DE LAMP EU ©I VERBODEN STAD s i TARZAN a i Stalin's strijd om de heerschappij Japan keft geen rassen-vooroordeel Vliegtuigen werpen torpedo's en leggen mijnen Radioprogramma in de Woestijn DOOR j EDGAR RICL. BURROUGHS 53. „Als U onze levens wilt sparen," bepleitte Atan Thome, „dan zal U waardevolle in lichtingen geven - inlichtingen, die Uw stad zullen bewaren voor algehele vernietiging". Atka kon niet bedenken, wat voor gevaar haar stad bedreigde, doch haar nieuwsgierig heid was gewekt. Zij knikte toestemmend en de ogen van Atan Thome begonnen verheugd te schitteren. „Er is een sterk leger op weg hierheen om den „Vader der diamanten" te stelen, want men vermoedt, dat deze zich in Uw bezit bevindt. De aanvoerder is de mach tige krijger Tarzan. Hij is mijn vyand en Uw vijand, Majesteit." Atka glimlachte. „U kunt beiden in Athair blijven", zei ze, „doch niet buiten de wallen komen. Het volk van Tho- bos, aan de andere kant van het meer is onze vyand; het zou U slecht vergaan in hun han den. Ook moogt gij niet trachten in dat ge deelte van de stad te komen, waar de gehei men van Athair worden bewaard." Terwijl Atan Thome en Lal Taask de troonzaal verlieten, riep de koningin een van haar kapi teins bij zich. „Verzamel een sterk leger om U heen en zorg er voor, dat de vijand niet bjj de stad komt. En let vooral op hun aanvoer der. Tarzan. Neem hem gevangen, of dood hem; maar laat hem niet ontsnappen!" BOTSING TUSSCHEN KREMLIN EN WEERMACHT ONVERMIJDELIJK? VREES VOOR EEN NIEUWEN „ROODEN NAPOLEON". (Particuliere brief uit Moskou). Door absoluut betrouwbare infor maties uit het Krepilin zelf is het geheim, dat zoo lang den plotse- lingen val van den „Rooden Napo leon", zooals zijn vrienden en de internationale pers hem gaarne noemden, van wijlen maarschalk Toesjatsjewski, omgaf, reeds lang ontraadseld. Een dergelijk geheim bestaat hier voor niemand meer. Desondanks heeft de aangelegen heid eigenaardig genoeg niet aan spanning ingeboet. Een ieder weet, dat zij niet ten einde is. Want niet om sabotage, om spionnage ging het bij het sensationeele proces, hoe wel de dagvaarding en het vonnis het beweerden. Dat geloofde men hier reeds in Juni 1937 niet. Daarvoor waren immers de gevolgen vee)w te ingrijpend. Intusschen is. men ecmer zeer goed op de hoogte geraakt. Men had te doen met een uitstekend voor bereiden militairen opstand, waarbij de op perbevelhebbers van de belangrijkste doe len van de weermacht en de belangrijk- deelen van de weermacht en de belangrijk ste militaire districten betrokken waren. Misschien ging het zelfs om het bolsjewis me als principe, zooals sommigen reeds zeggen te weten. Enkel en alleen daarom zou het dan te verklaren zijn, dat het aantal slachtoffers uit het officierencorps, dat de waarschijnlijk zeer goed ingelichte Fransche generaal Raratier eenige weken geleden in den „Temps" op 30.000 schatte, zoo enorm groot kon worden. Het ging om zijn of niet-zljn. Den „rooden tsaar" en zijn vrienden ging het om het door den opstand van den „rooden Napoleon" bedreigde zelfbe houd. Voor hen, die met Stalin op het 'oogenblik het bolsjewistische systeem be lichamen, ging het om zijn of niet-zijn. De kleinste nalatigheid bij de liquidatie van hun vijanden kon htm zelf den dood bren gen. Daarom ging men bij deze „oprui ming" liever grondig te werk, zelfs indien men daarbij op den koop toe moest nemen, dat, naar de laatste gebeurtenissen in Eu ropa en het Verre Oosten bewezen heb ben, de militaire macht van de