lazen voor U
i
VIM;
VAN
Radioprogramma
rli?
ste
DOOR
edgar rice
burroughs
Nr. 85.
De oude man had Meriem juist in een
apart vertrek geduwd, toen het mes van Ko-
rak een opening van zes voet in het tent
doek sneed. De krachtige figuur van de
jonge jungle-Adonis sprong er door en stond
voor de verbaasde ogen van degenen, die in
de tent waren. Meriem zag en herkende hem
op het moment, dat hij verschenen en haar
hart sprong op van vreugde. „Korak!" riep
ze. „Red me!" „Meriem!" Korak gilde het
woord bijna in zijn verbazing, dat hij haar
hier als gevangene vond. „De vingers van de
doder sloten zich om de keel van de woedende
Ali. Zijn mes .onk diep in diens lichaam en
van de Arabier hadden ze niets meer te
vrezen. Korak keerde zich tot Meriem en op
datzelfde ogenblik sloop er een deerniswek
kend mens de tent in. „Morison!" riep het
meisje uit. Korak keerde zich om en zag de
man, die hij in een boom had achtegelaten.
Inplaats van Meriem in zijn armen te nemen,
aarzelde Korak. Wat betekende deze man
voor haar en zij voor hem? Een gevoel van
wanhoop steep op bij de aapman. Er klonken
verschillende alarmkreten. Er kwamen men
sen naar de tent lopen. Er was geen tijd te
verliezen. „Vlug", riep Korak tot Baynes,
die nauwelijks wist of hij tegenover vriend
of vijand stond. „Breng haar naar de palis
sade. Hier is mijn touw, hiermede kunt U over
de heining komen en U redden". „Maar jij,
Korak?" riep Meriem. „Ik blijf hier", ant
woordde de aapman grimmig, „ik heb nog een
appeltje te schillen met de Sheik!" Meriem
aarzelde, maar de doder greep hen beiden
beet en duwde hen door de opening in het
tentdoek naar buiten, de duisternis in. „Voor
uit rennen!" commandeerde hy en keerde zich
om, teneinde zijn vijanden te ontmoeten. De
aapman vocht als een wilde, vocht zoals hij
nooit te voren had gedaan; maar de vijanden
waren te talrijk, maar hij won, wat hij
wenste... tijd, om de vlucht van Meriem en
de Engelsman mogelijk te maken. Toen werd
hij overweldigd door de wilden, die hem vast
bonden en naar de tent van de Sheik brachten.
ddi
uii
it;
uit
Uit de Pers van heden
DR. COLIJN BIJ EEN FILMVERTOONING.
Het „Volk" (S.D.A.P.) schrijft:
loèT Ter gelegenheid van de feesten, die nu
ihaj voorbij zijn, heeft zich een feit voorgedaan,
waarop de speciale aandacht niet is geval-
van len, althans niet werd gevestigd, maar dat
ons de moeite waard lijkt om er hier een
[oogcnblik bij te verwijlen.
vanïle
laio!
)as
ffi!
Wij bedoelen de aanwezigheid van
den minister-president bij de film-
vertooning en bij de opera-voorstel
ling in de' Stadschouwiburg te Am
sterdam.
Van den minister voor de Kunst was men
hg zulke deelname wel gewoon. Maar men wist
"pan ook, dat hierin een zeker verschil van
opvatting tot uiting kwam, dat ten aanzien
van deze dingen bestaat bij de christelijk-
listorische en een deel van de anti-revolu-
ionnaire partij.
