de schat in het
looden kamertie
RADIO
Armenzorg kost
véél geld*
PROGRAMMA
EDGAR RICE
BURROUGH S
No. 51.
Korak was Meriem te hulp gekomen, on
middellijk nadat hij een dorp van de wilden
had geplunderd, waar hij pijlen, sieraden en
voedsel had genomen. Zelfs de bijgelovige
angst voor de blanke duivel, die op jacht ging
met een aap, werd deze keer overwonnen door
hun besluit de jungle voor eens en voor al van
hem te zuiveren. De snelste krijgers, aange
voerd door Kovoedoo, sterk en sluw, gingen
op zoek naar Korak en Akoet. Urenlang ver
volgden de onvermoeide mannen hun spoor.
De zwarten kwamen op de plek waar de ge
weldige strijd was gestreden juist op het
Ogenblik, dat Akoet met zijn troep wegging.
Het gezicht van het jonge meisje deed de
hoofdman aan de grond genageld staan. Was
zij niet de dochter van de Sheik, waar zijn
lieden soms handel mee dreven? Vast en
zeker had hij haar meer gezien. ,,Als zij het
is", dacht Kovoedoo, „dan zal de Sheik mij
goed betalen als ik haar terugbreng. En toen
hg Geeka de pop zag, die zijn eigen broer
jaren geleden voor Meriem had gemaakt, had
hij zekerheid! Korak had zijn arm rond de
schouders van Meriem geslagen; de liefde deed
zijn zintuigen verslappen. Er bestond niemand
anders meer op de wereld dan zij tweeën. Hij
drukte haar dicht tegen zich aan... En op
dat ogenblik brak er achter hem luid krijgs
geschreeuw los, terwijl vele wilden op hen
afstormden. Een stortvloed van scherpe pijlen
vloog in het rond, Korak werd in zijn
schouder en in een been getroffen, doch
Meriem hadden ze opzettelijk gespaard. Nu
renden ze naar voren om Korak te doden en
het meisje gevangen te nemen. Maar toen ze
hem dicht genaderd waren, kwam van een
andere plek in de jungle de grote Akoet aan
zetten, op de voet gevolgd door de andere
apen van zijn troep. Kovoedoo greep Meriem
vast en slaagde er in te ontsnappen. Akoet
rende naar Korak; trok de pijlen uit zijn
lichaam en likte de wonden schoon; daarna
droeg hij hem naar de boomtent. En hier
lag Korak vele dagen hulpeloos neer, ziek
van de koorts.
HET ROODE ETIQUET WAAR
SCHUWT' BEZICHTIGING
VAN HET RADIUM-PAKHUIS.
Eenige oogenblikkcn voor het ver-
Irejj van een D-trein. De conduc
teur heeft, de deuren van den goe
derenwagon reeds gesloten daar
Jiomt op het laatste nippertje nog
een bode aangehold. „Express!"
roept hij en hij houdt met beide
handen een zwaar kistje omhoog.
De man in uniform weegt het on
derzoekend in zijn handen, dan valt
rijn oog op een rond, felrood etiket,
„lia", staat er op, anders niet, doch
daaraan heeft de ervaren beambte
reeds voldoende.
AI zijn er misschien wel briljanten of
kostbare diamanten in de pakketten v. d.
postwagen verborgen dan zouden zij het
in waarde waarschijnlijk toch niet halen
hij dit onaanzienlijke kistje, als het maar
één enkel gram bevat van de waar, door
de twee geheimzinnige letters aangeduid.
Want het is radium, wat er in zit, het
kostbaarste metaal ter wereld. Eén gram
ervan kost volgens de huidige prijsnotee-
j ring over de honderd duizend gulden!
Een stukje metaal zoo groot als
een speldeknop.
Radium per postpakket, „gestraalde ener
gie" als expressgoed wie had dat een jaar
of tien geleden gedacht! Menigeen zal zich
- oo misschien wel eens afgevraagd hebben,
waa dit kostbare element bewaard en hoe
het verzonden wordt. Het spreekt vanzelf,
dat als men het ergens wil zoeken, het in
een der grootc wereldsteden zal moeten
zijn. want daar zijn de ziekenhuizen en
laboratoria geconcentreerd, voor welke de
kostbare stof een onontbeerlijk hulpmiddel
is geworden.