Sovjet-Unie aanzienlijk verminderde. DE „ROODE TSAAR". Het onbetrouwbare leger. Naar -wij op het oogenblik zeer nauwkeu rig weten, gingen de eerste voorbereidingen van den „rooden Napoleon" tot het jaar 1935 terug. Twee jaren lang bleven zij geheim, wijl de sympathieën hier alsmede in den ge- heelen Sovjetstaat in hooge mate aan de zijde der opstandelingen stonden. Zonder het verraad van den bij do Panische schan daal-af faiires Koetjepow en Millor zoo nauw betrokken generaal Skoblin ware de opstand waarschijnlijk in Mei 1937 voltrok ken en tamelijk goed gelukt. Indertijd was de geheele weermacht reeds lang niet meer betrouwbaar in .den zin van Stalin en zijn vrienden. Niet slechts tjict officiers-, maar ook het onderofficierskorps was in grooten omvang voor den opstand gewonnen. De hier bijna maandelijks bin nenkomende berichten over muiterij en po gingen tot opstand in verschillende garni zoenen en groot ere militaire districten too- nen aan, hoe moeilijk het voor het Krem- lin is, ondanks een zoo buitengewoon ri- eoreus ingrijpen, de gevolgen van de poging tot een staatsgreep, die hier nog steeds het gesprek van den dag vormt, te overwinnen. Opstand blijft mogelijk. Inderdaad is het hier op het oogenblik de groote vraag, of de ontdekking van Toesjatsjewski's samenzwering niet slechts een uitstel van de afrekening dor weer macht met het Kremlin heeft bcteekend. Bij de beide grootere militaire onlusten, die in den loop van de laatst drie maanden in Wit-Rusland en in het. militaire district van Kiew plaatsvonden, ging het, naar men hier vertelt, om de onderdrukking van in verzet gekomen soldatcnmassa's, die. naar men fluistert, ook na de vorige mislukking den moed niet hebben opgegeven, maar slechts op verdere signalen wachten. Een leider ontbreekt nog. Klaarblijkelijk ontbreekt het op hot oogen blik nog aan een leider, die de massa's in beweging kan brengen. Natuurlijk heeft het Kremlin alle mogelijke voorzorgsmaat regelen getroffen, om het opduiken van een dergclijken leider tot eiken prijs te ver hinderen. Maar de vrees voor een nieuwen „rooden Napolon" die uit de kringen der soldaten zou kunnen opstaan, is het juist, die deze zoo gevreesde ontwikkeling nog slechts bespoedigt. Algemeen politiek gezien beteekent deze innerlijke onzekerheid onge twijfeld een zwakte op bijna alle fronten te genovcr het buitenland en dit blijft natuur lijk ook in hot binnenland niet zonder ge volgen. In de uitgestrekte gebieden van de Sovjet-Unie, waar de Groot-Russen slechts een zich in de minderheid bevinden de klasse van heerschers vormen, van Wit- Rusland en de Oekraine via den Kaukasus naar Turkestan, ontstaat een geest van verzet, dien men in Moskou zoo mogelijk nog meer vreest dan de eventueele botsing tusschcn het Kremlin en de weermacht. Het bedrag van de kinderbijslag Ongeveer 3 pet. van het loon. In aansluiting aan het uittreksel uit de memorie van toelichting tot het wetsont werp houdende regelen inzake kinderbij slagverzekering, dat wij gisteren plaatsten, dient nog te worden gemeld, dat krachtens art. 25 van het ontwerp de kinderbijslag per arbeidsdag zal bedragen f 0.10, f 0.15, f 0.20 of f 0.25, zulks naar gelang van de hoogte van het loon van den arbeider. Ge middeld komt een kinderbijslag neer op ongeveer 3 pet. van het verdiende loon. Buitenlandsche berichten weer sproken. De „Japan Times" spreekt categorisch de berichten in de buitenlandsche pers tegen, volgens welke Japan een begin zou hebben gemaakt met antisemietische