DE LAMP
Wij lazen voor U«...
Musschen houden
niet van rood!
Radioprogramma
in de Woestijn
ii i'iiliwjLii
i - WwctIU
X-69
DOOR
I EDGAR RIC~
j BURROUGHS
Bij zgn sprong wilde de reus met zijn volle
gewicht op de borst van Tarzan terecht ko
men en zo diens borstkas verpletteren. Maar
de sterke spieren .van Tarzan spanden zich,
zodat de sprong gebroken zou worden. Op het
ogenblik, dat de voeten van zijn vijand hem
bijna raakten, schoot de hand van Tarzan uit
en raakte de enkels van den kolos. Een
snelle draai en de man verloor zijn evenwicht.
De aapman sprong snel op. Ook de Athai-
riaan was weer onmiddellijk op de been
en haalde een mes uit zijn verborgen zak te
voorschijn. Van de lippen van koningin
Mentheb ontsnapte een halfonderdrukte
kreet. Met grote bewondering had zij iedere
beweging van den aapman gadegeslagen en
in haar angst klonk verontwaardiging. De
woedende Athairiaan viel nu opnieuw aan,
van plan zijn mes in Tarzan's lichaam te sto
ten. Hij had de regels van een eerlijk gevecht,
welke verboden, dat een der vechtenden een
wapen bij zich had, geschonden; maar zijn
enige gedachte was. zijn tegenstander te
doden, voordat hg zelf het slachtoffer zou
worden.
NAAR EEN TOTALITAIREN STAAT?
Onder het hoofd „Naar den totalitairen
slaat" neemt de Nieuwe Rotterdamsche
Courant (lib.) het volgende stukje over uit
een artikel in het maandblad „De Inter
nationale Christelijke Vakbeweging" (redac
teur liet r.k. Tweede Kamerlid P. J. Serra-
rens). welk artikel betrekking heeft op de
^katholieke actie voor de z.g.n. „nieuwe
gemeenshap":
De collectieve contractanten waren een
eerste slap, maar zij waren beperkt i n
dien tijd en zij werden ook in dien tijd
niet door allen gerespecteerd.
Die contiact-cn moeten met publick gezag
bekleod worden. Maar ook dat is niet ge
noeg.
De gemeenschap, die bestaat tusschen al
len, die zich bezighouden met dezelfde
productie, hetzij als leiders van de •in
dustrie, hetzij als menschen, die onderge
schikten arbeid verrichten, die, gemeenschap
die bestaat, moet verankerd worden in .het
bewustzijn van allen, zij moet een juridi-
schcn vorm krijgen, zij moet een permanen
ten bouw worden. En ieder bedrijfsgebouw
mag niet zijn kracht noch zijn vreugde
zoeken in een isolement van andere bedrij
ven, dat een bedrijfsegoïsrne zou doen ont
staan, tot schade van andere bedrijven.
Een centraal orgaan moet de harmoni
euze ontwikkeling der georganiseerde be
drijven verzekeren en de aigemeene rich
ting van het hcele oeconómische leven, van
iiuttjj.iric, landbouw, handel en transport,
de aigemeene richting, die geen andere kan
zijn dan een redelijke voorziening in de
wezenlijke behoeften van het heele volk.
DE R.K. STAATSPARTIJ EN HET
MARXISME.
„De R.K. Staatspartij" wijst er op, dat op
hei gebied der provinciale- en gemeente
politiek de Katholieken samenwerken met
bijna alle andere partijen, ook wel met
partijen, met welke zij in de landspolitiek
géén samenwerking wenschen.
Men noemt dit, aldus het orgaan, van
„zekere zijde" beginselverzaking. Zoodra de
R.K. Staatspartij breekt mei het Marxisme,
zullen de Katholieken uit de N.S.B. treden
eu tot de R.K. Staatspartij terugkecron, zoo
werd ons verzekerd. Hier ligt grove misvat
ting. Allereerst behoeft onze Partij niet met
liet Marxisme te breken; zij heeft op liet
voetspoor van de kerk dit stelsel feller
«streden dan wie ter wereld ook. Vervol
gens: samenwerking met socialisten in Ge
meente- en Provinciale besturen is evenmin
steun aan het Marxisme-, als samenwerking
met de christelijke groepen steun aan het
Calvinisme is. Het blijkt nu eenmaal mo
gelijk, vooral in lagere besturen, samen te
werken met groepen van wier beginselen
- Uit de Pers van heden
men ver afstaat, zonder dat men aan die
beginselen ook maar de minste concessie
behoeft te doen. Wij laten nu maar, aldus
„De R.K. Staatspartij" in het midden de
vraag, wat er nog aan Marxisme rest in de
S.D.A.P., evenals de vraag of het. liberalis
me niet een even gevaarlijk stelsel is, om
van de „levensbeschouwing" van het natio-
naal-socialisme maar te zwijgen!
