en
Uit het jaarverslag van
den K.N.V.B.
Ons lostrillende
rijwielachterlicht
Cijfers die spreken!
Radioprogramma
DOOR
edgar r i c e
burroughs
No. 48.
Met fonkelende ogen rees het meisje op,
toen ze Korak herkende. Vlak bij haar lag de
speer van de doder vergeten. Meriem zag
hem en nam hem op. Zij voelde geen vrees bij
het zien van deze primitieve vechtpartij. Zij
was verbaasd maar koel en onbevreesd. Want
vocht Korak niet met de Mangani, die haar
gestolen had? Diep in het wilde hart van de
aap plantte zij de scherpe speer. Korak had
deze hulp niet nodig, maar glimlachte over
haar dapperheid. Het scheen, dat hij Meriem
met andere ogen zag. Was ze in die paar uur
van zijn afwezigheid opeens zo veranderd?
Hoe slank en fijn gebouwd was ze! Hoe lang
het geleden was sinds hij haar in haar vaders
dorp had gevonden, een klein Arabis meisje,
wist hij niet. Tijd speelt geen rol in de jungie
en hij hield geen boek van de voorbije dagen.
Zijn starende blik ging van Meriem naar de
dode aap. Plotseling werd hem iets duidelijk.
De ogen van Korak werden wijd, daarna ver
nauwden ze zich weer tot kleine spleten, toen
ze op het geweldige lichaam van de dode aap
aan zgn voeten neerkeken. En even later
kleurde hij zelf toen hij naar Meriem keek.
Want, hij keek naar haar met nieuwe C/nsn, de
ogen van een man, die naar zijn geliefde kijkt.
Hij kwam dicht naar haar toe, een glans van
liefde op zijn gelaat; maar zij begreep het niet,
zij wist niet, hoe dicht zij beiden bij het vol-
aan zijn voeten neerkeken. „Meriem!" flui
sterde hij en zijn stem stokte. „Meriem!" Plot
seling trok hij haar naar zich toe. Ze keek
lachend naar hem op, hij boog zich over haar
heen en kuste haar. Zelfs nu begreep zij het
nog niet. Zij kon zich niet herinneren ooit te
voren gekust te zijn. Het was heerlijk. Ze
dacht, dat het de manier was waarop Korak
wilde uiten hoe blij hij was. Korak wilde iets
zeggen, wenste haar te zeggen, 'hoeveel hij
van haar hield, maar de emotie overweldigde
hem.
rliandelfcj
lag heki
jdrage ms
ïg van
rongen, h;
an ruim
g zal gel
worden
t vers laf
ig gelegd,
n is een'
cploit.atie
t opgenon
IJssebni
Voei&al
Nog altijd groei.
Uit het naar gebruik uitvoerige
jaarverslag van onze nationale
voetbalorganisatie, den K.N.V.B., die
in 1939 zijn Gouden Jubileum zal
vieren, blijkt dat het ledental nog
steeds groeiende is maar dat de
z.g. erkende bonden een geringen
achteruitgang vertoonen.
Deze achteruitgang is echter geenszins
verontrustend. Immers waren in 1937 een
aantal van 123604 voetballers bij hot onder
opperbevel van den K.N.V.B. staande neu
trale voetbal aangesloten, in 1.938 bedroeg
dit 123114, wat op een teruggang van 0,5
procent neerkomt.
Het aantal voetbalclubs in neutraal ver
band bedraagt thans 1803 (vorig jaar
1816.)
Minder strafzaken.
Ofschoon men nu niet meteen al te op
timistisch mag worden, vertoont de staat
van straffen en schorsingen een verheugen
de daling.
1935-'36 1936-'37 1937-'3S
Aantal straffen 552 7S1 696
Voorloopig gesch.
spelers 299 524 424
Gem. sohorschingsduur
in maanden 3,7 6 4,6.
Hieruit blijkt dat de met ingang van
1 1936—'37 ingevoerde verscherping van de
bepalingen een geduchte stijging van het
aantal strafzaken teweeg gebracht heeft.
Hiervan hebben de spelers blijkbaar ge
leerd. Want. ofschoon het toezicht niet is
verslapt is het aantal strafzaken flink ver
minderd.
Ongevallen.
