Geestelijk Leven SCHAGEN in 1938 Raads over zicht Schagen Oudejaarsavond overdenking Zaterdag 3! December 1938 V^fde blad door ASTOR Ach, oud en vervallen kerkje, je staat er niet meer. Het is al jaren en jaren geleden, dar je gesloopt werd en r p een andere plaats werd een nieuw, moderner kerkje neergezet. En waar jij eens stond is nu het kerkhof. Toen ik nog een jongen was van ongeveer 15 jaar oud. heb ik een teekening gemaakt van je interieur, ik heb haar altijd bewaard en terwijl ik nu zit te-schrijven, iigt, ze voor me. Waarom denk ik nu zoo sterk aan jou, min oude kerkte? Waarom werd ik e rtoe ge dreven om die teekening uit vele oude pa perassen die allen de beteekenis hebben van lieve en ook wel smartelijke herinneringen? Je bent. zoo lang reeds-weg. Het hout van je zware halken is verbrand, de steencn zijn fijngeklopt en uitgestrooid over wegen en paden, waar is je preekstoel gebleven, waar hot; voorlezersbordje, waarachter mijn vader eertijds stond om een gedeelte voor Ie lezen uit het gewijde boek en dan als voorganger mot de gemeente een psalm tc zingen? Jij bent er-niet meer, maar voor mij is *t op dit oogenblik of je er nog staat. Ik hield van jc. Je was niet mooi en je meubilcering was van grooten .eenvoud. Dat weet ik nu pas, maar toen ik in mijn jeugd de roepstem van je klok volgde cn naar de samenkomst der gemeente optrok, toen vond ik je mooi om je rustige intimiteit, om den sfeer, dien je bracht. Ik zie alles nu weer vóór mij. Vader achter zijn lessenaar en door de spijlen van het doophek op de stoel, die hot nummer 19 droeg, zag ik het lieve gezicht van mijn moeder. Ach. moeder, waar om moest je zoo lijden voor de dood je aan ons ontnam? En daar waren alle menschen mij bekend, ik kende ieders vaste plaats. En ik had wat weet een kind van alles waf er staat tusschen mensch en mensch? het gevoel dat wij allemaal bij elkander behoorden. Als de dominee, zijn woord richt te tot de gemeente, dan luisterde ik zóó als een kind slechts luisteren kan: met volko men overgave, met onbeperkt geloof in wat verkondigd werd. Nog weel ik mij enkele prcoken (e herinneren! Ja. mijn oude kerkje, jc hadt een plaats in mijn jonge hart. Ik kan' je niet vergeten. Maar hel allerliefst trad ik bij je. binnen op den oudejaarsavond. Hoe sprak jc dan tot mijn ontvankelijk gemoed! Buiten hing de .nacht over 'I dorpje, waar van jij het geestelijk middelpunt, was. Maar jij was zoo mooi verlicht. Zacht flikkerden de kaarsen in den antieken koperen kroon; op de banken stonden simpele houten kan- delaars. En dan waren er meer menschen dan gewoonlijk. En zij waren anders ge stemd, dat wist ik bij ingeving, omdat, ik zelf anders gestemd was: ontvankelijker, zachter, deemoediger. liet oude „uren, da gen, maanden, jaren vliegen als een scha duw hoen" ruischte onder je oude gewelf. Was 't slechts verbeelding van mij of was het inderdaad zoo, dat dit lied een werke lijke vertolking was van wat er omging in de ziel der kerkgangers? Was 't ook maar verbeelding alleen als ik dacht, dat, wat de dominee zeïde, treffender was dan wat hij op den Zondagmorgen sprak? Ik zag. dat er tranen kwamen in me nig oog, wanneer woorden werden gewijd aan hen, die door don dood aan de gemeen te waren ontvallen. En als de kerk uitging, dan hoorde ik op 't korkepad dat dominee het zoo mooi had gemaakt en er werd nog nagesproken over zijn woorden met zachte geluiden. Voelden de menschen dan de on zekerheid en de broosheid van het leven? Werkte nog in hen na, wat zij hadden ge zongen: 't. mensch dom valt als bladeren af? Waren zij zich bewust geworden van die groofe waarheid, dat niets blijft, maar alles voorbijgaat en drong hot. misschien heel even met alle scherpte tot hen door datjuist daarom moest worden gezocht naar de' eeu wige, geestelijke waarden, naar waarheid en gerechtigheid en liefde? Mijn oude kerkje, uit mijn herinnering ga jc nooit weg. 