maatregelen na de afsluiting van het cultureele verdrag met Duitschland. De „Japan Times" nu wijdt een hoofdarti kel aan het rassenvi'aagstuk, zeggende, dat het buitenlandsche publiek naar het schijnt in gebreke blijft den aard van de nationale structuur van Japan te begrijpen. Het was Japan, dat het eerst optrad als kampioen voor de zaak der gelijkheid der rassen op de vredesconferentie te Parijs na den wereld oorlog. De Japansche nationale en traditio- neelc belijdenis gaat uit naar vernietiging van het rassenvooroordeel. Derhalve is het ondenkbaar, dat Japan op economisch of op cultureel gebied, een politiek van ras senonderscheid zou opleggen. Het blad besluit zijn artikel als volgt: „Er moge voldoende reden zijn voor het Derde Rijk en Italië om hun anti-Joodsche maat regelen uit te voeren op grond van de ge voelde accute noodzakelijkheid om opkomst en groei van het ras tot stand te brengen, voor zoover Japan echter betreft in deze kwestie, gelooven wij, dat het verstandig behoort op te treden volgens zijn nationale geloof en overtuiging, onafhankelijk van wat andere staten zouden kunnen doen", Onthullingen over Duitsch-maxi- tieme plannen. De marinemedewerker van de Daily Tele- graph and Morning Post, Hector C. By- water, wijst er in genoemd blad op, dat in de editie voor 1939 van het officieele jaar boek der Duitsche marine, „Nauticus", bij zonderheden onthuld worden over nieuwe vlootwapens, welke tot dusverre buiten dienetkringen onbekend waren gebleven. Onthuld wordt, dat sommige typen vlieg tuigen uitgerust zijn voor het loggen van mijnen. De mijnen worden door de toestel len van geringe hoogte in zee geworpen, doch er zijn ook vliegtuigen, die zijn uit gerust voor het leggen van mijnen wan neer zij op het water zijn neergestreken. Het bestaan dezer toestellen was in Brit- sche dienst kringen bekend men acht ze een geweldige bedreiging voor in formatie varende oorlogsschepen en geconvoyeerde koopvaardijschepen. Bommen, die pantserplaten kan nen doorboren. Voorts worden in het jaarboek bijzonderhe den gegeven betrefende torpedo's, die ge bruikt worden door vliegtuigen. Deze tor pedo's worden in het water geworpen van hoogten van zes en vijftien meter. Hun ra dius Ixedraagt 198 K.M. met een snelheid van 45 knoopen. Bij alle moderne torpedo's zijn stuurin richtingen aangebracht, welke ze in rechte lijn, zigzag of in een spiraal kunnen stu ren. Er zijn vijf soorten vliegtuigbommen uitgewerkt voor gebruik op »zee. De klein ste weegt ongeveer 10 Kg. en heeft ten doel slachtoffers onder scheepsbemanningen te maken. Voorts zijn er bommen met, een ge wicht, varieerende van 50 tot 500 Kg., bommen, die pantserplaten kunnen door boren, gas- en fosforbomimen en bommen, die voor duikboot en bestemd zijn. Laatstge noemde bommen zijn aldus geconstrueerd, dat zij op een diepte van 15 M. tot ontplof fing komen. ïPxfiaaUen Cccilia Colledge behoudt haar titel Ook dit jaar zijn de wedstrijden in het kunstrijden voor de Engelsche kampioen schappen in het Wembleystadion te Lon den gehouden. Bij de damies is Cecilia Colledge met 1887,5 punt weer Engelsch kampioene geworden vóór haar oude rivale Megan Tavlor (1S3S.5 punt). Derde is Daphe Walker met 1778,6 punt. VRIJDAG 16 DECEMBER 1938. Hilversum I, 1875 en 415,5 m. Algemeen programma, verzorgd door de NCRV. 8.00 Schriftlezing en meditatie. 8.15 Berichten, gramofoonmuziek. (9.309.45 Gelukwenschey). 10.30 Morgendienst. 