Geestelijk Leven
SCHAGEN in 1938
Raads over zicht
Schagen
Oudejaarsavond
overdenking
Zaterdag 3! December 1938
V^fde blad
door ASTOR
Ach, oud en vervallen kerkje, je staat er
niet meer. Het is al jaren en jaren geleden,
dar je gesloopt werd en r p een andere plaats
werd een nieuw, moderner kerkje neergezet.
En waar jij eens stond is nu het kerkhof.
Toen ik nog een jongen was van ongeveer
15 jaar oud. heb ik een teekening gemaakt
van je interieur, ik heb haar altijd bewaard
en terwijl ik nu zit te-schrijven, iigt, ze voor
me.
Waarom denk ik nu zoo sterk aan jou,
min oude kerkte? Waarom werd ik e rtoe ge
dreven om die teekening uit vele oude pa
perassen die allen de beteekenis hebben van
lieve en ook wel smartelijke herinneringen?
Je bent. zoo lang reeds-weg. Het hout van je
zware halken is verbrand, de steencn zijn
fijngeklopt en uitgestrooid over wegen en
paden, waar is je preekstoel gebleven, waar
hot; voorlezersbordje, waarachter mijn vader
eertijds stond om een gedeelte voor Ie lezen
uit het gewijde boek en dan als voorganger
mot de gemeente een psalm tc zingen?
Jij bent er-niet meer, maar voor mij is
*t op dit oogenblik of je er nog staat.
Ik hield van jc. Je was niet mooi en je
meubilcering was van grooten .eenvoud. Dat
weet ik nu pas, maar toen ik in mijn jeugd
de roepstem van je klok volgde cn naar de
samenkomst der gemeente optrok, toen vond
ik je mooi om je rustige intimiteit, om den
sfeer, dien je bracht. Ik zie alles nu weer
vóór mij. Vader achter zijn lessenaar en
door de spijlen van het doophek op de stoel,
die hot nummer 19 droeg, zag ik het lieve
gezicht van mijn moeder. Ach. moeder, waar
om moest je zoo lijden voor de dood je aan
ons ontnam? En daar waren alle menschen
mij bekend, ik kende ieders vaste plaats.
En ik had wat weet een kind van alles
waf er staat tusschen mensch en mensch?
het gevoel dat wij allemaal bij elkander
behoorden. Als de dominee, zijn woord richt
te tot de gemeente, dan luisterde ik zóó als
een kind slechts luisteren kan: met volko
men overgave, met onbeperkt geloof in wat
verkondigd werd. Nog weel ik mij enkele
prcoken (e herinneren! Ja. mijn oude kerkje,
jc hadt een plaats in mijn jonge hart. Ik
kan' je niet vergeten. Maar hel allerliefst trad
ik bij je. binnen op den oudejaarsavond. Hoe
sprak jc dan tot mijn ontvankelijk gemoed!
Buiten hing de .nacht over 'I dorpje, waar
van jij het geestelijk middelpunt, was. Maar
jij was zoo mooi verlicht. Zacht flikkerden
de kaarsen in den antieken koperen kroon;
op de banken stonden simpele houten kan-
delaars. En dan waren er meer menschen
dan gewoonlijk. En zij waren anders ge
stemd, dat wist ik bij ingeving, omdat, ik
zelf anders gestemd was: ontvankelijker,
zachter, deemoediger. liet oude „uren, da
gen, maanden, jaren vliegen als een scha
duw hoen" ruischte onder je oude gewelf.
Was 't slechts verbeelding van mij of was
het inderdaad zoo, dat dit lied een werke
lijke vertolking was van wat er omging in
de ziel der kerkgangers?
Was 't ook maar verbeelding alleen als ik
dacht, dat, wat de dominee zeïde, treffender
was dan wat hij op den Zondagmorgen
sprak? Ik zag. dat er tranen kwamen in me
nig oog, wanneer woorden werden gewijd
aan hen, die door don dood aan de gemeen
te waren ontvallen. En als de kerk uitging,
dan hoorde ik op 't korkepad dat dominee
het zoo mooi had gemaakt en er werd nog
nagesproken over zijn woorden met zachte
geluiden. Voelden de menschen dan de on
zekerheid en de broosheid van het leven?