'Mijn jeugd is voorhij, mijn le ven spoedt ten einde, maar in mijn hart heb ik iets bewaard van wat jij in me gewekt hebt. En nu, deze O'idiejaamavondroverden- king schrijvend, komt een reeds ver achter mij liggend verleden weer hoven. Ik overzie een tijdperk van meer dan een halve eeuw. Ik heb in dien tijd duizenden menschen ontmoet en veel doorgemaakt; ik heb blijd schap en smart, ik heb teleurstelling cn ont- goboheling toeren kennen: ik heb verande ringen zien plaats grijnon in de wereld, die verbazingwekkend zijn, een technische ont wikkeling die vijftig jaar geleden, indien zij voorspeld ware. als een utopie zon zijn ver worpen. Ook op geestelijk gebied is sedert mijn jeugd enorm veel veranderd. Bij tienduizenden menschen hebben de op vattingen aangaande religie en zedelijke en maatschappelijke vraagstukken een grondi ge wijziging ondergaan. Als er één ding is. waarvan wij wel zeer sterk worden over tuigd dan is het, dat de Grieksehe wijsgeer Heraclifus alle recht had om te beweren: Alles vloeit en niets blijft. Voor hem is de wereld het fooneel van voortdurende be weging onophoudelijke ontwikkeling, het nieuwe verovert zijn plaats door vernieti ging, verdelging van het voorafgegane; alle vergankelijke dingen, alle tijdelijke toestan den zijn de fasen van een groot proces, de 'hoorbare stemmen van dc al-Is omvattende „ver-borgen harmonie." Mijn oude kerkje, nu denk ik weer aan jou. En ik weef heel zeker dat ik ontgroeid ben aan wat binnen iouwmuren werd ver kondigd. Dat kan niet anders, maar ik heb toch óók begrepen wat HeraclHus moet hebben bedoeld met die „verborgen harmo nie". ]>at is die stille kracht., welke alles drijft., die de millioencn sterren stuwt door het ondenkbaar uitgebreide universum, die de atomen bezielt en die in menschen werkt Het is die mysterieuse kracht, welke wü als zeer reëel ervaren, wanneer wij on7<- uren van diepen inkeer lot onszelf doorto yen. En als wij ons daarvan bewust wor- 1 den toeren wij het leven in zijn eeuwige wisseling niet andere, met begrijpende oogen zien. Eii gansch bet leven wordt ons tot een aangrijpend drama; en daarin wordt geleden en gestreden, maar alles is dienstig aan het ééne groote doel: de verwerkelijking der idée. Vooral in onzen zelfbewogen tijd is het een verkwikking zich hiervan bewust ie worden. Daarom houd ik van de mystiek van den oudejaarsavond. Zij geeft ons iets terug van geloof cn vertrouwen in de toe komst. Beangstigd vragen wij immers ons zelf vaak af wat toch wel de zin mag zijn van het bestaan der menschheid op aarde. Het lijkt ons immers zoo onzinnig toe Zien wij niet vóór ons een menschheid, die verscheurd is door vijandschap, die dreigt onder te gaan in zelfvernietiging? Zien wij niet hoe geweld en tyrannie schijnen te triomfeoren over rede en menschel ij ke waar digheid? Een fijn humanist, Nico van Suohtelen. schrijft in zijn mooie boek „De Stille Lach" deze gruwelijk-ware woorden „In den oor log toont zich de Staat het duidelijkst als den ijzeren Molsch, waarin alle mensche- lijkheid tot machinale wreedheid is ver stard. alle verantwoordelijkheid van mensch tot mensch opgeheven. En toch dient de mensch zijn fctisch (afgod) nooit verblin den den juist in den oorlog. Maar dat is het kenmerk van afgoden: hoe gruwelijker zij zijn, hoe gedweeër zij worden gediend." En als wij dan bedenken te leven in een tijcl van de grootste oorlogsvoorbereiding, welke de wereld ooit heeft aanschouwd cn dat de Staat hoe langer zoo meer tot den modernen afgod wordt gemaakt ja, dan wordt 't ons soms bang te moede en komt vertwijfeling in ons op en dreigt elk geloof in den zin van het leven te versterven. O! wat is het dan een heerlijkheid tot bezinning te komen en het rustige weten weer deelachtig te worden: het innerlijk ze kere weten dat alles voorbijgaat en niets blijft en dat de stille kracht blijft werken. Misschien moeten