Voor den Zaterdagavond S OUDERS Wonderen der moderne waterbouwkunde 't HOEKJE Waar schepen varen over schepen en over land tiaoü! ïi I morg: Scha Gelijk bij ons, heeft men in het tegen woordige Duitsche Rijk ook waar dat mo gelijk was, profijt getrokken van het voor deel, dat de waterwegen konden bieden voor het goederenvervoer. Daar waren in de eerste plaats de rivieren, de natuurlijke waterwegen, maar ook bestond behoefte, aan vervoer te water, waar geen natuur lijke waterwegen aanwezig waren. Zoo heeft men in Noord Duitschland langen tijd de dringende behoefte gevoeld een directe verbinding te hebben tusschen Rijn en Elbe. Meer dan een eeuw werd van overheidswege heel wat gedaan om die verbinding tot stand te brengen, maar het werk vorderde op papier sneller dan in werkelijkheid. Maar eindelijk was het oogenblik aangebroken, waarop het kanaal werkelijk geopend werd en thans kan men het nagenoeg als voltooid beschouwen. Een blik op de kaart is voldoende om in te Technische bijzonderheden. Gelijk men weet stroomen alle rivieren naar een dal, de bovenloop ligt altijd hoo- ger dan de monding. Zoo hebben de ka nalen, evenals de natuurlijke waterwegen, een verval te overwinnen, dat grooter is, naarmate het terrein min of meer glooiend is. Hoe grooter dit verval is, hoe grooter de snelheid waarmede het water stroomt. Is deze strooming te sterk, dan is scheep vaart in het algemeen onmogelijk. De mensch heeft daarin evenwel niet berust en zich toch deze waterwegen ten nutte ge maakt door middel van sluizen, later heeft men hefwerken gebouwd, die echter eerst van de laatste jaren dateeren. Het sluizen- stelsel bood meestal voldoende gelegen heid een rivier bevaarbaar te maken, wan neer dit systeem zeer intensief toegepast wordt, noemt men het kanaliseeren. Een Waar schepen varen over schepen. Een brug over de Wezer bij Minden; het aquaduct is 370 meter lang. dergelijk hefwerk werd onlangs geopend bij Rothensee, waar het Mittellandkanaal zien van welk een belang deze verbinding is. Daardoor is namelijk een directe com municatie tusschen West en Oost tot stand gekomen, zoodat men tegenwoordig een scheepslading vervrachten kan van Boven- of Beneden Rijn naar Opper Silezië of Stet- m. - De beteekenis van het Mittellandkanaal zoo schreven wij hierboven, wordt eerst duidelijk, wanneer men het kanaal be schouwt als een integreerend bestanddeel van het Duitsche scheepvaartnet. Het past geheel in het oeconomische schema, zoo als dat de afgeloopen jaren in het Derde Rijk wordt uitgevoerd. De verbinding tusschen twee scheepvaartnetten. Tot dusver was de Duitsche scheepvaart gescheiden in twee gedeelten, die geen rechtstreeksche verbinding met elkaar had den. Daar was in het Oosten het Elbe- Oder net, in het Westen de scheepvaart, die zich concentreerde op Rijn en Wezer. De waterweg via Oder en Elbe, verbond Sile zië en Midden Duitschland, daardoor ont stond ook een contact tusschen Berlijn, Hamburg en Stettin. Berlijn had dus recht streeksche verbinding met de Noordzee- en Oostzeehavens. Het westelijke net «orgde voor de aansluiting van het Rünsch-West- faalsche gebied met de Noordzeehavens. Deze beide stelsels zijn nu verbonden door het Mittellandkanaal. Mefi was tot voor enkele jaren veelal de meening toegedaan, dat de scheepvaart in beide stelsels van waterwegen gefixeerd zou zijn. Daarom was het moeilijk goede argumenten te vin den en het ondernemen van een reusach tig werk als het graven van het Mittelland kanaal te rechtvaardigen. Doordat in de laatste jaren verscheidene takken van nij verheid zich verplaatst hebben naar Mid den Duitschland was de oplossing van dit probleem een gebiedende eisch. De fabrie ken, die nu aan de oevers van het kanaal of in de onmiddellijke nabijheid staan, hebben heel wat steenkolen noodig. Daar door is plotseling duidelijk de oeconomi sche noodzaak van dit kanaal aangetoond. Het kanaal heeft een tweeledige functie, t aanvoeren van grondstoffen en het afvoe ren van de producten. Daarmede is een op en neervaart verzekerd, die noodzakelijk is, wil een dergelijk kanaal rendeerend zijn. eindigt in de Elbe. Men ging