Werkte nog in hen na, wat zij hadden ge
zongen: 't. mensch dom valt als bladeren af?
Waren zij zich bewust geworden van die
groofe waarheid, dat niets blijft, maar alles
voorbijgaat en drong hot. misschien heel
even met alle scherpte tot hen door datjuist
daarom moest worden gezocht naar de' eeu
wige, geestelijke waarden, naar waarheid en
gerechtigheid en liefde?
Mijn oude kerkje, uit mijn herinnering ga
jc nooit weg. 'Mijn jeugd is voorhij, mijn le
ven spoedt ten einde, maar in mijn hart heb
ik iets bewaard van wat jij in me gewekt
hebt.
En nu, deze O'idiejaamavondroverden-
king schrijvend, komt een reeds ver achter
mij liggend verleden weer hoven. Ik overzie
een tijdperk van meer dan een halve eeuw.
Ik heb in dien tijd duizenden menschen
ontmoet en veel doorgemaakt; ik heb blijd
schap en smart, ik heb teleurstelling cn ont-
goboheling toeren kennen: ik heb verande
ringen zien plaats grijnon in de wereld, die
verbazingwekkend zijn, een technische ont
wikkeling die vijftig jaar geleden, indien zij
voorspeld ware. als een utopie zon zijn ver
worpen. Ook op geestelijk gebied is sedert
mijn jeugd enorm veel veranderd.
Bij tienduizenden menschen hebben de op
vattingen aangaande religie en zedelijke en
maatschappelijke vraagstukken een grondi
ge wijziging ondergaan. Als er één ding is.
waarvan wij wel zeer sterk worden over
tuigd dan is het, dat de Grieksehe wijsgeer
Heraclifus alle recht had om te beweren:
Alles vloeit en niets blijft. Voor hem is de
wereld het fooneel van voortdurende be
weging onophoudelijke ontwikkeling, het
nieuwe verovert zijn plaats door vernieti
ging, verdelging van het voorafgegane; alle
vergankelijke dingen, alle tijdelijke toestan
den zijn de fasen van een groot proces, de
'hoorbare stemmen van dc al-Is omvattende
„ver-borgen harmonie."
Mijn oude kerkje, nu denk ik weer aan
jou.
En ik weef heel zeker dat ik ontgroeid
ben aan wat binnen iouwmuren werd ver
kondigd. Dat kan niet anders, maar ik heb
toch óók begrepen wat HeraclHus moet
hebben bedoeld met die „verborgen harmo
nie". ]>at is die stille kracht., welke alles
drijft., die de millioencn sterren stuwt door
het ondenkbaar uitgebreide universum, die
de atomen bezielt en die in menschen werkt
Het is die mysterieuse kracht, welke wü
als zeer reëel ervaren, wanneer wij on7<-
uren van diepen inkeer lot onszelf doorto
yen. En als wij ons daarvan bewust wor-
1 den toeren wij het leven in zijn eeuwige
wisseling niet andere, met begrijpende oogen
zien. Eii gansch bet leven wordt ons tot
een aangrijpend drama; en daarin wordt
geleden en gestreden, maar alles is dienstig
aan het ééne groote doel: de verwerkelijking
der idée.
Vooral in onzen zelfbewogen tijd is het
een verkwikking zich hiervan bewust ie
worden. Daarom houd ik van de mystiek
van den oudejaarsavond. Zij geeft ons iets
terug van geloof cn vertrouwen in de toe
komst. Beangstigd vragen wij immers
ons zelf vaak af wat toch wel de zin mag
zijn van het bestaan der menschheid op
aarde. Het lijkt ons immers zoo onzinnig toe
Zien wij niet vóór ons een menschheid, die
verscheurd is door vijandschap, die dreigt
onder te gaan in zelfvernietiging? Zien wij
niet hoe geweld en tyrannie schijnen te
triomfeoren over rede en menschel ij ke waar
digheid?
