DE LAMP
EU ©I
VERBODEN
STAD
s i
TARZAN
a i
Stalin's strijd om
de heerschappij
Japan keft geen
rassen-vooroordeel
Vliegtuigen werpen
torpedo's en leggen mijnen
Radioprogramma
in de Woestijn
DOOR
j EDGAR RICL.
BURROUGHS
53.
„Als U onze levens wilt sparen," bepleitte
Atan Thome, „dan zal U waardevolle in
lichtingen geven - inlichtingen, die Uw stad
zullen bewaren voor algehele vernietiging".
Atka kon niet bedenken, wat voor gevaar
haar stad bedreigde, doch haar nieuwsgierig
heid was gewekt. Zij knikte toestemmend en
de ogen van Atan Thome begonnen verheugd
te schitteren. „Er is een sterk leger op weg
hierheen om den „Vader der diamanten" te
stelen, want men vermoedt, dat deze zich in
Uw bezit bevindt. De aanvoerder is de mach
tige krijger Tarzan. Hij is mijn vyand en Uw
vijand, Majesteit." Atka glimlachte. „U kunt
beiden in Athair blijven", zei ze, „doch niet
buiten de wallen komen. Het volk van Tho-
bos, aan de andere kant van het meer is onze
vyand; het zou U slecht vergaan in hun han
den. Ook moogt gij niet trachten in dat ge
deelte van de stad te komen, waar de gehei
men van Athair worden bewaard." Terwijl
Atan Thome en Lal Taask de troonzaal
verlieten, riep de koningin een van haar kapi
teins bij zich. „Verzamel een sterk leger om U
heen en zorg er voor, dat de vijand niet bjj
de stad komt. En let vooral op hun aanvoer
der. Tarzan. Neem hem gevangen, of dood
hem; maar laat hem niet ontsnappen!"
BOTSING TUSSCHEN KREMLIN EN
WEERMACHT ONVERMIJDELIJK?
VREES VOOR EEN NIEUWEN
„ROODEN NAPOLEON".
(Particuliere brief uit Moskou).
Door absoluut betrouwbare infor
maties uit het Krepilin zelf is het
geheim, dat zoo lang den plotse-
lingen val van den „Rooden Napo
leon", zooals zijn vrienden en de
internationale pers hem gaarne
noemden, van wijlen maarschalk
Toesjatsjewski, omgaf, reeds lang
ontraadseld. Een dergelijk geheim
bestaat hier voor niemand meer.
Desondanks heeft de aangelegen
heid eigenaardig genoeg niet aan
spanning ingeboet. Een ieder weet,
dat zij niet ten einde is.
Want niet om sabotage, om spionnage
ging het bij het sensationeele proces, hoe
wel de dagvaarding en het vonnis het
beweerden. Dat geloofde men hier reeds in
Juni 1937 niet. Daarvoor waren immers de
gevolgen vee)w te ingrijpend. Intusschen is.
men ecmer zeer goed op de hoogte geraakt.
Men had te doen met een uitstekend voor
bereiden militairen opstand, waarbij de op
perbevelhebbers van de belangrijkste doe
len van de weermacht en de belangrijk-
deelen van de weermacht en de belangrijk
ste militaire districten betrokken waren.
Misschien ging het zelfs om het bolsjewis
me als principe, zooals sommigen reeds
zeggen te weten. Enkel en alleen daarom
zou het dan te verklaren zijn, dat het
aantal slachtoffers uit het officierencorps,
dat de waarschijnlijk zeer goed ingelichte
Fransche generaal Raratier eenige weken
geleden in den „Temps" op 30.000 schatte,
zoo enorm groot kon worden.
Het ging om zijn of niet-zljn.
Den „rooden tsaar" en zijn vrienden
ging het om het door den opstand van
den „rooden Napoleon" bedreigde zelfbe
houd. Voor hen, die met Stalin op het
'oogenblik het bolsjewistische systeem be
lichamen, ging het om zijn of niet-zijn. De
kleinste nalatigheid bij de liquidatie van
hun vijanden kon htm zelf den dood bren
gen. Daarom ging men bij deze „oprui
ming" liever grondig te werk, zelfs indien
men daarbij op den koop toe moest nemen,
dat, naar de laatste gebeurtenissen in Eu
ropa en het Verre Oosten bewezen heb
ben, de militaire macht van de Sovjet-Unie
aanzienlijk verminderde.
