pium leidt niet I tot misdaad moeten den. Er neer op, ZUPl zonde» S. vaj OPIUM VERSLAAFDE SCHUIFT, en rij oIDAT HIJ ZIEK IS. SOMS DIENT HET OOSTERSCHE GENOTMIDDEL TOT OP WEKKING. Soerabaia, October. Opium... opium schuiven... opium kitten... als deze woorden in Europa worden uitgesproken vaart er een rilling door de toehoorders. Het opi um is in het Oosten de „volkskan- jeer," die millioenen Chineezen, Ja vanen, Maloiërs, Perzen ten gronde richt. 3 Zoo hebben wij het ten minste op school geloerd. We lazen erover in boeken met 'platen en op die platen zagen we dan hope loos uitgemergelde menschen: dat waren (i.n opiumschuivers, menschen verslaafd aan het opium, die voor dat gevaarlijke ver- nifi zich arm maakten en hun gezondheid verwoestten. Diepen indruk hebben in mijn Ifijijd die platen op me gemaakt tot ik nu (;.n nadere verklaring moest lezen en wrl van dr. A. Bonebakker, geneesheer-di- itcieur van het Zendingshospitaal „Imma- uuei" te Bandoeng, waar ook opiumschui vers «ontwend" worden, met andere woor den: van hun hartstocht bevrijd worden. Pcze geneesheer schreef enkele jaren gele den. „De uitgeteerde opiumschuiver, met holle oogen en ingevallen wangen, die men zoo vaak op propagandapla- ten ziet afgebeeld, en dien wij in derdaad in werkelijkheid ook wel zien, is in dien toestand geraakt, niet alleen omdat hij schuift, of door het schuiven geruïneerd is, maar omdat hij ziek is, en zijn ziek te heeft onderdrukt (maar niet ge nezen) met opium." Dit zijn de woorden van een deskundige jtét groote ervaring. Huiverend las ik in mijn jeugd over het rpiummisbruik en luisterde naar mijn on- «nvijzer, die me van dat misbruik vertelde kl was in een tijd, dat bij ons in West- hropa het drankmisbruik nog veel alge mener was dan thans en als ik nu aan an tijd terugdenk komt mij onwillekeurig spreekwoord van den balk en den sjfoter in de gedachten. In plaats van schoone droomen. li heb sedert dien anderhalf jaar ge mond in Iran (Perzië) waar veel opium geproduceerd wordt en men bijna overal voor één dubbeltje genoeg opium kon koo- pen om een mensch te dooden. Men rookt daar vaak tabak gemengd met een kleine hoeveelheid opium, zonder dat daarvan veel kwade gevolgen waren te bemerken. Ik heb ook tweemaal opium gerookt (wat doet een journalist al niet voor zijn le zers?), maar de zoete, weeïge smaak kon me niet bekooren en in plaats van de schoone, fantastische droomen, die volgens alle boe ken het gevolg zouden zijn van opiumrooken kreeg ik een gevoel van onpasselijkheid. Practisch had ik met het opiumkwaad al leen te maken als ik in Iran (Perzië) groo te autotochten moest maken door het ge bergte. Dan keek ik eerst den chauffeur eens goed in de oogen ,om te zien of hij „opium-oogen" had, de droomerige oogen, waarin het licht gedeeltelijk is uitgebluscht, van den opium-schuiver. Was dit het ge val, dan wilde ik hem als chauffeur niet hebben. Eens in Iran (Perzië) kwam ik in de maand Mei in het gebergte op een hoogte van een kleine tweeduizend meter geduren de een automobiel-reis in een sneeuwstorm. We ontdekten en „tsjai-chane" (theehuis), waar we een schuilplaats vonden. Er za ten daar nog meer reizigers in afwachting van beter weer. Een klein beetje opium doet geen kwaad! Mijn chauffeur stopte een pijp en stak er den brand in en op dat oogenblik rook ik den weeïgen, zoeten geur van opium. Ik protesteerde tegen dat opiumgebruik van den chauffeur. Een