Een fijn humanist, Nico van Suohtelen.
schrijft in zijn mooie boek „De Stille Lach"
deze gruwelijk-ware woorden „In den oor
log toont zich de Staat het duidelijkst als
den ijzeren Molsch, waarin alle mensche-
lijkheid tot machinale wreedheid is ver
stard. alle verantwoordelijkheid van mensch
tot mensch opgeheven. En toch dient de
mensch zijn fctisch (afgod) nooit verblin
den den juist in den oorlog. Maar dat is
het kenmerk van afgoden: hoe gruwelijker
zij zijn, hoe gedweeër zij worden gediend."
En als wij dan bedenken te leven in een
tijcl van de grootste oorlogsvoorbereiding,
welke de wereld ooit heeft aanschouwd cn
dat de Staat hoe langer zoo meer tot den
modernen afgod wordt gemaakt ja, dan
wordt 't ons soms bang te moede en komt
vertwijfeling in ons op en dreigt elk geloof
in den zin van het leven te versterven.
O! wat is het dan een heerlijkheid tot
bezinning te komen en het rustige weten
weer deelachtig te worden: het innerlijk ze
kere weten dat alles voorbijgaat en niets
blijft en dat de stille kracht blijft werken.
Misschien moeten wij, menschen van het
heden, nog vreeselijke dingen doorteven; ik
kan huiveren, als ik denk aan de jonge
menschen: wat gaan zij tegemoet, wat staat
hun te wachten?
Een tweede wereldoorlog, een alle men-
sohelijke waardigheid vernietigende over-
heersching van clen totalitairen staat? Jk
waag mij niet aan voorspellingen. Wat ech
ter de toekomst in haar donkeren schoot
moge verbergen; door alles heen gaat het
groeiproces der menschheid door.
En dit groeiproces zegt ons, dat er een
vaste lijn loopt door de geschiedenis der
menschheid. En deze lijn begint in oeroude
tijden, die vele, vele eeuwen achter ons lig
gen, waarin de eerste menschen op de aarde
verschenen en zij richt zich naar een vast
doel naai- dat doel, dat ik zooeven aan
duidde als: dc verwerkelijking der idee.
Ik denk hier aan de idée: mensch.
Wij staan voor eert groot mysterie. Een
boom groeit uit tot boom in de soort waar
toe hij behoort; een dier wordt geboren, be
reikt de volwassenheid. Daar is een grens,
die niet wordt overschreden. Hoe anders is
het bij den mensch. Zeker, lichamelijk zijn
er grenzen en de mensch van heden is er
aan gebonden evenals zijn voorvader van
millioen jaren geleden er aan gebonden
was. En zooals bij den oermensch, zeggen
we van den tegenwoordigen mensch op een
zekeren, leeftijd: hij is volwassen. Maar die
zelfde mensch is óók een geestelijk wezen
en als zoodanig komt er nooit een oogenblik
waarop gezegd kan worden: hij is volwas
sen, hij is af! Daar komt geen tijdstip, dat
de groei bij den geestelijken mensch ge
ëindigd is. omdat het uiterste doel werd
bereikt. Als dit zoo ware, zouden wij kun
nen zeggen: de idee: mensch, is verwerke
lijkt.. Ik kan het ook zóó uitdrukken: de
geest is tot volkomenheid gestegen in een
stoffelijke versch ij non gs v o rm
En nu begrijpen wij, hoe reeds in de
oudheid de gedachte moest opkomen van de
menschwording Gods. In de christeliike
kerk kennen wij de menschwording van God
in Christus als een van de geliefde kerkelij
ke dogma's.
Daarin beeldt zich uit die eeuwige, on
bewuste hunkering in de menschel ij ke ziel
naar de glorie van het mensch-zijn, naar
de verwezenlijking der idée. Voor hen, die
zich bij voorkeur christenen noemen, is
die menschwording van God een feit, dat
ééns in de historie is geschied. Voor mij is
het een feit van alle tijden en alle men
schen en beteekent het, dat in ieder aan
wezig is die geheimzinnige drang om tot
geestelijken wasdom te komen, d.i. te wor
den tot een sterke, gave persoonlijkheid.