DE „ROODE TSAAR".
Het onbetrouwbare leger.
Naar -wij op het oogenblik zeer nauwkeu
rig weten, gingen de eerste voorbereidingen
van den „rooden Napoleon" tot het jaar 1935
terug. Twee jaren lang bleven zij geheim,
wijl de sympathieën hier alsmede in den ge-
heelen Sovjetstaat in hooge mate aan de
zijde der opstandelingen stonden. Zonder
het verraad van den bij do Panische schan
daal-af faiires Koetjepow en Millor zoo
nauw betrokken generaal Skoblin ware de
opstand waarschijnlijk in Mei 1937 voltrok
ken en tamelijk goed gelukt.
Indertijd was de geheele weermacht reeds
lang niet meer betrouwbaar in .den zin van
Stalin en zijn vrienden. Niet slechts tjict
officiers-, maar ook het onderofficierskorps
was in grooten omvang voor den opstand
gewonnen. De hier bijna maandelijks bin
nenkomende berichten over muiterij en po
gingen tot opstand in verschillende garni
zoenen en groot ere militaire districten too-
nen aan, hoe moeilijk het voor het Krem-
lin is, ondanks een zoo buitengewoon ri-
eoreus ingrijpen, de gevolgen van de poging
tot een staatsgreep, die hier nog steeds het
gesprek van den dag vormt, te overwinnen.
Opstand blijft mogelijk.
Inderdaad is het hier op het oogenblik
de groote vraag, of de ontdekking van
Toesjatsjewski's samenzwering niet slechts
een uitstel van de afrekening dor weer
macht met het Kremlin heeft bcteekend. Bij
de beide grootere militaire onlusten, die
in den loop van de laatst drie maanden in
Wit-Rusland en in het. militaire district van
Kiew plaatsvonden, ging het, naar men
hier vertelt, om de onderdrukking van in
verzet gekomen soldatcnmassa's, die. naar
men fluistert, ook na de vorige mislukking
den moed niet hebben opgegeven, maar
slechts op verdere signalen wachten.
Een leider ontbreekt nog.
Klaarblijkelijk ontbreekt het op hot oogen
blik nog aan een leider, die de massa's in
beweging kan brengen. Natuurlijk heeft
het Kremlin alle mogelijke voorzorgsmaat
regelen getroffen, om het opduiken van
een dergclijken leider tot eiken prijs te ver
hinderen. Maar de vrees voor een nieuwen
„rooden Napolon" die uit de kringen der
soldaten zou kunnen opstaan, is het juist,
die deze zoo gevreesde ontwikkeling nog
slechts bespoedigt. Algemeen politiek gezien
beteekent deze innerlijke onzekerheid onge
twijfeld een zwakte op bijna alle fronten te
genovcr het buitenland en dit blijft natuur
lijk ook in hot binnenland niet zonder ge
volgen. In de uitgestrekte gebieden van
de Sovjet-Unie, waar de Groot-Russen
slechts een zich in de minderheid bevinden
de klasse van heerschers vormen, van Wit-
Rusland en de Oekraine via den Kaukasus
naar Turkestan, ontstaat een geest van
verzet, dien men in Moskou zoo mogelijk
nog meer vreest dan de eventueele botsing
tusschcn het Kremlin en de weermacht.
Het bedrag van de kinderbijslag
Ongeveer 3 pet. van het loon.
In aansluiting aan het uittreksel uit de
memorie van toelichting tot het wetsont
werp houdende regelen inzake kinderbij
slagverzekering, dat wij gisteren plaatsten,
dient nog te worden gemeld, dat krachtens
art. 25 van het ontwerp de kinderbijslag
per arbeidsdag zal bedragen f 0.10, f 0.15,
f 0.20 of f 0.25, zulks naar gelang van de
hoogte van het loon van den arbeider. Ge
middeld komt een kinderbijslag neer op
ongeveer 3 pet. van het verdiende loon.
Buitenlandsche berichten weer
sproken.
De „Japan Times" spreekt categorisch de
berichten in de buitenlandsche pers tegen,
volgens welke Japan een begin zou hebben
gemaakt met antisemietische maatregelen na
de afsluiting van het cultureele verdrag met
Duitschland.