In het Westen van Berlijn wijst
een klein bordje aan den gevel van
een vele verdiepingen hoog kan
toorgebouw den weg naar een der
kostbaarste schatten, die deze mll-
lioenenstad bezit. Geen goud in ba
ren of munten ligt hier in machtige
pantsergewelven opgeslagen, doch
in een klein looden kamertje wordt
een stukje metaal bewaard, ter
nanwernood zoo groot als een
speldeknop. Radium!
„Hier is ons pakhuis!" zegt de dire-cteur
glimlachend. Hij haalt een eigenaardig ge-
vormden sleutel uit zijn zak, steekt dien in
een onzichtbaar gat in den muur en doet
dan, na hem vier, vijf maal te hebben om
gedraaid, een stap achteruit. Knarsend gaat'
een zware gepantserde deur open. „Maar
voor U naderbij komt, moet U eerst deze
looden jas hier aantrekken!
De gevaarlijke stralen worden
geabsorbeerd.
Nu ligt het inwendige van de radium-
kluis, een speciale constructie, tegen be
straling bestand, voor het bewaren van
radium, voor ons. De wanden van de stalen
bergplaats zijn met een 12 c.M. dikke laag
lood gevoerd. Zeventig centimeter lang en
70 centimeter breed, ziet deze schatkist er
eigenlijk heelemaal niet indrukwekkend uit.
„En hoeveel weegt deze kist nu wel?"vragen
we. „Precies evenveel als een volwassen
zeeolifant, 4500 pond!" luidt het antwoord.
„Maar de hoofdzaak is, dat dit kleine loo
den kamertje de zoogenaamde gammastra-
len voor 99 procent absorbeert. Want deze
stralen zijn het, die den mcnsch in het
grootste gevaar zouden brengen, als zij heiii
ongehinderd konden bereiken."
Héél kleine glazen buisjes
Heel kleine glazen buisjes zijn het, die in
de kist bewaard worden. Platinastiften, nog
niet half zoo lang als een lucifer. Vele er
van liggen in kleine looden kokertjes, die
er uitzien als lucifersdoosjes. Een gram,
een milligram, ja zelfs een millioenste gram
een gewicht waarvan wij ons geen voorstel
ling meer kunnen maken, liggen hierin op
geborgen. De stift, die het meest in den
handelverschijnt, is met tien milligram ge
vuld en kost op het oogenblik circa 1000
gulden.
De prijzen op de radiummarkt zijn aan
groote schommelingen onderhevig. Enkele
jaren geleden betaalde men voor dezelfde
hoeveelheid nog meer dan het dubbele, ter
wijl in 1910 de prijs voor 10 mg. zelfs tus-
schen de vijf en zes duizend gulden lag.
1/1000 gram radiumpoeder wordt
vervoerd.
Een laborante, die evenals al het andere
personeel, dikke met lood gevoerde gummi-
handóchoenen en een loodglasbril draagt,
komt juist binnen met de boodschap, dat
een ziekenhuis in een stad in Rijnland een
paar milligram radium heeft besteld. Even
als elke bestelling wordt ook deze onder
persoonlijk toezicht van den directeur door
speciale chemici uitgevoerd. Met inachtne
ming van bijzondere voorzorgsmaatregelen
worden de minimale hoeveelheden van het
kostbare goedje in platina-irridiumbuisjes ge
daan, die vervolgens met lood luchtdicht
worden gesloten. Voor dit werk is veel ge
duld noodig, een pijnlijke accuratesse en ja
renlange scholing. Men denke zich dit mi-
nutieuse werk maar eens in: bijv. 1/1000
g^am radiumpoeder in een buisje te moe
ten doen, dat een opening van nauwelijks
O.fi milimeter heeft! Daarbij geen stofje ver
loren gaan.
De stopwatch als weegschaal.
Een paar dagen later begint de eerste
controle in het. meetlaboratorium. Het „ge
wicht" moet worden vastgesteld. Daarvoor
gebruikt men natuurlijk geen weegschaal;
men past hier de electroscopische meting
toe, waarbij zelfs een stopwatch te pas
komt. Niet de zwaarte van het radium
wordt daarbij gewogen, doch de intensiteit
van de gamastraling wordt gemeten. Hoe
meer radium een busje bevat, des te snel
ler vallen de goudblaadjes van den electros-
sroop tegen elkaar. Vergelijkt men den val-
tijd met dien van een standaardpreparaat
met bekend gewicht, dan kan men hieruit
het gewicht van het onderzoeken prepa
raat nauwkeurig berekenen.