En let nu eens op de geschiedenis der
menschheid, op haar strijden cn worstelen.
Wordt, deze geschiedenis dan niet tot een
tragisch, ontroerend epos, tot een verheven
heldendicht van de menschheid, die niet
op kan houden met den strijd om de idée
te verwezenlijken. En tot dien strijd drijft
de idee-zelf!'
Want dc idée is eeuwig.
Zij baant zich haar weg door alle belem
meringen, zij breekt op den duur alle weer
standen, want de geest is machtiger dan
alles in de wereld.
Voor hen, d-ie zich blind staren op hun
eigen tijd moet dit een dwaasheid schij
nen, voor den denkenden en de wereldge
schiedenis overschouwenden mensch is het
een bron van rustige kracht, omdat, hij
weet dat alles, ook zelfs deze benarde tijd
een fase vormt in dal groote groeiproces
dat de menschheid doormaken móet. Ge
slachten konten op en gaan heen om voor
nieuwe geslachten plaats te maken en ieder
•geslacht brengt de menschheid een klein
stapje verder.
Dit te weten is een zegen voor den
mensch in den onheilvollen overgangstijd
dien wij doorleven.
Daarom slemt de oudejaarsavond ons niet
weemoedig door dc aan hem vastgekop
pelde gedachte, dat alles voorhij gaat,
maar hij komt tot ons inct dc verzekering
dat de mensch en dc menschheid uit gees
telijk oogpunt bezien, nooit kan aflatcii
van dien verheven strijd, die zich richt tot
het ideaal. Of ooit dat ideaal bereikt zal
worden
Maar is idealisme niet als liet schijnen
van de zoi; over de velden, waardoor le.-
venskrachten worden opgeroepen?
Wekt niet idealisme dc zuiverste levens
drift?
Is het niet idealisme d.i. streven naar
verwezenlijking der idée „mensch", dat
aan ons leven zin en beteekenis geeft?
Nog eens kijk ik naar mijn jeugdteeke-
ning, het interieur van het kleine dorps
kerkje. Hoe vaak heb ik daarin gezeten en
hoe innig heb ik geloofd. Dat kerkje is
weg, maar ook mijn kinderlijk geloof heb,
ik verloren. Maar ik ben er niet armer
door geworden. Integendeel! Het wezenlij
ke heb ik behouden: het vaste vertrouwen
dat de menschheid gestuwd wordt naar
hooger en beter. En zou dat niet genoeg
zijn?
ASTOR.
Wij eindigden verleden jaar ons overzicht
aan het einde der dagen van 1937, met den
wensch, dat het in 1938 in Schagen eens wat
„levendiger" mocht zijn, want 1937 was een
zeer rustig jaar geweest Er is geen ge
brek aan levendigheid geweest, in het jaar,
dat straks achter ons ligt. Jammer genoeg
was het echter niet de drukte, welke het
gevolg is van een gezond samenleven
Er is een belastingsneeuwballetje gaan rol
len, dat tot een lawine is geworden en me
nigeen in zijn val heeft meegesleeptEen
andere ongezonde sensatie, was die van het
„minderhedenvraagstuk", de kermisgcschie-
denis. Achttien procent was de opbrengst
der verpachting lager dan gewoonlijk, de
kermis is gronig bedorven door het drijven
van den enkeling die er een afwijkende mee
ning op na lioudt bij de velen, die in ge
paste kermisvreugde, ook op Zondag geen
bezwaar zien De verhouding tusschen
het Katholieke en andere volksdeel is er
gelukkig, vooral in het tweede halfjaar niet
slechter op geworden. De Roomschc geeste
lijkheid heeft het toespitsen der tegenstellin
gen gestaakt. Het Protestant-Kerkelijk
leven leed een gevoelig verlies door het ver
trek van Ds. Eikema naar Zaandam. Moge
liet den opvolger, Ds. Kaptein, gegeven zijn,
de gemeente nog meer tot bloei te brengen!
