RADIO Wij lazen voor U DOOR EDGAR RICEj burroughs No. 83. Als het op spoed aankwam, vertrouwde Ko- rak op geen spieren, dan zijn eigene. Nadat Tantor hem weer naar de overkant van de rivier had gebracht, verliet de aapman zijn grote vriend en slingerde zich door de bo men in snelle vaart naar de plaats waar, volgens de mening van de Zweed, het meisje zou kunnen zijn. De duisternis viel toen hij bij de oude, bekende palisade kwam. Hij maakte het touw rond zijn middel los en gooide een lus over een van de scherpe pun ten. Even later keken zijn ogen over de af schutting, die om het hele dorp heen liep. Niemand was er te zien en Korak sprong licht op de grond in de afgesloten ruimte. Toen begon hij zacht zijn speurtocht door het dorp. Zelfs de getrainde oren van de Arabieren hoorden hem niet, zo geruisloos ging hij te werk. Plotseling hield hij stil en kon zijn oren nauwelijks geloven, want zo helder als de nacht kwamen de regels van een oud Engels liedje tot hem. Voor dat Morison Baynes gebonden was en in een smerige hut was neergeworpen, liet de voor zichtige Sheik hem een brief schrijven aan de Engelse consul in Algiers, waarin hij hem een grote som vroeg voor zijn vrijheid. En nu hij even een ogenblik alleen werd gelaten, dacht hij aan al de ellende van zijn situatie, en niet het minste aan de walgelijke, piepen de ratten om hem heen. Op zekere dag hoor de hij stemmen, die nijdig tegen elkaar schreeuwden in de tent naast de zijne. Een van de stemmen was die van een vrouw. Hij luisterde en hoorde, dat deze van Meriem was. Hij dacht er over na hoe hij haar aan dacht zou kunnen vestigen op zijn nabijheid. Toen kreeg hy een idee.- Met zijn mooie tenor zong hij een gedeelte van een melodie, die hij dikwijls had gehoord tijdens zijn ver blijf in de gelukkige dagen in het huis van Bwana. Een ogenblik zweeg hij, toen kwam haar antwoord. Zij had hem erkend. Zij sprak snel. „Goedendag, Morrison", riep ze. „Ik ben het, Meriem. Als ik morgen nog leef, zal ik er erger aan toe zijn, dan wanneer ik dood ging, want Een vreselijk stilzwijgen volgde. AL IS DE LEUGEN NOG ZOO SNEL De „Standaard" (anti-rev.) schrijft: Eén roep slechts is er over de grootsche «wijze, waarop Amsterdam het jubileum feest heeft gevierd. Slechts van één kant komt een wanklank: in nationaal-socialistische kring wordt min achtend over de Amsterdamsche feestvie ring geoordeeld. Als minderwaardig onoprecht gedoe wordt door het Nat. Dagbl. het Amsterdam sche huldebetoon van de niet-nationaal- locialisten den volke voorgesteld. Een voorstelling, wier leugenachtigheid door het „Nationale Dagblad" zelf bewe zen wordt. Immers, in datzelfde nummer van .het iialionaal-socialistisch orgaan komt een ver slag voor van de feestviering op den Dam, dat de volgende zinnetjes bevat: „de. Nederlandsche jeugd staat ge reed om haar geliefde Vorstin een wanne hulde te brengen." „Een hartelijk en spontaan gejuich, dat enzwelt tot daverende ovatie." „Het is een indrukwekkend oogen- blik." „het lied, dat van duizenden jonge rienschen de gevoelens van liefde, eerbied n verknochtheid aan ons Vorstenhuis ver- ;olkt." Werd, zoo besluit De Standaard, op meer Rikkende wijze bevestigd de juistheid van let woord: „al is de leugen nog zoo snel, le waarheid achterhaalt ze wel!!? RECHT OP HET HUWELIJK. P. H. Dongen O.C.R. wijst in de „Utr. Crt." op de volgende ijzeren consequentie van het De Duitsche bioloog E. Mann eischt n.1. de terdood-brenging van