pium leidt niet
I tot misdaad
moeten
den. Er
neer op,
ZUPl
zonde»
S. vaj OPIUM VERSLAAFDE SCHUIFT,
en rij
oIDAT HIJ ZIEK IS. SOMS DIENT HET
OOSTERSCHE GENOTMIDDEL TOT OP
WEKKING.
Soerabaia, October.
Opium... opium schuiven... opium
kitten... als deze woorden in Europa
worden uitgesproken vaart er een
rilling door de toehoorders. Het opi
um is in het Oosten de „volkskan-
jeer," die millioenen Chineezen, Ja
vanen, Maloiërs, Perzen ten gronde
richt.
3
Zoo hebben wij het ten minste op school
geloerd. We lazen erover in boeken met
'platen en op die platen zagen we dan hope
loos uitgemergelde menschen: dat waren
(i.n opiumschuivers, menschen verslaafd
aan het opium, die voor dat gevaarlijke ver-
nifi zich arm maakten en hun gezondheid
verwoestten. Diepen indruk hebben in mijn
Ifijijd die platen op me gemaakt tot ik nu
(;.n nadere verklaring moest lezen en
wrl van dr. A. Bonebakker, geneesheer-di-
itcieur van het Zendingshospitaal „Imma-
uuei" te Bandoeng, waar ook opiumschui
vers «ontwend" worden, met andere woor
den: van hun hartstocht bevrijd worden.
Pcze geneesheer schreef enkele jaren gele
den.
„De uitgeteerde opiumschuiver, met
holle oogen en ingevallen wangen,
die men zoo vaak op propagandapla-
ten ziet afgebeeld, en dien wij in
derdaad in werkelijkheid ook wel
zien, is in dien toestand geraakt,
niet alleen omdat hij schuift, of
door het schuiven geruïneerd is,
maar omdat hij ziek is, en zijn ziek
te heeft onderdrukt (maar niet ge
nezen) met opium."
Dit zijn de woorden van een deskundige
jtét groote ervaring.
Huiverend las ik in mijn jeugd over het
rpiummisbruik en luisterde naar mijn on-
«nvijzer, die me van dat misbruik vertelde
kl was in een tijd, dat bij ons in West-
hropa het drankmisbruik nog veel alge
mener was dan thans en als ik nu aan
an tijd terugdenk komt mij onwillekeurig
spreekwoord van den balk en den
sjfoter in de gedachten.
In plaats van schoone droomen.
li heb sedert dien anderhalf jaar ge
mond in Iran (Perzië) waar veel opium
geproduceerd wordt en men bijna overal
voor één dubbeltje genoeg opium kon koo-
pen om een mensch te dooden. Men rookt
daar vaak tabak gemengd met een kleine
hoeveelheid opium, zonder dat daarvan
veel kwade gevolgen waren te bemerken.
Ik heb ook tweemaal opium gerookt (wat
doet een journalist al niet voor zijn le
zers?), maar de zoete, weeïge smaak kon me
niet bekooren en in plaats van de schoone,
fantastische droomen, die volgens alle boe
ken het gevolg zouden zijn van opiumrooken
kreeg ik een gevoel van onpasselijkheid.
Practisch had ik met het opiumkwaad al
leen te maken als ik in Iran (Perzië) groo
te autotochten moest maken door het ge
bergte. Dan keek ik eerst den chauffeur
eens goed in de oogen ,om te zien of hij
„opium-oogen" had, de droomerige oogen,
waarin het licht gedeeltelijk is uitgebluscht,
van den opium-schuiver. Was dit het ge
val, dan wilde ik hem als chauffeur niet
hebben.
Eens in Iran (Perzië) kwam ik in de
maand Mei in het gebergte op een hoogte
van een kleine tweeduizend meter geduren
de een automobiel-reis in een sneeuwstorm.
We ontdekten en „tsjai-chane" (theehuis),
waar we een schuilplaats vonden. Er za
ten daar nog meer reizigers in afwachting
van beter weer.
Een klein beetje opium doet
geen kwaad!
Mijn chauffeur stopte een pijp en stak er
den brand in en op dat oogenblik rook ik
den weeïgen, zoeten geur van opium.