De gereformeerde gemeente werd een
fraai nieuw kerkgebouw rijker. Het kanton
gerechtgebouw had daardoor als kerk afge
daan. Het staat wel vrijwel vast dat dit ge
bouw op den duur postkantoor zal worden,
maar veel meer is hieromtrent nog niet be
kend. Het gebouw van de automatische
telefoon nadert zijn voltooiing. Dat voor
de nieuwe landbouwschool zal weldra wor
den opgetrokken. Het besluit daartoe is reeds
genomen.
De middenstand.
heeft ook in 1938 bewezen te Schagen het bin
dend element te vormen. Zonder een o o-
wekt eendrachtig middenstandsleven ;.:i
Schagen niet. bloeien. Een oogenblik scht.-i
de eendracht verstoord te worden door c'.c
bekende S.O.R.-reisbonnenkwestie, maar
kalmte en verstandig overleg deden het bij
één opgewonden vergadering blijven. Of de
S.O.R.-bonncn met „liefde" worden gegeven,
en of het publiek ze de waarde toekent,
welke men veronderstelde dat liet geval zou
zijn, betwijfelen wij nog steeds. Verheugend
is hel nieuwe zaken van beteekenis te zien
verrijzen. Wij noemen in dit verband de ver
jongde Schager Badiocentrale, het Schager
Import huis en mogen ook zeker niet vergeten
het nieuwe fraaie gebouw van de N.V. Trap
man, waar de Schager Courant o.a. wordt
gedrukt.
Vereenigingsleven.
De gewone traditioneele feestelijkheden als
Schager Vuurwerk, Paaschtentoonstellinif,
enz., hadden „mededingers" in de blijde vie
ring van de geboorte van Prinses Beatrix
cn het regecringsjubileum. Het harddraverij-
feest werd helaas overschaduwd door de in
ternationale spanning in September. Ook
Schagenaars bonden den ransel op den rug,
en honderden verdrongen zich voor onze re
dactiebureau x om het laatste nieuws te ver
nemen. Het vereenigingsleven is bloeien
de, behalve dan het tooneeldilettantisme, dat
een armetierig bestaan leidt. De drie kunst
kringen neutraal, arbeiders en katholieke
schijnen elkaar nog geen concurrentie
aan te doen, voor alle bestaat groote belang
stelling. „Buus" ontbrak natuurlijk weer niet,
en ook de omroopvereenigingen gaven met
eerste klas gezelschappen acte de présence.
Onze plaatselijke revuevereenigdng beweegt
zich nog steeds in opgaande lijn. Met be
langstelling mag het debuut van de operettc-
vereeniging de operavereeniging is dood
tegemoet gezien worden.
Sport.
De Spartanen hebben na een goed debuut
een leelijke inzinking doorgemaakt, maar
nog is Carthago niet verloren! De schiet
wedstrijden van de politiemannen waren een
daverend succes. Twee belangrijke gebeurte
nissen op sportgebied vormden de deelna
me van Kees Kruit cn partner aan de Rallye
Monte Carlo en van Mevr. Schmalz, die een
rondrit te paard om het IJsselmeer maakte.
De gymnastiek is „in liefde bloeiende", de
uitvoeringen van Lvcurgus, Sportbond, Turn
kring en de Zwitsers waren als steeds een
groot succes.
Personalia.
Twee bekende Schagenaars verwisselden
het tijdige met het eeuwige, en wel de heer
Blaeser, dir. der Lichtbedrijven en de heer
Lap, kassier cn bekend vereenigingsman.
Onze kring notabelen werd verrijkt door de
komst van notaris De Boer. Talrijke echtpa
ren jubileerden in het zilver, en zelfs drie
op één dag in het goud. Een merkwaardig
huwelijk was wel dat van een 85-jarigen
bruidegom en een 79-jarige bruid.
Voor zware branden en doodelijke ver
keersongevallen bleven wij gespaard. Van
slechts één ernstig ongeval maakten wij mel
ding, dat op den provincialen weg onder
Haringhuizen.