Na deze procedure moet een volle maand
gewacht worden, tot het radium weer „tot
kalmte is gekomen", d.w.z. tot eindelijk zijn
radioactieve evenwichtstoestand is ingetre
den. Ten overvloede wordt elke zending,
voor zij aan den geadresseerde wordt afge
zonden. door hel ..Slralungsinstilut" van de
universiteit te Berlijn of door de „Physi-
kalisch-technische Reichsanstalt" nog eens
haarfijn gecontroleerd.
Nederlandsche filmindustrie
herleeft
„Vadertje Langbeen", het nieuw
ste Nederlandsche product.
Na anderhalf jaar gesloten te zijn geweest,
zijn gistermorgen de Cinetone-studio's te
Amsterdam heropend. Een begin is ge
maakt met de verfilming van Webster's be
kende verhaal „Daddv Long Legs", dat als
tooneelstuk onder den naam „Vadertje
Langbeen" in ons land vele triomiphcn
heeft gevierd.
RECLAME IN DE WARMTE!
De firma de Gruyter heeft het initiatief
genomen, haar klanten in deze warme zo
merdagen wat te verkwikken! Zij biedt de
cliëntcle in de winkels n.1. een glas limo
nade aan.
Tevens vernemen wij, dat het personeel
opdracht gekregen heeft, om aan alle per
sonen die in de buurt dienst moeten doen of
werkzaam zijn, b.v. de gemeentewerkers,
brievenbestellers en vooral de politie-agen-
ten ,ecn verfrissching aan te bieden in den
vorm van een glas de Gruyter's limonade.
Een aardige geste.
Alkmaar slaat geen slecht figuur.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek
doet eenige interessante medodeelingen
over de ondersteuningen met geld of le
vensbehoeften, ingevolgde de Armenwet
verstrekt door burgerlijke instellingen en
gemeentebesturen in de maanden Januari,
Februari en Maart 1938.
Uit het algemeen totaal blij'kt, dat in
Februari 1938 gemiddeld per week meer
behoeftigen zijn ondersteund dan in Janu
ari en dat ook de uitgaven voor onder
steuning in Februari een weinig hoogcr
waren dan in Januari. In Maart waren
echter het aantal ondersteunden en (4/5
deel der) uitgaven lager dan in de vorige
maanden.
Wat de gemeenten met meer dan 100.000
inwoners betreft, hadden Amsterdam en
Rotterdam de hoogste uitgaven p. 1000 der
bevolking, terwijl Eindhoven het.
laagste vorhoudingscijfer f 1.004.
van deze groep heeft. In verband met het
betrekkelijk gering aantal ondersteunden
was echter het gemiddeld bedrag per on
dersteunde partij in Eindhoven f 8.78 te
gen f 6.48 in Groningen.
Het blijkt dat van de gemeenten met
50100.000 inwoners Nijmegen, Arnhem en
Leiden relatief hooge uitgaven voor on
dersteuning hadden, terwijl Apeldoorn, Til
burg-, Enschedé en Schiedam de ondersteu
ningsuitgaven konden beperken. Per on
dersteunde partij had in deze groep Arnhem
het hoogste gemiddelde bedrag (f 8.40).
Alkmaar sloeg geen slecht figuur!
Bij vergelijking van de cijfers der ge
meenten met 20—50.000 inwoners zien we
dat Beverwijk, Alkmaar en 's Hertogen
bosch relatief hooge uitgaven voor onder
steuning ingevolge de Armenwet deden,
terwiil deze uitgaven zeer gering waren in
Kannpen en Amersfoort.
Voor sommige gemeenten is dc nabijiheid
van een groote gemeente blijkbaar van in
vloed. Zoo werd in Voorbuig per onder
steunde partij gemiddeld f 9.36 en in Hille-
gcrsiberg f 9.18 per week uitgegeven. In
Bergen op Zoom, Kampen en Opsterland
werd respectievelijk gemiddeld slechts
f 3.77, f 4.09 en f 4.23 per ondersteunde par
tij (per weck) uitgekeerd.
In Alkmaar waren 31.215 inwoners.