Europeaan, die al vele jaren in Iran verbleef, hoorde dat, lachte eens even en raadde mij: „Laat hem toch. De chauffeur is moede. Nog slechts veertig kilometer zijt ge van Hamadan, waar ge kunt slapen. Over oen half uur is de sneeuwstorm voorbij en een klein beetje opium door de tabak, die hij rookt, zal uw chauffeur geen kwaad doen, hem integen deel voor de rest van den tocht fiksch ma ken." Ik heb den raad van den ervaren Euro peaan gevolgd en mijn chauffeur rustig zijn tabak met opium laten rooken. Na tien mi nuten scheen de vermoeidheid van den chauffeur geheel verdwenen en veilig liceft hij me dien nacht, toen de sneeuwstorm had opgehouden, naar Hamadan en naar een goed hotel gebracht. Het bleek me bij mijn verderen dagen- langen tocht, dat mijn chauffeur de ge woonte had steeds 's avonds (maar nim mer overdag) een pijpje tabak, gemengd met opium te rooken, zoncl,er dat dit hem Waar de opiumschuivers hun roes uit slapen. In een Perzisch theehuis. ZONDAG 30 OCTOBER 1088. Hilversum L 1875 en 415,5 m. 8.80 NCRV. 9.80 KRO. 5.00 NCRV. 7.45— 11.00 KRO. 8.30 Morgenwijding. 9.30 Gramofoonmuziek. 10.00 Hoogmis. 11.45 Gramofoonmuziek. 1.00 Boekbespreking. I.20 KRO-Melodisten en solist. 2.00 Godsdienstonderricht. 2.30 KRO-Kamerorkest. 3.00 Pianoduo BormioliSemprinl en gramo foonmuziek. 3.45 Pauze. 3.50 Vervolg orkestconcert. 4.30 Voor de zieken. 4.55 Sportnieuws. 5.00 Gereformeerde Kerkdienst. Hierna: het Gereformeerd Evangelisatie- Zangkoor en solist. 7.45 Sportnieuws. 7.50 Gramofoonmuziek. 8.45 Radiotooneel. 9.00 KRO-Melodisten en solist. 9.20 Gramofoonmuziek. 9.30 KRO-orkest. 9.55 Causerie „Christus Koning" 10.10 Het Amsterdamsche a cappella-koor „Bel Canto". 10.30 Berichten ANP. 10.40—11.00 Epiloog. Hilversum II. 801,5 m. 8.55 VARA. 12.00 AVRO. 5.00 VARA. 6.80 VPRO. 8.00—12.00 AVRO. 8.55 VARA-Kalender. 9.00 Berichten. 9.05 Tuinbouwpraatje. 9.30 Gramofoonmuziek. 9.45 Causerie „Van Staat en Maatschappij". 9.59 Berichten. 10.00 Residentie-orkest (opn). 10.40 Declamatie en gramofoonmuziek. II.00 VARA-orkest en gramofoonmuziek. 12.00 Het woord van de week. 12.05 AVRO-Aeolian-orkest. 1.00 Disco-nieuws. 1.30 Causerie „Bali als toeristenland". 1.50 Gramofoonmuziek. 2.00 Boekbespreking. 2.304.20 Concertgebouw-orkest en soliste. (3.153.35 Boekbespreking). 4.25 AVRO-Dansorkest. 4.55 Sportnieuws ANP. 5.00 Esmeralda. 5.30 Voor de kinderen. 6.00 Sportpraatje. 6.15 Sportnieuws ANP, gramofoonmuziek. 6.30 Causerie „Tot in alle deelen van het land". 6.40 Wijdingswoord. 7.00 Nederduitsch Hervormde Kerkdienst. 8.00 Berichten ANP. Radiojournaal, mede- deelingen. Chineezen in Nederlandsch-Indië woonden. Per hoofd der bevolking gebruiken de Chi neezen in Nederlandscli-Indië 2S gram per jaar, de inlanders nog geen 0.2 gram per jaar. Het opium-vraagstuk in Nederlandsch- Indië is buitengewoon ingewikkeld en men kan er geen oordeel over vellen, indien men de toestanden er niet kent. Geestdrifti ge idealisten hebben zelfs beweerd, dat, daar lndië zelf geen opium produceert, het beste was, de invoer van opium, anders dan voor geneeskundige doeleinden, kort en bon dig te verbieden, maar deze menschen ver loren uit het oog. dat Nederlandsch-Indië eenige tienduizenden kilometers kustlijn heeft, waardoor de smokkelhandel uiterst moeilijk, zoo niet onmogelijk zou kunnen worden tegengegaan. J. K. BREDERODE. 8.20 AVRO-Amusementsorkest, AVRO-glrl# en solist. 9.00 Radiotooneel. 