wij, menschen van het heden, nog vreeselijke dingen doorteven; ik kan huiveren, als ik denk aan de jonge menschen: wat gaan zij tegemoet, wat staat hun te wachten? Een tweede wereldoorlog, een alle men- sohelijke waardigheid vernietigende over- heersching van clen totalitairen staat? Jk waag mij niet aan voorspellingen. Wat ech ter de toekomst in haar donkeren schoot moge verbergen; door alles heen gaat het groeiproces der menschheid door. En dit groeiproces zegt ons, dat er een vaste lijn loopt door de geschiedenis der menschheid. En deze lijn begint in oeroude tijden, die vele, vele eeuwen achter ons lig gen, waarin de eerste menschen op de aarde verschenen en zij richt zich naar een vast doel naai- dat doel, dat ik zooeven aan duidde als: dc verwerkelijking der idee. Ik denk hier aan de idée: mensch. Wij staan voor eert groot mysterie. Een boom groeit uit tot boom in de soort waar toe hij behoort; een dier wordt geboren, be reikt de volwassenheid. Daar is een grens, die niet wordt overschreden. Hoe anders is het bij den mensch. Zeker, lichamelijk zijn er grenzen en de mensch van heden is er aan gebonden evenals zijn voorvader van millioen jaren geleden er aan gebonden was. En zooals bij den oermensch, zeggen we van den tegenwoordigen mensch op een zekeren, leeftijd: hij is volwassen. Maar die zelfde mensch is óók een geestelijk wezen en als zoodanig komt er nooit een oogenblik waarop gezegd kan worden: hij is volwas sen, hij is af! Daar komt geen tijdstip, dat de groei bij den geestelijken mensch ge ëindigd is. omdat het uiterste doel werd bereikt. Als dit zoo ware, zouden wij kun nen zeggen: de idee: mensch, is verwerke lijkt.. Ik kan het ook zóó uitdrukken: de geest is tot volkomenheid gestegen in een stoffelijke versch ij non gs v o rm En nu begrijpen wij, hoe reeds in de oudheid de gedachte moest opkomen van de menschwording Gods. In de christeliike kerk kennen wij de menschwording van God in Christus als een van de geliefde kerkelij ke dogma's. Daarin beeldt zich uit die eeuwige, on bewuste hunkering in de menschel ij ke ziel naar de glorie van het mensch-zijn, naar de verwezenlijking der idée. Voor hen, die zich bij voorkeur christenen noemen, is die menschwording van God een feit, dat ééns in de historie is geschied. Voor mij is het een feit van alle tijden en alle men schen en beteekent het, dat in ieder aan wezig is die geheimzinnige drang om tot geestelijken wasdom te komen, d.i. te wor den tot een sterke, gave persoonlijkheid. En let nu eens op de geschiedenis der menschheid, op haar strijden cn worstelen. Wordt, deze geschiedenis dan niet tot een tragisch, ontroerend epos, tot een verheven heldendicht van de menschheid, die niet op kan houden met den strijd om de idée te verwezenlijken. En tot dien strijd drijft de idee-zelf!' Want dc idée is eeuwig. Zij baant zich haar weg door alle belem meringen, zij breekt op den duur alle weer standen, want de geest is machtiger dan alles in de wereld. Voor hen, d-ie zich blind staren op hun eigen tijd moet dit een dwaasheid schij nen, voor den denkenden en de wereldge schiedenis overschouwenden mensch is het een bron van rustige kracht, omdat, hij weet dat alles, ook zelfs deze benarde tijd een fase vormt in dal groote groeiproces dat de menschheid doormaken móet. Ge slachten konten op en gaan heen om voor nieuwe geslachten plaats te maken en ieder •geslacht brengt de menschheid een klein stapje verder. Dit te weten is een zegen voor den mensch in den onheilvollen overgangstijd dien wij doorleven. Daarom slemt de oudejaarsavond ons niet weemoedig door dc aan hem vastgekop pelde gedachte, dat alles voorhij gaat, maar hij komt tot ons inct dc verzekering dat de mensch en dc menschheid uit gees telijk oogpunt bezien, nooit kan aflatcii van dien verheven strijd, die zich richt tot het ideaal. Of ooit dat ideaal bereikt zal worden Maar is idealisme niet als liet schijnen van de zoi; over de velden, waardoor le.