•bei Wij zeggen: een deel. Want ook daar had
xrsn zich reeds een kentering geopenbaard en
t a', zag men sommige vooraanstaande anti-re-
,rUg volutionnairen in de schouwburg verschij-
tal
De verschijning van dr. Colijn, al
tijd toch nog in wezen de leider van
de anti-revolutionnaire partij, mag
nu toch wel als een bevestiging wor
den beschouwd van het doorbreken
der starre onthouding van weleer.
ptuurlijk moet men altijd onderscheiden
isschen een optreden ambtshalve en in het
particuliere leven. Maar wij kennen allen
dr. Colijn en weten heel goed, aldus het
dat hij tot dezen stap niet zou zijn
ver! Overgegaan, had hij daarvoor zijn beginsel
jeweld moeten aandoen.,
si, Deze zaak is voor de verdere ontwikkeling
anv fan het kunstleven in Nederland van de
nit rootste beteekenis.
nto-
irts'
EEN „NIEUWE NAZI-PLANEET".
Een nieuwe nazi-planeet is aan
Neêrlands firmament verschenen,
aldus de Maasbode (r.k.) Naast den
zoogenaamden „Raad voor katholie
ken", wiens leden hun kerkelijke
plichten niet kunnen vervullen, be
schikt' de heer Mussert nu ook over
een protestantsche „Orde van ge
tuigen van Christus". Met kruis en
Christus-monogram in den kop, ver
scheen van die orde het eerste ge-
stencelde nummer van een orgaan,
dat tot titel draagt: „Evangelie en
Volk".
In het eerste nummer het beste wordt de
ielvormigheid der waarheid in optima for-
ma, opgediend, terwijl men tevens belooft
„zooveel mogelijk huiten de politiek" te blij
ven.
Als men bedenkt, dat in de redactie o.a.
zetelen de Hoedemakeriaansche dominee
Boissevain, die al bij voorbaat verklaard
heeft, dat de Staat de kerkelijke prediking
mag controlecren, analoog aan de manier
als voorzien wordt in art. 36 van de gere
formeerde geloofsbelijdenis, en als men ver
der opmerkt, dat naast deze hervormden
predikant
ook medewerkt de antipapist domi
nee Ekering, eertijds medewerker
van dominee Lingbeek en mede de
man, die zoo pas op een nat.-soc.
vergadering te Amsterdam zich niet
ontzag, allesbehalve christelijke be
dreigingen te uiten aan het adres
van politieke andersdenkende land-
genpoten, dan weet men zoo onge
veer, wat de geest van die nieuwe
orde, althans van haar vooraan
staande leiders kan zijn.
Over de bedoelingen van de „getuigen"
matigen wij ons geen oordeel aan. Daar het
ons toegezonden blaadje in vage termen
spreekt over het reveil, dat in ons land noo-
dig is, over een boodschap aan „het gan-
sche Nederlandsche volk", over de toekomst
„waarin de ééne Christus door één kerk be
leden wordt en deze kerk iii ons volk ge
stalte krijgt", achten wij echter, met het oog
op dergelijke klanken uit Duitschland, een
waarschuwing geboden.
Want. of de hceren nu al schrijven: -
„Wij binden ons in ons blad aan
geen bepaalde politiek", de waarheid
'is, dat zij allen N.S.B.-ers zijn, pro
pagandisten voor de partij van den
heer Mussert
Zij mogen daar in hun blaadje dan over
zwijgen, het feit dient vastgesteld. Het is
beter, dat men van den beginne af de din
gen zegt, zooals ze zijn.
De waarheid is, zoo besluit het blad, dat
wij hier staan voor een nazi-planeet in nieu
wen glans, die haar licht ontleent aan de
ideologie der N.S.B., in welke wij een ge
vaar zien voor de godsdienstvrijheid in Ne
derland, zoo goed als de zusterpartij ,in
Duitschland een gevaar is gebleken voor de
godsdienstvrijheid aldaar.
„DIEP IS ONS VOLK GEZONKEN".
Het Nationaal Dagbl. (N.S.B.) schrijft:
In een der weekbladen verscheen dezer
dagen een snotplaat, getiteld: „Een Neder
landsche straat in Nederland, waar Neder-
landsch wordt gesproken". In deze plaat
wordt een overzicht gegevicn van de
schrikbarend toenemende gebruikelijkheid
van on-Nederlandsche woorden in -de Neder
landsche taal, speciaal in de reclame-aan
duidingen.