Daarvan werden, gemiddeld 590 gezinnen
en 30G allcehwonende personen onder
steund. In Januari werden 62, in Februari
60 en in Maart 120 personen met losse
giften ondersteund. Het totaal steunbedrag
bedroeg in het eerste kwartaal f 67.020 of
5.84 gemiddeld per gesteunde partij.
FEUILLETON.
ETHEL M. DELL
Toen het oogenblik van het afscheid daar
was, drukte Molly haar jongen dicht tegen
zich aan en kuste hem teeder. En, hoewel
haar mond beefde, glimlachte ze dapper tegen
hem. Rollo, die nog veel te jong was om te
begrijpen hoe lang hij zijn moeder nu wel zou
moeten missen, maakte zich na een oogenblik
uit de omhelzing los om een steentje te gooien
naar Kennedy, die hem nu toch niet durfde
slaan.
Maar later, toen ze weg reden, vond Ivor
haar stiller dan ooit. En hij vroeg haar of ze
er zich niet op verheugde met hem samen iets
van de wereld te zien. Ze verzekerde hem dat
ze er zich veel van voorstelde en met dat ant
woord moest hij tevreden zijn.
Het plan was een reis om de wereld te
maken in westelijke richting. Den winter zou
den ze dan in het Oosteh doorbrengen en in
het voorjaar weer naar Engeland terugkeeren
een reisplan, waarvan iedere vrouw zou
watertanden. En, na de eerste uren, slaagde
Molly er dan ook in haar neerslachtigheid van
zich af te schudden; ze kreeg plezier in het
avontuur. Ze vond zichzelf ondankbaar jegens
den man, wiens bedoeling het was haar een
genoegen te bereiden. Maar dit veranderde
mets aan het feit dat zijn voortdurende aan
wezigheid haar als een looden last begon te
drukken. Op Aubreystone Castle waren er
tenminste nog uren geweest, dat ze alleen
kon zyn. Ze had zichzelf geleerd zijn aanraking
te verdragen, maar zijn vaste overtuiging,
dat hjj haar geheel voldoende was en dat ze
zich niets meer zou kunnen wenschen, prik
kelde haar zenuwen soms tot het uiterste.
Doch steeds wist ze zich te beheerschen en
nooit toonde ze hem haar weerzin. Dapper
trachtte ze haar gedachten zooveel mogelijk
af te leiden, iets wat haar door de vele nieuwe;
indrukken, de ze kreeg, vaak gelukte.
Ze had nooit eerder een mailschip van bin
nen gezien en de luxe, waardoor ze omringd
was, verbaasde en benauwde haar. En al die
vreemde menschen om haar heen benauwden
haar eveneens. Ze had voor haar huwelijk met
Lord Aubreystone nooit veel menschen ont
moet. En daarna was haar gezondheid zoo
slecht geweest, dat ze nog niet in de gelegen
heid geweest was aan het hof voorgesteld te
worden. Lady Aubreystone had er erg op ge
staan dat dat nu gebeuren zou, maar Ivor
vond dat daar nog tijd genoeg voor was en
had besloten dat ze nu eerst deze reis zouden
maken.
Ivor sloot zich niet gemakkelijk aan en,
indien het aan hem gelegen had, zou hij met
zijn medepassagiers niet meer dan de hoog
noodige beleefdheidsphrases gewisseld hebben
en dat dan alleen nog maar met zeer enkele.
Op zijn manier hield hij de familieëer hoog en
het feit dat hij beneden zijn stand getrouwd
was, maakte hem nog kieskeuriger.
Doch wat Molly zelf betreft, behoefde hij
zich niet in het minst ongerust te maken. Ze
was een vrouw van hooge principes en ge
droeg zich geheel, zooals hij het zich zou wen
schen. Ze had een zekere rustige distinctie,
waardoor ze haar medepassagiers, waarvan
er sommige haar maar al te gaarne nader
hadden willen leeren kennen, op een afstand
hield. Het leven aan boord interesseerde haar
bijzonder, maar ze gaf er de voorkeur aan
toeschouwster te zijn. En Ivor gaf hiermee
zijn instemming te kennen. Naar zijn opinie
kon men in een zoo gemengd gezelschap niet
«voorzichtig genoeg zijn met het aanknoopen
van vriendschapsbanden.
Er was echter één man aan boord, in wien
Molly belang was gaan stellen. Hij had een
plaats aan een tafeltje naast dat van Lord
en Lady Aubreystone en vanaf het eerste
moment, dat hij Molly zag, was zijn aandacht
op haar gevestigd, ofschoon op een zeer onop
vallende manier. Hij was een Engelschman, in
Amerika woonachtig, en dokter van zijn vak.