alle onproductieve Duttelooze menschen, van alle ongeneeslijke icken en zwakken. Het vonnis over leven en dood wil hij in handen lggen van een x.g. Selektionsarzt. Hij verheerlijkt den zelfmoord als den heiligen nationalen plicht van alle zwakkelingen, ziekelijkcn en verminkten, de oorlogsinvaliden niet uitgezonderd, en beweert, dat deze zelfmoord de eenige dienst is, dien zij aan hun volk en aan hun ras kunnen bewijzen. t Tegenover deze z.g. eugenetische rassen politiek moeten wij, aldus de schrijver, de eer der Kerk (katholieke) plaatsen. Het recht, dat de mensch heeft op het jhuwelijk, bezit hij van nature en heeft hij in geen enkel opzicht van den Staat 'ont vangen. Wanneer hij het niet van den Staat bi Uit de Pers van beden ontvangen heeft, heeft deze ook niet het recht hem dit te ontnemen. Derhalve schendt de verplichte sterilisatie de rech ten van gedoopten en niet-gedoopten, omdat het rechten zijn, die de menschheid als zoo danig van haar Schepper ontvangen heeft. Dat de vrijwillige sterilisatie evenmin ge oorloofd is, volgt uit de natuurwet, dat nie mand zich zelf verminken noch zich zelf zonder zwaarwegende redenen van een voorname levensfunctie berooven mag. IN DE LUCHTSCHOMMEL. Eenige dagen geleden wezen wij in deze rubriek op het optimistische artikel van den heer Van Wijnbergen in de Maasbode (r.k.) over het bijna verstreken parlemen taire jaar. De vroolijke ontboezeming van den heer Van Wijnbergen inspecteert, het Volk (S. D.A.P.) tot den volgenden „oproerigen krab bel". Wie zich verbeeldt, dat de balans, die tot deze opgewekte slotsom leidt, uit zakelijke posten is samengesteld, verkeert in een niet ónverklaarbare, maar niettemin grondige dwaling. Want de lofspreker haast zich, voorop te stellen, dat hij daarbij niet zoo zeer aan de tot standgekomen wetten en genomen bestuursmaatregelen denkt. Voor waar, een verstandig uitgangspunt- Maar voor zakelijke doeleinden is zulk een balans, dachten wij zoo, niet te gebruiken. Vooral niet, als de schrijver in de tome- looze vaart zijner goede bedoelingen na drukkelijk verzokert, dat onder een Christe lijk kabinet moet worden verstaan: een ka binet, dat in wetgeving en bestuur Gods wet tot opperste richtsnoer neemt. Laat hij dan deze zelfde wetten en bestuursmaat regelen buiten beschouwing bij de vast stelling, dat alles goed is gegaan, dan be gint het ons lichtelijk te duizelen. En dit gevoel van in de lucht- schommel te vertoeven wordt er vooral niet minder op, als dan de blij- en vrijmoedige impresario wijst op de merkwaardigheid van 't feit, dat deze overgang naar een princi- pieel-Christelijk staatsbeleid zich zoo rustig en kalm heeft voltrokken, dat hij door niet weinigen tot heden zelfs niet is opgemerkt. Wie er dus een grief van maakte, dat het Christelijke uit niets zake lijks of feitelijks aan den dag trad, blijkt zich volledig te hebben ver gist. Dit moet als een deugd wor den opgevat: het ongemerkte of on opmerkelijke Christendom. Velen zullen het zich anders hebben voor gesteld. Maar als een zoo ijkkundige keur meester als de heer Van Wijnbergen het zegt, zullen wij hem op zijn woord moeten gelooven. Het is dus voor het ministerie, dat zich een zoo gewijd stempel opdrukte, een goed jaar geweest. Aan tot stand gekomen wet ten en genomen bestuursmaatregelen moet daarbij niet zoozeer worden gedacht Als U het niet erg goed begrijpt, dan leert U het maar van buiten, tot U het vlot kunt opzeggen. U begrijpt dan