En zoo zijn we dan weer aan het einde van
ons overzicht, dat natuurlijk slechts zeer op
pervlakkig kan zijn.
1938 verdwijnt, 1939 verschijnt. Wat
zal het brengen? Leest trouw uw Schager
Courant en gij zult het weten: volledig, gron
dig en snel!
En wat was nu eigenlijk het etiket op den
boordevollen zak met bestuursgeleerdheid
van ons geachte elftal, meer in het bijzon
der van ons dagelijksch drietal, nóg meer
in het bijzonder voor ons gemeente opper
hoofd? Vandaag weten we de oplossing van
dit raadsel ineens. Vandaag, als we op de
zen bar-kouden Zondagmiddag, een der laat
ste in dc roemruchte regeering van Koning
Misère de 1938e een boodschap hebben te
doen in een ower voornaamste café's restau
rants...
Lekker weggedoken in de behaaglijke cra-
peauds-om-den-haard behandelen de stam
gasten tusschen een slurpje Cats-mèt en
een sigaar sabbeltje door de daverende din
gen dezer dagen. Eenigszins kriegel kijken
ze, als de deur openzwaait en een golf kou
in de behaaglijkheid tracht te dringen
Vervelend die stoornis! Ze duiken nog die
per weg, voelen zich nóg meer één in hun
knus-enge beslotenheid en zijn slechts weg
te branden als er geen enkel voorwendsel
is nog een Catsje te pakken cn hun langer
uitblijven aan het oproerige parlement
thuis te verklaren.
De oplossing van onze raadspuzzle! Er is
veel gepraat dit jaar onder de donkere ge
binten van onze eerbiedwaardige raadszaal.
Het loon per woord was inderdaad schraal
Er is veel blauwe rook opgekringcld tus
schen de gaspitten. Er zijn zelfs belangrijke
zaken besproken en belangrijke zaken ge
daan, de landbouwschool, de overdracht van
het G. E. B„ het subsidie aan de woning-
bouwvereeniging. Maar evenals in 1937 is
van een kra'chtige doelbewuste gemeente
politiek weinig gebleken, er ontbreekt nu
eenmaal de stuwende kracht in de raads
zaal, die tot handelen drijft, handelen naar
huiten vooral. Die 't kón zijn, wethouder
Buiskool kan zich moeilijk uit zijn zaken
rneer terugtrekken dan hij doet, men wist
dit vooruit, men kan hem daarvan geen
verwijt maken. Hij doet wat hij kan, zeker
zijn wij er van dat het besluit tot het stich
ten van den nieuwen landbouwschool voor
een groot gedeelte aan zijn initiatief en ener
giek werken is te danken.. Die 't moest zijn,
krachtens zijn ambt, de burgemeester, mist
daarvoor de capaciteiten. Schagen behoeft
•ui eenmaal iets anders dan een hoofdamb
tenaar, die 6 uur per dag den wil .van zijn
superieuren uitvoert, en zich daarna opsluit
binnen de hooge hennen om zijn eenzame
woning.
Een zakenman, iemand die de belangen van
anderen gaarne voor 90% dient, mits hij er
zelf de resteerende 10 profijt van heeft!
Die anderen zijn de buitengemeenten. Het
is pijnlijk, maar begrijpelijk dat men in dc
buitengemeenten, waar krachtiger figuren
aan het hoofd staan, de positie van Schagen
als centrum-gemeente tracht te ridiculisoe-
ren. En toch, hoe graag gaat men naar Scha
gen, het gezellige geografische middelpunt
van ons Noorden. Een actief Schagen moet
het. middelpunt blijven: tenslotte liggen den
Helder en Alkmaar bijna 50 k.m. uiteen cn
voelt Schagen de mentaliteit van de „rand-
bewoners" veel beter aan. Den Helder doet
alles de ommelanden aan te trekken, on
danks zijn excentrische ligging, de grootste
handelsreiziger uit den Helder is de burge
meester. En zoo hoort het ook! Maar hier...
Het is zielig als onze verslaggever in den
kop van zijn raadsverslag ironisch neer
schrijft: „Dc burgemeester waagt zich op
een vergadering buiten Schagen" omdat dit
zooiets zéér bijzonders is...