9.20 Omroeporkest en solist. 10.00 AVRO-Tango-orkest en solisten. 11.00 Berichten ANP. 11.10 Renova-kwintet. 11.4012.00 Pianovoordracht. MAANDAG 81 OCTOBER 1988. Hilversum L 1875 en 415,5 m- NCRV-Uitzending. 8.00 Schriftlezing, meditatie. 8.15 Berichten, gramofoonmuziek. (9.30—9.45 Gelukwenschen). 10.30 Morgendienst. 11.00 Christelijke Lectuur. 11.30 Gramofoonmuziek. (12.0012.15 Ber.). 12.30 Berichten, hierna het Stichtsch Salonor- kest. en gramofoonmuziek. 2.00 Voor de scholen. 2.35 Gramofoonmuziek. (Om 3.45 Berichten), 4.00 Bijbellezing. 5.00 Gramofoonmuziek. 5.15 Kinderuurtje. 6.15 Gramofoonmuziek. 6.30 Vragenuurtje. 7.00 Berichten. 7.15 Vervolg Vragenuur. 7.45 Reportage, eventueel gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP. Herhaling CCll-Bericht. 8.15 Causerie „Twee richters in nood". 8.30 Evangelisch Lutersche Kerkdienst. 10.00 Berichten ANP. 10.05 Het Kamerorkest „Ars Nova et Antiqua" m.m.v. solist. 10.45 Gymnastiekles. 11.00 Vervolg concert. 11.30 Gramofoonmuziek. 11.50—12.00 Schriftlezing. Hilversum H. 801,5 m. Algemeen Programma, verzorgd door d# AVRO. 8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Berichten). 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Voor de vrouw. 10.35 Het Lyra-trio. 11.20 Orgelconcert en zang. 12.00 Ensemble Rentmeester. (Om 12.15 Be* richten en 12.451.15 Gramofoonmuziek). I.45 Gramofoonmuziek. 2.30 Chansons met piano- en accordeonbege* leiding. 3.00 Declamatie. 3.30 Omroeporkest (opn.). (Om 3.45 Ber.) 4.30 Muzikale causerie (met gr.pl.), 5.30 AVRO-Amusementsorkest. 6.15 Gramofoonmuziek. 7.00 AVRO-Dansorkest en solist. 7.30 Causerie: „Wat gebeurt er in China?" 8.00 Berichten ANP. Med'edeelingen. Gramo* foonmuziek. 8.20 Het Omroeporkest en solisten, 9.00 Radiotooneel. 9.50 Vervolg concert. 10.30 Gramofoonmuziek met toelichting. II.00 Berichten ANP. 11.10 Zang en orgel. 11.3012.00 Dansmuziek (Gr.pl.)', asoo AANDUIDING vooBRAoasv/eaeii w et FEUILLETON - MAURICE WALSH 25, jj „Zoo, ouwe soldeerbout! Heb ik goed ge hoord dat je in je eigen kampement niet meer de baas bent?" „Het kan me geen zier schelen, wat de menschen zeggen," zei zijn vader zachtzin- 5 .&jg; van dat vermaarde „aanblaffen" was niet veel te merken, voorloopig. j Nu liet Shamus Og pas vol zijn blik op Rogue McCoy vallen, maar Rogue McCoy keek toevallig een anderen kant uit. Hy had zijn pijp er bij aangestoken en zat nu op zijn gemak te rooken, met een ietwat ernstige Uitdrukking op zijn strenge, gebruinde ge zicht, zijn oogen onbewogen als de heuvels zelf, op de verre veenlanden gedicht. Shamus 0g pijnigde zijn hersens af om iets te vinden, ^'at hy zou kunnen zeggen, vond niets pas- ®ends en keerde zich naar de vrouw bij het tuur. „Maag Carty," zei hjj, „kan er geen woord over schieten?" „Wel zeker, mijn lieve zwartkop, hoor maar: welkom hier en er zit een lekkere hap eten voor je in de pan!" „Heel goed bedoeld, en dat doet me plezier; macr ik zal geen hap in mijn mond nemen, me niet gegund wordt." „Het niet gegund zijn zit alleen in je eigen hart, mijn beste kerel!" „Ha-ha! Ben je aan het waarzeggen? Wou Je me de toekomst voorspellen?" „Zeker een heel wat betere toekomst dan 3'j of welke man ook verdient en dat nog wel terwijl ik je graag een spaak tusschen de wielen zou willen steken, als ik het kon." „Een goeie toekomst!" riep hy op bitteren toon uit, terwijl hij er een vreeselyken vloek op liet volgen. „Wat voor geluk