af; rond had gezworven, die
veel van zijp. zweden, zijn avonturen cn
belevenissen verwerkt had in een hoek,
dat als een frissche wind door de dufheid
van dc .psychologische uitrafel-literatuur
woei. Het-had hom beroemd, méér dan dat,
bemind gemaakt over de heele wereld. Men
dweepte met zijn bruine jongensgezicht,
men schreef hem brieven over zijn plan
nen en indeeën, men bad en smeekte hem
om nog zoo'n boek...
Maar hij werd verlièfd en trouwde en
leefde vier jaren hier met de vrouw, voor
wie Jake zijn twee handen zou hebben laten
afhakken. En verliet haar, om nieuwe avon
turen te zoeken, om stof tc vinden, in den
grond: om weer vrij te zijn.
Jake sloeg zijn arm om haar heen. „Kom
mee, kind," zei hij, „kom... we gaan naar
mijn moeder... daar zul je tot rust ko
men..."
Willoos liet zij zich mantel en hoed aan
geven, willoos liet zij het begaan, dat hij
haar dienstmeisje beval, een koffer met
het noodigc te pakken en het meisje zelf
met vacant ie stuurde. Hij was het, die
alles afsloot, die haar in zijn auto hielp.
énige "uren later lag zij op een divan en
naast haar zat zijn moeder, een lieve oude
vrouw, die haar graag als schoondochter
had willen hebben, die nu zwijgend haar
handen streelden, haar vertroetelde, totdat
zij eindelijk schreide.
Twee dagen later zei ze opeens: „Ik zou
graag een advocaat hebben.... ik wil schei
den."
Jake verbleekte. Hierop had hij niet dur
ven hopen.
„Bedenk je nog", zei de oude vrouw,
„je hebt hein toch lief?"
„Hij heeft mij niet meer lief, hij heeft
mij niet meer noodig", zei de jonge vrouw
met toonlooze stem, ,het is beter, dat alles
uit is. Ik wil geen brieven meer van liean
zien, wil hem niet meer sprekenJake,
wees zoo goed hef allemaal voor me te
regelen, laat die advocaat hem schrijven
er is een lijstje van de plaatsen, waar
hij bereikbaar is in mijn tasch...... hij zal
zonder twijfel toestemonen...... Jake ant
woordde niet, doch hij nam het lijstje.
Zijn hand beefde. Zooveel jaren had hij
haar liefgehad, zonder hooip, zonder zelf
zucht... Nu mocht hij hopen, eindelijk, al
was het slechts, haar te leeren vergeten,
haar te genezen van deze wond
Hij vertrok nog dien middag, om in
haar woning naar eenige papieren te zoe
ken in haar secretaire. Vreemd dood is
zoo'n verlaten huis, ging het dtoor zijn
hoofd, bijna luguber, alsof de meubels ge
storven zijnDe dwaas, de ellendige
dwaas, die dit geluk hier opgaf om te
gaan zwerven. En waarom nam hij haar
niet mee? Hoe was hét mogelijk, dat hij
niet, zelfs op het laatste oogenbli'k, had
beseft, dat hij deze voorgenomen reis, een
reis, die hij maakte voor een groot blad
en die minstens een jaar zou duren of
niet of slechts met haar kon maken? Neen
zij bad gelijk. Niet om het zwerven, niet
om de „stof" was het geweest, slechts om
zijn vrijheid, dat hij wegging De
dwaas
Hij lachte grimmig. Juist toen hij alles
bij elkander had, wat hij moest meene
men, klonk de bel door het huis met ©en
vreemd, roepend geluid. Hij ging naar de
voordeur. De telegrambesteller tikte tegen
zijn pet. Ik dacht, ik zal toch maar 'es
probeeren", zei hij, "maar 't zag er naar
uit of er geen mcnsch was... een telegram
voor mevrouw. Hij kende Jake wel en gaf
hem het telegram toen hij hoorde, dat me
vrouw bij hem logeerde.