De Medische Commissie van den K.N.V.B.
vermeldt 96 ongevallen van meer of min
der ernstigen aard, die in de 8930 K.N.V.B.
wedstrijden zijn voorgevallen.
Dat doelvcrdedigcn riskant is blijkt wel
uit de mededeeling dat 18% van alle onge
vallen den keeper betreft.
Financiën.
Het Ncderlandschc elftal heeft voor den
Bond dit jaar bijna een ton gouds ver
diend. NederlandBelgië en Nederland-
Schotland gaven elk ongeveer 100.000 gul
den aan entree. Diverse onkosten moeten
natuurlijk van de bruid-ontvangsten af; de
gemeente Amsterdam beurt 20 procent, ver
makelijkheidsbelasting, terwijl bet- Stadion
in dc winst deelt. Sommige buitenlandsche
elftallen laten zich duur betalen.
Ned. en België komen voor eigen rekening
bij elkaar op bezoek maar Schotland liet
zich de somma van 24.000 gulden betalen
voor den wedstrijd op 21 Mei j.1.
De zuivere opbrengst van cle interland
wedstrijden bedraagt:
Ned.-Frankrijk 24.0-43.66
Ned.Luxemburg 6.589.28
Ned.—België 44.131.91
Ned.Schotland 21.217.94
Totaal 95.982.79
Af onkosten België—
Nederland 3.213.71
Blijft 92.769.0S
Grootcr bezoek.
Sommige bladen hebben het willen doen
voorkomen alsof in Holland de belangstel
ling voor voetbal tanende is. Een onweer
legbaar bewijs voor dc onwaarheid daarvan
levert wol dc heffing op die de K.N.V.B.
van dc entrée's van dc aangesloten verecni-
gingen vraagt. Deze heffing bracht nl.
1425.43 meer op dan vorig jaar.
Onweer boven Drente
Boerderij verbrand, vee gedood.
Boven den Zuidoosthoek van Drente
ontlastte zich gisterochtend en hevig on
weer, waarbij op verschillende plaatsen
vee in de weide door het hemelvuur werd
gedood.
Te Emmcnerfsohcidervecn trof de blik
sem de nog nieuwe kapitale boerderij van
den heer II. Loman.
In korten tijd stond de geheele boerderij
in lichter laaie. Het woonhuis kon, door
spoedig ingrijpen van de brandweer behou
den blijven, doch de groote landbouwsclmur
ging, niet alle zich daarin bevindende ma
chines en gereedschappen, verloren.
Verzekering dekt de schade. Ook te 01-
denzaal (O) heeft hot geweldig geonweerd.
Een dubbel woonhuis werd raakgeslagen en
brandde geheel af.
In moeras terecht gekomen
Treurig einde van een zwaar
moedige.
Om half tien gistermorgen is in de ge
meente Schinnen onder het gehucht Thul
(L.), aan den rand van een. moeras het
lijk gevonden van de 59-jarige vrouw M.
Larue-Huys, aldaar.
Sedert Woensdagavond was de vrouw
verdwenen.
Zij was om zes uur met de bus naar
Hoo-nsbrock gegaan om inkoopen te doen,
doch was niet teruggekeerd.
De plaats is tamelijk afgelegen en niet
in de buurt van den weg naar Hoensbroek.
Vermoedelijk is zij ietwat zwaarmoedig aan
het dolen geraakt en in het moeras te
recht gekomen.
Half bewusteloos schijnt zij zicli nog tot
den oever gesleept te hebben, waar zij ge
storven is.
A.N.W.B. dringt nogmaals op maat
regelen aan.
De practijk toont aan dat de vei
ligheid van het verkeer door het
rijwielachterlicht lang niet in die
mate verhoogd is, als men had mo
gen venvachten. lederen avond ziet
men een groot percentage wielrij
ders, waarvan het achterlicht niet
brandt, deels wel ten gevolge van
onachtzaamheid, doch voor een groot
deel ook als gevolg van ondoelmati
ge constructie van de toch van een
Rijkskeur voorziene lichten.
