lazen voor U..*, Nalatig treinconducteur verantwoordt zich VAN EO) rei 55 li Radioprogramma 1 ED '•BU i GAR RICE R R O U G H S Het woedende dier rende door de ontstane opening. Korak hoorde hem komen en maande tot spoed aan. De vlammen kwamen al dichter en dichter bij den aapman, toen de zwarten, die het geluid achter zich hoorden, zich om draaiden en de enorme Tantor naar hen toe zag komen. Schreeuwend sloegen zij op de vlucht en toen de olifant bij hen was, sloeg hij de mannen van de Sheik naar links en rechts, terwijl "hij de vlammen uittrapte, die zijn vriend kwaad zouden kunnen doen. De Sheik rende naar zijn tent om zijn geweer te halen. Tantor sloeg zijn slurf om het lichaam van Korak en de paal, waaraan deze vast gebonden was en trok deze uit de grond. De vlammen raakten zijn gevoelige huid, gevoelig ondanks zijn dikte zo dat in zijn ijver om zijn vriend te redden van het gehate vuur, hij niet erg zachthandig met de aapman om sprong. Terwijl hij zijn prooi hoog boven zijn hoofd hief. rende Tantor naar de doorge broken plek in de palissade. Met het geweer in de hand kwam de Sheik aanlopen, precies op het pad van het wild geworden dier. Hij hief zijn geweer op en vuurde een keer; de kogel miste zijn doel. Tan tor was bij hem en vertrapte hem onder zijn logge poten, ter- wyl hij over het lichaam van de Sheik heen liep, alsof er slechts een vlieg op de weg had gezeten. Toen .terwijl hij zijn prooi voorzichtig verder droeg, kwam Tantor de olifant aan de opening, die hij zo juist had gemaakt en diep de duisternis van de jungle in. Meriem en Baynes waren ongezien bij de palissade gekomen toen het geluid van het tumult hen bereikte. Het meisje verward door het onver wachte weerzien van Korak, die zij reeds lang dood had gewaand, liep als in een droom verder. „Zij zullen hem doden!" fluisterde zij. „We moeten teruggaan".Behoedzaam keerde zij op hun schreden erug. iedere stap was gevaarlijk, want het hele drop was ontwaakt en liep door elkaar. Uit de Pers van heden Een sobere boodschap Het Handelsblad (lib.) De tweede troonrede welke uitgesproken wordt sedert het vierde ministerie-Colijn. dat zich in Juni 1937 op positief christelij ken grondslag hervormde, optrad, is een ui- icrst sobere boodschap, die in wezen niet veel verschilt van de vorige, behalve dan dat de inmiddels weer ten ongunste gekeer de wereldconjunctuur nu niet meer veroor looft, om, zooals toen, in de overwegende lincurklanken een vroolijker motief te ver- lerken. „Doffe klanken" ichrijft de Nieuwe Rotterd. Crt. (lib.) boven ijn beschouwing; waaruit wij de volgende innen citeeren: 91 De inhoud der Troonrede laat dit jaar al >n bijzonder troostcloozen indruk na. 2Veel houvast heeft men aan dit staats- ituk dan ook niet. Over het geheel een teleurstellende regee- ingsuiting, gespeend van vertrouwenwek- icnde wil, moed en inzicht. Dat dit „positief-Christelijke" Ka binet in deze rede ook geen enkel „positief-Christelijke" daad aankon digt, waardoor zijn recht van be staan zou zijn verdedigd, is even eens kenmerkend, al kan ons dit slechts verheugen en al is het een nieuwe rechtvaardiging van het Ka binet op breede basis, waarin de R. K. Staatspartij niet zoo'n overhecr- schende positie innam. „In mineur" laat als