De „Japan Times" nu wijdt een hoofdarti
kel aan het rassenvi'aagstuk, zeggende, dat
het buitenlandsche publiek naar het schijnt
in gebreke blijft den aard van de nationale
structuur van Japan te begrijpen. Het was
Japan, dat het eerst optrad als kampioen
voor de zaak der gelijkheid der rassen op de
vredesconferentie te Parijs na den wereld
oorlog. De Japansche nationale en traditio-
neelc belijdenis gaat uit naar vernietiging
van het rassenvooroordeel. Derhalve is het
ondenkbaar, dat Japan op economisch of
op cultureel gebied, een politiek van ras
senonderscheid zou opleggen.
Het blad besluit zijn artikel als volgt: „Er
moge voldoende reden zijn voor het Derde
Rijk en Italië om hun anti-Joodsche maat
regelen uit te voeren op grond van de ge
voelde accute noodzakelijkheid om opkomst
en groei van het ras tot stand te brengen,
voor zoover Japan echter betreft in deze
kwestie, gelooven wij, dat het verstandig
behoort op te treden volgens zijn nationale
geloof en overtuiging, onafhankelijk van
wat andere staten zouden kunnen doen",
Onthullingen over Duitsch-maxi-
tieme plannen.
De marinemedewerker van de Daily Tele-
graph and Morning Post, Hector C. By-
water, wijst er in genoemd blad op, dat in
de editie voor 1939 van het officieele jaar
boek der Duitsche marine, „Nauticus", bij
zonderheden onthuld worden over nieuwe
vlootwapens, welke tot dusverre buiten
dienetkringen onbekend waren gebleven.
Onthuld wordt, dat sommige typen vlieg
tuigen uitgerust zijn voor het loggen van
mijnen. De mijnen worden door de toestel
len van geringe hoogte in zee geworpen,
doch er zijn ook vliegtuigen, die zijn uit
gerust voor het leggen van mijnen wan
neer zij op het water zijn neergestreken.
Het bestaan dezer toestellen was in Brit-
sche dienst kringen bekend men acht ze
een geweldige bedreiging voor in formatie
varende oorlogsschepen en geconvoyeerde
koopvaardijschepen.
Bommen, die pantserplaten kan
nen doorboren.
Voorts worden in het jaarboek bijzonderhe
den gegeven betrefende torpedo's, die ge
bruikt worden door vliegtuigen. Deze tor
pedo's worden in het water geworpen van
hoogten van zes en vijftien meter. Hun ra
dius Ixedraagt 198 K.M. met een snelheid
van 45 knoopen.
Bij alle moderne torpedo's zijn stuurin
richtingen aangebracht, welke ze in rechte
lijn, zigzag of in een spiraal kunnen stu
ren. Er zijn vijf soorten vliegtuigbommen
uitgewerkt voor gebruik op »zee. De klein
ste weegt ongeveer 10 Kg. en heeft ten doel
slachtoffers onder scheepsbemanningen te
maken. Voorts zijn er bommen met, een ge
wicht, varieerende van 50 tot 500 Kg.,
bommen, die pantserplaten kunnen door
boren, gas- en fosforbomimen en bommen,
die voor duikboot en bestemd zijn. Laatstge
noemde bommen zijn aldus geconstrueerd,
dat zij op een diepte van 15 M. tot ontplof
fing komen.
ïPxfiaaUen
Cccilia Colledge behoudt
haar titel
Ook dit jaar zijn de wedstrijden in het
kunstrijden voor de Engelsche kampioen
schappen in het Wembleystadion te Lon
den gehouden.
Bij de damies is Cecilia Colledge met 1887,5
punt weer Engelsch kampioene geworden
vóór haar oude rivale Megan Tavlor
(1S3S.5 punt). Derde is Daphe Walker met
1778,6 punt.
VRIJDAG 16 DECEMBER 1938.
Hilversum I, 1875 en 415,5 m.
Algemeen programma, verzorgd door de
NCRV.
8.00 Schriftlezing en meditatie.
8.15 Berichten, gramofoonmuziek.
(9.309.45 Gelukwenschey).
10.30 Morgendienst.
11.20 Cellovoordracht met pianobegeleiding
en gramofoonmuziek.
