lazen voor U i VIM; VAN Radioprogramma rli? ste DOOR edgar rice burroughs Nr. 85. De oude man had Meriem juist in een apart vertrek geduwd, toen het mes van Ko- rak een opening van zes voet in het tent doek sneed. De krachtige figuur van de jonge jungle-Adonis sprong er door en stond voor de verbaasde ogen van degenen, die in de tent waren. Meriem zag en herkende hem op het moment, dat hij verschenen en haar hart sprong op van vreugde. „Korak!" riep ze. „Red me!" „Meriem!" Korak gilde het woord bijna in zijn verbazing, dat hij haar hier als gevangene vond. „De vingers van de doder sloten zich om de keel van de woedende Ali. Zijn mes .onk diep in diens lichaam en van de Arabier hadden ze niets meer te vrezen. Korak keerde zich tot Meriem en op datzelfde ogenblik sloop er een deerniswek kend mens de tent in. „Morison!" riep het meisje uit. Korak keerde zich om en zag de man, die hij in een boom had achtegelaten. Inplaats van Meriem in zijn armen te nemen, aarzelde Korak. Wat betekende deze man voor haar en zij voor hem? Een gevoel van wanhoop steep op bij de aapman. Er klonken verschillende alarmkreten. Er kwamen men sen naar de tent lopen. Er was geen tijd te verliezen. „Vlug", riep Korak tot Baynes, die nauwelijks wist of hij tegenover vriend of vijand stond. „Breng haar naar de palis sade. Hier is mijn touw, hiermede kunt U over de heining komen en U redden". „Maar jij, Korak?" riep Meriem. „Ik blijf hier", ant woordde de aapman grimmig, „ik heb nog een appeltje te schillen met de Sheik!" Meriem aarzelde, maar de doder greep hen beiden beet en duwde hen door de opening in het tentdoek naar buiten, de duisternis in. „Voor uit rennen!" commandeerde hy en keerde zich om, teneinde zijn vijanden te ontmoeten. De aapman vocht als een wilde, vocht zoals hij nooit te voren had gedaan; maar de vijanden waren te talrijk, maar hij won, wat hij wenste... tijd, om de vlucht van Meriem en de Engelsman mogelijk te maken. Toen werd hij overweldigd door de wilden, die hem vast bonden en naar de tent van de Sheik brachten. ddi uii it; uit Uit de Pers van heden DR. COLIJN BIJ EEN FILMVERTOONING. Het „Volk" (S.D.A.P.) schrijft: loèT Ter gelegenheid van de feesten, die nu ihaj voorbij zijn, heeft zich een feit voorgedaan, waarop de speciale aandacht niet is geval- van len, althans niet werd gevestigd, maar dat ons de moeite waard lijkt om er hier een [oogcnblik bij te verwijlen. vanïle laio! )as ffi! Wij bedoelen de aanwezigheid van den minister-president bij de film- vertooning en bij de opera-voorstel ling in de' Stadschouwiburg te Am sterdam. Van den minister voor de Kunst was men hg zulke deelname wel gewoon. Maar men wist "pan ook, dat hierin een zeker verschil van opvatting tot uiting kwam, dat ten aanzien van deze dingen bestaat bij de christelijk- listorische en een deel van de anti-revolu- ionnaire partij. •bei Wij zeggen: een deel. Want ook daar had xrsn zich reeds een kentering geopenbaard en t a', zag men sommige vooraanstaande anti-re- ,rUg volutionnairen in de schouwburg verschij- tal De verschijning van dr. Colijn, al tijd toch nog in wezen de leider van de anti-revolutionnaire partij, mag nu toch wel als een bevestiging wor den beschouwd van het doorbreken der starre onthouding van weleer. ptuurlijk moet men altijd onderscheiden isschen een optreden ambtshalve en in het particuliere leven. Maar wij kennen allen dr. Colijn en weten heel goed, aldus het dat hij tot dezen stap niet zou zijn ver! Overgegaan, had hij daarvoor zijn beginsel jeweld moeten aandoen., si, Deze zaak is voor de verdere ontwikkeling anv fan het kunstleven in Nederland van de nit rootste beteekenis. nto- irts' EEN „NIEUWE NAZI-PLANEET". Een nieuwe nazi-planeet is aan Neêrlands firmament verschenen, aldus de Maasbode (r.k.) Naast den zoogenaamden „Raad voor katholie ken", wiens leden hun kerkelijke plichten niet kunnen vervullen, be schikt' de heer Mussert nu ook over een protestantsche „Orde van ge tuigen van Christus". Met kruis en Christus-monogram in den kop, ver scheen van die orde het eerste ge- stencelde nummer van een orgaan, dat tot titel draagt: „Evangelie en Volk". In het eerste nummer het beste wordt de ielvormigheid der waarheid in optima for- ma, opgediend, terwijl men tevens belooft „zooveel mogelijk huiten de politiek" te blij ven. Als men bedenkt, dat in de redactie o.a. zetelen de Hoedemakeriaansche dominee Boissevain, die al bij voorbaat verklaard heeft, dat de Staat de kerkelijke prediking mag controlecren, analoog aan de manier als voorzien wordt in art. 36 van de gere formeerde geloofsbelijdenis, en als men ver der opmerkt, dat naast deze hervormden predikant ook medewerkt de antipapist domi nee Ekering, eertijds medewerker van dominee Lingbeek en mede de man, die zoo pas op een nat.-soc. vergadering te Amsterdam zich niet ontzag, allesbehalve christelijke be dreigingen te uiten aan het adres van politieke andersdenkende land- genpoten, dan weet men zoo onge veer, wat de geest van die nieuwe orde, althans van haar vooraan staande leiders kan zijn. Over de bedoelingen van de „getuigen" matigen wij ons geen oordeel aan. Daar het ons toegezonden blaadje in vage termen spreekt over het reveil, dat in ons land noo- dig is, over een boodschap aan „het gan- sche Nederlandsche volk", over de toekomst „waarin de ééne Christus door één kerk be leden wordt en deze kerk iii ons volk ge stalte krijgt", achten wij echter, met het oog op dergelijke klanken uit Duitschland, een waarschuwing geboden. Want. of de hceren nu al schrijven: - „Wij binden ons in ons blad aan geen bepaalde politiek", de waarheid 'is, dat zij allen N.S.B.-ers zijn, pro pagandisten voor de partij van den heer Mussert Zij mogen daar in hun blaadje dan over zwijgen, het feit dient vastgesteld. Het is beter, dat men van den beginne af de din gen zegt, zooals ze zijn. De waarheid is, zoo besluit het blad, dat wij hier staan voor een nazi-planeet in nieu wen glans, die haar licht ontleent aan de ideologie der N.S.B., in welke wij een ge vaar zien voor de godsdienstvrijheid in Ne derland, zoo goed als de zusterpartij ,in Duitschland een gevaar is gebleken voor de godsdienstvrijheid aldaar. „DIEP IS ONS VOLK GEZONKEN". Het Nationaal Dagbl. (N.S.B.) schrijft: In een der weekbladen verscheen dezer dagen een snotplaat, getiteld: „Een Neder landsche straat in Nederland, waar Neder- landsch wordt gesproken". In deze plaat wordt een overzicht gegevicn van de schrikbarend toenemende gebruikelijkheid van on-Nederlandsche woorden in -de Neder landsche taal, speciaal in de reclame-aan duidingen. Er wordt hier de vinger gelegd op een nieuw, of eigenlijk .oud symptoom van den aigeheelen volksvreemden invloed, waaron der het Nederlandsche Volk in dezen tijd staat, een invloed die zich op alle gebied uit. Wij geven van die taai-vervreemding eeni- ge voorbeelden: wanneer wij „deftig of „echt" willen doen, gebruiken we altijd En- gclsche, Fransche, of, maar dit veel minder, Duitsche woorden. Een kapper die „blijvende haargolf" maakt, noemt dat permanent wave. Een hulpauto van een autostelling of garaige(!) noemen we „service"-dienst. Iemand die schoenen voor gevoelige voeten maakt, heet bij ons „orthopedisch" schoenmaker. Een dans lok aal is een dancing, een melksalon heet lunchroom, een kleermaker die zich deftig voelt heet