Er wordt hier de vinger gelegd op een
nieuw, of eigenlijk .oud symptoom van den
aigeheelen volksvreemden invloed, waaron
der het Nederlandsche Volk in dezen tijd
staat, een invloed die zich op alle gebied
uit.
Wij geven van die taai-vervreemding eeni-
ge voorbeelden: wanneer wij „deftig of
„echt" willen doen, gebruiken we altijd En-
gclsche, Fransche, of, maar dit veel minder,
Duitsche woorden.
Een kapper die „blijvende haargolf"
maakt, noemt dat permanent wave. Een
hulpauto van een autostelling of garaige(!)
noemen we „service"-dienst. Iemand die
schoenen voor gevoelige voeten maakt, heet
bij ons „orthopedisch" schoenmaker. Een
dans lok aal is een dancing, een melksalon
heet lunchroom, een kleermaker die zich
deftig voelt heet tailleur of tailor, een wa
genmakerij heet carosseriefabriek, een ban
kethakker confiseur, iemand die hoeden ver
koopt looit zich met den titel „hatter", een
hem denwinkelier is een chemisier, een tand
heelkundige noemt zich het liefst dentist.
Een toonkamer moet een showroom zijn, en
een voetverzorger een pedicure, een winkel
voor reukwaren heet parfumerie, onder-
kleeding noemt men „veel netter" lingerie,
enz., enz.
Dit zijn nog alleen maar de meest be
kende voorbeelden. Wanneer we eens rond
zien in b.v. liet vertakelijkheidsbedrijf tref
fen we meer buitenlandsche- dan Neder
landsche uitdrukkingen. Dat is ook geen
wonder, want juist deze bedrijfsafdeling
staat geheel onder leiding en invloed van
personen, die zelf door aard en afkomst als
even volksvreemd moeten worden be
schouwd.
Na in nog ettelijke alinea's zijn ergernis
over het „volksvreemde" geval te hebben ge
lucht, besluit de Mussert-krant:
„Diep is ons volk gezonken, ver
van huis is het verdwaald, maar
wanneer eenmaal de nood zoo hoog
gestegen is, dat het water tot aan de
lippen komt en die tijd is niet ver
meer, dan zal het zich ook met één
slag weten te bevrijden!"
tor de
najaarsschoonmaak
OP ÈlkE BUS .EEN BOM VOOR GESCHENKEN
ETHEL M. DELL
Oh, er was zooveel, waarmee' ze in het ver-
t 0lg' rekening zou moeten houden, zooveel,
'nl" aaraan ze nog nauwelijks durfde denken.
Vas dit werkelijk voorbestemd was het
genaod's bedoeling geweest? Bij al de moeilijk
eden in haar leven, bij het vele zware, dat
e te dragen had, had steeds het weten, dat
e eenmaal met haar geliefde hereenigd zou
'°rden, haar kracht gegeven. En nu? Niets
was haar gebleven. Toch was er geen bitter-
eid in haar alleen maar verbijstering en
ie diepste wanhoop. En dan een groot mede-
,'D( Oden met den man, die daar stil bij haar had
riegen en al zijn smart aan haar had uit-
ezegd. Misschien zou Rollo hem helpen ver-
7)i fler te leven. Temidden van de dichte duister
nis. waarin ze zich bevond, was die gedachte
- s een heldere zonnestraal.
Ze hoorde hoe de golven de rotsen beukten
n ze wist, dat het tijd was om weg te gaan,
t°°r het water te hoog stond en den terug-
var Versperde' Moeilijk kwam ze overeind.
..We moeten gaan," zei ze zacht.