12.00 Berichten.
12.15 Zang met pianobegeleiding en gramo
foonmuziek.
I.30 „Quintclia" en gramofoonmuziek.
2.002.55 Christ. Lectuur.
3.00 Vervolg concert en gramofoonmuziek.
4.00 Gramofoonmuziek.
4.15 Zang met pianobegeleiding en gramofoon
muziek.
6.30 Berichten, hierna: Causerie voor tuinlief-
hebbers.
7.00 Berichten.
7.15 Literaire causerie.
8.00 Berichten ANP,, herhaling SOS-Berichten
8.15 De Koninklijke Zangvereeniging „Excel
sior", het Residentie-orkest en solisten.
9.40 Causerie „Gave en opgave: „Christus be
komt, bekeert U!"
10.05 Berichten ANP.
10.10 Herdenking van „De Groote Trek" (o.a.
toespraak door Minister Colyn).
II.50—12.00 Schriftlezing.
Hilversum n, 301,5 m.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00
AVRO 4.00 VARA. 7.80 VPRO. 9.00 VARA-
10.40 VPRO. 11.00—12.00 VARA.
8.00 Gramofoonmuziek.
8.05 Esmeralda (Ca. 8.16 Berichten).
8.30 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwyding.
11.00 Declamatie.
11.20 VARA-orkest.
12.00 De Palladians. (Ca. 12.15 Berichten).
12.45 Gramofoonmuziek.
I.15 AVRO-Amusementsorkest.
2.00 Het Lyra-Trio.
2.40 Modepraatje.
3.00 Variété-programma,
4.30 Orgelspel.
5.00 Voor de kinderen.
5.30 Gramofoonmuziek.
6.00 De Ramblers.
6.28 Berichten.
6.35 Letterkundig overzicht.
6.50 Gramofoonmuziek.
7.00 VARA-Kalender.
7.05 Causerie „Nog enkele Fransche caricatu-
risten.
7.23 Berichten ANP.
7.30 Toespraak over Weldadigheidspostzegels.
7.35 Causerie „"Vat en hoe gelooven wy
8.00 Cello en piano.
8.40 Causerie „Advent en Kerstmis in Zwitser
land".
9.00 VARA-Strijkorkest en soliste.
9.45 Declamatie.
10.00 Fantasia.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Avondwyding.
II.00 Pianoduetten.
11 5512.00 Gramofoonmuziek.
Feuilleton
door Ethel M. Dell
„Hebben de vrouwen zich tegenover haar
niet behoorlijk gedragen?" Monck vroeg dit
op afgebeten toon, alsof het onderwerp hem
onaangenaam was.
Tommy keek hem by het licht der sterren
aan... „Je weet hoe ze zijn!" zei Tommy
kortaf. „Als lady Harriet het voorbeeld geeft,
maken ze iedereen af. Ze heeft Stella van het
begin af met schele oogen aangekeken en de
rest heeft natuurlijk haar voorbeeld gevolgd.
Alleen mevrouw Ralston heeft haar vrien
delijk bejegend, maar natuurlijk, dat is
niemand! Iedereen heeft wat op haar aan te
merken, alsof," en hij wond zich op. „Stella
niet evengoed was als de beste van haar en
nog beter! Welk recht hebben ze om haar te
beschouwen als een maatschappelijk minder
waardige, alleen omdat ze uit zichzelf naar
me toe gekomen is. 't Is gemeen, 't Is schan
delijk! Wat kon ze anders gedaan hebben?"
,,'t Schijnt verstandig uit het oogpunt van
een man," zei Monck.
,,'t Wèts verstandig, 't was het eenige wat
ze doen kon en daarom trekken ze de
schouders voor haar op en verklaren haar
praktisch dood! Wat heeft ze hun gedaan?
Welk recht hebben ze haar zoo te behande
len?" Tommy's stem klonk verontwaardigd.
„Ik zal 't je zeggen, als je dat weten wilt."
zei Monck plotseling. „Dat troepje meent het
recht. U^hAhhan_ecn buitenstaander het leven
onaangenaam te maken en dat zal je zuster
altijd blijven, getrouwd of ongetrouwd. Later
zullen ze misschien voor haar kruipen, want
Dacre is tegen die vrouwen opgewassen, maar
in haar hart zullen ze haar altijd haten, want
weet je, ze is mooi."