- venskrachten worden opgeroepen? Wekt niet idealisme dc zuiverste levens drift? Is het niet idealisme d.i. streven naar verwezenlijking der idée „mensch", dat aan ons leven zin en beteekenis geeft? Nog eens kijk ik naar mijn jeugdteeke- ning, het interieur van het kleine dorps kerkje. Hoe vaak heb ik daarin gezeten en hoe innig heb ik geloofd. Dat kerkje is weg, maar ook mijn kinderlijk geloof heb, ik verloren. Maar ik ben er niet armer door geworden. Integendeel! Het wezenlij ke heb ik behouden: het vaste vertrouwen dat de menschheid gestuwd wordt naar hooger en beter. En zou dat niet genoeg zijn? ASTOR. Wij eindigden verleden jaar ons overzicht aan het einde der dagen van 1937, met den wensch, dat het in 1938 in Schagen eens wat „levendiger" mocht zijn, want 1937 was een zeer rustig jaar geweest Er is geen ge brek aan levendigheid geweest, in het jaar, dat straks achter ons ligt. Jammer genoeg was het echter niet de drukte, welke het gevolg is van een gezond samenleven Er is een belastingsneeuwballetje gaan rol len, dat tot een lawine is geworden en me nigeen in zijn val heeft meegesleeptEen andere ongezonde sensatie, was die van het „minderhedenvraagstuk", de kermisgcschie- denis. Achttien procent was de opbrengst der verpachting lager dan gewoonlijk, de kermis is gronig bedorven door het drijven van den enkeling die er een afwijkende mee ning op na lioudt bij de velen, die in ge paste kermisvreugde, ook op Zondag geen bezwaar zien De verhouding tusschen het Katholieke en andere volksdeel is er gelukkig, vooral in het tweede halfjaar niet slechter op geworden. De Roomschc geeste lijkheid heeft het toespitsen der tegenstellin gen gestaakt. Het Protestant-Kerkelijk leven leed een gevoelig verlies door het ver trek van Ds. Eikema naar Zaandam. Moge liet den opvolger, Ds. Kaptein, gegeven zijn, de gemeente nog meer tot bloei te brengen! De gereformeerde gemeente werd een fraai nieuw kerkgebouw rijker. Het kanton gerechtgebouw had daardoor als kerk afge daan. Het staat wel vrijwel vast dat dit ge bouw op den duur postkantoor zal worden, maar veel meer is hieromtrent nog niet be kend. Het gebouw van de automatische telefoon nadert zijn voltooiing. Dat voor de nieuwe landbouwschool zal weldra wor den opgetrokken. Het besluit daartoe is reeds genomen. De middenstand. heeft ook in 1938 bewezen te Schagen het bin dend element te vormen. Zonder een o o- wekt eendrachtig middenstandsleven ;.:i Schagen niet. bloeien. Een oogenblik scht.-i de eendracht verstoord te worden door c'.c bekende S.O.R.-reisbonnenkwestie, maar kalmte en verstandig overleg deden het bij één opgewonden vergadering blijven. Of de S.O.R.-bonncn met „liefde" worden gegeven, en of het publiek ze de waarde toekent, welke men veronderstelde dat liet geval zou zijn, betwijfelen wij nog steeds. Verheugend is hel nieuwe zaken van beteekenis te zien verrijzen. Wij noemen in dit verband de ver jongde Schager Badiocentrale, het Schager Import huis en mogen ook zeker niet vergeten het nieuwe fraaie gebouw van de N.V. Trap man, waar de Schager Courant o.a. wordt gedrukt. Vereenigingsleven. De gewone traditioneele feestelijkheden als Schager Vuurwerk, Paaschtentoonstellinif, enz., hadden „mededingers" in de blijde vie ring van de geboorte van Prinses Beatrix cn het regecringsjubileum. Het harddraverij- feest werd helaas overschaduwd door de in ternationale spanning in September. Ook Schagenaars bonden den ransel op den rug, en honderden verdrongen zich voor onze re dactiebureau x om het laatste nieuws te ver nemen. Het vereenigingsleven is bloeien de, behalve dan het tooneeldilettantisme, dat een armetierig bestaan leidt. De drie kunst kringen neutraal, arbeiders en katholieke schijnen elkaar nog geen concurrentie aan te doen, voor alle bestaat groote belang stelling. „Buus" ontbrak natuurlijk