J*aar er kwam geen antwoord. Ze keek om
d zaj> dat ze alleen was. Een felle pijn ging
r haar heen. Nog eens weer was hij van
ar weggegaan, zonder, afscheid van haar te
men. Maar ze wist, dat het zoo het beste
HOOFDSTUK XXXIX.
De vuurproef.
Twee uur later had ze Tregant achter zich
gelaten. Even een haastig woord met Rollo
en een snelle groet aan Geoffrey voor de her
berg en voort spoedde de auto zich naar het
stationnetje.
Geoffrey vertelde haar inderhaast, dat hij
van plan was den volgenden dag al naar Lon
den terug te keeren en vroeg haar of hij haar
dan mocht opbellen. Rollo en Craven Ferrars
zouden nog tot het einde van de week in Tre
gant blijven. Na een oogenblik aarzelen gaf
ze Geóffrey de gevraagde toestemming. Ze
wist eigenlijk niet zeker of zij hem wel zou
willen ontvangen. Vóór alles wilde ze zoo
gauw mogelijk weg van deze plaats terug
naar Londen en Ivor.
Dat was het vreemde van dit alles dat
ze zoo verlangde terug te keeren en het ge
voel van veiligheid dat de gedachte aan Ivor
haar gaf. Hij was altijd dezelfde, rustig en
uitex-st beheerscht. Jarenlang was hij de do-
mineerende factor in haar leven geweest en
nu leek haar de ziekenkamer, waar hij ver
pleegd werd. een veilige haven. Ze was als
een vogel, die zoo lang gevangen heeft ge
zeten, dat hij, vrijgelaten, na een wilde
vlucht door de onmetelijke ruimte, die eens
zijn erfgoed was, verlangend naar zijn kooi
terugkeert.
Ze had een ellendig oogenblik toen Awkins
op een geheel onverwacht moment het woord
tot haar richtte en zei: „Ik hoop, dat U het
mij niet kwalijk neemt, my lady, maar vol
gens mijn opinie is er iets niet in den haak
met dien tooneelspeler, die gisterenavond bij
U was."
„Zoo, ik heb niets bijzonders aan hem kun
nen merken," zei ze zoo onverschillig moge
lijk. „Hij moet een verschrikkelijken tijd door
gemaakt hebben."
Hij moet wel een deserteur ziin." zei de
sergeant-majoor minachtend, „anders zou hij
niet zoo bang zijn geweest over den oorlog
te praten."
Molly zweeg opzettelijk en Awkins begreep
den wenk en liet het onderwei-p varen. Met
bonzexxd hart zat ze daar en vroeg zich af of
hij misschien de waarheid vermoedde.
Ze was blij, dat ze met den trein terug zou
gaan; Awkins kon soms dingen zeggen, die
iemand geheel in de war brachten.
Gedurende al de uren van de reis had ze
het gevoel alsof ze vluchtte voor een beang
stigenden en heel vreemden droom, die haar
toch maar steeds bleef achtervolgen.
Ze trachtte aan Ivor te denken, die vol
verlangen naar haar terugkomst uitzag. Te
rug in die veilige, gezonde atmosfeer, zou dit
alles misschien op den achtergrond gedron
gen worden, vervagen tot iets onwerkelijks.
Toen ze in Londen aankwam, ging ze met
een door naar het ziekenhuis. Hii zou nu mis
schien zijn middagslaapje doen maar dan was
ze er tenminste als hij wakker werd.
Loixden begon de teekenen van den nade
renden herfst te vertoonen. Ze stond bij het
open raam van de wachtkamer en zag dat de
bladeren een beetje geel begonnen te worden.
Daar ging de deur open en de dienstdoende
zuster kwam op haar toe een rustige, ern
stige vrouw, die ze heel graag mocht.
..Hoe gaat het met U, zuster?" vroeg ze,
haar de hand reikend, ..Hier hen ik weer. zoo
als U ziet. Hoe gaat het met mijn man?"