„Is ze?" vroeg Tommy verwonderd, „ja
weet je, daar heb ik nooit over gedacht."
Monck lachte koud en hatelijk. „Juist, maar
Dacre wel en meer anderen ook."
„Laat Dacre maar den drommel loopen!"
Tommy werd weer ongewonden. „Ik haat dien
kerel. Hij gedraagt zich alsof hij een gunst
bewees. Toen hy vanavond dien speech afstak,
had ik hem wel mijn glas naar 't hoofd kun
nen gooien!"
„Zulke dingen moet je niet doen," zei
Monck afkeurend, „je bent nog wel jong, maar
de school jongenstijd ben je toch te boven.
Vrouwen hebben meer op met Dacre dan de
mannen en als je zuster op hem verliefd is,
dan is ze toch wel, wat dat betreft, de eenige
van de vrouwen hier op dezen post."
„Dat is juist het lamme van 't geval," viel
Tommy uit. „Hij maakt zijn hof aan iedere
vrouw die hij ontmoet."
Ze waren nu bij een dichtbeschaduwd erf ge
komen, dat zich enkele meters langs den stof-
figen weg uitstrekte. Een zacht dwarrel-
windje speelde door de struiken en de
bungalow die daartusschen was gelegen, kon
men by het licht der sterren slechts flauw
onderscheiden, 't Was een houten gebouw met
een veranda, waarheen een paar treden
leidden.
Uit een van de kamers wierp een lamp met
rooden kap een rosachtigen schijn in den
duisteren nacht. Het scheen juist op Tommy's
gelaat toen hij stilstond, een gelaat, waarop
angst en verdriet te lezen stond.
„Je kunt toch wel even binnenkomen," zei
hij .„Ze is natuurlijk met alles klaar. Kom
binnen en drink nog wat!"
Monck stond stil. Zijn gezicht was in de
•"chaduw. hij scheen iets met zichzelf niet eens
te zijn. Eindelijk zei hy:
„Ja, dat is goed, een oogenblikje. Maar
luister eens, Tommy, laat je zuster zelfs niet
vermoeden dat je mij in je vertrouwen hebt
genomen. Ik geloof niet, dat ze dat prettig
zou vinden. Houd je taai, kerel, en zie er niet
uit als een, die onder huiselijke zorgen gebukt
gaat. Ze is waarschijnlijk best in staat om op
zichzelf te passen, zooals de rest.
Hij klopte den jongen vriendelijk op den
schouder terwijl ze samen het pad afliepen,
het roode licht tegemoet.
„Je bent geloof ik zoo'n beetje een vrouwen
hater, hé? zei Tommy en Monck lachte kort
en eenigszins bitter, maar gaf geen antwoord.
HOOFDSTUK II.
De gevangene voor de balie.
In de kamer met den rooden kap zat Stella
Denvers te wachten. De roode gloed gaf aan
haar bruin haar een prachtigen koper gloed.
Ze boog zich over de lange, witte hand
schoenen die zij bezig was over haar polsen te
trekken; haar gelaat, hoewel bleek, was
buitengewoon levendig, haar trekken fyn en
aristocratisch, haar lippen welgevormd en
zuiver.
Toen ze voetstappen hoorde bij het raam,
kook zc op en haar schitterende oogen. onder
de fraai gevormde wenkbrauwen, verleenden
haar een buitengewone bekoorlijkheid.
Ze was inderdaad, zooals Monck gezegd
had, een mooie vrouw en had nog in hooge
mate al het schitterende en wonderlijke, dat
de jeugd eigen is.
't Was misschien niet zoo te verwonderen,
dat de dames van het regiment Tommy's zus
ter. die zoo plotseling tegen alle conventie in.
in haar midden was verschenen, niet zoo en
thousiast hadden welkom geheeten. Haar
komst was geheel onverwacht geweest. Zelfs
een verrassing voor Tommy, die, toen hij op
zekeren dag van het polo-veld terugkeerde,
haar. wachtende op hem. had aangetroffen in
de woning, waarin hij met drie andere, nog
jonggetrouwde officieren, was gehuisvest.
Haar komst had den geheelen nost vr»*-
*c£M
baasd doen staan.