meteen, waarom „de politiek", vooral bij het jonger ge slacht, zoo populair is, aldus het blad. Dansleerares reed sport redacteur aan Zij reed kalm, hij ijlde voort. Vrijspraak geëischt. Op 5 Februari van dit jaar heeft te Voor burg op het kruispunt tusschcn den Nieu wen weg naar Gouda en den Vlietweg, waar tegenwoordig het viaduct overheen loopt, een botsing plaats gehad tusschcn 'n auto en een motorrijwiel, waarbij de bestuurder van het motorrijwiel, de 31-jarige K. A. Hartman, .redacteur van „Motorsport", zoo ernstig werd gewond, dat zijn been moest worden geamputeerd, en hij hierdoor niet meer in staat is deze functie te blijven uit oefenen. De strafrechterlijke kant. van deze zaak werd gisteren voor de Haacr- - sche rechtbank behandeld en de bestuurster van de auto, een dans leerares uit Utrecht, moest zich verantwoorden wegens het toehren- gen van zwaar lichamelijk letsel door schuld. Na een uitgebreid getuigenverhoor kwam de officier van justitie tot de conclusie, dat de automobiliste geen schuld trof en hij vorderde daarom vrijspraak. Blijkens het onderzoek ter terechtzitting, kwam de automobiliste den grooten weg van Gouda af en wilde links af slaan, den Vlietweg op, in de richting Rijswijk. Zij sneed den bocht iets af. Op den Vlietweg reed in tegenovergestelde richting de motorrijder en even nadat de auto den bocht had gemaakt, volgde de aanrijding. Volgens de meeste getuigen verklaringen rede de automobiliste in den bocht vrij kalm en hoewel zij den bocht iets afsneed, bleef zij toch grootendeels op het rechtergedeelte van den weg. De motorrijder daarentegen scheen met groote vaart midden op den niet. al te brèeden Vlietweg te hebben gereden en botste in volle vaart met zijn voertuig in het midden tegen den radiator van de auto op. De motorrijder zelf verklaarde evenwel, dat hij niet hard had gereden -en dat juist de automobiliste groote vaart had. Dit klonk evenwel onwaarschijnlijk, omdat de auto vlak na de aanrijding vrijwel onmiddel lijk stil stond. De verdedigster sloot zich bij den eisch van den officier tot vrijspraak aan. Uitspraak 29 September. Protest tegen pensioenkorfing Gepensionneercl spoor- en tram wegpersoneel in een uitzonde ringspositie. Op de algemeene vergadering te Hilver sum door den Bond van Gepensionneerden bij de Nederlandsche Spoor- en Tramwe gen, gehouden, werd een motie aangeno men, waarin krachtig wordt geprotesteerd tegen de afwijzende beschikking van de re geering inzake het doen vervallen van de 10 procent korting op de pensioenen. De Bond herinnert o.m. aan het feit, dat aangekondigde korting op de pensioenen van burgerlijk en militair personeel niet is doorgegaan en de kortingen op de Indische pensioenen zijn ingetrokken. Deze uitzonderingstoestand voor het oud- spoor- en tramwegcnpersoneel, aldus de mo tie, dient beëindigd te worden. K.N.I.L.M.-lijn op Hongkong? Doortrekking van de Saigon-lijn wordt bestudeerd. Tijdens de besprekingen van de heeren van Haeffen, Hillen en Harthoorn te Saigon, zal, naar de N.R.Ct. meldt, ook de mogelijk heid van het doortrekken der Batavia-Sai- gonlijn van de K.N.I.L.M. naar Hongkong -ter sprake worden gebracht. In dit geval zouden zoowel Singapore als Australië over versnelde verbindingen voor passagiers en post onder Nederlandsche vlag beschikken. Nieuwe kaarteeringsopdrachten. De verdere activiteit van de K.N.I.L.M. is ook gericht op de uitwerking van verschil lende kaarteeringsopdrachten, welke, be