Ik protesteerde tegen dat opiumgebruik
van den chauffeur. Een Europeaan, die al
vele jaren in Iran verbleef, hoorde dat,
lachte eens even en raadde mij: „Laat hem
toch. De chauffeur is moede. Nog slechts
veertig kilometer zijt ge van Hamadan,
waar ge kunt slapen. Over oen half uur is
de sneeuwstorm voorbij en een klein beetje
opium door de tabak, die hij rookt, zal uw
chauffeur geen kwaad doen, hem integen
deel voor de rest van den tocht fiksch ma
ken."
Ik heb den raad van den ervaren Euro
peaan gevolgd en mijn chauffeur rustig zijn
tabak met opium laten rooken. Na tien mi
nuten scheen de vermoeidheid van den
chauffeur geheel verdwenen en veilig liceft
hij me dien nacht, toen de sneeuwstorm
had opgehouden, naar Hamadan en naar
een goed hotel gebracht.
Het bleek me bij mijn verderen dagen-
langen tocht, dat mijn chauffeur de ge
woonte had steeds 's avonds (maar nim
mer overdag) een pijpje tabak, gemengd
met opium te rooken, zoncl,er dat dit hem
Waar de opiumschuivers hun roes uit
slapen. In een Perzisch theehuis.
ZONDAG 30 OCTOBER 1088.
Hilversum L 1875 en 415,5 m.
8.80 NCRV. 9.80 KRO. 5.00 NCRV. 7.45—
11.00 KRO.
8.30 Morgenwijding.
9.30 Gramofoonmuziek.
10.00 Hoogmis.
11.45 Gramofoonmuziek.
1.00 Boekbespreking.
I.20 KRO-Melodisten en solist.
2.00 Godsdienstonderricht.
2.30 KRO-Kamerorkest.
3.00 Pianoduo BormioliSemprinl en gramo
foonmuziek.
3.45 Pauze.
3.50 Vervolg orkestconcert.
4.30 Voor de zieken.
4.55 Sportnieuws.
5.00 Gereformeerde Kerkdienst.
Hierna: het Gereformeerd Evangelisatie-
Zangkoor en solist.
7.45 Sportnieuws.
7.50 Gramofoonmuziek.
8.45 Radiotooneel.
9.00 KRO-Melodisten en solist.
9.20 Gramofoonmuziek.
9.30 KRO-orkest.
9.55 Causerie „Christus Koning"
10.10 Het Amsterdamsche a cappella-koor
„Bel Canto".
10.30 Berichten ANP.
10.40—11.00 Epiloog.
Hilversum II. 801,5 m.
8.55 VARA. 12.00 AVRO. 5.00 VARA. 6.80
VPRO. 8.00—12.00 AVRO.
8.55 VARA-Kalender.
9.00 Berichten.
9.05 Tuinbouwpraatje.
9.30 Gramofoonmuziek.
9.45 Causerie „Van Staat en Maatschappij".
9.59 Berichten.
10.00 Residentie-orkest (opn).
10.40 Declamatie en gramofoonmuziek.
II.00 VARA-orkest en gramofoonmuziek.
12.00 Het woord van de week.
12.05 AVRO-Aeolian-orkest.
1.00 Disco-nieuws.
1.30 Causerie „Bali als toeristenland".
1.50 Gramofoonmuziek.
2.00 Boekbespreking.
2.304.20 Concertgebouw-orkest en soliste.
(3.153.35 Boekbespreking).
4.25 AVRO-Dansorkest.
4.55 Sportnieuws ANP.
5.00 Esmeralda.
5.30 Voor de kinderen.
6.00 Sportpraatje.
6.15 Sportnieuws ANP, gramofoonmuziek.
6.30 Causerie „Tot in alle deelen van het
land".
6.40 Wijdingswoord.
7.00 Nederduitsch Hervormde Kerkdienst.
8.00 Berichten ANP. Radiojournaal, mede-
deelingen.
Chineezen in Nederlandsch-Indië woonden.
Per hoofd der bevolking gebruiken de Chi
neezen in Nederlandscli-Indië 2S gram per
jaar, de inlanders nog geen 0.2 gram per
jaar.
Het opium-vraagstuk in Nederlandsch-
Indië is buitengewoon ingewikkeld en men
kan er geen oordeel over vellen, indien
men de toestanden er niet kent. Geestdrifti
ge idealisten hebben zelfs beweerd, dat,
daar lndië zelf geen opium produceert, het
beste was, de invoer van opium, anders dan
voor geneeskundige doeleinden, kort en bon
dig te verbieden, maar deze menschen ver
loren uit het oog. dat Nederlandsch-Indië
eenige tienduizenden kilometers kustlijn
heeft, waardoor de smokkelhandel uiterst
moeilijk, zoo niet onmogelijk zou kunnen
worden tegengegaan.