weer niet, en ook de omroopvereenigingen gaven met eerste klas gezelschappen acte de présence. Onze plaatselijke revuevereenigdng beweegt zich nog steeds in opgaande lijn. Met be langstelling mag het debuut van de operettc- vereeniging de operavereeniging is dood tegemoet gezien worden. Sport. De Spartanen hebben na een goed debuut een leelijke inzinking doorgemaakt, maar nog is Carthago niet verloren! De schiet wedstrijden van de politiemannen waren een daverend succes. Twee belangrijke gebeurte nissen op sportgebied vormden de deelna me van Kees Kruit cn partner aan de Rallye Monte Carlo en van Mevr. Schmalz, die een rondrit te paard om het IJsselmeer maakte. De gymnastiek is „in liefde bloeiende", de uitvoeringen van Lvcurgus, Sportbond, Turn kring en de Zwitsers waren als steeds een groot succes. Personalia. Twee bekende Schagenaars verwisselden het tijdige met het eeuwige, en wel de heer Blaeser, dir. der Lichtbedrijven en de heer Lap, kassier cn bekend vereenigingsman. Onze kring notabelen werd verrijkt door de komst van notaris De Boer. Talrijke echtpa ren jubileerden in het zilver, en zelfs drie op één dag in het goud. Een merkwaardig huwelijk was wel dat van een 85-jarigen bruidegom en een 79-jarige bruid. Voor zware branden en doodelijke ver keersongevallen bleven wij gespaard. Van slechts één ernstig ongeval maakten wij mel ding, dat op den provincialen weg onder Haringhuizen. En zoo zijn we dan weer aan het einde van ons overzicht, dat natuurlijk slechts zeer op pervlakkig kan zijn. 1938 verdwijnt, 1939 verschijnt. Wat zal het brengen? Leest trouw uw Schager Courant en gij zult het weten: volledig, gron dig en snel! En wat was nu eigenlijk het etiket op den boordevollen zak met bestuursgeleerdheid van ons geachte elftal, meer in het bijzon der van ons dagelijksch drietal, nóg meer in het bijzonder voor ons gemeente opper hoofd? Vandaag weten we de oplossing van dit raadsel ineens. Vandaag, als we op de zen bar-kouden Zondagmiddag, een der laat ste in dc roemruchte regeering van Koning Misère de 1938e een boodschap hebben te doen in een ower voornaamste café's restau rants... Lekker weggedoken in de behaaglijke cra- peauds-om-den-haard behandelen de stam gasten tusschen een slurpje Cats-mèt en een sigaar sabbeltje door de daverende din gen dezer dagen. Eenigszins kriegel kijken ze, als de deur openzwaait en een golf kou in de behaaglijkheid tracht te dringen Vervelend die stoornis! Ze duiken nog die per weg, voelen zich nóg meer één in hun knus-enge beslotenheid en zijn slechts weg te branden als er geen enkel voorwendsel is nog een Catsje te pakken cn hun langer uitblijven aan het oproerige parlement thuis te verklaren. De oplossing van onze raadspuzzle! Er is veel gepraat dit jaar onder de donkere ge binten van onze eerbiedwaardige raadszaal. Het loon per woord was inderdaad schraal Er is veel blauwe rook opgekringcld tus schen de gaspitten. Er zijn zelfs belangrijke zaken besproken en belangrijke zaken ge daan, de landbouwschool, de overdracht van het G. E. B„ het subsidie aan de woning- bouwvereeniging. Maar evenals in 1937 is van een kra'chtige doelbewuste gemeente politiek weinig gebleken, er ontbreekt nu eenmaal de stuwende kracht in de raads zaal, die tot handelen drijft, handelen naar huiten vooral. Die 't kón zijn, wethouder Buiskool kan zich moeilijk uit zijn zaken rneer terugtrekken dan hij doet, men wist dit vooruit, men kan hem daarvan geen verwijt maken. Hij doet wat hij kan, zeker zijn wij er van dat het besluit tot het stich ten van den nieuwen landbouwschool voor een groot gedeelte aan zijn initiatief en ener giek werken is te danken.. Die 't moest zijn, krachtens zijn ambt, de burgemeester, mist daarvoor de capaciteiten. Schagen behoeft •ui eenmaal iets anders dan een hoofdamb tenaar, die 6 uur per dag den wil .van zijn superieuren uitvoert, en zich daarna opsluit binnen