11.20 Cellovoordracht met pianobegeleiding en gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12.15 Zang met pianobegeleiding en gramo foonmuziek. I.30 „Quintclia" en gramofoonmuziek. 2.002.55 Christ. Lectuur. 3.00 Vervolg concert en gramofoonmuziek. 4.00 Gramofoonmuziek. 4.15 Zang met pianobegeleiding en gramofoon muziek. 6.30 Berichten, hierna: Causerie voor tuinlief- hebbers. 7.00 Berichten. 7.15 Literaire causerie. 8.00 Berichten ANP,, herhaling SOS-Berichten 8.15 De Koninklijke Zangvereeniging „Excel sior", het Residentie-orkest en solisten. 9.40 Causerie „Gave en opgave: „Christus be komt, bekeert U!" 10.05 Berichten ANP. 10.10 Herdenking van „De Groote Trek" (o.a. toespraak door Minister Colyn). II.50—12.00 Schriftlezing. Hilversum n, 301,5 m. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO 4.00 VARA. 7.80 VPRO. 9.00 VARA- 10.40 VPRO. 11.00—12.00 VARA. 8.00 Gramofoonmuziek. 8.05 Esmeralda (Ca. 8.16 Berichten). 8.30 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwyding. 11.00 Declamatie. 11.20 VARA-orkest. 12.00 De Palladians. (Ca. 12.15 Berichten). 12.45 Gramofoonmuziek. I.15 AVRO-Amusementsorkest. 2.00 Het Lyra-Trio. 2.40 Modepraatje. 3.00 Variété-programma, 4.30 Orgelspel. 5.00 Voor de kinderen. 5.30 Gramofoonmuziek. 6.00 De Ramblers. 6.28 Berichten. 6.35 Letterkundig overzicht. 6.50 Gramofoonmuziek. 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Causerie „Nog enkele Fransche caricatu- risten. 7.23 Berichten ANP. 7.30 Toespraak over Weldadigheidspostzegels. 7.35 Causerie „"Vat en hoe gelooven wy 8.00 Cello en piano. 8.40 Causerie „Advent en Kerstmis in Zwitser land". 9.00 VARA-Strijkorkest en soliste. 9.45 Declamatie. 10.00 Fantasia. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Avondwyding. II.00 Pianoduetten. 11 5512.00 Gramofoonmuziek. Feuilleton door Ethel M. Dell „Hebben de vrouwen zich tegenover haar niet behoorlijk gedragen?" Monck vroeg dit op afgebeten toon, alsof het onderwerp hem onaangenaam was. Tommy keek hem by het licht der sterren aan... „Je weet hoe ze zijn!" zei Tommy kortaf. „Als lady Harriet het voorbeeld geeft, maken ze iedereen af. Ze heeft Stella van het begin af met schele oogen aangekeken en de rest heeft natuurlijk haar voorbeeld gevolgd. Alleen mevrouw Ralston heeft haar vrien delijk bejegend, maar natuurlijk, dat is niemand! Iedereen heeft wat op haar aan te merken, alsof," en hij wond zich op. „Stella niet evengoed was als de beste van haar en nog beter! Welk recht hebben ze om haar te beschouwen als een maatschappelijk minder waardige, alleen omdat ze uit zichzelf naar me toe gekomen is. 't Is gemeen, 't Is schan delijk! Wat kon ze anders gedaan hebben?" ,,'t Schijnt verstandig uit het oogpunt van een man," zei Monck. ,,'t Wèts verstandig, 't was het eenige wat ze doen kon en daarom trekken ze de schouders voor haar op en verklaren haar praktisch dood! Wat heeft ze hun gedaan? Welk recht hebben ze haar zoo te behande len?" Tommy's stem klonk verontwaardigd. „Ik zal 't je zeggen, als je dat weten wilt." zei Monck plotseling. „Dat troepje meent het recht. U^hAhhan_ecn buitenstaander het leven onaangenaam te maken en dat zal je zuster altijd blijven, getrouwd of ongetrouwd. Later zullen ze misschien voor haar kruipen, want Dacre is tegen die vrouwen opgewassen, maar in haar hart zullen ze haar altijd haten, want weet je, ze is mooi." „Is ze?" vroeg Tommy verwonderd, „ja weet je, daar heb ik nooit over gedacht." Monck lachte koud en hatelijk. „Juist, maar Dacre wel en meer anderen ook." „Laat Dacre maar den