De zuster keek haar aan met haar vrien
delijke. onderzoekende oogen. „Hii blijft goed
vooruit gaan. Lady Aubreystone," antwoord
de ze. „Hij zal blij zijn dat U weer terug
bent, want ik geloof, dat hij U heel erg heeft
gemist. Ik hoop, dat U in die paar dagen
alles hebt kunnen doen wat er te doen was.
„Ja," zei Molly, ..tegen het einde van de
week zal ^lles voor 7.jjri ontvangt, p-erped zijn
Denkt U dat hij dan in staat zal zijn de reis
te maken?"
„Zeker." antwoordde de verpleegster. ..Ik
zou haast zeggen, dat hij er beter uitziet don
U. Hebt U erg vermoeiende dagen gehad?"»
„Ja, nogal," zei Molly. „Er was heel wat
in orde te maken en af te spreken."
„U ziet er uit alsof U niet naar bed ge
EEN JALOERSCH ECHTGENOOT
DRUIPT AF.
Toen de Walskoning Johann Strauss te
Petersburg was end aar furore maakte, ont
ving hij van een dame een bouquet rozen
met een allervriendelijkst begeleidend brief
je. De jaloersche echtgenoot van de dweep
zieke dame daagde den componist uit, en
Strauss nam de uitdaging aan, onder voor
waarde, dat de jaloersche man hem eerst in
zijn hotel bezoeken zou. Deze meldde zich
aan en werd in de groote zaal gelaten, die
eenvoudig gevuld was met bloemstukken,
die Strauss na zijn concert, van vereerders
en vereersters ontvangen had. De Walsko
ning kwam, zoo schrijft de N. R. Ct. vrien
delijk lachende op zijn tegenstander toe en
verzocht hem, het bouquet van zijn vrouw
uit te zoeken en mee naar huis te nemen.
Beschaamd verontschuldigde de driftige
echtgenoot zich en beide heeren zaten niet
veel later samen gezellig te lunchen.
NEW YORK WIL OOK EEN LUTINE-KLOK!
Er zullen zeker vacanticooi'den in Neder
land zijn, waar men jaloersch was op Ter
schelling, dat in de jacht naar het Lutine-
goud zoo'n groote attractie had. Het Ame-
rikaansche Marine Insurance Syndicatc te
New York was al lang even jaloersch op
Lloyd's te Londen om het bezit van de Lu-
tine-Jriok, die zooals men weet wordt
geluid om de aandacht te vragen voor be
langrijk nieuws.
In het begin van dit jaar is nu de Presi
dent Hoover, een van de mooiste schepen
van de Amerikaansche koopvaardijvloot, op
een eilandje bij aJpan wrak geslagen. Het
schip wordt nu aldus de N. R. Ct.gesloopt.
De 90 pond zware klok zal men aan het
Syndicale, dat door deze schipbreuk een
verlies van 2.5 millioen leed, aanbieden
met het doel aan deze klok eenzelfde be
stemming te geven als die van de Lutine
te Londen heeft gekregen.
HOE DE ZAAL VOL KWAM.
De eertijds bekende impressario Ullmann
kwam met zijn orkest naar Breslau om daar
een concert te geven. Reclame was er meer
dan genoeg gemaakt, maar op den ochtend
van den concertdag was er nog geen dozijn
kaarten verkocht. Ullmann verzon er wat
op. Met een duizend toegangsbewijzen al
len met blauw potlood gemerkt ging
hij in een droschke door de stad rijden,
overal biljetten rondstrooiende! En 's avonds
stroomden de menschen het concertgebouw
binnen. Maar daar stonden, aldus de N. R.
Ct., strenge controleurse die er de onthutste
menschen op wezen, dat die biljetten gesto
len waren en dat iedereen die zoo een biljet
bezat, bij de politie mcdedeclen moest, op
welke wijze hij eraan gekomen was. De bra
ve Breslauers, die er weinig voor gevoelden
met de politie in aanraking te komen, koch
ten nu maar liever een geldig biljet aan de
kas en des avonds was de zaal vol
Maar het trucje kwam toch uit en nadien
heeft de heer Ullmann zich nimmer meer in
Breslau vertoond.