tenslotte zoo ver, zoogenaamde aquaducten aan te leggen over spoorlijnen, wegen en over.water- wegen.Was het niet mogelijk het kanaal rondom een berg te leggen, dan koos men de meest afdoende wijze, een tunnel door den berg heen. De oudste hefwerken zijn de sluizen, die wij nog overal in hun oorspronkelüken vorm zien toegepast. Men kent de werking van een sluis. Moet het schip van laag naar hooger gelegen water, dan staat het water in het sluisbassin op gelijke hftogte, de sluisdeur kan daardoor gemakkelijk opendraaien, het schip vaart naar bin nen en de deur sluit zich. Nu laat men uit het hooger gelegen gedeelte zoo lang water toestroomen, totdat de waterspiegel in de sluis daaraan gelijk wordt, nu draait gemakkelijk de tweede sluisdeur open, daar aan beide zijden de druk hetzelfde is. Ook de zwaarste schepen kunnen op deze wijze, als ware het kinderspel, in de sluis opgeheven worden. Maar de hefwerken zijn in geen enkei opzicht de voortzetting van het sluissy- Bij het aanleggen van een kanaal in Oost-Pruisen moest men vijfmaal een bergrug overwinnen". Dit geschiedde door middel van voertuigen op rails, die de schepen over land vervoeren. steem, al denken de ingenieurs er ook niet aan de sluizen te beschouwen als een over wonnen standpunt. Ook in het Mittelland kanaal komen er nog verscheidene voor. Tegelijk met de opening van het hefwerk bij Rothensee werden op eenige kilometers afstand enkele sluizen in gebruik geno men. Zij zijn aangebracht aan het einde van het Mittellandkanaal, waar een sterk verval overwonnen moet worden. In de schutkolk, die 120 M, lang en 12 M. breed is kunnen twee groote kanaalschepen binnen varen en opgeheven worden. Tegenwoordig laat men het volloopen van de sluiskolken niet meer alleen afhangen van den druk van het buitenwater, maar versnelt dit door het in werking stellen van krachtige pompen. Zoodra de waterspiegel aan beide zijden gelijk is, draait een zware electro- motor de ijzeren deur open. Ook in het Rijn en Main-Donaukanaal zijn deze slui zen noodzakelijk, om langs de vele stuw dammen heen te komen. Men kent deze van onze eigen rivieren. In het bijzonder de Maas, die op deze wijze geheel gekana liseerd werd. Bij een groot verval is het echter niet wel doenlijk het sluizensysteem nog langer toe te passen. Vele sluizen ach ter elkaar is tijdroovend voor de scheep vaart, het moderne hefwerk biedt hier af doende uitkomst. Bovendien hebben deze werken een tweede voordeel, namelijk, dat zij geen waterverlies veroorzaken. Daar waar de strooming betrekkelijk gering is en een drukke scheepvaart heerscht kan door het vele schutten het niveau te zeer dalen, waardoor de scheepvaart ernstig be lemmerd zou kunnen worden. Bovendien hebben hefwerken het voordeel, dat het schip veel sneller „doorgesluisd" wordti Bij Rothensee duurt dat niet langer dan twintig minuten. Geheel voltooid zal het Mittellandkanaal eerst zijn, wanneer in 1942 het aquaduct over de Elbe gereed is. Een dergelijke ka- naalbrug is het meest ideale hefwerk, dat men zich denken kan. Maar natuurlijk zijn de mogelijkheden beperkt. Ditzelfde sy steem heeft men ook toegepast, waar het Hohenzollernkanaal een veel lager gelegen spoorlijn moest kruisen. Het aquaduct over de Wezer is vrij lang, ruim 370 M., de brug over de Elbe zal zelfs een spanwijdte krij gen van 900 meter. Waar een te sterk verval groote moei lijkheden oplevert, komt zelfs de trein het scheepvaartverkeer te hulp, hoewel deze trein wel een ietwat eigenaardig voorko men heeft. Zoo bijvoorbeeld in Oost Prui sen, waar het schip, maximaal tot 70 ton op een voertuig vaart, dat in het water ligt. Dit voertuig nu rijdt langs een ijzeren baan Het onlangs geopende hefwerk bij Rothensee. Daardoor is het mogelijk in minder dan twintig minuien een sehip alt het kanaal naar de Elbe „door te sluizen" uit het water en vervoert het schip over land naar de plaats, waar het kanaal voort gezet wordt. Men ziet dat bij den aanleg van een mo dern kanaal heel wat komt kijken, het is allesbehalve een uitgegraven sloot. Talrij ke vindingen van het menschelijk vernuft moeten worden toegepast, wil een