heeft een mensch te verwachten, die eenzaam en alleen op weg is naar den dood?" Toen hij die bittere woorden uitsprak, had Rogue McCoy even op gekeken; gedurende enkele tellen bleven zij elkander vac: in de oogen kijken, zonder dat men kon zeggen hoe, schenen die twee zonder woorden tot een overeenkomst gekomen te zyn. Shamus Og wendde zyn blikken af naar Daheen, die stond toe te kijken, hoe de bruin voorzichtig mondjes haver stond te eten uit een blikken pan. langzaam liep hij naar hem toe. „Zoo blaag!" zei hy vriendelijk tegen zyn stiefbroer, terwijl hij hem voor de grap in zijn verwarden haardos greep. „Drommels, wat ben jij groot geworden. Het zal niet lang meer duren, of je kunt onze Va een van zy'n eigen pakken slaag toedienen!" Daheen grinnikte met een uitdrukking van bewonderende genegenheid op zyn gezicht. Shamus Og bekeek den bruin van alle kan ten, betastte met ervaren vingers de voor- pooten, porde hem een paar keer in de schoft en knikte voor zich uit. „Ben jjj dat oude kreng nog al niet kwijt, Jamesy," riep hij. „Voor een lapje van zestig neem ik hem van je over!" „Waar heb je dat gegapt?" „Ja, dat zal ik jou zeggen!" Hy maakte met zijn hoofd een beweging naar den weg, waar langs de beide wagens naar het dorp gehobbeld waren. „Die zijn heelemaal van mij gekocht van den ouden Rody Ward!" „De bruidschat van zijn dochter soms?" „Nee voor den drommel! Aan die wagens zit op geen enkele manier een vrouw vast, nu niet en nooit niet!" Hij stopte zijn broertje stilletjes iets in de hand. „Wees er zuinig mee," ried hij. „Toen ik zoo oud was als jij, kon ik nooit een cent van den ouwe loskloppen voor mezelf." „O, Shamus Og," drong Daheen fluisterend in het minst scheen te schaden. Hij was een matig opium-gebruiker, niet misbrui ker en had in zijn voorkomen ook niets, dat herinnerde aan de bekende propagan- cla-platen met een hopeloos vermagerden opiumschuiver. Later bemerkte ik in de verschillende „tsjai-chanen" (theehuizen, waar men vaak ook kan logeeren), dat vele Perzische chauffeurs als hun dagtocht volbracht is. opium als opwekkend middel gebruiken. De zeldzame chauffeurs, bij wie dat gebruik in misbruik ontaard was, wer den door hun collega's als minderwaardig beschouwd. Een tragisch gevaL Slechts éénmaal heb ik in Perzië waarge nomen, hoe het opium-misbruik tot tragi sche gevolgen kan leiden. Op een mijner tochten door dat land zag ik eenige chauf feurs en reizigers radeloos staan om een stervenden gendarme. Deze gendarme was aangereden door een vrachtautomobiel en de chauffeur van dezen automobiel stond er als een wanhopige bij. Hij verklaarde geen schuld te hebben en inderdaad scheen het, alsof de gendarme zich op het midden van den weg had bevonden, toen hij werd aangereden. Eenige andere gendarmen kwamen erbij en verhoorden den chauffeur en rooken zijn adem of hij naar sterken drank of opi um riekte. Dit was niet het geval, maar wel kwam er een gendarme, die verklaarde, dat de stervende hekend stond als een opi um-misbruiker. Dit was de redding voor den chauffeur, die vrij uitging. Blijkbaar was de stervende gendarme geheel ver doofd geweest door overmatig opiumgebruik en had hij als een heschonkene over den weg gcloopen. Dergelijke gevallen doen zich in Europa bij honderdtallen voor, doch dan is niet het opium, maar de alcohol schuld. Men merkt het niet ...Om het opium, de opiumkitten en de opiumschuivers hebben zich in Europa 'n