de hooge hennen om zijn eenzame woning. Een zakenman, iemand die de belangen van anderen gaarne voor 90% dient, mits hij er zelf de resteerende 10 profijt van heeft! Die anderen zijn de buitengemeenten. Het is pijnlijk, maar begrijpelijk dat men in dc buitengemeenten, waar krachtiger figuren aan het hoofd staan, de positie van Schagen als centrum-gemeente tracht te ridiculisoe- ren. En toch, hoe graag gaat men naar Scha gen, het gezellige geografische middelpunt van ons Noorden. Een actief Schagen moet het. middelpunt blijven: tenslotte liggen den Helder en Alkmaar bijna 50 k.m. uiteen cn voelt Schagen de mentaliteit van de „rand- bewoners" veel beter aan. Den Helder doet alles de ommelanden aan te trekken, on danks zijn excentrische ligging, de grootste handelsreiziger uit den Helder is de burge meester. En zoo hoort het ook! Maar hier... Het is zielig als onze verslaggever in den kop van zijn raadsverslag ironisch neer schrijft: „Dc burgemeester waagt zich op een vergadering buiten Schagen" omdat dit zooiets zéér bijzonders is... Het snreekt boekdoelen, als we op een zéér belangrijke landbouwvergadering, die van Hollands Noorderkwartier, den burge meester van Wieringermeer en van Barsin- gerhorn onder het gehoor zien, en die van Schagen, waar de vergadering wordt gehou den... ontbreekt! Welk 'n goeden indruk zou liet gemaakt hebben als de burgemeester de aanwezigen hartelijk welkom had geheet.cn en met oen paar bons mots de besprekingen tusschen „partijen" ingeleid! Helaas,onze burgemeester en met hem een deel van de raadsleden keuvelen graag knus-samen, slui ten liefst wanneer de besprekingen even bo ven het peil van bittertafclconversatie drei gen te gaan de deuren voor 't pers vulgus... Zij wagon zich niet buiten in de kou, bang voor don frisschen wind, die de stofnesten en spinnewebben van verouderde begrip pen: ,,'t ging vroeger goed en als de tijd weer beter wordt zal 't wéér goed gaan" zou kunnen wegblazen. Hot is bekend dat de burgemeester ongevoeligheid voor cri- tïek voorwendt, zich veilig wanend als ge smeerd loopend wieltje in 't Haagsche re- geeringsapnaraat. zich gedekt wetend door zijn ambtelijke onkreukbaarheid... Ons be toog. zal hem niet deren, noch zal hij er iets oni geven... Ons tegenwoordige elftal loopt op zijn laatste bcencn, een soort pa leisrevolutie is in deze periode niet meer te verwachten Echter in Juni, geldt méér dan ooit, wat wij nog eens hebben uitgeroe pen: „Kerels gevraagd!" Zoo hebben we weer tallooze fraaie toeren op liet slappe koord van de gemeente-poli tiek zien maken. We hebben een nieuwen acrobaat tegen het driehonderd guldcnsho- norarïum zien optreden in den vorm van wethouder Bijlsma, in de plaats van zijn voorganger, wiens schim in tusschen nog meermalen door de besognekamer dwarrelt. Het moet voor den voorzitter wel vreemd zijn diens hcescli gefluister niet meer in zijn rechteroor te hooren... Wethouder Bijls ma... Er is veel strijd om zijn benoeming geweest, c>r is mee gelachen en er is critiek uitgeoefend voor bij zelfs nog één wethou- dcrlijk woord bad gesproken. Echter: Wet houder Bijlsma is zijn plaats waard, zijn rustige bescheiden persoonlijkheid verzinkt niet in den glans der hem omringende mees ters, finantiecle, politieke en landbouwkun dige specialisten. Dc beer van Erp mankeert veelal, 't Zal ons waarlijk benieuwen of. cn voor welke partij hij volgend jaar weer zitting zal ne men. We vreezen 't genoegen hem lieflijke blikken naar freule Kamp te zien toewerpen te moeten missen. De beer de Vries heeft zich als verwoed strijder voor den Kermis- Zondag, die om vier uur begint opgeworpen, maar heeft helaas nogal eens de gewoonte de suikerstok van dc smakelijke onderwer pen zoolang af te likken tot er voor rle an dere liefhebbers niets meer overblijft. De beer de Vries bedenke: „De wijze zoekt zijn kracht in gebondenheid"... Onze vroede moeder