Daar sedert de wettelijke invoering van
het achterlicht de automobilisten minder ver
dacht zijn op wielrijders, welke dit licht niet
voeren, terwijl de laai sic temidden van an
dere fietsers, welke wel een brandend ach
terlicht voeren, bijzonder slecht waarneem
baar zijn, zijn door dezen toestand nieuwe
en ernstige gevaren ontstaan. Deze geva
ren zullen in de komende maanden, waar
bij dc duisternis steeds vroeger gaat vallen,
in belangrijke mate toenemen.
Dc A.N.W.B. is van oordeel dat aan dezen
toestand alleen binnen afzienbaren tijd een
einde kan komen, wanneer het ondeugdelijke
achterlicht zoo spoetü» mogelijk uit den han
del verdwijnt.
Reeds kort na dc wettelijke invoering van
het achterlicht verzocht de A.N.W.B. den
Minister cle keuringsbepaling zoodanig te
willen aanvullen, dat lostrillcn der lampjes
hij de van een Rijkskeur voorziene achterlich
ten nimmer meer kan voorkomen.
Thans heelt de A.N.W.B. wijzen
de op het toenemende verkeersge
vaar, nogmaals de aandacht van den
Minister op deze materie gevestigd
en verzocht wel maatregelen te wil
len bevorderen, welke het verder fa-
briceeren en in den handel brengen
van ondeugdelijke achterlichten zul
len verhinderen.
Verder raadt de A.N.W.B, hen die een ach
terlicht hebben, hetwelk bij normaal onder
houd telkenmale defect is. dit, hoe begrijpe
lijk het ook is dat men slechts noode tot deze
extra-uitgave besluit, in het belang van eigen
en ahdèrer veiligheid zoo spoedig mogelijk te
gen een deugdelijk te verwisselen.
Verzoekschriften crisispachtwet
sterk gedaald.
In de mededeelingen van het Centraal
Bureau voor de Statistiek inzake gerechte
lijke en armenzorg-statistiek vinclen wij
eenige interessante gegevens betreffende de
crisispachtwet, het hypotheekcommissie be
sluit en de crisishypotheckaflossingswet
over het tweede kwartaal 193S.
Crisispachtwet.
In totaal werden in het tijdvak 1 April
t.m. 30 Juni 1938 slechts 20 verzoekschrif
ten ingediend tot geheele of gedeeltelijke
ontheffing van betaling van een pacht ter
mijn.
Vergeleken mot de overeenkomstige tijd
vakken van vorige jaren is het aantal in
gediende en afgedane verzoekschriften we
derom sterk gedaald.
Hypotheekcommissiebesluit.
In het tweede kwartaal van 193S werden
5 verzoekschriften ter voorkoming van exe
cutie van landelijke eigendommen inge
diend tegen 13 in het overeenkomstige
kwartaal van 1937. Van de 5 ingediende
verzoekschriften hadden er 2 betrekking
op landelijke eigendommen in de provincie
Noordholland.
Crisishypotheekaflossingswet.
Zooals hekend, schept deze wet voor den'
hypothecairon debiteur, die aan bepaalde
verplichtingen heeft voldaan, de mogelijk
heid van den rechter uitstel te verkrijgen
voor de terugbetaling van de hoofdsom,
tot waarborg waarvan hypotheek is bedon
gen, of wijziging in zijn verplichtingen tot
tusschentijdsche aflossingen.-Daardoor kan
voorkomen worden, dat de schuldenaar
door een onredelijke terugvordering van
de geldleening ernstig wordt benadeeld.
In totaal werden in het tweede kwartaal
van 1938 hij de kantongerechten slechts 14
verzoekschriften ingediend. Voor hot over
eenkomstige tijdvak van de jaren 1936 en
1937 waren deze cijfers resp. 90 en 39.
Brandweer stond machteloos
Gisterochtend half twaalf is door nog niet
bekende oorzaak brand uitgebroken in het
woonhuis en de manufacturen- en confec
tiezaak van de firma G. A Brethouwer te
Aalten. Door de groote droogte en de zeer
brandbare artikelen stond het geheele pand
in enkele minuten in lichter laaie. De brand
weer kon niets redden. Dc omliggende hui
zen, waarvan vooral de kruidenierszaak
groot, gevaar liep, konden behouden blijven.
Huis en inboedel waren verzekerd.
ZATERDAG 6 AUGUSTUS 1938.
Hilversum I, 1875 en 415,5 m.