kanaal in een eenigszins geaccidenteerd terrein voldoen aan de eischen van een snel scheepvaartverkeer. Psycho-analyse Het is nog lang niet genoeg bekend, dat vele zenuwstoornissen veroorzaakt worden door een hevige schok of emotie, die dateert van jaren terug. Wanneer de betrokken per soon zulk een schok indertijd niet behoorlijk heeft verwerkt, blijft deze op den bodem van het onderbewustzijn doorwerken, en kan de oorzaak worden van allerlei dwangge dachten. Het eenige middel om van zulk een dwang gedachte bevrijd te worden, is psycho-analyse die den wortel van het kwaad opspoort en ultroéit. Een treffend voorbeeld van een dergelijk geval is ons bekend uit de practijk van den Engelschen dokter en psycholoog, Board. Op zijn spreekuur kwam op een druileri- gen middag een zeer neerslachtig uitziend patiënt. Dr. Board bood hem een stoel aan en vroeg hem daarna, wat hij voor hem doen kon. „Ik zal niet veel van Uw kostbaren tijd in beslag nemen", antwoordde hij. „Ik heb al heel wat medicijn geslikt zonder er eenige baat bij te vinden. Maar ik ben op het punt flauw te vallen". „Wel, antwoordde de dokter, „valt U lie ver hier niet flauw als het U hetzelfde is, Hoe weet U dat U flauw gaat vallen?" „Ik voel het," antwoordde de patiënt. Sinds acht maanden heb ik eiken dag ge voeld, dat het zou gebeuren," ze geen kans, de overhand te krijgen. Onze vriend was door het verdriet over den dood „Maar kijk eens ,als u nu acht maanden lang eiken dag iets verwacht, en het beurt nooit, waarom blijft u het steeds verwachten, zonder eenigen grc „Niet zonder eenigen grond," protest* de man. En langzamerhand, met tact duld, kwam dokter Board erachter, dat angst voor flauwvallen het ergste niet maar dat zijn bezoeker ook vervolgd door de obsessie, van plotseling te 2 sterven, en tevens door een neiging tot moord, hoewel hij zeer bang voor dood was. Met groot geduld ging de dokter alles wat de oorzaak voor een dergeljjken stand zou kunnen zijn. Hij vroeg den patiënt naar zijn levensW prijs; I De Sc lokaal Boontje haar 1« aniniee De u: J. v. 12 puni ter, 12 Tolle, zei man 20 pun Even 1 J. Si 1 cj en betrekking. „Als u eens wat vacantie nam?" De ander huiverde bij het idee alle „Zoodra ik niets te doen heb, wordt erger." „Was u gevoelig als kind?" „Ja, dat geloof ik wel. „Ooit een moord meegemaakt, of een ei stig ongeluk zien gebeuren?" „Neen." „Als kind ooit gestraft op een manier, U met angst vervulde?" „Neen, zoo waren mijn ouders niet." „Ooit een anderen jongen zien straffen een angstaanjagende manier? De patiënt dacht even na en de helde oogen van den dokter schenen zijn herin» ring te doordringen. „Ja, eens. Er stoi een oude windmolen, dichtbij ons huis, waa van de ladder waarlangs men naar bovt kon klimmen geheel verrot was. Het mij streng verboden om naar boven te kil» men. Maar op een dag dat de geheele famill uit was en ik een vriendje bij mij had, ded( wij het toch. Juist toen we elk op een vi de bovenste sporten stonden, kwam mijn vi der thuis. Hij was woedend. Ik werd onmii dellijk in mijn kamer opgesloten, en tegt Hans die bekende het verzonnen te hebbe bulderde mijn vader: „en jou zal ik in schuur opsluiten tot de ratten je beenen eten, en dat zullen ze doen ook!' Den volgenden dag zocht ik overal naa Hans, zonder hem te vinden. En uit schuur die op slot was scheen een kermen geluld te komen, alsof de ratten Hans beene aan het opeten waren. Toen ik mijn vader naar Hans vroeg, ant woordde hij: „vraag dat de ratten." Pas na een week zag ik Hans, die door ouders thuis was gehouden, terug. Dokter Board knikte tevreden. „Daar hebben wij de heele dwanggedachte En hij legde zijn bezoeker uit, dat he onderbewustzijn een goed werktuig maar eei slecht meester is, en dat, om een gezonde! toestand te waarborgen, het bewustzijn d( leiding moet houden. „Denkt U nu eens goed in", zeide hij, „da Hans nooit bij de ratten opgesloten is ge weest. Hij was zoo gezond als een visch, dei volgende morgen.' En gelooft U mij, als zeg dat Uw heele angst berust op die ou. geschiedenis van de windmolen, een schuldige boeman. Zoodra U nu Uw obsessl weer voelt opkomen, neemt