tailleur of tailor, een wa genmakerij heet carosseriefabriek, een ban kethakker confiseur, iemand die hoeden ver koopt looit zich met den titel „hatter", een hem denwinkelier is een chemisier, een tand heelkundige noemt zich het liefst dentist. Een toonkamer moet een showroom zijn, en een voetverzorger een pedicure, een winkel voor reukwaren heet parfumerie, onder- kleeding noemt men „veel netter" lingerie, enz., enz. Dit zijn nog alleen maar de meest be kende voorbeelden. Wanneer we eens rond zien in b.v. liet vertakelijkheidsbedrijf tref fen we meer buitenlandsche- dan Neder landsche uitdrukkingen. Dat is ook geen wonder, want juist deze bedrijfsafdeling staat geheel onder leiding en invloed van personen, die zelf door aard en afkomst als even volksvreemd moeten worden be schouwd. Na in nog ettelijke alinea's zijn ergernis over het „volksvreemde" geval te hebben ge lucht, besluit de Mussert-krant: „Diep is ons volk gezonken, ver van huis is het verdwaald, maar wanneer eenmaal de nood zoo hoog gestegen is, dat het water tot aan de lippen komt en die tijd is niet ver meer, dan zal het zich ook met één slag weten te bevrijden!" tor de najaarsschoonmaak OP ÈlkE BUS .EEN BOM VOOR GESCHENKEN ETHEL M. DELL Oh, er was zooveel, waarmee' ze in het ver- t 0lg' rekening zou moeten houden, zooveel, 'nl" aaraan ze nog nauwelijks durfde denken. Vas dit werkelijk voorbestemd was het genaod's bedoeling geweest? Bij al de moeilijk eden in haar leven, bij het vele zware, dat e te dragen had, had steeds het weten, dat e eenmaal met haar geliefde hereenigd zou '°rden, haar kracht gegeven. En nu? Niets was haar gebleven. Toch was er geen bitter- eid in haar alleen maar verbijstering en ie diepste wanhoop. En dan een groot mede- ,'D( Oden met den man, die daar stil bij haar had riegen en al zijn smart aan haar had uit- ezegd. Misschien zou Rollo hem helpen ver- 7)i fler te leven. Temidden van de dichte duister nis. waarin ze zich bevond, was die gedachte - s een heldere zonnestraal. Ze hoorde hoe de golven de rotsen beukten n ze wist, dat het tijd was om weg te gaan, t°°r het water te hoog stond en den terug- var Versperde' Moeilijk kwam ze overeind. ..We moeten gaan," zei ze zacht. J*aar er kwam geen antwoord. Ze keek om d zaj> dat ze alleen was. Een felle pijn ging r haar heen. Nog eens weer was hij van ar weggegaan, zonder, afscheid van haar te men. Maar ze wist, dat het zoo het beste HOOFDSTUK XXXIX. De vuurproef. Twee uur later had ze Tregant achter zich gelaten. Even een haastig woord met Rollo en een snelle groet aan Geoffrey voor de her berg en voort spoedde de auto zich naar het stationnetje. Geoffrey vertelde haar inderhaast, dat hij van plan was den volgenden dag al naar Lon den terug te keeren en vroeg haar of hij haar dan mocht opbellen. Rollo en Craven Ferrars zouden nog tot het einde van de week in Tre gant blijven. Na een oogenblik aarzelen gaf ze Geóffrey de gevraagde toestemming. Ze wist eigenlijk niet zeker of zij hem wel zou willen ontvangen. Vóór alles wilde ze zoo gauw mogelijk weg van deze plaats terug naar Londen en Ivor. Dat was het vreemde van dit alles dat ze zoo verlangde terug te keeren en het ge voel van veiligheid dat de gedachte aan Ivor haar gaf. Hij was altijd dezelfde, rustig en uitex-st beheerscht. Jarenlang was hij de do- mineerende factor in haar leven geweest en nu leek haar de ziekenkamer, waar hij ver pleegd werd. een veilige haven. Ze was als een vogel, die zoo lang gevangen heeft ge zeten, dat hij, vrijgelaten, na een wilde vlucht door de onmetelijke ruimte, die eens zijn erfgoed was, verlangend naar zijn kooi terugkeert. Ze had een ellendig oogenblik toen