J. K. BREDERODE.
8.20 AVRO-Amusementsorkest, AVRO-glrl#
en solist.
9.00 Radiotooneel.
9.20 Omroeporkest en solist.
10.00 AVRO-Tango-orkest en solisten.
11.00 Berichten ANP.
11.10 Renova-kwintet.
11.4012.00 Pianovoordracht.
MAANDAG 81 OCTOBER 1988.
Hilversum L 1875 en 415,5 m-
NCRV-Uitzending.
8.00 Schriftlezing, meditatie.
8.15 Berichten, gramofoonmuziek.
(9.30—9.45 Gelukwenschen).
10.30 Morgendienst.
11.00 Christelijke Lectuur.
11.30 Gramofoonmuziek. (12.0012.15 Ber.).
12.30 Berichten, hierna het Stichtsch Salonor-
kest. en gramofoonmuziek.
2.00 Voor de scholen.
2.35 Gramofoonmuziek.
(Om 3.45 Berichten),
4.00 Bijbellezing.
5.00 Gramofoonmuziek.
5.15 Kinderuurtje.
6.15 Gramofoonmuziek.
6.30 Vragenuurtje.
7.00 Berichten.
7.15 Vervolg Vragenuur.
7.45 Reportage, eventueel gramofoonmuziek.
8.00 Berichten ANP. Herhaling CCll-Bericht.
8.15 Causerie „Twee richters in nood".
8.30 Evangelisch Lutersche Kerkdienst.
10.00 Berichten ANP.
10.05 Het Kamerorkest „Ars Nova et Antiqua"
m.m.v. solist.
10.45 Gymnastiekles.
11.00 Vervolg concert.
11.30 Gramofoonmuziek.
11.50—12.00 Schriftlezing.
Hilversum H. 801,5 m.
Algemeen Programma, verzorgd door d#
AVRO.
8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Berichten).
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 Voor de vrouw.
10.35 Het Lyra-trio.
11.20 Orgelconcert en zang.
12.00 Ensemble Rentmeester. (Om 12.15 Be*
richten en 12.451.15 Gramofoonmuziek).
I.45 Gramofoonmuziek.
2.30 Chansons met piano- en accordeonbege*
leiding.
3.00 Declamatie.
3.30 Omroeporkest (opn.). (Om 3.45 Ber.)
4.30 Muzikale causerie (met gr.pl.),
5.30 AVRO-Amusementsorkest.
6.15 Gramofoonmuziek.
7.00 AVRO-Dansorkest en solist.
7.30 Causerie: „Wat gebeurt er in China?"
8.00 Berichten ANP. Med'edeelingen. Gramo*
foonmuziek.
8.20 Het Omroeporkest en solisten,
9.00 Radiotooneel.
9.50 Vervolg concert.
10.30 Gramofoonmuziek met toelichting.
II.00 Berichten ANP.
11.10 Zang en orgel.
11.3012.00 Dansmuziek (Gr.pl.)',
asoo
AANDUIDING
vooBRAoasv/eaeii
w
et
FEUILLETON
- MAURICE WALSH
25,
jj „Zoo, ouwe soldeerbout! Heb ik goed ge
hoord dat je in je eigen kampement niet
meer de baas bent?"
„Het kan me geen zier schelen, wat de
menschen zeggen," zei zijn vader zachtzin-
5 .&jg; van dat vermaarde „aanblaffen" was
niet veel te merken, voorloopig.
j Nu liet Shamus Og pas vol zijn blik op
Rogue McCoy vallen, maar Rogue McCoy
keek toevallig een anderen kant uit. Hy had
zijn pijp er bij aangestoken en zat nu op zijn
gemak te rooken, met een ietwat ernstige
Uitdrukking op zijn strenge, gebruinde ge
zicht, zijn oogen onbewogen als de heuvels
zelf, op de verre veenlanden gedicht. Shamus
0g pijnigde zijn hersens af om iets te vinden,
^'at hy zou kunnen zeggen, vond niets pas-
®ends en keerde zich naar de vrouw bij het
tuur.
„Maag Carty," zei hjj, „kan er geen woord
over schieten?"
„Wel zeker, mijn lieve zwartkop, hoor
maar: welkom hier en er zit een lekkere hap
eten voor je in de pan!"