Onder leiding van de vrouw van den kolo
nel, lady Harriet Mansfield, hadden alle vrou
wen van het regiment, met uitzondering van
mevrouw Ralston, die niet meetelde, de mooie
vreemdelinge in den ban gedaan en veroor
deeld, die zoo overmoedig in hun midden was
verschenen en zelfs de mooiste onder haar in
de schaduw stelde.
Niemand had genoegen genomen met Stel-
la's eenvoudige verklaring, dat rij, toen ze
meerderjarig was geworden en de beschikking
kreeg over vijftig pond per jaar, besloten had
haar verre bloedverwanten, die haar niet noo-
dig hadden, te verlaten en naar Tommy te
gaan, haar eenig naaste familielid. Ze was een
indringster en als zoodanig besloot men haar
te behandelen.
Volgens lady Harriet, zou geen behoorlijk
meisje er ooit aan gedacht hebben, zulk een
buitengewonen stap te doen en zij dacht er
niet aan, haar hare bescherming aan te bie
den, waarvan ze bewezen had, dat ze er bui
ten kon. Als mevrouw Ralston dat wilde doen,
dan was dar haar zaak. Niemand zou zich iets
aantrekken wanneer de doodgewone dokters-
vrouw dat deed. Ze verheugde zich in het
denkbeeld, dat alle andere dames te goed op
gevoed waren, om maar dadelijk bereid te
zijn zich te bemoeien met iemand, die zich zoo
weinig aan conventie stoorde.
Het eenige wat in haar voordeel sprak was,
dat ze Tommy's zuster was. Tommy was een
aardige jongen en om zijnentwil konden ze
haar niet weren uit de kringen van het regi
ment, maar op eenige meer intieme bijeen
komst werd ze niet genoodigd en ook verwel
komde niemand der dames haar in de club.
Geheel anders was de houding der officieren
van het regiment. Ze hadden haar met enthou
siasme begroet, wat te meer opviel omdat ze
zich in den regel van hun eigen dames eenigs
zins op een afstand hielden en in minder dan
geen tyd waren ze allen haar onderdanige
dienaar. De officieren, die de bungalow met
Tommy hadden gedeeld, maakten plaats voor
haar als een koningin, welke huldebetooging
ze ook als zoodanig aannam, waarbij ze ech
ter altijd zichzelf bleef en soms zeer bemin
nelijk was.
Mevrouw Ralston zou haar, indien ze dat
had verlangd, gaarne een tehuis hebben aan
geboden, maar Stella was trotsch en wenschte
van niemand gunsten te ontvangen.
Zoo had ze alleen gestaan en onbeschermd
temidden dergenen, die haar zoo hatelijk be
oordeelden en niemand, zelfs Tommy niet,had
kunnen vermoeden hoe diep de wond was, door
hun slecht verholen vijandelijkheid geslagen.
In de bitterheid haars harten hield ze dit
voor de heele wereld verborgen en slechts
haar broer en zyn ernstige, ietwat ongenaak
bare kapitein, vermoedden er vaag het be
staan van.
Everard Monck was een van de weinige
mannen, die niet voor haar knielden en lang
zamerhand was ze gaan gelooven, dat deze
man het eens was met de zwijgende, zijde-
lingsche afkeuring der vrouwen. Zonderling
genoeg trof dit haar meer en op een andere
wijze, dan de onaangename bejegening van
haar eigen sekse; misschien had het warme
enthousiasme, dat Tommy voor dien man ge
voelde, haar gevoeliger gemaakt voor zijn oor
deel en mogelijk ook was ze maar al te ge
neigd, om in zijn ernstige oogen afkeuring en
veroordeeling te lezen. Maar wat ook de re
den mocht zijn, ze zou er veel voor hebben
overgehad, wanneer hij aan haar zijde had ge
staan. Dat had voor haar eenige essentieels
beteekenis. Maar Monck had nooit tot haar
aanbidders behoord. Hij was nooit anders dan
beleefd tegen haar maar volstrekt niet opval
lend. Misschien had hy wel wat beters te
doen.
Hij ging langs haar heen op een afstand,
koud en ongevoelig en ze zou nog meer ver
baasd zijn geweest dan Tommy, als zij zich
door hem als mooi had hooren beschrijven,
zóó overtuigd was ze, dat hij in haar niets be
koorlijks zag.
(Wordt vervolgd.)