kop op het Telegraaf-commentaar, at aldus besluit: Alles te zamen genomen is de nieuwe roonrede een dor en weinig bemoedigend icument. Het stuk hangt van compromis- in aan elkaar. Ook al zijn wij niet ge hoon dat van een Troonrede veel bezieling Jitgaat, dit jaar is zij feitelijk niets anders 27ian een opsomming van somberheden. ■■■■■pa 15 In de donkerte 2! Uit de Maasbode (r.k.): Sum umbra in de donkerte leeft de wereld^ leeft ook ons volk. Dat is de alge- mecne indruk van deze Troonrede, waar- iven de schaduw van de wereldcrisis hangt. Hoe lang nog? Deze Troonrede is een stuk zonder fan tasie, zonder oorspronkelijkheid, schrijft het Volk (s.d.a.p.) en verzucht: Heeft deze regeering dan nog geen besef van wat de tijd eischt? Hoe lang moet ons volk nog wachten op het groote olan, dat de weg wijst om met aller krachtsinspanning wel vaart en bestaanszekerheid te" her stellen? Van dit kabinet, van deze regerings meerderheid is „het verlossende woord" niet te venvachten. Een vergissing. Het Nationale Dagblad (N.S.B.): Het staatsstuk, dat de politieke partijen aljaarlijks H. M. de Koningin in den mond plegen te leggen en dat met den daarom misleidenden naam van Troonrede pleegt te worden aangeduid, kenmerkt zich dit jaar al door bijzonder gebrek aan inhoud. Merkwaardig is, dat in do Troonrede „ta rief-maatregelen van beschermenden aard ten aanzien van bepaalde bedrijven" worden aangekondigd, terwijl nog slechts enkele da gen geleden de minister-president in Rot terdam i^gen de autarkie uitvoer. (Het Nat. Dagbl. vereenzelvigt hier „autarkie" met „protectie"; dit zijn echter twee ver schillende begrippen. Red.) Dit wijst op tegenstellingen in den boezem van het ka binet, die de machteloosheid der Troonrede wel mede zullen verklaren. Een tegenstelling. De Standaard (Anti-Rev.): De Regeering wil trachten het bedrijfsle ven te verlevendigen, waardoor het natuur lijk gevolg, vermindering der werkloosheid, in het leven zal worden geroepen. Maar hier komt nu de tegenstelling. Zij wil den uitvoer onzer producten be vorderen, en tevens de binnenlandsche markt door tariefmaatregelen voor bepaal de bedrijven versterken. Het een zou het an der kunnen keeren. Wordt de afzet der binnenlandsche nij verheid grooter, zal dit niet moeten leiden tot het dalen van den import? De regeering ziet dit natuurlijk niet voor bij. En het is stellig daarom dat zij gewaagt van bijzondere voorzieningen. Wij hopen, dat een goede synthese moge lijk blijkt Niet tastbaar genoeg. De Nederlander (chr.-hist.): Wij willen niet verhelen, dat aankondi ging van wat meer tastbare voornemens ons welkom zou zijn geweest. Zoo hadden wij ons kunnen indenken, dat althans het standpunt zou zijn bepaald ten opzichte van een socialen dienstplicht, dat aangegeven zou zijn of er in 't komende jaar al dan niet sprake zal zijn van herzie ning van de lccrlingenschaal, van verbeter de ouderdomsvoorziening. Het „verlossende woord". De Volkskrant (r.k. rad.), het blad van den heer De Bruijn, dat zoo graag in de „Troonrede" het „verlossende woord" wilde hooren, is hierin teleurgesteld. Het blad zegt: Te weinig zegt de Troonrede voor de hon derd duizenden die in grooten nood zijn en blijven, zedelijken nog meer dan stoffelijken nood, die