Jake ging terug in de kamer, die hij
zoojuist verlaten had en moest gaan zit
ten Zijn voorhoofd voelde vreeand klam
aan. Een onweerstaanbare drang bezielde
bom, toen hij het telegram openscheurde.
Het luidde: „Kom naar Genua, vertrekken
samen, kan niet zonder je, duizend kus
sen." Het was typisch iets voor dien dwa
zen zigeuner om eensklaps te merken, dat
hij niet meor kon zonder deze vrouw en
haar dan te roepen. Gemakkelijk was dat!
Forst brak hij bijna haar hart en dan
riep bij oven... en zij kwam toesnellen.
Natuurlijk.!
Jake frommelde het telegram in zijn
hand. Neen, neen, neen... nu zou hij wil
len terugkeeren bij haar, de dwaas, maar
er was geen terugkeer meer. Morgen ging
hij naar een advocaat, binnenkort zou hét
bericht, hem bereiken, dat zij de scheiding
had aangevraagd....
Even later reed hij naar huis. Hij had
het telegram gladgestreken, in zijn zak.
Natuurlijk zou hij het haar geven. Dat
daareven was een opwelling, een kort mo
ment van waanzin., per slot van rekening
was je gentleman en nog iets mèèr dan
dat; een trouwe vriend, een man van eer,
die het geluk der aangebeden vrouiw boven
alles stelde. Natuurlijk. Onwillekeurl
haalde hij het telegram weer te voorschiji
Toen slipte de auto. Hel verdere was dui
ternis en stilte.
Hij sloeg zijn ioogen op en zag ÏÏaa
naast zijn hed zitten. Ze streelde zijn han
en baar blik rustte vol genegenheid
angst op zijn bleek gelaat. De zorgen
hem hadden haar het eigen leed 'doei
vergeten.
Hij begreep dat, toen hij met haar
sproken had, haar door de kamer zag
wegen, den anderen toon van haar sten
hoorde...
Toen hij daarna met zijn moeder alle»
was vroeg hij met inspanning „Haal hi
telegram uit den zak van mijn jas..."
Zijn móéder zocht vergeefs. Toen herii
nerde hij zich. Hij had het in zijn hai
gehad toen het ongeluk gebeurde. Wat
schijnlijk was het als een vodje papiei
bemodderd, verscheurd, onder den verniel
den auto blijven liggen. Hij kon het vei
gelen. Vergeten...
Hij sloot zijn oogen. Er was een visioei
van geluk; dc vrouw die hij aanhad, voc
altijd bij zich... langtzaam genezend ondf
haar teedere zorgen... hem liefhebbend, 1
niet zoo als dien ander, maar met teedei
genegenheid... Toen lachte hij even, koil
en wanhopig, Wat beteékende tee'dere gé
nezing?
Was het veilige, kalme geluk, dat zij bi,
hem kon vinden?
Moeizaam kwamen de woorden,' stuk vooi
stuk, over zijn witte lippen.
„Moeder, zeg aan Leila, dat er een tel»
gram voor haar is gekomen... zij moet dfr
delijk pakken voor een groote reis en naar
Genua telegrafeeren dat ze komt... hij kan
niet zonder haar... hij wil, dat ze meegaat"
Hij opende zijn oogen niet, in de stiltê
die volgde, niet, toen er zachte voetstappen
naar de deur gingen, toen die deur geslo-
ten werd. Hij opende ze niet, toen," een tijd
daarna, die deur weer werd geopend, toen
een stem fluisterde, een stem, die hij her
kend zou hebben uit millioenen stemmen!
„Hij slaapt. Groet hem van mij, als hi
wakker wordt." Niet, toen twee zachte lip*
pen op zijn wang worden gedrukt. Toen da
deur bijna geruischloos gesloten werd.
Niet, toen twee oude trouwe armen orrf
hem werden geslagen, toen zijn gelaat te
gen den schouder zijner moeder werd go-
drukt. Zij sprak niet, vroeg niet. Zij wist,
dat hij zijn moeder zeer noodig had, als in
oude tijden, wanneer hij zich schaamdé
voor zijn tranen en ze verborg aan haai
schouder, zooals nu.