„Heel goed bedoeld, en dat doet me plezier;
macr ik zal geen hap in mijn mond nemen,
me niet gegund wordt."
„Het niet gegund zijn zit alleen in je eigen
hart, mijn beste kerel!"
„Ha-ha! Ben je aan het waarzeggen? Wou
Je me de toekomst voorspellen?"
„Zeker een heel wat betere toekomst dan
3'j of welke man ook verdient en
dat nog wel terwijl ik je graag een spaak
tusschen de wielen zou willen steken, als ik
het kon."
„Een goeie toekomst!" riep hy op bitteren
toon uit, terwijl hij er een vreeselyken vloek
op liet volgen. „Wat voor geluk heeft een
mensch te verwachten, die eenzaam en alleen
op weg is naar den dood?"
Toen hij die bittere woorden uitsprak, had
Rogue McCoy even op gekeken; gedurende
enkele tellen bleven zij elkander vac: in de
oogen kijken, zonder dat men kon zeggen
hoe, schenen die twee zonder woorden tot
een overeenkomst gekomen te zyn. Shamus
Og wendde zyn blikken af naar Daheen, die
stond toe te kijken, hoe de bruin voorzichtig
mondjes haver stond te eten uit een blikken
pan. langzaam liep hij naar hem toe.
„Zoo blaag!" zei hy vriendelijk tegen zyn
stiefbroer, terwijl hij hem voor de grap in zijn
verwarden haardos greep. „Drommels, wat ben
jij groot geworden. Het zal niet lang meer
duren, of je kunt onze Va een van zy'n eigen
pakken slaag toedienen!"
Daheen grinnikte met een uitdrukking van
bewonderende genegenheid op zyn gezicht.
Shamus Og bekeek den bruin van alle kan
ten, betastte met ervaren vingers de voor-
pooten, porde hem een paar keer in de schoft
en knikte voor zich uit.
„Ben jjj dat oude kreng nog al niet kwijt,
Jamesy," riep hij. „Voor een lapje van zestig
neem ik hem van je over!"
„Waar heb je dat gegapt?"
„Ja, dat zal ik jou zeggen!" Hy maakte met
zijn hoofd een beweging naar den weg, waar
langs de beide wagens naar het dorp gehobbeld
waren. „Die zijn heelemaal van mij gekocht
van den ouden Rody Ward!"
„De bruidschat van zijn dochter soms?"
„Nee voor den drommel! Aan die wagens zit
op geen enkele manier een vrouw vast, nu niet
en nooit niet!" Hij stopte zijn broertje stilletjes
iets in de hand. „Wees er zuinig mee," ried
hij. „Toen ik zoo oud was als jij, kon ik nooit
een cent van den ouwe loskloppen voor mezelf."
„O, Shamus Og," drong Daheen fluisterend
in het minst scheen te schaden. Hij was
een matig opium-gebruiker, niet misbrui
ker en had in zijn voorkomen ook niets,
dat herinnerde aan de bekende propagan-
cla-platen met een hopeloos vermagerden
opiumschuiver. Later bemerkte ik in de
verschillende „tsjai-chanen" (theehuizen,
waar men vaak ook kan logeeren), dat
vele Perzische chauffeurs als hun dagtocht
volbracht is. opium als opwekkend middel
gebruiken. De zeldzame chauffeurs, bij wie
dat gebruik in misbruik ontaard was, wer
den door hun collega's als minderwaardig
beschouwd.
Een tragisch gevaL
Slechts éénmaal heb ik in Perzië waarge
nomen, hoe het opium-misbruik tot tragi
sche gevolgen kan leiden. Op een mijner
tochten door dat land zag ik eenige chauf
feurs en reizigers radeloos staan om een
stervenden gendarme. Deze gendarme was
aangereden door een vrachtautomobiel en
de chauffeur van dezen automobiel stond
er als een wanhopige bij. Hij verklaarde
geen schuld te hebben en inderdaad scheen
het, alsof de gendarme zich op het midden
van den weg had bevonden, toen hij werd
aangereden.
Eenige andere gendarmen kwamen erbij
en verhoorden den chauffeur en rooken
zijn adem of hij naar sterken drank of opi
um riekte. Dit was niet het geval, maar
wel kwam er een gendarme, die verklaarde,
dat de stervende hekend stond als een opi
um-misbruiker. Dit was de redding voor
den chauffeur, die vrij uitging. Blijkbaar
was de stervende gendarme geheel ver
doofd geweest door overmatig opiumgebruik
en had hij als een heschonkene over den
weg gcloopen. Dergelijke gevallen doen
zich in Europa bij honderdtallen voor, doch
dan is niet het opium, maar de alcohol
schuld.