menigte fantastische verhalen gesponnen, een vreemde romantiek, waaraan o.a. de film ten zeerste heeft medegewerkt. Maar, zooals dit met bijna alle Oostersche roman tiek het geval is, ze valt vrijwel geheel weg als men de zaken van naderbij be kijkt. Men kan bij voorbeeld als toerist maandenlang rondreizen in Perzië zonder iets van opium-gebruik of -misbruik te be merken of er zelfs maar van te hooren spreken. De opium-misbruiker valt niet, als do alcohol-misbruiker, op door luidruch tigheid of strijdlustigheid. Hij rookt thuis of in een speciaal door opium-schuivers be zochte gelegenheid en slaapt daar ook zijn niet rumoerige roes (om het. zoo te noe men) uit. Het bovenvermelde geval van den Perzischen gendarme was een uitzon dering. Zonder dringende noodzaak zal een opium-schuiver zich niet onder den invloed van het opium op straat of op den open baren weg vertoonen. Misdaden onder den invloed van opium komen zoo goed als niet voor. Bij cocaïne, heroïne en alco hol is-; dit anders. Cocaïne en hero ïne (én ook alcohol) zijn veel ge vaarlijker vergiften dan opium (en het daarvan afkomstige morfine). De gebruiker van cocaïne en hero ïne voelt zich in staat dingen te doen, waarvoor hij anders terug zou schrikken en daarom worden cocaïne en heroïne vaak genomen door misdadigers. Ook de alcohol heeft veel misdaden op zijn gewe ten. Menschen, die onder den invloed van opi um verkeeren, zijn zeer weinig actief en vrijwel de eenige misdaad, die uit het opiummisbruik voortkomt is diefstal, name lijk wanneer een aan opium verslaafde zich op geen andere wijzeopium kan verschaf fen. De opium-regie. In Nederlandsch-Indië bestaat het opium gebruik nog en er is zelfs een ooium-regie, waaraan do staat in 1921 ruim 42 millioen gulden verdiende, in 1ÖÜ1 nog slechts 21 millioen. Dit bedrag lijkt ontzettend, maar is het i niet, want die winst bedroeg slechts onge- veer dertig cent per hoofd der bevolking en zou nog veel minder zijn, als er niet zooveel aan. „Waarom blijf je toch niet bij ons? Wat zouden jy en ik en Rogue McCoy een lol samen hebben! Jongens, je moest hem een zalm zien te grazen nemen in zes voet water." „Hy en ik zijn achter een zalm aan." zei Shamus Og, terwijl hij met lange pas3en weg- stapte in de richting van het dorp, zonder ver der een woord of blik aan het gezelschap te verspillen. Rogue McCoy kwam overeind en rekte zich lui uit. „Ik denk," zei hij, „dat ik maar eens een eindje den weg op ga." Shamus wierp hem een vluggen blik toe, waar uit onzekerheid sprak. „Wat ga je doen?" vroeg hy. „Ik ga kijken of ik dien grooten bek van Jamesy Coffey ook vinden kan." „Als je hem vindt, kun je meteen mee naar den duivel loopen!" „Lieverd, je eten het i: klaar!" jammerde Maag Carty. „Smaakt koud ook goed, moeder," riep hij achterom. James stiet een paar krachttermen uit. „En hoe staat het met mijn eten? Krijg ik heelemaal niks?" Aan den waterkant was Julie overeind ge komen, alle veerkracht was uit haar jonge leden geweken en ze zuchtte diep. Rogue's hemd hield ze in haar beide handen en ze be studeerde het met een verschrikten blik. „O, genade!" riep ze verdrietig. „Nu heb ik er drie gaten in gewasschen!" „De stomme creaturen mceten het altijd ont gelden," zei Maag Carty. 