halve Pakan Baroe en Nederlandsch Nieuw- Guinéa, ook Britsch-Nieuw Guinea betref fen. In dit laatste gebiedsdeel zal een na dere oricnteering plaats vinden. Intusschen oefenen de nieuw-aangekomen vliegers zich eiken dag. Nog altijd blijft aanvulling van het vliegerscorps uit Neder land noodzakelijk. FEUILLETON ETHEl M. DELL z&g hem vast aan. „Ik vind het heel dre flapper van U om weer van voren af aan te ■fi beginnen en dat met zooveel succes! Dat is Geoffrey's werk dat hebt U zelf ge- I flaan. Wilt U me toestaan U geluk te wen- schen?" „Dank U!" zei hij droog. „Maar vergeet U vooral niet dat ik een soort van wandelende reclame ben." Ik geloof dat U een groot acteur bent," zei ze. „En talent kan een chirurg zijn pa- tienten niet geven." aclli' "?et heeft verschrikkelijk veel moeite ge kost om den menschen de omstandigheden, zuil i Waaronder ik herboren ben, te doen vergeten en hen zooveer te krijgen, dat ze mij om mij- daj zelf en mijn kunst apprecieeren. Ik hoop, dat het in dit land gemakkelijker zal gaan, of schoon de pers me daarbij niet era behulp zaam is." „Ja, couranten kunnen iemand soms leelijk Denadeelen, maar ik ben er van overtuigd, at u de persoonlijkheid hebt hierboven uit te ryzen." „Hoe weet U dat?" vroeg hij. „Dat hebt U alreeds bewezen antwoordde e. „Anders zou U het toch nooit zoover ge bracht hebben als nu het geval is ten- jg',? als' wa,t ik over U gelezen heb, waar wfs W weer wat grond onder de voeten te krijgen. „Waar ik bang voor ben, is, dat het hem aan doorzettingsvermogen ontbreekt. U zult beter weten dan iemand an ders dat men er met talent alleen niet komt." „Ja, dat weet ik," zei hij. Talent zonder wil is als een vuur zonder voedsel het bx-andt zichzelf op. Maar nu ben ik er juist om te zorgen, dat de ondergrond soliede is. Zoolang ik achter hem sta, zal hem niets ge beuren." Molly glimlachte dankbaar het was hem gelukt haar gerust te stellen. „Wat begrijpt U hem goed!" zei ze. „Hoe is die vriendschap tusschen hem en U eigenlijk ontstaan? Rollo heeft me daar slechts vluchtig iets over ver teld." „Er valt ook niet veel te vertellen," weerde Craven Ferrars luchtig af. „De sergeant majoor was bij onze eerste ontmoeting tegen woordig. Dat is nu jaren geleden, op een dag, dat de jongen van zijn paard werd geworpen." _,Ja, ik herinner mij dien dag nog heel goed! Hij was toen nog maar eer» kleine jongen. Maar ik heb nooit geweten, dat U daarbij was geweest." „Ja, ik was er bij." Zijn blik gleed over haar heen, alsof hij in de verte keek. „Ik speelde zoo'n beetje den leeglooper in een niet al te fleurigen gemoedstoestand. Later op den dag hadden we een gesprek met elkaar en het was op aandringen van Uw zoon. dat ik terugging naar Amerika, waar ik mijn too- neelloopbaan begon." „Oh!" zei Molly. „Nu begin ik het te be grijpen! Rollo is altijd dol geweest oo het too- neel. Dat moet hem aangeboren zijn zjjn vaderze brak plotseling af. Ferrars had niet bewogen, maar toch had ze een gevoel dat ze niet verder kon gaan. Of dat aan haar lag of aan hem had ze onmoge lijk kunnen zeggen. Op ereheel anderen toon vroeg ze: „Dus het was Rollo die U op het idee bracht acteur te worden?" „Zoo ongeveer wel hii was het tenminste die mij weer moed gaf. Ik voelde mij in die dagen diep ellendig. Asterby was miin eenige vriend: hij had mij lichamelijk genezen maar geestelijk was ik nog steeds een wrak. Toen ontmoette ik Rollo een eerlijke, ronde jongen. Hjj zei mij, dat ik niet