Men merkt het niet
...Om het opium, de opiumkitten en de
opiumschuivers hebben zich in Europa 'n
menigte fantastische verhalen gesponnen,
een vreemde romantiek, waaraan o.a. de
film ten zeerste heeft medegewerkt. Maar,
zooals dit met bijna alle Oostersche roman
tiek het geval is, ze valt vrijwel geheel
weg als men de zaken van naderbij be
kijkt. Men kan bij voorbeeld als toerist
maandenlang rondreizen in Perzië zonder
iets van opium-gebruik of -misbruik te be
merken of er zelfs maar van te hooren
spreken. De opium-misbruiker valt niet,
als do alcohol-misbruiker, op door luidruch
tigheid of strijdlustigheid. Hij rookt thuis
of in een speciaal door opium-schuivers be
zochte gelegenheid en slaapt daar ook zijn
niet rumoerige roes (om het. zoo te noe
men) uit. Het bovenvermelde geval van
den Perzischen gendarme was een uitzon
dering. Zonder dringende noodzaak zal een
opium-schuiver zich niet onder den invloed
van het opium op straat of op den open
baren weg vertoonen.
Misdaden onder den invloed van
opium komen zoo goed als niet
voor. Bij cocaïne, heroïne en alco
hol is-; dit anders. Cocaïne en hero
ïne (én ook alcohol) zijn veel ge
vaarlijker vergiften dan opium (en
het daarvan afkomstige morfine).
De gebruiker van cocaïne en hero
ïne voelt zich in staat dingen te
doen, waarvoor hij anders terug
zou schrikken en daarom worden
cocaïne en heroïne vaak genomen
door misdadigers. Ook de alcohol
heeft veel misdaden op zijn gewe
ten.
Menschen, die onder den invloed van opi
um verkeeren, zijn zeer weinig actief en
vrijwel de eenige misdaad, die uit het
opiummisbruik voortkomt is diefstal, name
lijk wanneer een aan opium verslaafde zich
op geen andere wijzeopium kan verschaf
fen.
De opium-regie.
In Nederlandsch-Indië bestaat het opium
gebruik nog en er is zelfs een ooium-regie,
waaraan do staat in 1921 ruim 42 millioen
gulden verdiende, in 1ÖÜ1 nog slechts 21
millioen.
Dit bedrag lijkt ontzettend, maar is het i
niet, want die winst bedroeg slechts onge-
veer dertig cent per hoofd der bevolking en
zou nog veel minder zijn, als er niet zooveel
aan. „Waarom blijf je toch niet bij ons? Wat
zouden jy en ik en Rogue McCoy een lol samen
hebben! Jongens, je moest hem een zalm zien
te grazen nemen in zes voet water."
„Hy en ik zijn achter een zalm aan." zei
Shamus Og, terwijl hij met lange pas3en weg-
stapte in de richting van het dorp, zonder ver
der een woord of blik aan het gezelschap te
verspillen.
Rogue McCoy kwam overeind en rekte zich
lui uit. „Ik denk," zei hij, „dat ik maar eens een
eindje den weg op ga."
Shamus wierp hem een vluggen blik toe, waar
uit onzekerheid sprak. „Wat ga je doen?"
vroeg hy.
„Ik ga kijken of ik dien grooten bek van
Jamesy Coffey ook vinden kan."
„Als je hem vindt, kun je meteen mee naar
den duivel loopen!"
„Lieverd, je eten het i: klaar!" jammerde
Maag Carty.
„Smaakt koud ook goed, moeder," riep hij
achterom.
James stiet een paar krachttermen uit.
„En hoe staat het met mijn eten? Krijg ik
heelemaal niks?"
Aan den waterkant was Julie overeind ge
komen, alle veerkracht was uit haar jonge
leden geweken en ze zuchtte diep. Rogue's
hemd hield ze in haar beide handen en ze be
studeerde het met een verschrikten blik. „O,
genade!" riep ze verdrietig. „Nu heb ik er drie
gaten in gewasschen!"
„De stomme creaturen mceten het altijd ont
gelden," zei Maag Carty.
3.