Awkins op een geheel onverwacht moment het woord tot haar richtte en zei: „Ik hoop, dat U het mij niet kwalijk neemt, my lady, maar vol gens mijn opinie is er iets niet in den haak met dien tooneelspeler, die gisterenavond bij U was." „Zoo, ik heb niets bijzonders aan hem kun nen merken," zei ze zoo onverschillig moge lijk. „Hij moet een verschrikkelijken tijd door gemaakt hebben." Hij moet wel een deserteur ziin." zei de sergeant-majoor minachtend, „anders zou hij niet zoo bang zijn geweest over den oorlog te praten." Molly zweeg opzettelijk en Awkins begreep den wenk en liet het onderwei-p varen. Met bonzexxd hart zat ze daar en vroeg zich af of hij misschien de waarheid vermoedde. Ze was blij, dat ze met den trein terug zou gaan; Awkins kon soms dingen zeggen, die iemand geheel in de war brachten. Gedurende al de uren van de reis had ze het gevoel alsof ze vluchtte voor een beang stigenden en heel vreemden droom, die haar toch maar steeds bleef achtervolgen. Ze trachtte aan Ivor te denken, die vol verlangen naar haar terugkomst uitzag. Te rug in die veilige, gezonde atmosfeer, zou dit alles misschien op den achtergrond gedron gen worden, vervagen tot iets onwerkelijks. Toen ze in Londen aankwam, ging ze met een door naar het ziekenhuis. Hii zou nu mis schien zijn middagslaapje doen maar dan was ze er tenminste als hij wakker werd. Loixden begon de teekenen van den nade renden herfst te vertoonen. Ze stond bij het open raam van de wachtkamer en zag dat de bladeren een beetje geel begonnen te worden. Daar ging de deur open en de dienstdoende zuster kwam op haar toe een rustige, ern stige vrouw, die ze heel graag mocht. ..Hoe gaat het met U, zuster?" vroeg ze, haar de hand reikend, ..Hier hen ik weer. zoo als U ziet. Hoe gaat het met mijn man?" De zuster keek haar aan met haar vrien delijke. onderzoekende oogen. „Hii blijft goed vooruit gaan. Lady Aubreystone," antwoord de ze. „Hij zal blij zijn dat U weer terug bent, want ik geloof, dat hij U heel erg heeft gemist. Ik hoop, dat U in die paar dagen alles hebt kunnen doen wat er te doen was. „Ja," zei Molly, ..tegen het einde van de week zal ^lles voor 7.jjri ontvangt, p-erped zijn Denkt U dat hij dan in staat zal zijn de reis te maken?" „Zeker." antwoordde de verpleegster. ..Ik zou haast zeggen, dat hij er beter uitziet don U. Hebt U erg vermoeiende dagen gehad?"» „Ja, nogal," zei Molly. „Er was heel wat in orde te maken en af te spreken." „U ziet er uit alsof U niet naar bed ge EEN JALOERSCH ECHTGENOOT DRUIPT AF. Toen de Walskoning Johann Strauss te Petersburg was end aar furore maakte, ont ving hij van een dame een bouquet rozen met een allervriendelijkst begeleidend brief je. De jaloersche echtgenoot van de dweep zieke dame daagde den componist uit, en Strauss nam de uitdaging aan, onder voor waarde, dat de jaloersche man hem eerst in zijn hotel bezoeken zou. Deze meldde zich aan en werd in de groote zaal gelaten, die eenvoudig gevuld was met bloemstukken, die Strauss na zijn concert, van vereerders en vereersters ontvangen had. De Walsko ning kwam, zoo schrijft de N. R. Ct. vrien delijk lachende op zijn tegenstander toe en verzocht hem, het bouquet van zijn vrouw uit te zoeken en mee naar huis te nemen. Beschaamd verontschuldigde de driftige echtgenoot zich en beide heeren zaten niet veel later samen gezellig te lunchen. NEW YORK WIL OOK EEN LUTINE-KLOK! Er zullen zeker vacanticooi'den in Neder land zijn, waar men jaloersch was op Ter schelling, dat in de jacht naar het Lutine- goud zoo'n groote attractie had. Het Ame- rikaansche Marine Insurance Syndicatc te New York was al lang even jaloersch op Lloyd's te Londen om