Hij had tijdens den oorlog in het Engelsche
leger gediend en als herinnering hieraan had
hij een kunstbeen, waardoor hij eenigszins
hinkte; overigens was er niets opmerkelijks
aan hem.
In den aanvang had Molly hem dan ook
nauwelijks gezien. Maar het duurde niet lang
voor ze bemerkte dat iets in hem haar bijzon
der aantrok. Het was alsof hij op een gelegen
heid wachtte haar aan te spreken en toen ze
eenige dagen op zee waren en Ivor en zij hun
plaatsen aan het tafeltje innamen, glimlachte
ze vriendelijk in de richting van den jongen
medicus.
Vanaf dat oogenblik was het of deze twee
menschen een verbond samen gesloten hadden
en enkele uren later sprak hij hen aan in het
salon. Hij richtte hoofdzakelijk het woord tot
Ivor en de conversatie bleef strikt algemeen,
maar het was in ieder geval het begin van
een kennismaking.
Toen Molly den volgenden morgen voor het
ontbijt aan dek ging om den frisschen zee
wind in te ademen, stond hij, leunende op zyn
stok, met een diepen rimpel tusschen de oogen
voor zich uit te staren.
De zon stond stralend aan een strak blau
wen hemel en de onmetelijke oceaan schit
terde in haar gloed.
„Wat een mooie dag," zei ze.
„Inderdaad, Lady Aubreystone," antwoord
de hij. „En voor U ben ik daar bly om."
„Voor mij?" vroeg ze verbaasd.
„Ik denk dat U niet veel mooie dagen in
Uw leven gehad hebt. Of heb ik het mis?"
Molly bloosde pijnlijk, maar, achter deze
woorden de vriendschappelijke bedoeling voe
lende, antwoordde ze:
„Gelooft U niet dat de meesten er maar al
te weinige in hun leven ontmoeten?"
Zijn grijsblauwe oogen rustten peinzend op
haar. „Sommigen kennen geen enkelen mooien
dag in hun leven. En hoe bedriegelijk mooi
lijken soms de omstandigheden."
Plotseling herinnerde Molly zich dat ze met
een vreemde sprak en met een vei*legen glim
lachje zei ze: „In ieder geval is het een prach
tige morgen; laten we ons daarop verheugen.
Hebt U al ontbeten?"
„Nee, ik ben, evenals U, eerst aan dek
gekomen om een luchtje te scheppen."
„U hebt een slechten nacht gehad," zei ze
met een plotselinge intuitie.
„Och, ik heb wel veel slechte nachten ge
kend," zei Geoffrey Asterby met iets ver
moeids in zjjn stem.
Iets in hem ontroerde haar sterk en ze wist
niet wat te antwoorden.
„Men moet de dingen nooit van hun
donkerste zijde bezien," vervolgde haar met
gezel.
„Ik denk dat U gelijk hebt," zei Molly.
„Het is in ieder ^gval een troost te weten, dat
het allerergste nooit tweemaal kan gebeuren."
„Het allerergste gebeurt heelemaal niet,"
zei hij met nadruk. „Zelfs niet in deze arme,
gefolterde wereld. Het kan eenvoudig niet."
„Waarom kan het niet?" vroeg Molly, ge
heel onder den indruk van zijn woorden.
Geoffrey Asterby keek haar vast aan en
antwoordde: „Omdat de Groote Bouwmeester
te veel behagen schept in Zijn werk, dan dat
Hij zou toestaan, dat het geheel vernietigd
werd. Wat ook ooit in elkaar mag storten,
altijd blijven er fundamenten, waarop weer
verder gebouwd kan worden."
Diep getroffen dacht Molly een oogenblik
na. „Zoo heb ik het leven nooit bekeken," zei
ze zacht.
„Sommigen van ons krijgen nooit tijd om
na te denken," zei hij. „Eei'st wanneer men
werkeloos aan den kant staat en moet toe
zien, gaat men veel van het leven begrijpen,
wat tot dusverre een mysterie was."
Hoewel deze man uiterlijk geen enkele aan
trekkelijkheid bezat, interesseerde hij haar
WOENSDAG 10 AUGUSTUS 1988.