„DE STAAT LEEFT VAN ZIJN
SCHULDEN"
„Ook de Staat leeft in zekeren zin van
zijn shulden" schrijft het Handelsblad
(lib.), dat ernstige bezorgdheid uit over de
nieuwe stijging der Nederlandsche staats
schuld. Het blad geeft vergelijkende cijfers
over den druk van genoemde schuld per
hoofd der bevolking hier te lande en in
andere landen. In Nederland bedraagt deze
druk per hoofd f 400.in België f 225.
in Amerika f 550.—, in Engeland f 1500.
in Frankrijk f 500.— in Duiischland be
draagt de officie e 1 e staatsschuld per
bevolkingshoofd f 275.de n i e t-o f f i-
c i e e 1 e f 350.
Vergeleken met onze buren, Oostelijk
Westelijk, verkeeren wij dus nog, aldus het
Hsb., in een betrekkelijk gunstige positie,
waar tegenover staat, dat de productiviteit
en rentabiliteit van onze hulpbronnen veel
meer afhankelijk zijn van het buitenland en
den buitenlandschen handel dan die dei-
groot e landen, zoodat een groote staats
schuld voor ons land dan ook veel gevaar
lijker is en een door sommigen zoozeer ge-
wenschte „vlotte leeningspolitiek" op na
tuurlijke weerstanden stuiten moet.
TEGEN HET PLAFOND.
Het Volk (s.d.a.p.) rekent uit, dat de
nieuwe ministerieele maatregel, waarbij het
loon, dat door dienstmeisjes uit een werk
loos gezin wordt verdiend, niet meer van
van den steun behoeft te worden afge
trokken „de overheid niet veel kost". Het
blad toont dit als volgt aan:
Een gezin van vier personen ontvangt in
Amsterdam aan steun: f 12.voor man en
vrouw, plus tweemaal f 1.35 voor de beide
dochters, tezamen dus f 14.70. Dat is het
zoogenaamde „grondbedrag", waarop dan
een huurtoeslag komt, die wij voor deze
berekening op f2.stellen. De steunrege
ling bepaalt dat dit gezin, aan steun, plus
inkomen van gezinsleden en toeslagen, niet
meer mag ontvangen dan anderhalf maal
het grondbedrag. Het inkomen mag dus,
alles bij elkaar, niet grooter zijn dan f22.05.
Indien nu beide dochters in een
huishoudelijke betrekking zijn en
daar ieder f5.50 verdienen, wordt
van den steun zooveel afgetrokken,
dat het gezinsinkomen f22.05 be
draagt. Na den maatregel van den
■minister inzake de dienstbodenaf
trek, gaat dit gezin er niets op
vooruit, want het zit tegen het „pla
fond" en er mag niet meer inkomen.
Voor grootere gezinnen wordt de bere
kening nog ongunstiger en wanneer de
meisjes boven de 18 jaar zijn, zoodat bij
den vroegeren toestand niet f2.maar
f 4.vrij van aftrek bleef, is er geen schijn
van kans, dat er verbetering door de nieu
we bepaling komt.
Indien de minister nu niet meteen be
paalt, dat bij de nieuwe berekening het
„plafond" wegvalt, is zijn maatregel, zoo
besluit het arbeidersblad, weinig meer dan
een wassen neus.
Merkwaardige proef betreffende
den kleurzin bij dieren.
Over den indruk, dien de kleuren op de
vogels maken, weten wij uit den aard dei-
zaak nog maar weinig. Dat kleuren, in het
vogelleven een belangrijke rol spelen, be
hoeft daarentegen, aldus een medewerker
aan de N. R. Crt., geen nader betoog.
Darwin immers meende reeds, dat de
fraaie kleurscliakeeringen, die bij vele vo
gelsoorten de mannetjes zoo bijzonder
sierlijk maken, hun ontstaan zouden te
danken hebben aan de natuurlijke teelt
keus. In dit bijzondere geval zou deze
teeltkeuze gelèid zijn door den kleurzin der
wijfjesdieren. Bewezen is dit echter nooit,
zooals dit ook bij verschillende andere van
Darvvin's geniale theorieën het geval is en
het laat zich aanzien, dat zulks ook bij
vele er van wel nimmer zal geschieden,
aangezien men bij het experimcnteele be
wijs, dat zij behoeven, niet kan beschikken
over de daarvoor vereischte ongelimiteer
de hoeveelheid tijd.