U dat oproerig onderbewustzijn van U eens flink onder handen en zegt: „onzin!' Geeft U mij nu Uw hand, dan zeggen wij het samen." En uit twee monden klonk hartgrondig: „onzin". Dat oogenblik brak de ketenen, waarin de dwanggedachte onzen vriend jarenlang gehouden had. Ons aller onderbewustzijn herbergt de kiem voor dwanggedachten, maar wanneer we gezond zijn, geen zorgen hebben en geen dingen, die onze zenuwen prikkelen, krijgen van zijn vrouw aan het tobben geraakt, en dat had die oude. nooit vergeten indruk tot een dwanggedachte ontwikkeld. Maar in elk geval van dwanggedachten is de wortel van het kwaad ongetwijfeld door psycho-analyyse te vinden en-uit te roeien. Het zij door den patiënt alleen of met de hulp van een psycholoog. Dr. JOS. DE COCK ten; D ten; J. Holtro ORTH Gist. Orth. secr. ledenl Hiei toudi nemei kiczin Bes 1939 A vies geven Ein gen 1 tegen zwak altijd jong< hun scha' eerst lat, op 1 wille tane krac lijkt De als 1 bezc ten. linie gevi rad. taat O dei -1» VOOR DE Hei clMev-en Wanneer de kinderen den leeftijd van acht jaar bereikt hebben, constateert men, dat het verlangen naar spel in groeps verband de overhand begint te krijgen. Het zeer jonge kind speelt aanvankelijk alleen of met een kameraadje of in een zeer klein clubje, doch met het klimmen in ja.ren neemt het verlangen deel te willen zijn van de massa toe. Dit verschijnsel zien we niet alleen zich openbaren in het spel, ook in het oprichten van allerlei clubs door deze kinderen ontdekken we het sociaal voelen. Het oprichten van clubs door deze kinderen geschiedt met veel geheimzinnig heid. De jongenc waaronder ik hier ook de meisjes maar reken zonderen zich af in schuren, leege wagons, in hallen, enz. enz. en bespreenk daar hun plannen. De meest fantastische namen voor de clubs worden uitgedacht, speldjes, vlaggen, Insig nes, enz, worden vervaardigd, een volledig bestuur wordt gekozen, reglementen opge steld en in vele gevallen worden zelfs cere moniën gebruikt, welke doen herinneren aan de gebruikt bjj de Indianen. In derge lijke gevallen komt dan de invloed van de Indianenverhalen naar voren. Nu zitten aan dit verschijnsel clubvorming talrijke voor- en nadeelen t.a.v. de opvoeding. Het Hjkt me gewenscht in de eerste plaats de verschillende nadeelen onder de loupe te nemen. Ik noem dan in de eerste plaats het af zonderen. Hierbij ligt het gevaar, dat de kinderen zich schuldig zullen maken aan afkeurenswaardige dingen. Wanneer er on der de knapen of meisjes individuen voor komen met misdadigen aanleg, zullen deze in de geheime bijeenkomsten ontzaglijk veel kwaad stichten. Zij zijn in den regel de ge tapte kameraadjes, bijna steeds verstande» lijk de beste en hun invloed rijkt ver. Het is onder inv.oed van dergelijke „lei'» ders" van het slechte soort, dat dergelijke clubs ontwaarden in benden. De „leiders" ontwerpen allerlei fantastische en gedurfde plannen, welke meestentijds neerkomen op diefstallen, baldadigheden vergrijpen tegen orde en zeden. De zwakkere „broeders" zijn tegen deze dingen niet opgewassen en wor den slachtoffer van het kwaad. Vooral jon gens zullen in de voorst llen van hun „lei-, ders" het heldhaftige zien er behoort ook in de meeste gevallen moed nen tot uitvoering te brengen het ergste, zij laten zich door voor spannen. De leiders zelf zjjn wijs ge noeg zich op den achtergrond te houden. De „leider" heeft meestal zijn kwartier in het bureau schuur, hooizolder, leege wa gon, enz. De „mannen" trekken er op uit, werken volgens de instructies van den lei der en ontvangen, al naar het succes van hun werk van dezen een pluim of een beris ping. Het is verbazend te zien, hoe jongens zich aan het oordeel van hun leiders willen onderwerpen. De macht van ouders en on derwijzers is hierbij vergeleken n i e ts! In talrijke plaatsen, waar de jeugd zich aan bandeloosheid schuldig maakt, bemerkt men steeds dat er. of meer leiders het bendewezen op gang houden. Gelukt het den autoriteiten deze leiders onschadelijk te maken, door ze in te rekenen, dan is het bendewezen spoedig van ''e baan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 10