Shamus Og hoorde voetstappen op den
weg achter zich en hij keek achterom. Hij
bleef niet bepaald staan, maar hij vertraagde
langzaam aan zijn stap tot Rogue hem had
ingehaald; toen marcheerden zij naast elkaar
verder, zonder elkaar aan te k.jken Een tijdje
bleven zij zoo doorloopen, twee meter van
elkaar; Rogue bleef door rooken, alsof er
niets aan de hand was, Shamus Og had zijn
wenkbrauwen dreigend gefronst boven zijn
uitdagende oogen.
H\j verbrak het eerst het stilzwijgen, met
een norsche stem. „Ben jy die Rogue McCoy,
waar ik zoo veel van gehoord heb?
„Die ben ik."
„Ik heb van je gehoord in Tipp in Tem-
plemore".
„En ben je toen eens een kijkje komen ne
men
„Dat en misschien nog wat anders ook,
als het er op aankomt."
„Mogelijk!" zei Rogue onverschillig.
„Ik hc'o gehoord, dat je Kanjer Flynn een
allemachtig pak slaag hebt gegeven in Lis-
donovara." Hy wierp Rogu' een vluggen blik
toe en keek meteen weer weg. „Waarom deed
je dat?"
„Omdat jij er niet was om het karweitje
over te nemen."
Shamus Og lachte op zyn gewone bittere ma
nier. „Het kan mij geen bliksem schelen,
maar jou gun ik haar niet." Hy stond stil en
keek Rogue spontaan in de oogen. „Eén ding
wil ik je zeggen, vechtersbaas, die je bent,
my zul je niet beletten van Julie Brien te
zeggen, waar ik zin in heb."
Rogue keek terug met strenge oogen in een
grimmig gezicht. „Kom op1"
De ander keek hem aan met vlammende
blik, zyn tanden opeen geklemd, terwijl hij
naar een kwetsend woord zocht. Toen schud
de hy' plotseling zyn zwarte krullebol. „Nee,"
zei hij spijtig, „zoo komen wy er niet. Ik kan
het niet zeggen."
„Dat weet ik," zei Rogue kortaf. „Ik ben
blij, dat je tenminste eerlijk bent."
Als twee exerceerence soldater maakten
zij beiden een halven draai rechtsom en stap
ten verder, nu niet heelemaal meer twee me
ter van elkander af; de spanning tusschen
hen was grootendeels geweken.
„Je vader en Daheen en anderen ook
n g hadden gehoopt, dat je terug zou ko
men," zei Rogue luchtig. „Maar nu je zelf
by den weg bent..."
„Dat blijf ik op mijn eentje," zei de
ander kortaf.
„Ja, ik kan me dat voorstellen, en ik weet
ook, waar het op uit zal loopen, Shamus Og
Coffey!"
„Heeft Maag Carty je aangestoken?"
„En je blyft ook niet op je eentje. Je zult
de een of andere vreemde vrouw nemen en
die sla je op een goeden dag dood; en dan
neem je een andere, en, wie weet, slaat die
jou dood. En zoo ga je maar verder, met
drinken en opscheppen, vechten, dan in de
gevangenis, dan er weer uit; tot je je doods
bed vindt, ergens langs den weg in een grep
pel."
„Geef me tien jaar, dan zal ik het einde
met vreugd, zien komen."
Rogue begon te lachen. „Misschien heb je
gelijk. Kan zijn, dat er niets beters te ver
wachten is."
„Jouw manier geeft dat zeker niet. Ouwe
James Coffey rond commandeeren, „over den
zak springen" met Juüe en aan het eind rond-
sukkelen van je ouderdomsrente."
„Laat mij ook eens opbiechten, Shamus Og.
Als je mijn meening over het vrouwvolk wilt
weten, dan kan ik je die in een paar woorden
geven. Ze kunnen met z'n allen naar de
maan loopen."
„Daar zeg ik amen op."
„Maar je meent het niet!"
„God zal me bijstaan..."
,,Jy' spreekt alleen maar zoo, omdat je het
land hebt."
„En jij dan?" gaf de ander terug. „Heeft
Julie jou ook den kop op hol gemaakt?"
Shamus Og nam van terzijde Rogue met
achterdochtige en dreigende blik op en Rogue
zweeg. Hij kende den hartstocht in Shamus
Og's hart, hij had in Julie's hals dien ader
zien kloppen. Hij kwam tot een besluit,
hoewel het hem tot in het diepst van zijn
hart pijn deed.
(Wordt vervolgd.)