WOENSDAG 21 SEPTEMBER 1938.
Hilversum I, 1875 m.
VARA-uitzending 10.0010.20 v.m. en
7.30—8.00 VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek (Om 8.16 Berichten).
9.30 Wenken voor de keuken.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Con
tinubedrijven.
11.40 Causerie „Door welke oorzaken ont
staat massa-werkloosheid?"
12.00 Gramofoonmuziek. (Om 12.15 Ber.)
12.45—1.45 VARA-Orkest.
2.00 Kniplessen. In de pauze: Gramofoonmuz.
3.15 Voor de kinderen.
5.30 Gramofoonmuziek.
6,00 Orgelspel.
6.30 Gramofoonmuziek.
6.45 Causerie „Twintig jaar vakopleiding van
Palestina-pioniers".
7.00 Felicitaties.
7.06 Vocaal concert.
7.30 Causerie „De waardeering van den arbeid
door de eeuwen".
8.00 Herhaling SOS-Berichten.
8.03 Berichten ANP, VARA-Varia.
8.15 „Esmeralda".
9.00 Reportage met muzikale omlijsting.
9.30 VARA-orkest.
10.00 Berichten ANP.
10.05 Gramofoonmuziek.
10.15 VARA-orkest.
10.45 VARA-Kinderkoortjes.
11.00 Eugenetische causerie.
11.3012.00 Orgelspel.
Hilversum H, 301,5 en 415,F. m.
NCRV-Uitzending. 6.307.00 Onderwijs
fonds voor de Scheepvaart.
8.00 Schriftlezing, meditatie.
8.15 Berichten, gramofoonmuziek.
10.30 Morgendienst.
11.15 Zang en piano.
12.15 Gramofoonmuziek.
12.30 ^>e Eemlanders en gramofoonmuziek
2.50 Voor jeugdige postzegelverzamelaars.
3.00 P.anovoordracht en gramofoonmuziek.
J.45 Gramofoonmuziek.
4.00 Zang met pianobegeleiding en gramo
foonmuziek.
5.CO Kinderuurtje.
5.45 Gramofoonmuziek. (5.55600 Pauze).
6.15 Causerie „De concentratie van de mid-
dpiistand.
0.30 Taalles en causerie over het binr.enaan-
varingsreglement.
715 Causerie „De belangstelling in de arbeid
var. het N. C. G. V.
7.30 Causerie namens de Societas Studio.^o-
rum Reiormatorum.
7.45 Reportage, eventueel gramofoonmuziek.
8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Berichten
8.15 Christelijke Muziekvereeniging „De Ba
zuin", en gramofoonmuziek.
9.00 Mycologische causerie.
9.30 Gramofoonmuziek.
10.00 Berichten ANP.
10.05 Nedei-landsch Strijkkwintet.
11,00 Gramofoonmuziek.
11.5012.00 Schriftlezing.
weest bent sinds we U voor het laatst zagen.
Vergeef mij, dat ik het zeg, Lady Aubrey
stone, maar U mag wel goed op Uzelf pas
sen."
„Oh, mij mankeert niets!" verzekerde
Molly haar. „Maar ook ik zal den tijd in Tre
gant als een vacantie beschouwen. Mijn meis
je gaat met mij mee om voor de huishouding
te zorgen."
„U hebt eerder iemand noodig, die voor U
zorgt," zei de zuster, vriendelijk glimlachend.
„En ik-ben er zeker van dat Lord Aubreys
tone het met mij eens zal zijn wanneer hij U
ziet. Wilt U iets hebben, voor U naar hem
toegaat? Of zal ik U thee in zijn kamer laten
brengen?"