het bezit van de Lu- tine-Jriok, die zooals men weet wordt geluid om de aandacht te vragen voor be langrijk nieuws. In het begin van dit jaar is nu de Presi dent Hoover, een van de mooiste schepen van de Amerikaansche koopvaardijvloot, op een eilandje bij aJpan wrak geslagen. Het schip wordt nu aldus de N. R. Ct.gesloopt. De 90 pond zware klok zal men aan het Syndicale, dat door deze schipbreuk een verlies van 2.5 millioen leed, aanbieden met het doel aan deze klok eenzelfde be stemming te geven als die van de Lutine te Londen heeft gekregen. HOE DE ZAAL VOL KWAM. De eertijds bekende impressario Ullmann kwam met zijn orkest naar Breslau om daar een concert te geven. Reclame was er meer dan genoeg gemaakt, maar op den ochtend van den concertdag was er nog geen dozijn kaarten verkocht. Ullmann verzon er wat op. Met een duizend toegangsbewijzen al len met blauw potlood gemerkt ging hij in een droschke door de stad rijden, overal biljetten rondstrooiende! En 's avonds stroomden de menschen het concertgebouw binnen. Maar daar stonden, aldus de N. R. Ct., strenge controleurse die er de onthutste menschen op wezen, dat die biljetten gesto len waren en dat iedereen die zoo een biljet bezat, bij de politie mcdedeclen moest, op welke wijze hij eraan gekomen was. De bra ve Breslauers, die er weinig voor gevoelden met de politie in aanraking te komen, koch ten nu maar liever een geldig biljet aan de kas en des avonds was de zaal vol Maar het trucje kwam toch uit en nadien heeft de heer Ullmann zich nimmer meer in Breslau vertoond. WOENSDAG 21 SEPTEMBER 1938. Hilversum I, 1875 m. VARA-uitzending 10.0010.20 v.m. en 7.30—8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek (Om 8.16 Berichten). 9.30 Wenken voor de keuken. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Con tinubedrijven. 11.40 Causerie „Door welke oorzaken ont staat massa-werkloosheid?" 12.00 Gramofoonmuziek. (Om 12.15 Ber.) 12.45—1.45 VARA-Orkest. 2.00 Kniplessen. In de pauze: Gramofoonmuz. 3.15 Voor de kinderen. 5.30 Gramofoonmuziek. 6,00 Orgelspel. 6.30 Gramofoonmuziek. 6.45 Causerie „Twintig jaar vakopleiding van Palestina-pioniers". 7.00 Felicitaties. 7.06 Vocaal concert. 7.30 Causerie „De waardeering van den arbeid door de eeuwen". 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP, VARA-Varia. 8.15 „Esmeralda". 9.00 Reportage met muzikale omlijsting. 9.30 VARA-orkest. 10.00 Berichten ANP. 10.05 Gramofoonmuziek. 10.15 VARA-orkest. 10.45 VARA-Kinderkoortjes. 11.00 Eugenetische causerie. 11.3012.00 Orgelspel. Hilversum H, 301,5 en 415,F. m. NCRV-Uitzending. 6.307.00 Onderwijs fonds voor de Scheepvaart. 8.00 Schriftlezing, meditatie. 8.15 Berichten, gramofoonmuziek. 10.30 Morgendienst. 11.15 Zang en piano. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 ^>e Eemlanders en gramofoonmuziek 2.50 Voor jeugdige postzegelverzamelaars. 3.00 P.anovoordracht en gramofoonmuziek. J.45 Gramofoonmuziek. 4.00 Zang met pianobegeleiding en gramo foonmuziek. 5.CO Kinderuurtje. 5.45 Gramofoonmuziek. (5.55600 Pauze). 6.15 Causerie „De concentratie van de mid- dpiistand. 0.30 Taalles en causerie over het binr.enaan- varingsreglement. 715 Causerie „De belangstelling in de arbeid var. het N. C. G. V. 7.30 Causerie namens de Societas Studio.^o- rum Reiormatorum. 7.45 Reportage, eventueel gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Berichten 8.15 Christelijke Muziekvereeniging „De Ba zuin", en gramofoonmuziek. 9.00 Mycologische causerie. 9.30 Gramofoonmuziek. 10.00 Berichten ANP. 10.05 Nedei-landsch Strijkkwintet. 11,00 Gramofoonmuziek. 