Het snreekt boekdoelen, als we op een
zéér belangrijke landbouwvergadering, die
van Hollands Noorderkwartier, den burge
meester van Wieringermeer en van Barsin-
gerhorn onder het gehoor zien, en die van
Schagen, waar de vergadering wordt gehou
den... ontbreekt! Welk 'n goeden indruk zou
liet gemaakt hebben als de burgemeester de
aanwezigen hartelijk welkom had geheet.cn
en met oen paar bons mots de besprekingen
tusschen „partijen" ingeleid! Helaas,onze
burgemeester en met hem een deel van de
raadsleden keuvelen graag knus-samen, slui
ten liefst wanneer de besprekingen even bo
ven het peil van bittertafclconversatie drei
gen te gaan de deuren voor 't pers vulgus...
Zij wagon zich niet buiten in de kou, bang
voor don frisschen wind, die de stofnesten
en spinnewebben van verouderde begrip
pen: ,,'t ging vroeger goed en als de tijd
weer beter wordt zal 't wéér goed gaan"
zou kunnen wegblazen. Hot is bekend dat
de burgemeester ongevoeligheid voor cri-
tïek voorwendt, zich veilig wanend als ge
smeerd loopend wieltje in 't Haagsche re-
geeringsapnaraat. zich gedekt wetend door
zijn ambtelijke onkreukbaarheid... Ons be
toog. zal hem niet deren, noch zal hij er
iets oni geven... Ons tegenwoordige elftal
loopt op zijn laatste bcencn, een soort pa
leisrevolutie is in deze periode niet meer te
verwachten Echter in Juni, geldt méér
dan ooit, wat wij nog eens hebben uitgeroe
pen: „Kerels gevraagd!"
Zoo hebben we weer tallooze fraaie toeren
op liet slappe koord van de gemeente-poli
tiek zien maken. We hebben een nieuwen
acrobaat tegen het driehonderd guldcnsho-
norarïum zien optreden in den vorm van
wethouder Bijlsma, in de plaats van zijn
voorganger, wiens schim in tusschen nog
meermalen door de besognekamer dwarrelt.
Het moet voor den voorzitter wel vreemd
zijn diens hcescli gefluister niet meer in
zijn rechteroor te hooren... Wethouder Bijls
ma... Er is veel strijd om zijn benoeming
geweest, c>r is mee gelachen en er is critiek
uitgeoefend voor bij zelfs nog één wethou-
dcrlijk woord bad gesproken. Echter: Wet
houder Bijlsma is zijn plaats waard, zijn
rustige bescheiden persoonlijkheid verzinkt
niet in den glans der hem omringende mees
ters, finantiecle, politieke en landbouwkun
dige specialisten.
Dc beer van Erp mankeert veelal, 't Zal
ons waarlijk benieuwen of. cn voor welke
partij hij volgend jaar weer zitting zal ne
men. We vreezen 't genoegen hem lieflijke
blikken naar freule Kamp te zien toewerpen
te moeten missen. De beer de Vries heeft
zich als verwoed strijder voor den Kermis-
Zondag, die om vier uur begint opgeworpen,
maar heeft helaas nogal eens de gewoonte
de suikerstok van dc smakelijke onderwer
pen zoolang af te likken tot er voor rle an
dere liefhebbers niets meer overblijft. De
beer de Vries bedenke: „De wijze zoekt zijn
kracht in gebondenheid"... Onze vroede
moeder kan soms „pittig" uit den boek ko
men, zij beeft zich ontwikkeld tot specia
liste voor hobbelige stcenen en -lantaarns
die er niet zijn. Onze Roomschc fractie toont
zich meestal zeer braaf eendrachtelijk
De burgervader begint zich den laatsten tijd
te ontwikkelen tot, een gentleman-bumorist
van klasse. Zijn mopjes zijn soms allergrap
pigst, reeds alleen daarom moest de publie
ke tribune steeds overvol zijn. Dat is zij niet
en daarom rust on ons den duren plicht bij
't scheiden van de markt nog eenmaal na
te gajan of de elf kooplieden den kost voor
hun 5000 Schager kinderen hebben verdiend.