zoo graag het verlossende woord, dat in de Troonrede verscholen kan liggen en mits voortvarend en doortastend gewerkt wordt ook bewaarheid kan worden, hadden gehoord. Het antwoord der communisten op de Troonrede is een reeks klachten. Het Volksdagblad roept uit: De Troonrede brengt geen cent stcunverhooging voor de werkloozcn! De Troonrede brengt geen uit komst voor de jeugd! Op deze Troonrede, in ouden, Colijn-schen stijl, kan er slechts één antwoord zijn:„Een- hcïd en strijd. De volksmassa moet alle krachten aaneensluiten om deze politiek te bestrijden en haar eischcn af te dwingen." De treinbotsing op het Centraal station te Amsterdam. Twee weken celstraf geëischt. Gisteren stond de 42jarige conduc teur J. H. voor het Amsterdamsche gerechtshof terecht. Hem was ten laste gelegd, dat hij als plaatsver vangend wagenvoerder hoogst roe keloos, onachtzaam en nalatig had gehandeld. Op 17 Aug. 1937 was hij met een leegen electrischen trein, komende uit de richting Haarlem op een stilstaanden stoomtrein in het Centraal Station te Amsterdam ge botst. Doordat de passagiers juist den stoomtrein hadden verlaten, kwamen er geen persoonlijke ongelukken voor. Verdachte, die door de rechtbank tot f50. boete was veroordeeld, zegt in hoogcr be roep te zijn gekomen, omdat hij zich niet schuldig voelt. Hoe het gebeurde. Hij vertelt dan wat er op dien noodlot- tigen dag gebeurd is. In de buurt van Am sterdam was de snelheid van den trein naar verd.'s schatting 80 k.m. Ter hoogte van de gasfabriek wil de ik remmen om met 60 k.m. snel heid verder te rijden. Tot mijn groo ten schrik merkte ik dat de rem niet pakte en ik haalde er toen den wa genvoerder bij, die vlak naast me stond in de cabine. Ook hem luk te het niet. Ik deed toen niets, want ik dacht, dat hij als ervaren wa genbestuurder de zaak wei zou kun nen redden. Maar we kwamen al dichter bij het Centraal station- Pres.: En nog gebruikte u de handrem niet. Verd.: Ik raadde hem nog aan: „geef noodseinen" en ik vroeg hem, wat ik moest doen, maar hij zei: ,,'t helpt allemaal niets" Ik kon zoo vervolgde verd. de spanning niet langer verdragen. Ik rende de cabine uit, liep door den leegen trein om achter de bot sing af te wachten. Naar mijn mee ning kon ik niets meer doen om een ongeluk te voorkomen. Een hoofdingenieur bij de Ned. Spoorwe gen, die als getuige-deskundige gehoord wordt, wijt het ongeluk aan een verkeer den stand van de Westinghouse rem. Requisitoir. De procureur-generaal requisitoir nemend zegt, dat verdachte volkomen verantwoor delijk is voor de gemaakte fouten. Spr. vordert een hechtenisstraf van twee weken, daar z.i. de straf door de rechtbank opgelegd te licht was. De verdediger concludeert subsidair tot ontslag van rechtsvervolging. Meer subsidiair dringt pl. op clementie aan Het hof zal 5 October arrest wijzen. Tefegraafwerker door trein gegrepen Doodeltjk ongeluk bl| Zwam- merdam. Gisterochtend was de veertigjarige tele- graafwerker H. Mulder uit Hattemerbroek met eenige andere spoorwegarbeiders bezig mèt het spannen van telegraafdraden langs den spoorweg WoerdenLeiden, nabij het voormalige station Zwammerdam. Tijdens deze werkzaamheden bemerkte hij niet, dat de sneltrein uit Woerden, die ongeveer 8.24 uur ter plaatse passeert, in aantocht was. Mulder werd door den trein gegrepen en ongeveer honderd meter mee gesleurd. De ongelukkige was op slag dood. Hij laat een vrouw en drie kinderen achter. VRIJDAG 28 SEPTEMBER 1938. Hilversum I, 1875 m. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.80 VPRO. 9.00 VARA. 10.40 VPRO. 11.0012.00 VARA. 8.00 Gramofoonmuziek. (Om ca. 8.16 Ber.). 10.00 Morgenwijding. 10.20 Gramofoonmuziek. 11.00 Declamatie. 11.20 Orgelspel. 12.00 Gramofocnmuziek. (Om 12.15 Berichten). 12.30 AVRO-Amusementsorkest m.m.v. solist. 1.15 Pianovoordracht. I.30 Vervolg concert. 2.00 Declamatie. 2.30 Zang met pianobegeleiding. 3.00 Bert van Dintern's ensemble en solisten. 4.00 Gramofoonmuziek. 4.30—5.00 Orgelspel. 5.05 Voor de kinderen. 5.30 Gramofoonmuziek. 6.00 Orgel en viool. 6.30 Letterkundig overzicht. 7.00 Causerie „Stad en Platteland". 7.20 Berichten ANP. 7.30 Berichten. 7.35 Causerie „De Resid ntie". 8.00 Utrechtsch Kamerorkest m.m.v. solist. 8.30 Causerie „Landbouwvraagstukken met 'n geestelijke inslag (II)". 9.00 Gramofoonmuziek. 9.30 Noviteiten-orkest m.m.v, de VARA- Mount-Girls en solisten. 10.00 Esmeralda. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Avondwyding. II.00 Cello en piano. 11.30 Jazzmuziek (gr.pl.). 11.5512.00 Gramofoonmuziek. Hilversum II, 301,5 en 415,5 m. Algemeen Programma, verzorgd door de NCRV. 8.00 Schriftlezing, meditatie. 8.15 Berichten, gramofoonmuziek. (9.309.45 Gelukwenschen). 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.15 Vioolvoordracht met pianobegeleiding en gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 „Quintolia" en gramofoonmuziek. 2.00 Gramofoonmuziek. 2.30 Declamatie. 3.00 Zang, orgel en gramofoonmuziek. 4.00 Gramofoonmuziek. 4.45 Declamatie en het Amsterdamsche Salon orkest. (5,556.00 Pauze). 6.30 Voor tuinliefhebbers. 7.00 Berichten. 7.15 Literaire causerie. 7.45 Boekbespreking. 8.00 Berichten ANP, Herhaling SOS-Ber. 8.15 Arnhemsche orkestvereeniging. 9.00 Exegetische causerie. 9.30 Het Almelo's Christ. Mannenkoor en gra mofoonmuziek. (10.0010.05 Berichten ANP 10.45 Sportpraatje. 11.00 Gramofoonmuziek. 1*1.5012.00 Schriftlezing. FEUILLETON. lalf o; ETHEL M. O ELI het hotel terug, opdat ik goed zou kunnen uitrusten." „En wanneer je alles met jezelf uitgespro ken hebt, of met mij en wanneer je dus weet wat je te doen staat, zul je ook kunnen rusten." Ze maakte een hulpeloos gebaar. „Maar, Geoffrey, vaf moet ik beginnen? Daar is Ivor en de kinderen. Vanmiddag sprak hij nog over hen en dat hij zoo trotsch op hen was." „Daarom was het ook eigenlijk, dat hij met je trouwde, is het niet?" Ze rilde even. „En ik trouwde met hem terwille van Rollo," zei ze. „Hy wist dat." „Ja," zei Geoffrey en zijn stem had een ongewoon ernstigen klank. „Dit heele huwelijk is op een verkeerde basis gebouwd. Jij was jong en hulpeloos en hij maakte daar misbruik van. Zoo heb ik het altijd gevoeld." „Het is met fair dat te zeggen," zei Molly. „Geen van ons tweeën kon in de toekomst zien." „Nee, dat is waar," gaf Geoffrey toe. „Oh, Geoffrey, het is allemaal zoo moeilijk en zoo donker." „Ja, dat weet ik," zei hij. „Dat weet ik. Hij heeft me alles van jullie ontmoeting verteld. Molly, je oeseft toch. is het niet, dat het nooit zijn bedoeling