11.5012.00 Schriftlezing. weest bent sinds we U voor het laatst zagen. Vergeef mij, dat ik het zeg, Lady Aubrey stone, maar U mag wel goed op Uzelf pas sen." „Oh, mij mankeert niets!" verzekerde Molly haar. „Maar ook ik zal den tijd in Tre gant als een vacantie beschouwen. Mijn meis je gaat met mij mee om voor de huishouding te zorgen." „U hebt eerder iemand noodig, die voor U zorgt," zei de zuster, vriendelijk glimlachend. „En ik-ben er zeker van dat Lord Aubreys tone het met mij eens zal zijn wanneer hij U ziet. Wilt U iets hebben, voor U naar hem toegaat? Of zal ik U thee in zijn kamer laten brengen?" „Goed, doet U dat," antwoordde. Molly. „Ik ben alleen wat moe van de reis. Kan ik nu naar hem toegaan?" „Er is één ding, waartegen de dokter ons waarschuwt," zei de zuster, haar tegenhou dend. „Het schijnt haast niet noodig, dat te gen U te zeggen, want U bent altijd vol zorg voor Uw man. Maar het is misschien beter, dat ik het toch maar wel doe. Uw man mag zich-vooral niet opwinden; hij moet den eer sten tijd met veel consideratie behandeld wor den. Dat is alles, waaraan U behoeft te den ken, wanneer U in Tregant bent. En dan mag hij zich natuurlhk nog niet te veel vermoeien. Hoe rustiger hij is, des te gauwer hij geheel hersteld zal zijn. Ik ben er zeker van dat hij met U aan zee alle rust en alle zorg zal heb ben. die hij noodig heeft." Moederlijk glim lachte ze Molly toe. „Ik hoop, dat U mij niet al te onbeschaamd vindt dat ik het U zeg, maar ik beschouw U als een ideaal echt- genoote." „Oh, vindt U dat?" vroeg Molly, geheel verbouwereerd. „Dat zou ikzelf niet vinden." „Wij vrouwen kennen onszelf meestal zoo weinig en zijn vaak geneigd onszelf te onder schatten," zei de zuster glimlachend, terwijl ze de deur voor Molly open hield. Deze was blij, dat ze gaan kon de een voudige woorden hadden haar hevig beroei"d. Tot op dit oogenblik had ze zichzelf niet ge zien als een bedriegster; nu plotseling wist ze dat zij dit sinds vanmorgen was. Met moeite ging ze de trap op naar boven. Ze had gedacht bij Ivor een toevlucht te vin den nu durfde ze hem haast niet onder da oogen te komen. Toen ze de ziekenkamer binnenkwam, vond ze hem gekleed en wel in een stoel bij het raam zitten. Hij was verheugd haar te zien en hij strekte zijn hand naar haar uit met de woorden: „Mijn vrouw! Mijn heel lieve vrouw!" Met een schok bleef ze staan zijn vrouw! Maar ze dwong zichzelf voorwaarts en snel boog ze zich naar hem toe om zijn kus in ont vangst te nemen. „Wel liefste, wat is er met jou gebeurd?" vroeg hij. „Je ziet er uit of je ziek bent." „Mij scheelt niets," antwoordde ze haast automatisch. „Ik ben alleen maar een beetja moe." „Je ziet er zoo uitgeput uit!" zei hij. „Ik had je niet moeten laten gaan. Ga zitten, lie veling." Vermoeid liet ze zich in een stoel vallen. Hoeveel uren geleden was het hoeveel uren dat ze op de Mammo'et Rots zat, het hoofd van dien anderen man tegen zich aange- drukt?" „Ik zal direct om thee vragen," zei Ivor. Ze wilde zeggen, dat de thee al gebracht zou worden, maar haar lippen weigerden haar den dienst en, plotseling haar gezicht met de handen bedekkende, barstte ze in snikken uit. Het was te veel voor haar. Nergens zag ze meer uitkomst. Welken weg ze ook zou in slaan, het zou altijd den verkeerden zijn. Met moeite stond Ivor op en kwam naar haar toe. „Stil, lieve,stil!" zei hij. „Zoo mogen ze je niet zien." Deze woorden brachten haar tot zichzelf. Het decorum moest bewaard blijven, dat was altijd een voornaam punt geweest in zijn leven. Dat behoorde bij de familietraditie, bij de eer van het geslacht Aubreystone. De eer van het geslacht Aubreystone! Oh, hoe voelde ze zich in het nauw gedreven! (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 7