bij de pakken neer mocht zitten dat gaf mij weer kracht. U ziet, ik ben hem veel verschuldigd." „Ik begrijp U," zei Molly. Ze was diep ge troffen, maar toch durfde ze het hem niet te toonen ze had het gevoel als men een sluier half voor haar had opgelicht, maar ze durfde niet te kijken ze durfde het geheim niet nog dichter te naderen. En, om de drukkende stilte, die na haar laatste woorden was gevallen, te verbreken, zei ze: „De oorlog is voor heel wat vreemde toestanden verantwoordelijk. Mijn heele leven werd er door veranderd. Zal ik U er over ver tellen?" „Ik weet er al het een en ander van weerde hij af. „Geoff Asterby en de jon genhij brak af. „Vertelt U het me in ieder geval zelf," zei hij haastig. „Het zal U pijn doen. Mag ik dien di-ank hebben, dien U mij beloofde?" Ze knikte toestemmend en hij ging naar het blad toe, dat naast haar stond. „Drinkt U een glas met mij mee?" vroeg hij. „Het zal U goed doen U bent heel moe". De woorden bewogen haar vreemd ze had een akelig brok in haar keel. Sprakeloos keek ze toe hoe hij een glas wijn voor haar inschonk en opnieuw mei'kte ze op hoe fijn en prachtig gevormd zijn handen waren. Na eenige moeite hervond ze haar stem. „U noemt zichzelf een wrak," zei ze. Maar U bent teruggekomen en Uw leven behoort in ieder geval Uzelf toe zoo is het niet met ons allen." De woorden eindigden in een snik en met een snelle beweging veegde te over haar oogen. Waarom was ze zoo diep bewogen wat was er aan dezen man, dat haar tot op den bodem van haar ziel roerde? Nu zwegen ze beiden een zwijgen vol ge dachten. Het was de man. die sprak „Hier is Uw wijn. Drink met mii op de gelukkigen, die niet i terug kwamen! Wjj, die achter gebleven zyn, m PROGRAMMA ZATERDAG 17 SEPTEMBER 1938. Hilversum I, 1875 m. VARA-Uitzending. 10.0010.20 v.m. en 7.30 8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.16 Berichten). 10.00 Morgenwijding. 10.20 Programma voor Arbeiders in de Conti* nubedrijven. 12.001.45 Gramofoonmuziek. 2.00 Uw toekomst ligt op de Avondschool"- 2.20 „Esmeralda". 3.00 Reportage. 3.30 Gramofoonmuziek. 4.00 Toespraak „De AJC demonstreert.** 4.10 Gramofoonmuziek. 4.30 Esperanto-uitzending. 4.505.00 Gramofoonmuziek. 5.05 Viool en piano. 5.30 Filmland. 6 00 Orgelspel. 6.30 Gramofoonmuziek. 7.10 Politiek radiojournaal. 7.30 Bijbelvertellingen. 8.00 Herhaling SOS-Berichten, 8.03 Berichten ANP, VARA-Varia. 8.15 „Voor het Spaansche kind". 9.15 VARA-orkest, m.m.v. solist. 9.50 Toespraak. 10.00 Berichten ANP. 10.05 Vervolg concert. 10.30 „Fantasia" en „Esmeralda" en solisten. 11.3012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum II, 301.5 en 415.5 m. KRO-Uitzending. 8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om ca. 8.15 Be richten). 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-Orkest. (1.00—1.20 Gramofoon muziek. ca. 1.15 Berichten). 2.00 Voor de rijpere jeugd. 2.30 Gramofoonmuziek. 3.00 Kinderuur. ^.00 KRO-Melodisten m.m.v. solist. (4.455.00 Gramofoonmuziek). 5.30 Esperantonieuws. 5.45 De KRO-Nachtegaaltjes. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6.45 Gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie „Gezellenwerk inderdaad van onzen tijd". 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP. 8.15 Overpeinzing met muzikale ortilijsting. 8.35 KRO-orkest. 9.00 De KRO-Melodisten en solisten. 10.00 KRO-Boys, m.m.v. solist. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Sportrevue. 