Dit neemt niet weg, dat telkens weer
aanwijzingen worden verkregen, die nu
eens vóór, dan weer tegen Darwin's theo
rieën pleiten. Zij doen ons ten duidelijkste
inzien, dat over het „ontstaan der soorten"
nog lang niet het laatste woord gesproken,
noch geschreven is.
Een merkwaardige proef.
Doch laat ik thans terugkeeren tot mijn
eigenlijke onderwerp: dén kleurzin bij een
musch.
Onze buurman, een grappenmaker, die 't
echter niet kan stellen zonder mikpunt
voor zijn geestigheden, zocht zijn slachtof
fers nu eens niet onder zijn medemen-
schen, maar koos daarvoor de weerlooze
musschen, die in onze tuinen den strijd
komen aanbinden tegen het oudbakken
broodje, wanneer wij dezen aan de ontbijt
tafel hebben verloren. Onze buurman ving
een aantal dezer diertjes en voorzag ze elk
van een hoofdbekleedsel, bestaande uit nu
eens een geel, dan weer een rood kapje
van papier, dat de man zorgzaam met een
goed hechtende lijmsoort op hun kopjes
vastplakte. Daarna herqregen onze musch-
jes de vrijheid.
Het zal voor hem wel een heele teleur
stelling zijn geweest, dat de musschen nu
niet bepaald waren ingenomen met hun
juist verkregen hoofdbekleedsel en alles in
het werk stelden, zich er van te bevrijden.
Na vele, dank zij de goede lijm vergeefsche
pogingen, gaven zij deze maar op. Hun ka
meraden waren echter van meening, dat
een roode kap in het gezelschap van fat
soenlijke musschen niet mag worden ge
dragen en wee de roodgemutste museh, die
zich in hun gezelschap vertoonde; onmid
dellijk wierp het heele troepje zich pp
roodkapje en trok en plukte net zoo lang,
totdat het mutsje zij het dan ook met
veeren en al losliet. Het dragon van
een gele muts schijnt in de musschenwe-
reld echter toegestaan, ten minste in de
omgeving van onze woning. Nog dagen
lang zagen wij musschen, dié pronkten met
dezen buitengewonen hoofdtooi.
Uit dit voorval blijkt dus wel degelijk,
dat er iets als natuurlijke teeltkeuze met
betrekking tot uiterlijke eigenschappen bij
vogels bestaat. Of zouden op den duur de
musschen aan roode mutsjes gewond raken
en er geen aanstoot meer aan nemen?
TACHTIG VOETBALENTHOUSIASTEN
GEWOND.
Tachtig menschen werden behandeld door
leden van het Roode Kruis, daar zij won
den van meer of minder ernstigen aard op
liepen bij den j.1. Zaterdag gespeelden voet
balwedstrijd te Glasgovv tusschen de Rangers
en Celtic, welke wedstrijd door eerstgenoem
de vereeniging met 21 word gewonnen.
Een record-aantal toeschouwers, dat de 12.000
overschreed, woonde dezen wedstrijd bij. En
nog moesten er 20 duizend menschen buiten
blijven, omdat het Stadion in het Ibrox Park
geen menseh meer bergen kón. De teleurge
stelde voetbal-enthousiasten renden van de
oene toegangspoort naar de andere, maar ze
konden geen toegang krijgen. Binnen het Sta
dion vroegen honderden hun geld terug,
daar ze niets konden zien. Bereden politie
agenten bewaakten, aldus de Daily Express,
de zij- en doellijnen, opdat het publiek niet
op het veld zou komen.
AMERIKAANSCHE VLIEGMACHINES
VOOR ENGELAND.
Vier vliegtuigen, bestemd voor de Britsche
luchtmacht, zijn met het Britsche vracht
schip „Salacia" naar Liverpool verscheept.
Alle Britsche vracht booten, welke San Pe-
dro (Californië) zullen aandoen, zijn aange
wezen een gedeelte dor overige 200 bestelde
vliegtuigen aan boord te nemen.
VRIJDAG 6 JANUARI 1989.
Hilversum I, 1875 en 801,5 nu
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00
AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA.
10.40 VPRO. 11.0012.00 VARA.
8.00 „Esmeralda" (Om 8.16 Berichten).
8.30 Orgelspel.
9.00 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Gramofoonmuziek.
11.00 Declamatie.
11.20 VARA-Orkeat. (Opn.).
12.00 Gramofoonmuziek.
(Om 12.15 Berichten).
11.20 VARA-Orkeat (Opn.).
12.30 AVRO-Amusementsorkest.
I.30 Omroeporkest (Opn.).