3. Shamus Og hoorde voetstappen op den weg achter zich en hij keek achterom. Hij bleef niet bepaald staan, maar hij vertraagde langzaam aan zijn stap tot Rogue hem had ingehaald; toen marcheerden zij naast elkaar verder, zonder elkaar aan te k.jken Een tijdje bleven zij zoo doorloopen, twee meter van elkaar; Rogue bleef door rooken, alsof er niets aan de hand was, Shamus Og had zijn wenkbrauwen dreigend gefronst boven zijn uitdagende oogen. H\j verbrak het eerst het stilzwijgen, met een norsche stem. „Ben jy die Rogue McCoy, waar ik zoo veel van gehoord heb? „Die ben ik." „Ik heb van je gehoord in Tipp in Tem- plemore". „En ben je toen eens een kijkje komen ne men „Dat en misschien nog wat anders ook, als het er op aankomt." „Mogelijk!" zei Rogue onverschillig. „Ik hc'o gehoord, dat je Kanjer Flynn een allemachtig pak slaag hebt gegeven in Lis- donovara." Hy wierp Rogu' een vluggen blik toe en keek meteen weer weg. „Waarom deed je dat?" „Omdat jij er niet was om het karweitje over te nemen." Shamus Og lachte op zyn gewone bittere ma nier. „Het kan mij geen bliksem schelen, maar jou gun ik haar niet." Hy stond stil en keek Rogue spontaan in de oogen. „Eén ding wil ik je zeggen, vechtersbaas, die je bent, my zul je niet beletten van Julie Brien te zeggen, waar ik zin in heb." Rogue keek terug met strenge oogen in een grimmig gezicht. „Kom op1" De ander keek hem aan met vlammende blik, zyn tanden opeen geklemd, terwijl hij naar een kwetsend woord zocht. Toen schud de hy' plotseling zyn zwarte krullebol. „Nee," zei hij spijtig, „zoo komen wy er niet. Ik kan het niet zeggen." „Dat weet ik," zei Rogue kortaf. „Ik ben blij, dat je tenminste eerlijk bent." Als twee exerceerence soldater maakten zij beiden een halven draai rechtsom en stap ten verder, nu niet heelemaal meer twee me ter van elkander af; de spanning tusschen hen was grootendeels geweken. „Je vader en Daheen en anderen ook n g hadden gehoopt, dat je terug zou ko men," zei Rogue luchtig. „Maar nu je zelf by den weg bent..." „Dat blijf ik op mijn eentje," zei de ander kortaf. „Ja, ik kan me dat voorstellen, en ik weet ook, waar het op uit zal loopen, Shamus Og Coffey!" „Heeft Maag Carty je aangestoken?" „En je blyft ook niet op je eentje. Je zult de een of andere vreemde vrouw nemen en die sla je op een goeden dag dood; en dan neem je een andere, en, wie weet, slaat die jou dood. En zoo ga je maar verder, met drinken en opscheppen, vechten, dan in de gevangenis, dan er weer uit; tot je je doods bed vindt, ergens langs den weg in een grep pel." „Geef me tien jaar, dan zal ik het einde met vreugd, zien komen." Rogue begon te lachen. „Misschien heb je gelijk. Kan zijn, dat er niets beters te ver wachten is." „Jouw manier geeft dat zeker niet. Ouwe James Coffey rond commandeeren, „over den zak springen" met Juüe en aan het eind rond- sukkelen van je ouderdomsrente." „Laat mij ook eens opbiechten, Shamus Og. Als je mijn meening over het vrouwvolk wilt weten, dan kan ik je die in een paar woorden geven. Ze kunnen met z'n allen naar de maan loopen." „Daar zeg ik amen op." „Maar je meent het niet!" „God zal me bijstaan..." ,,Jy' spreekt alleen maar zoo, omdat je het land hebt." „En jij dan?" gaf de ander terug. „Heeft Julie jou ook den kop op hol gemaakt?" Shamus Og nam van terzijde Rogue met achterdochtige en dreigende blik op en Rogue zweeg. Hij kende den hartstocht in Shamus Og's hart, hij had in Julie's hals dien ader zien kloppen. Hij kwam tot een besluit, hoewel het hem tot in het diepst van zijn hart pijn deed. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 11