VARA-Uitzending. 10.00—10.20 v.m. en
7.30—8.00 VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek (Om ca. 8.16 Ber.).
10.00 Morgenwijding.
10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Con
tinubedrijven.
12.001.45 Gramofoonmuziek .(Om ca. 12.15
Ber.).
2.00 „Fantasia".
2.30 Pianovoordracht.
3.00 Reportage.
3.30 Gramofoonmuziek.
4.30 Esperanto-uitzending.
4.50 VAR A-Orkest en gramofoonmuziek.
5.40 Literaire causerie.
6.00 Gramofoonmuziek.
6.30 De Ramblers.
7.00 Filmland.
7.30 Causerie „Wondergeloof en wonderver
halen".
8.05 Herhaling SOS-Berlchten.
8.07 Berichten ANP.
8.20 VARA-Orkest.
9.15 Esmeralda-Septet en solisten.
10.30 Berichten ANP.
10.35 Orgel, trompet, saxofoon en slagwerk,
11.00 Fantasia m.m.v. soliste.
11.3012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum H, 301,5 m.
KRO-uitzending. 4.005.00 HIRO
8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om ca. S.15
Berichten).
10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstige causerie.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-Orkest. 1.001.30 Gramofoon
muziek. Om ca. 1.15 Postduivenberichten.)
2.00 Voor de rijpere jeugd.
2.30 Gramofoonmuziek.
3.00 Kinderuur.
4.00 Gramofoonmuziek.
4.05 Feestrede.
4.19 Gramofoonmuziek.
4.23 Causerie „De wetenschappelijke zijde van
het spiritisme".
4.37 Gramofoonmuziek.
4.40 Rede.
4.55 Gramofoonmuziek.
5.30 Esperanto-nieuws.
5.45 KRO-Nachtegaaltjes.
6.15 Gramofoonmuziek.
6.20 Journalistiek weekoverzicht.
6.45 Gramofoonmuziek.
7.00 Berichten.
7.15 Causerie „De ontreddering van de Katho
lieke Kerk in Nederland".
7.35 Actueele aetherflitsen.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.15 Meditatie met muzikale illustratie.
8.35 Gramofoonmuziek.
10-05 Sport-reportage.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Internationale sportrevue.
10.5512.00 Gramofoonmuziek.
•s. Rijkx.
an Beek.
te.
r, Ds. Ki
av. 7.30
n. 9.30 ut
;r D. Via.'
ij v. TMF
eer Boon.
de heer
>cr O. Bee:
m.
heer F
ETHEL M. DELL
HOOFDSTUK VII.
Het Rad des Levens.
Toen Molly haar oogen opende, lag ze
op een divan in een haar vreemde slaap
kamer, met Ivor over haar heen gebogen.
Zijn blik was vol bezorgdheid.
„Zoo is het beter," zei hij, toen hij merkte,
dat ze hem herkende. „Ik ben bang, dat deze
dag veel te vermoeiend voor je is geweest.
Het lijkt me het beste dat je nu maar met
oen naar bed gaat."
„Oh Ivor," hijgde ze, „laat me eerst naar
hem toe gaan naar mijn lieven, kleinen
KWlo!"
Even fronste hij zijn voorhoofd, maar een
oogenblik later glimlachte hij tegen haar en
ze was gerust gesteld. „Het is goed. liefste"
zei hij. „Hij zal nu wel slapen, maar zoodra
]e je sterk genoeg voelt, zullen we er heen
gaan."
„Ik voel me nu wel sterk genoeg," zei ze
en meteen ging ze overeind zitten. „Mag ik
nu direct gaan?"
Hij sloeg zijn arm om haar heen. „We zul-
en samen naar hem gaan kijken, liefste.
Maar je moet je werkelijk niet meer zoo van
streek maken. Er was geen enkele reden
°°r ®n het is heel verkeerd voor je."
bdog haar hoofd. „Het spijt me erg en
ik zal probeeren niet weer zoo dwaas te doen.
Maar het kwam doordatZe ging niet
verder; ze voelde dat ze het hem onmogelijk
zou kunnen uitleggen en dat hij het boven
dien niet zou begrijpen.
Een beetje onvast stond ze op en. op zijn
arm steunende, begaven ze zich op weg.