10.5512.00 Gramofoonmuziek. mogen strijden voor vrede maar we zullen hem nooit vinden." Hij gaf haar het glas in de bevende hand en zwijgend dronken ze samen. Het was alsof zei beiden gevangen waren in een vreemde betoovering. Het was doodstil alleen het ruischen van de zee in de verte werd gehoord het was als muziek uit de eeuwigheid Later wist ze dat hij zijn glas had neerge zet en was heengegaan. En ze begreep, dat het zijn verlangen was haar zonder afscheid te verlaten. HOOFDSTUK XXXVH. Ontdekking. Dien nacht had Molly een vreemde droom. Voortdurend werd ze achtervolgd door oogen oogen, die haar schenen te smeeken en dan weer bang schenen. Wat beteekende dat? Waarom vervolgden die oogen haar zoo, waar om smeekten ze zoo dringend en vluchtten ze telkens weer bevreesd van haar weg? Steeds weer zag ze die oogen ze trachtte te vragen wat ze te beteekenen hadden, maar telkens, wanneer dat bijna lukte, werd ze wakker. Zoodra ze weer insliep echter waren de oogen er weer Eindeljjk werd haar slaap rustiger. Heel vroeg in den mox-gen werd ze wakker. Half verdoofd bleef ze heel stil liggen en opeens kwam de herinnering aan die oogen weer te rug. Half droomerig nog zag ze weer hoe ze haar smeekten en nu hoorde ze plotseling een stem oh, hoe goed kende ze de klank van die stem! „Niet dood, Mollv alleen wegge daan ik heb je nog altijd lief alleen God weet hoeveel Met een schok ontwaakte ze plotseling ge heel... Het was haar niet mogelijk langer in bed te blijven. De zon zond haar gouden stra len over het land en de zee. Ze hoorde de kreten van ontelbare meeuwen beneden bij de kreek en uit den tuin vlak bij haar kwam het fluiten van een ljjst.er. Maar geen mensche- lijk wezen bewoog zich; iedereen sliep nog. De morgennevels schenen haar uit te noodigen en haastig keerde ze in de kamer terug en be gon zich snel aan te kleeden. Ze wilde naar buiten gaan in den jongen morgen daar, waar de golven braken tegen de rotsen, zou ze vrede vinden! De verwarring van den droom begon al reeds te vervagen. De gedachte alleen al aan Je wijde zee bracht ru3t in haar ziel. Toen ze eidelijk zacht naar beneden sloop en weg uit het slapende huis, leek ze een vluchteling. Ze wilde niet ciat Awkins haar zou hooren want hij beschouwde zich als haar beschermer, nu zijn meester er niet was, en hij zou haar zeker niet alleen laten gaan. En ze wilde juist alleen zijn och, hoe vaak in haar leven had ze al niet verlangd naar eenzaamheid gesnakt had ze er naar! Tusschen de mét dauw bedekte bloemen door ging ze naar het hek de zee riep haar zij trok haar aan als een geheimzinnige macht. Gemakkelijk vond zij den weg naar de kreek, waar de golven zeewier aanspoel den, dat allei-lei pasteltinten had in den vroe gen zonneschijn. Nooit was ze in Tregant geweest zonder niet tenminste eenmaal deze stille plaats bezocht te hebben. Het werd vloed en spoedig zouden de golven de rotsen beuken, maar het zou nog wel een uur duren, voor het water den toegang tot de kreek ver sperde. Ze begon over rotsen te klimmen, heel voorzichtig, alsof ze de stille rust van de natuur niet wilde verstoren. Ze was vervuld van een gevoel van ontzag voor de grootsch- heid van het prachtige landschap en ook was ze wel een beetje bang, hoewel ze verwachtte de eenzaamheid te zullen vinden, die ze zocht. Niemand, behalve Rollo. kende deze plek en ze was er van overtuigd hem niet zoo vroeg al hier te zullen vinden. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 7