Hilversum I, 1875
VARA-Uitzending. 10.0010.20 v.m. en
7.308.00VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.16 Berichten).
9.30 Keukenpraatje.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Voor Arbeiders in de Continu-bedrijven.
12.00 Gramofoonmuziek. (Om 12.15 Ber.).
12.30 VARA-orkest.
I.301.45 Gramofoonmuziek.
2.00 Gramofoonplaten.
3.30 Voor de kinderen.
4.30 Gramofoonmuziek.
5.30 De Ramblers (opn.).
6.00 Gramofoonmuziek.
6.30 Fantasia.
7.10 Causerie over zweefvliegen.
7.308.00 Religieuze causerie.
8.05 Herhaling SOS-Berichten.
8.07 Berichten ANP.. VARA-Varia.
8.20 Gramofoonmuziek.
8.30 Radiotooneel.
9.00 VARA-orkest en solist.
10,00 Berichten ANP.
10.05 De Ramblers (opn.).
10.30 Esmeralda-septet en soliste.
II.0012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum II, 801.5 m.
NCRV-Uitzending. GAO7.00 Onderwijs
fonds voor de scheepvaart.
8.00 Schriftlezing, meditatie.
8.15 Berichten, gramofoonmuziek. (9.309.45
Gelukwenschen.
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoonplaten.
11.15 Zang, piano en gramofoonmuziek.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek.
1.00 „All Round"-sextet en gramofoonplaten,
2.45 Gramofoonmuziek.
3.15 Pianovoordracht.
In de pauze: Gramofoonmuziek.
4.15 Gramofoonplaten.
4.45 Felicitaties.
5.00 Voor de jeugd.
5.45 Gramofoonmuziek.
6.30 Taalles en causerie over het Binnenaan-
varingsreglement.
7.00 Berichten.
7.15 Land- en tuinbouw-cauresie.
7.458.00 Reportage, eventueel gramofoon
platen.
8.05 Berichten ANP. Herhaling SOS-Bericht.
8.15 Dubbel Mannenkwartet „Kunst naar
Kracht", en gramofoonmuziek.
9.00 Causerie over Stanley Jones.
9.30 Christ. Muziekkorps „Euphonie".
(10.00—10.05 Berichten ANP.)
10.30 Gramofoonmuziek, ca. 11.5012.00
Schriftlezing.
hoe langer hoe meer. Met een impulsief ge
baar legde ze haar hand op zijn arm. „Laten
we hier nog eens over praten!" zei ze drin
gend. „Tenminste, indien U wilt."
Hij glimlachte tegen haar en met warmte
zei hij: „Ja, dat zullen we doen. Wij arme
stervelingen zijn er om elkander de hand te
reiken; het maakt den weg, dien wij te gaan
hebben, lichter."
Toen Molly aan het tafeltje tegenover Ivor
plaats nam, was ze zich bewust van een
vreemd, bly gevoel in haar hart.
HOOFDSTUK XI.
Plastische Chirurgie.
Molly ontmoette Geoffrey Asterby nog heel
vaak gedurende die korte reis. Meestal was
ze dan in gezelschap van Ivor, doch een
enkele maal ook wel eens alleen. Dit gebeurde
nooit bij afspraak, maar het leek wel, alsof
er tusschen deze twee menschen een zeker
magnetisme bestond. Ze hadden het gevoel,
dat ze hun leven lang vrienden geweest waren.
En zoo langzamerhand vernam Molly iets
van den moeilijken weg, dien deze man ge
gaan was. Hij had in Amerika medicijnen ge
studeerd, maar nog voor hij daarmee geheel
klaar was, brak de oorlog uit en hy was naar
Engeland gegaan en had dienst genomen bij
het militaire hospitaal. Van de verschrikkin
gen van den oorlog sprak hij nooit, ofschoon
ze uit enkele toespelingen van hem kon op
maken, welk een diepen indruk deze op hem
hadden gemaakt. Na twee jaar aan het
Fransche front geweest te zijn. was hij ge
wond geraakt en wegens zijn invaliditeit was
hij- wel gedwongen geweest naar Amerika
terug te keeren, alwaar hij zijn studie weer
had opgevat en zich vooral in de chirurgie
had bekwaamd. Molly begreep al gauw, dat
zijn werk alles voor' hem beteekende, al wist
ze toch nog niet, waarin dat werk precies
bestond.
(Wordt vervolgd.)