„Het is erg ver weg," mompelde ze, terwijl
ze de lage gang doorliepen. „Ik zal hem
nooit kunnen hooren als hij huilt.
Ivor gaf hierop geen antwoord, maar ze be
greep wel dat dit een omstandigheid was, die
hij meer als een voor- dan als een nadeel be
schouwde.
Eindelijk kwamen ze aan de kinderkamer
en vol ongeduld boog ze zich over het kinder
bedje.
Het kleine ventje sliep, maar er waren nog
sporen van tranen op zijn ronde wangétjes.
Och wat heeft hij gehuild, mijn kleine
schat!" fluisterde Molly.
„Ja. mevr... my lady, bedoel ik. Ik kon
hem maar niet tot bedaren brengen." zei
Rose. „Maar nu slaapt hij rustig en ik zal
hier zijn. wanneer hij wakker wordt."
„Maar hij zal naar mij zoeken." antwoordde
Molly met gesmoorde stem. En plotseling
rolden de tranen langs haar wangen.
Zachtjes trok Ivor haar van het bedje weg
en fluisterde in haar oor: „Je moet oppassen
dat hij niet wakker wordt. Het zou jammer
zijn, want hij slaapt zoo lekker. Morgenoch
tend, zoodra je bent opgestaan, kun je hem
weer zien. Hij zal dan al zijn verdriet ver
geten zijn."
„Laat me hem een nachtkus geven." zei
Molly en trachtte zich uit zijn greep los te
maken. „Daar zal hij niet wakker van wor
den: hij is veel te moe. de lieve, kleine schat."
Maar Ivor trok haar verder weg van het
ledikantje. „Kom, we gaan nu." zei hij. „Kun
je zelf loopen of zal ik je steunen? Zoodra je
op je kamer bent, moet je maar weer naar
bed gaan."
En zoo vertrokken ze dus. Ze was te ver
moeid en te uitgeput om nog te protesteeren
en, toen ze op de slaapkamer gekomen wa
ren. liet Ivor haar alleen en ging het diner
boven bestellen. Ze ontkleedde zich snel en
met een zwaren zucht liet ze zich op het
weelderige bed neervallen.
Toen het blad met' het diner arriveerde,
kwam Ivor weer binnen. Hij ontkurkte een
halve flesch champagne, die hij met haar
deelde, ter eere van de gelegenheid. Molly.
niet gewend aan geestrijke dranken, zou dit
gaarne geweigerd hebben, maar het scheen
een deel te zijn van het programma en dus
nam ze het glas aan en dronk het leeg. En
de champagne deed haar goed. Een gloed ver
spreidde zich door haar lichaam en ze voelde
zich wat minder vermoeid
Zwak glimlachte ze tegen Ivor en hij keek
met voldoening op haar neer. Toen ze klaar
waren, stond hij op om naar zijh eigen kamer
te gaan.
„Ik blijf niet lang weg, lieve," zei hij. „Blijf
maar rustig zoo liggen en vergeet al je zor
gen. Misschien kan je wel een beetje slapen.
Hij boog zich over haar heen en kuste haar.
Aarzelend legde ze haar hand op zijn arm.
„Hoeft er vanavond niemand meer hier te ko
men om met mij te spreken?" fluisterde ze
angstig.
„Goede hérnel, neon!" riep hij uit. „Nie
mand behoeft hier meer binnen te komen, be
halve ik. Ik zal zelf het dienblad buiten zet
ten. Heb je alles wat je noodig hebt?"
„Dank je, ik heb alles, antwoordde ze.
„Je ziet er veel beter uit. Blijf nu maar
stil liggen en sluit je oogen." En zich omkee-
rendc, nam hij het blad op en verliet het ver
trek.
Haar oogen vielen als vanzelf dicht. Een
weldadige warmte verspreidde zich door het
lichaam. Met een gevoel van dankbaarheid
bedacht ze. dat Rollo nu tenminste sliep en
ze nam zich voor den volgenden ochtend zoo
vroeg mogelijk op te staan. Toen probeerde
ze haar gebeden op te zeggen, maar het lukte
haar niet en met een zucht, meer van tevre
denheid dan van spijt, gaf ze het maar op.