is geweest in je leven terug te komen? Jaren geleden heeft hij eens tegen me gezegd: „Ze is zoo geheel buiten mijn be reik alsof ze gestorven was". Het was alleen de jongen alleen Rollo die hem naar En geland teruggeracht. „Dat vertelde hij mij',, zei Molly. „Hij wil vooral dat je het goed zult begrij pen. Arme kerel hij was zoo verschrikkelijk alleen. Het eenige, waarvoor hij geleefd, waar voor hij gewerkt heeft, is om Rollo te kunnen helpen." „Oh, zeg dat toch niet!" fluisterde Molly. Hij drukte haar hand. „Molly, ik ben niet hier gekomen om je pijn te doen alleen om je te helpen indien dat mogelijk is. Je hebt een verschrikkelyken schok gehad, maar je zult er overheen komen. En zoo ook hij. Hij is i bereid het verleden achter zich te verbranden, terwille van jou. Het eenige. wat hij niet kan opgeven en dat is om Rollo en niet voor zichzelf is zijn contract hier in London. In dien je dat wenscht, behoeven jullie elkaar nooit meer te ontmoeten en, mocht het toch eens gebeuren, dan zal hy zich tegenover je gedragen als%een totaal vreemde." „Dat bete.ekent dus." zei Molly vermoeid, „dat ik voor de rest van mijn leven een be driegster zal zyn." „Ja." Even volgde e-n stilte, toen zei Geoffrey: „In dit eerste geval zou het dus te beteekenen hebben, dat je jezelf geheel op offert. maar er zyn nog twee andere mogelijk heden. Je bent nu op een punt gekomen, waar drie wegen samenkomen en je zult u t een er van te kiezen hebben." „Èn welke zijn die wegen?" vroeg ze ge spannen. „Schrik niet van wat ik je nu ga zeggen." waarschuwde hij. „Vergeet vooral niet dat ik je niet in een bepaalde richting wil duwen ik wil alleen alle mogelijkheden voor je be lichten." Ze glimlachte zwak. „Tot nu toe schyn ik op niets dan onmogelijkheden gestooten te zijn. Maar ik geloof dat ik je begryp jij wilt me helpen myn gedachten te ordenen." „Het is lief van je dat te zeggen," zei hij warm. „Nu dan, de tweede weg is tamelijk ruw, maar hij heeft tenminste één voordeel en dat is dat je volkomen eerlyk bent en dat nie mand je een bedriegster zou kunnen noemen. Je zou Ivor de voile waarheid kunnen ver tellen." „De waarheid! Maar Geoffrey! Hoe moet het dan verder met Ivor en de kinderen hoe moet het met zijn eer?" „Ja, ik weet het al," zei Geoffrey. „Hoe moet het met alles en iedereen, behalve met jouzelf! Maar vergeet niet dat in den regel de waarheid de eenig juiste weg is, ofschoon ik moet toegeven, dat dit wel eens de uitzonde ring zou kunnen zijn. die dezen regel bevestigt! Ik weet het zelf niet en ik wil er ook vooral niet bij je op aandringen. Maar denk je nu even in dat je naar Ivor ging en hem alles ver telde. Waarom zou hij zijn deel van den last niet dragen en waarom zou je hem niet laten beslissen wat er gedaan moet worden? Je hebt toch niets slechts gedaan Alle personen, die hierbij betrokken zijn, zijn het slachtoffer van een groote vergissing. Er is niets oneervols in dit alles en ik ben ervan overtuigd, dat ieder verstandig, weldenkend mensch het met me eens zal zijn." Molly staarde voor zich uit met wijd open oogen. „Nooit zal ik hem dit kunnen vertellen," zei ze „nooit! Hij zou zijn hoofd niet meer recht omhoog durven dragen. De toekomst van de kinderen zou voorgoed geruïneerd zijn. Hij