drommel loopen!" Tommy werd weer ongewonden. „Ik haat dien kerel. Hij gedraagt zich alsof hij een gunst bewees. Toen hy vanavond dien speech afstak, had ik hem wel mijn glas naar 't hoofd kun nen gooien!" „Zulke dingen moet je niet doen," zei Monck afkeurend, „je bent nog wel jong, maar de school jongenstijd ben je toch te boven. Vrouwen hebben meer op met Dacre dan de mannen en als je zuster op hem verliefd is, dan is ze toch wel, wat dat betreft, de eenige van de vrouwen hier op dezen post." „Dat is juist het lamme van 't geval," viel Tommy uit. „Hij maakt zijn hof aan iedere vrouw die hij ontmoet." Ze waren nu bij een dichtbeschaduwd erf ge komen, dat zich enkele meters langs den stof- figen weg uitstrekte. Een zacht dwarrel- windje speelde door de struiken en de bungalow die daartusschen was gelegen, kon men by het licht der sterren slechts flauw onderscheiden, 't Was een houten gebouw met een veranda, waarheen een paar treden leidden. Uit een van de kamers wierp een lamp met rooden kap een rosachtigen schijn in den duisteren nacht. Het scheen juist op Tommy's gelaat toen hij stilstond, een gelaat, waarop angst en verdriet te lezen stond. „Je kunt toch wel even binnenkomen," zei hij .„Ze is natuurlijk met alles klaar. Kom binnen en drink nog wat!" Monck stond stil. Zijn gezicht was in de •"chaduw. hij scheen iets met zichzelf niet eens te zijn. Eindelijk zei hy: „Ja, dat is goed, een oogenblikje. Maar luister eens, Tommy, laat je zuster zelfs niet vermoeden dat je mij in je vertrouwen hebt genomen. Ik geloof niet, dat ze dat prettig zou vinden. Houd je taai, kerel, en zie er niet uit als een, die onder huiselijke zorgen gebukt gaat. Ze is waarschijnlijk best in staat om op zichzelf te passen, zooals de rest. Hij klopte den jongen vriendelijk op den schouder terwijl ze samen het pad afliepen, het roode licht tegemoet. „Je bent geloof ik zoo'n beetje een vrouwen hater, hé? zei Tommy en Monck lachte kort en eenigszins bitter, maar gaf geen antwoord. HOOFDSTUK II. De gevangene voor de balie. In de kamer met den rooden kap zat Stella Denvers te wachten. De roode gloed gaf aan haar bruin haar een prachtigen koper gloed. Ze boog zich over de lange, witte hand schoenen die zij bezig was over haar polsen te trekken; haar gelaat, hoewel bleek, was buitengewoon levendig, haar trekken fyn en aristocratisch, haar lippen welgevormd en zuiver. Toen ze voetstappen hoorde bij het raam, kook zc op en haar schitterende oogen. onder de fraai gevormde wenkbrauwen, verleenden haar een buitengewone bekoorlijkheid. Ze was inderdaad, zooals Monck gezegd had, een mooie vrouw en had nog in hooge mate al het schitterende en wonderlijke, dat de jeugd eigen is. 't Was misschien niet zoo te verwonderen, dat de dames van het regiment Tommy's zus ter. die zoo plotseling tegen alle conventie in. in haar midden was verschenen, niet zoo en thousiast hadden welkom geheeten. Haar komst was geheel onverwacht geweest. Zelfs een verrassing voor Tommy, die, toen hij op zekeren dag van het polo-veld terugkeerde, haar. wachtende op hem. had aangetroffen in de woning, waarin hij met drie andere, nog jonggetrouwde officieren, was gehuisvest. Haar komst had den geheelen nost vr»*- *c£M baasd doen staan. Onder leiding van de vrouw van den kolo nel, lady Harriet Mansfield, hadden alle vrou wen van het regiment, met uitzondering van mevrouw Ralston, die niet meetelde, de mooie vreemdelinge in den ban gedaan en veroor deeld, die zoo overmoedig in hun midden was