Ze was moe. heel moe: maar er was één ding
dat ze nooit had verzuimd en dat ze ook
dezen avond niet verzuimde.
Ze tastte naar een klein klein, gouden me
daillon, dat ze steeds aan een dunr.e ketting
om haar hals droeg. Ze opende het met tril
lende vingers en door een mist van tranen
keek ze naar de fotografie van een jongen
man met vurige oogen en een verlangenden
mond.
„Goeden nacht, Roy mijn lieveling!"
snikte ze. Ze kuste het portret en sloot daar
na het medaillon weer.
Bijna onmiddellijk daarop viel zo in slaap,
het kleinood tussclien haar vingers geklemd.
Een heelen tijd later ontwaakte ze, doordat
ze het gevoel had dat zich iets naast haar
bewoog.
Half slaperig nog ging ze overeind zitten
en fluisterde: „Rollo, lieveling, ben je wak
ker?"
Bij het licht van de maan herkende ze
Ivor's gezicht en ineens, met een schok, was
ze heelemaal wakker.
Hij strekte een hand naar haar uit. sloeg
zijn arm om haar heen en trok haar zachtjes
tegen zich aan.
„Alles is in orde, liefste," zei hij met zijn
rustige stem. „Ga maar weer slapen; ik ben
bij je."
„Onwillekeurig maakte ze een afwerend ge
baar, maar hij trok haar nog dichter tegen
zich aan. Toen brak al haar weerstand en ze
barstte uit in een hartstochtelijk snikken.
„Kom! kom!" suste hij en streek haar
zachtjes over haar haren.
Zoo lag ze een heele poos, bitter weenende.
Eindelijk werd haar snikken minder heftig en
hield op het laatst geheel op. Ze was uitge
put overwonnen.
Toen keerde Ivor haar gezicht naar zich
toe en bij het licht van de maan zag hij haar
smartelijke oogen.
„Arm kind!" zei hij teeder. „Is alles zoo
moeilijk voor je geweest? Maar je zult nu
in de toekomst gelukkiger zijn."
Ze gaf geen antwoord en hij verwachtte
dit ook niet.
Hij boog zich over haar heen en kuste haar
als een overwinnaar.
HOOFDSTUK VIII.
De Stamhouder.
Dien winter den laatsten harren winter
van den oorlog was het op Aubreystone
Castle verre van aangenaam. De brandstof
was gerantsoeneerd en het was in de groote
vertrekken ijzig koud. De oude Lady Aubrey
stone verdroeg de ontberingen zonder klagen
en haar dochter lachte er om. Maar de nieu
we Lady Aubreystone huiverde en zocht de
warmte op van het haardvuur in de kinder
kamer, waar haar kleine jongen met veel
animo speelde. Hij had zichzelf altijd heel
goed bezig kunnen houden en bovendien had
hij nu voortdurend gezelschap aan Rose. het
dorpsmeisje, die dol op hem was. 77<j was er
aan gewend geraakt dat zijn moeder er niet
altijd was om hem bij alles te helpen, maar
hij aanbad er haar niet minder om. Hoewel
ze maar stil bij het vuur zat en geen deel
nam aan zijn spelletjes, vond hij het toch
heerlijk, dat ze daar was. Hij begon nu wat
beter te praten en zijn naam voor haar was
„Molly", Dat was zoo vanzelf gekomen, toen
hij eens probeerde „Moeder" te zeggen. Ze
had er om gelachen en sindsdien zei hij altijd
Molly tegen haar. Het was veel gemakke
lijker dan Moeder en altijd, wanneer hij haar
naam zei, lachte hij er zelf om, alsof hij er
iets heel vermakelijks in vond. En dat lachen
van hem was haar zoo dierbaar! Het her
innerde haar. oh. zoo levendig, aan iemand,
die evenveel van hem gehouden zou hebben
als zij.
Er was overigens weinig meer in haar
leven dat haar aan hem herinnerde. Ze be
dacht wel eens hoe wonderlijk het was. dat er
in deze sfeer, waar ze zich nooit kon thuis
voelen, nog iets van haar eigen persoonlijk
heid was overgebleven. Als hot hoekje er niet
geweest was. waar Rollo lachte en speelde,
zou daar waarschijnlijk niets meer van over
zijn.
Wordt vervolgd.)