Hef jaar 1938 was precies li dagen oud
toen de Baad weer bijeenkwam en als late
nieuwjaars surprise het later zoo berucht
geworden adres van het monster-verbond
KuvsPilon tegen ontheiliging van den
Zondag te verwerken kreeg. Men kent het
verloop: B. cn W. deden niet aan 't spelle
tje mee, de Raad ook niet. de deken trok
zich terug, maar via de Zondagswet anno
jaar nul, wist de heer Pilon zijn pil onder
de menschen te brengen. Meneer van Erp
had eenigc bezwaren tegen de onderhande
lingen door den-man-wiens-naam niet-meer-
genoemd-wordt over dc uitbreiding van do
begraafplaats en vond dat. de gemeenteont
vanger nicj. Blaauw het bont met de vel-
bonnen had gemaakt. Meneer van Erp liep
een blauwtje in dezen, de zaak Blaauw werd
blauw-blauw gelaten. Den vierden Februari
werd de heer Bijlsma wethouder Bijlsma,
die met waardigheid zijn taak aanvaardde.
Na zijn rivaal Wissekcrke met een neusleng
te geslagen te hebben. De vrijzinnigen, die
zooveel op wethouder Bijlsma aan te mer
ken haddon gehad, trachtten met kannen
stroop dc azijn te verzoeten en over alles
lag de schaduw van den wapperende zwar
ten mantel van den Hoogeerwaarden heer
Deken Kuys...
Een zeer belangrijke vergadering was dio
van 28 April. Het Gemeentelijk Electrici-
tcitsbedrijf werd verkocht. Lang werd er
over gekeuveld, toen er gepraat moest wor
den gingen de deuren dicht en toen was het.
spoedig voor elkaar. Slechts de heeren Wis-
sekerke en van Erp hieven er tegen. In de
zelfde vergadering werd besloten het gas
bedrijf niet aan Alkmaar te verkoopen maar
te houden. Ook het besluit deel te nemen aan
den Schoolarlscndicnst den Helder kwam
er door. De lieer dc Vries werd dien avond
geestelijke vader van de Zaterdagkermis.
Het was zomer, voor de raad weer bijeen
kwam. Midden in de kermisweek, opgeluis
terd door draaiorgclmuziek, verzoet door
oliebollengeuren werd druk gediscussieerd
over de noodlijdende woningbouwvereeni
ging en baar een crediet van dertig roo-
de ruggen verleend. In deze vergadering ook
fungeerde wethouder Buiskool als hoofd van
Jut nochtans niet bezwijken voor de mo
kerslagen des Hoeren van Erp.
De herfstvergadcring, die van 29 Septem
ber gaf wat opruimingsgoederen wegens ver
gevorderd seizoen en 2 December was het
weer een dag der groszen Kanone
f 5o000.voor de landbouwschool werd
aangekondigd. Een aardig Smterklaaspre-
sent je!
En reeds de volgende vergadering werden
spijkers met groote koppen geslagen, de zaak
kwam voor elkaar. Of het verstandig is
reeds nu een school met zes klassen te bou
wen is voor ons nog de vraag. Het argument
van wethouder Bijlsma, dat over een paar
jaar het rijk volgens de Dordsche regeling
de meerkosten betaalt dus het geen zin heeft
het nu uit de gemcentcknip te doen, is ze
ker gezond. Echter ook voor de redeneering
van den heer de Veer, dat als Schagen thans
een goed geoutilleerde school heeft, men el
ders in dc huurt zoo gauw geen dergelijke
instelling zal krijgen, is veel te zeggen.
Eensten uni ge r kon menziin voor do ge
lukkige transactie met het Ned. Herv. Kerk
bestuur ten aanzien van de oude school.
Het nieuwe Avondrust zal in-een groote be
hoefte voorzien!
1939... Het begin van een nieuwe raads
periode. Moge zij Schagen tot zegen zijnl