kan soms „pittig" uit den boek ko men, zij beeft zich ontwikkeld tot specia liste voor hobbelige stcenen en -lantaarns die er niet zijn. Onze Roomschc fractie toont zich meestal zeer braaf eendrachtelijk De burgervader begint zich den laatsten tijd te ontwikkelen tot, een gentleman-bumorist van klasse. Zijn mopjes zijn soms allergrap pigst, reeds alleen daarom moest de publie ke tribune steeds overvol zijn. Dat is zij niet en daarom rust on ons den duren plicht bij 't scheiden van de markt nog eenmaal na te gajan of de elf kooplieden den kost voor hun 5000 Schager kinderen hebben verdiend. Hef jaar 1938 was precies li dagen oud toen de Baad weer bijeenkwam en als late nieuwjaars surprise het later zoo berucht geworden adres van het monster-verbond KuvsPilon tegen ontheiliging van den Zondag te verwerken kreeg. Men kent het verloop: B. cn W. deden niet aan 't spelle tje mee, de Raad ook niet. de deken trok zich terug, maar via de Zondagswet anno jaar nul, wist de heer Pilon zijn pil onder de menschen te brengen. Meneer van Erp had eenigc bezwaren tegen de onderhande lingen door den-man-wiens-naam niet-meer- genoemd-wordt over dc uitbreiding van do begraafplaats en vond dat. de gemeenteont vanger nicj. Blaauw het bont met de vel- bonnen had gemaakt. Meneer van Erp liep een blauwtje in dezen, de zaak Blaauw werd blauw-blauw gelaten. Den vierden Februari werd de heer Bijlsma wethouder Bijlsma, die met waardigheid zijn taak aanvaardde. Na zijn rivaal Wissekcrke met een neusleng te geslagen te hebben. De vrijzinnigen, die zooveel op wethouder Bijlsma aan te mer ken haddon gehad, trachtten met kannen stroop dc azijn te verzoeten en over alles lag de schaduw van den wapperende zwar ten mantel van den Hoogeerwaarden heer Deken Kuys... Een zeer belangrijke vergadering was dio van 28 April. Het Gemeentelijk Electrici- tcitsbedrijf werd verkocht. Lang werd er over gekeuveld, toen er gepraat moest wor den gingen de deuren dicht en toen was het. spoedig voor elkaar. Slechts de heeren Wis- sekerke en van Erp hieven er tegen. In de zelfde vergadering werd besloten het gas bedrijf niet aan Alkmaar te verkoopen maar te houden. Ook het besluit deel te nemen aan den Schoolarlscndicnst den Helder kwam er door. De lieer dc Vries werd dien avond geestelijke vader van de Zaterdagkermis. Het was zomer, voor de raad weer bijeen kwam. Midden in de kermisweek, opgeluis terd door draaiorgclmuziek, verzoet door oliebollengeuren werd druk gediscussieerd over de noodlijdende woningbouwvereeni ging en baar een crediet van dertig roo- de ruggen verleend. In deze vergadering ook fungeerde wethouder Buiskool als hoofd van Jut nochtans niet bezwijken voor de mo kerslagen des Hoeren van Erp. De herfstvergadcring, die van 29 Septem ber gaf wat opruimingsgoederen wegens ver gevorderd seizoen en 2 December was het weer een dag der groszen Kanone f 5o000.voor de landbouwschool werd aangekondigd. Een aardig Smterklaaspre- sent je! En reeds de volgende vergadering werden spijkers met groote koppen geslagen, de zaak kwam voor elkaar. Of het verstandig is reeds nu een school met zes klassen te bou wen is voor ons nog de vraag. Het argument van wethouder Bijlsma, dat over een paar jaar het rijk volgens de Dordsche regeling de meerkosten betaalt dus het geen zin heeft het nu uit de gemcentcknip te doen, is ze ker gezond. Echter ook voor de redeneering van den heer de Veer, dat als Schagen thans een goed geoutilleerde school heeft, men el ders in dc huurt zoo gauw geen dergelijke instelling zal krijgen, is veel te zeggen. Eensten uni ge r kon menziin voor do ge lukkige transactie met het Ned. Herv. Kerk bestuur ten aanzien van de oude school. Het nieuwe Avondrust zal in-een groote be hoefte voorzien! 1939... Het begin van een nieuwe raads periode. Moge zij Schagen tot zegen zijnl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1938 | | pagina 17