zou datgene verliezen, wat voor hem juist zooveel waarde heeft. En hij zou mij verliezen." „Dat behoeft hier niet uit te volgen," zei Geoffrey. „Hij kan twee richtingen volgen óf hij stopt de zaak in den doofpot, óf hy maakt haar publiek. Maar zelfs al koos hij het laatst, dan zou daar nog niet uit behoeven te volgen, dat hij jou verliest. Er zou een schei ding uitgesproken kunnen worden." „Een scheiding? Hoe bedoel je dat?" „Ik ültioel," antwoordde Geoffrey langzaam en als met tegenzin, „dat, indien Ivor dat wenschte hij definitief met je zou kunnen trouwen, nadat je officieel van je eersten man gescheiden bent." „Oh!" Ze keek hem aan als een gewond dier. „Wil je daarmee zeggen dat hy daartoe bereid is?" „Hij is tot alles bereid waarmee hy denkt jou te kunnen helpen." „Beteekent dat wil dat zeggen hul peloos staarde ze hem aan, „dat hyzelf vry wil zyn? Is dat het?" „Neen Molly," zei Geoffrey. „Jij bent voor hem de eenige vrouw op de wereld. Als hij dit zou doen. dan is het voor jou." „Heeft hij jou dit gezegd?" „Ja. Ik geloof niet dat je heelemaal beseft," hij sprak heel vriendelijk tot haar, om dien bezeerden blik in haar oogen, „hoe graag hij je wil helpen en boete wil doen voor wat hij maar steeds blijft beschouwen als zyn onver gefelijke fout. Ik weet zelf natuurlijk wel beter, maar ik kan dien armen kerel maar niet overtuigen. Ik weet dat fijn besnaarde men- schen gedoemd zijn onder bepaalde omstan digheden ten onder te gaan. Mannen zonder veel gevoel mogen dan zeggen dat hy laf is, maar niemand zal ooit weten in wat voor hel menschen als hij tijdens den oorlog leefden. Maar het is hem niet uit zijn hoofd te praten en hij maakt zichzelf steeds verwijten, vooral in verband met de ellende, die hij jou veroor zaakt heeft. Jouw geluk, jouw vrede zijn hem zooveel waard, dat hij bereid is daarvoor elk offer te brengen. Wat je ook mag besluiten, hij zal er zich naar voegen." Ze slaakte een diepen zucht en heel lang zaam zei ze: „Je hebt gezegd, dat er nog een mogelijkheid i3? Welke is dat dan? Laat het me hooren alsjeblieft." „Ja, er is nog een mogelijkheid, maar ik weet niet zeker of je niet te moe bent om hierover nu nog verder te praten." „Ik ben wel heel erg moe," antwoordde ze, „maar ik geloof dat het me goed doet met jou te spreken. En bovendien lijkt het me beter dat ik nu meteen maar alles hoor. Ga door, alsjeblieft, Geoffrey welke is de derde weg?" Vragend keek ze hem aan en ze leek hem een hopeloos verdwaald kind. Hij aarzelde even, toen begon hij: „Ik geloof niet dat je den weg, dien ik nu op het oog heb, zult kie zen, hoewel dit misschien voor jou en ook voor hem de eerlijkste oplossing zou zyn. Ik bedoel, dat je Ivor zou vragen zich van je te laten scheiden. Hierdoor zou de positie van de kinderen onaangetast blijven en jij kunt daar heen terugkecren. waar je eigenlyk behoort." „Daar. waar ik behoorMolly zei de woorden op een toon. alsof de eigenlijke be- teekenis ervan haar ontging. „Maar ik ben zeventien jaar lang Ivor's vrouw geweest." „Ik geloof niet dat je ooit in werkelijkheid zijn vrouw was," zei Geoffrey. „Ik heb Craven Ferrars echter gezegd dat ik dacht dat je dezen weg wel niet zou kiezen, maar..." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 7