verschenen en zelfs de mooiste onder haar in de schaduw stelde. Niemand had genoegen genomen met Stel- la's eenvoudige verklaring, dat rij, toen ze meerderjarig was geworden en de beschikking kreeg over vijftig pond per jaar, besloten had haar verre bloedverwanten, die haar niet noo- dig hadden, te verlaten en naar Tommy te gaan, haar eenig naaste familielid. Ze was een indringster en als zoodanig besloot men haar te behandelen. Volgens lady Harriet, zou geen behoorlijk meisje er ooit aan gedacht hebben, zulk een buitengewonen stap te doen en zij dacht er niet aan, haar hare bescherming aan te bie den, waarvan ze bewezen had, dat ze er bui ten kon. Als mevrouw Ralston dat wilde doen, dan was dar haar zaak. Niemand zou zich iets aantrekken wanneer de doodgewone dokters- vrouw dat deed. Ze verheugde zich in het denkbeeld, dat alle andere dames te goed op gevoed waren, om maar dadelijk bereid te zijn zich te bemoeien met iemand, die zich zoo weinig aan conventie stoorde. Het eenige wat in haar voordeel sprak was, dat ze Tommy's zuster was. Tommy was een aardige jongen en om zijnentwil konden ze haar niet weren uit de kringen van het regi ment, maar op eenige meer intieme bijeen komst werd ze niet genoodigd en ook verwel komde niemand der dames haar in de club. Geheel anders was de houding der officieren van het regiment. Ze hadden haar met enthou siasme begroet, wat te meer opviel omdat ze zich in den regel van hun eigen dames eenigs zins op een afstand hielden en in minder dan geen tyd waren ze allen haar onderdanige dienaar. De officieren, die de bungalow met Tommy hadden gedeeld, maakten plaats voor haar als een koningin, welke huldebetooging ze ook als zoodanig aannam, waarbij ze ech ter altijd zichzelf bleef en soms zeer bemin nelijk was. Mevrouw Ralston zou haar, indien ze dat had verlangd, gaarne een tehuis hebben aan geboden, maar Stella was trotsch en wenschte van niemand gunsten te ontvangen. Zoo had ze alleen gestaan en onbeschermd temidden dergenen, die haar zoo hatelijk be oordeelden en niemand, zelfs Tommy niet,had kunnen vermoeden hoe diep de wond was, door hun slecht verholen vijandelijkheid geslagen. In de bitterheid haars harten hield ze dit voor de heele wereld verborgen en slechts haar broer en zyn ernstige, ietwat ongenaak bare kapitein, vermoedden er vaag het be staan van. Everard Monck was een van de weinige mannen, die niet voor haar knielden en lang zamerhand was ze gaan gelooven, dat deze man het eens was met de zwijgende, zijde- lingsche afkeuring der vrouwen. Zonderling genoeg trof dit haar meer en op een andere wijze, dan de onaangename bejegening van haar eigen sekse; misschien had het warme enthousiasme, dat Tommy voor dien man ge voelde, haar gevoeliger gemaakt voor zijn oor deel en mogelijk ook was ze maar al te ge neigd, om in zijn ernstige oogen afkeuring en veroordeeling te lezen. Maar wat ook de re den mocht zijn, ze zou er veel voor hebben overgehad, wanneer hij aan haar zijde had ge staan. Dat had voor haar eenige essentieels beteekenis. Maar Monck had nooit tot haar aanbidders behoord. Hij was nooit anders dan beleefd tegen haar maar volstrekt niet opval lend. Misschien had hy wel wat beters te doen. Hij ging langs haar heen op een afstand, koud en ongevoelig en ze zou nog meer ver baasd zijn geweest dan Tommy, als zij zich door hem als mooi had hooren beschrijven, zóó overtuigd was ze, dat hij in haar niets be koorlijks zag. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 7