„Goed, doet U dat," antwoordde. Molly. „Ik
ben alleen wat moe van de reis. Kan ik nu
naar hem toegaan?"
„Er is één ding, waartegen de dokter ons
waarschuwt," zei de zuster, haar tegenhou
dend. „Het schijnt haast niet noodig, dat te
gen U te zeggen, want U bent altijd vol zorg
voor Uw man. Maar het is misschien beter,
dat ik het toch maar wel doe. Uw man mag
zich-vooral niet opwinden; hij moet den eer
sten tijd met veel consideratie behandeld wor
den. Dat is alles, waaraan U behoeft te den
ken, wanneer U in Tregant bent. En dan mag
hij zich natuurlhk nog niet te veel vermoeien.
Hoe rustiger hij is, des te gauwer hij geheel
hersteld zal zijn. Ik ben er zeker van dat hij
met U aan zee alle rust en alle zorg zal heb
ben. die hij noodig heeft." Moederlijk glim
lachte ze Molly toe. „Ik hoop, dat U mij niet
al te onbeschaamd vindt dat ik het U zeg,
maar ik beschouw U als een ideaal echt-
genoote."
„Oh, vindt U dat?" vroeg Molly, geheel
verbouwereerd. „Dat zou ikzelf niet vinden."
„Wij vrouwen kennen onszelf meestal zoo
weinig en zijn vaak geneigd onszelf te onder
schatten," zei de zuster glimlachend, terwijl
ze de deur voor Molly open hield.
Deze was blij, dat ze gaan kon de een
voudige woorden hadden haar hevig beroei"d.
Tot op dit oogenblik had ze zichzelf niet ge
zien als een bedriegster; nu plotseling wist
ze dat zij dit sinds vanmorgen was.
Met moeite ging ze de trap op naar boven.
Ze had gedacht bij Ivor een toevlucht te vin
den nu durfde ze hem haast niet onder da
oogen te komen.
Toen ze de ziekenkamer binnenkwam, vond
ze hem gekleed en wel in een stoel bij het
raam zitten. Hij was verheugd haar te zien
en hij strekte zijn hand naar haar uit met de
woorden: „Mijn vrouw! Mijn heel lieve
vrouw!"
Met een schok bleef ze staan zijn vrouw!
Maar ze dwong zichzelf voorwaarts en snel
boog ze zich naar hem toe om zijn kus in ont
vangst te nemen.
„Wel liefste, wat is er met jou gebeurd?"
vroeg hij. „Je ziet er uit of je ziek bent."
„Mij scheelt niets," antwoordde ze haast
automatisch. „Ik ben alleen maar een beetja
moe."
„Je ziet er zoo uitgeput uit!" zei hij. „Ik
had je niet moeten laten gaan. Ga zitten, lie
veling."
Vermoeid liet ze zich in een stoel vallen.
Hoeveel uren geleden was het hoeveel uren
dat ze op de Mammo'et Rots zat, het hoofd
van dien anderen man tegen zich aange-
drukt?"
„Ik zal direct om thee vragen," zei Ivor.
Ze wilde zeggen, dat de thee al gebracht
zou worden, maar haar lippen weigerden haar
den dienst en, plotseling haar gezicht met de
handen bedekkende, barstte ze in snikken uit.
Het was te veel voor haar. Nergens zag ze
meer uitkomst. Welken weg ze ook zou in
slaan, het zou altijd den verkeerden zijn.
Met moeite stond Ivor op en kwam naar
haar toe. „Stil, lieve,stil!" zei hij. „Zoo mogen
ze je niet zien."
Deze woorden brachten haar tot zichzelf.
Het decorum moest bewaard blijven, dat was
altijd een voornaam punt geweest in zijn
leven. Dat behoorde bij de familietraditie, bij
de eer van het geslacht Aubreystone. De eer
van het geslacht Aubreystone! Oh, hoe voelde
ze zich in het nauw gedreven!
(Wordt vervolgd.)