2.40 Causerie „Huisbewt ners' lief en leed".
3.00 Cabaretprogramma.
4.00 Gramofoonmuziek.
5,00 Voor de kinderen.
5.30 Orgelspel en gramofoonmuziek.
6.28 Berichten ANP.
7.30 Berichten.
7.40 Causerie „Weer aan een begin".
8.00 Het Hollandsch Strijkkwartet.
8.30 Causerie.
9.CO VARA-Orkeat.
9.45 Declamatie.
10.00 Fragm. uit de operette „Pas de fuméS
sans feu".
10.30 Berichten ANP.
10.40 Avondwgding.
II.00 Cello en piano.
11.30 Jazzmuziek (Gr.pl.).
11.5512.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum n, 4.15,5 m.
Algemeen programma, verzorgd door de
KRO.
8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Ber.).
10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Religieuze causerie.
12.00 Berichten.
12.15 Het Peregrinos-orkeac.
(1.001.20 Gramofoonmuziek).
2.00 Gramofoonmuziek.
2.15 Orgelspel, en gramofoonmuziek
3.15 Gramofoonmuziek.
4.15 Viool en piano,
4.35 Gramofoonmuziek.
4.55 Pianovoordracht.
5.15 KRO-orkest.
6.00 Land- en tuinbouwpraatje.
6.20 Gramofoonmuziek.
6.25 KRO-Melodisten en solist (ca. 6.30 Ber.)
7.00 Berichten.
7.15 Luchtv-artcauserie.
7.35 Gramofoonmuziek en declamatie.
8.00 Berichten ANP.
8.15 Gramofoonmuziek.
8.40 KRO-New Style Artists.
9.20 Programma gewijd aan de Nederland
sche weermacht
10.30 Berichten ANP.
10.40 Bela Kiss" orkest.
11.0512.00 Gramofoonmuziek.
Feuilleton
door Ethel M. Dell
19.
.Maar hoe verder men komt, hoe beter het
gaat." verzekerde mevrouw Ralston haar
vriendelijk, Lo, niet gemakkelijk! volstrekt
niet gemakkelijk! Alles gaat niet van een
leien dakje, al zouden we dat weieens willen,
maar als we maar kalm voortgaan, valt het
ons steeds lichter. Dat heb ik tenminste van
het leven geleerd." Ze zweeg een oogenblik,
hoog zich toen voorover en fluisterde Stella in
net oor: „Zal ik je eens iets vertellen van
mezelf, iets wat ik nog nooit iemand heb uit
gesproken. behalve tegenover God."
Stella keerde zich dadelgk om.
..O ja," fluisterde ze en greep de dunne
nand die de hare zoo vriendelijk streelde.
Mevrouw Ra s'on aarzelde een oogenblik en
gmg toen zachtjes voort: „Misschien stel je
®*j geen belang in. Ik weet het niet. 't Is
ai|een dit evenals jg, had ik behoefte
rj®hoopte ik opeen kind. Enik
«ouwde zonder liefdealleen daarom
maar Stella. ik werd voor m(jn zonde gestraft.
Ue bab> kwam... en ging... en nooit zal er
^J^ander komen. Ik dacht destijds dat mijn
was gebroken, 't Was bitter, bitter hard
en zelfs nu soms nog," ze zweeg even, „maar
M™ee lloef jc niet lastig te vallen. Ik
wilde je alleen maar zeggen, dat uit asch
soms de schoonste bloemen opbloeien. Zoo is
t ook mij gegaan. Mijn liefderoos is s'echts
langzaam opgegroeid. maar nu staat ze in
bloei en ik leid haar over alle woeste plekken
en ze is toch voortgekomen uit een heel
schralen, dorren grond."
Stella sloeg de armen om haar hals toen
ze zweeg. „O, ik dank u," fluisterde ze met
trillende stem. „Ik dank u, dat u me dat hebt
verteld."
Maar ofschoon ze diep getroffen was. sprak
ze zich niet verder uit. Ze had een vriendin
gevonden, een hartelijke, trouwe vriendin die
haar nooit in den steek zou laten. Maar zelfs
aan haar kon ze niet zeggen, in welken don
keren afgrond zij gestort was. En zelfs nu nog
waren er oogenblikken, dat het haar was als
of. ze al dieper en dieper viel en altijd, dag
en nacht werd ze vervolgd door die vreeselijke
nachtmerrie.
HOOFDSTUK III.
De woeste grond.
Niemand kon iets aan te merken hebben
op de jonge weduwe van den armen Ralph
Dacre. Lady Harriet Mansfield gaf daar dui
delijk blgk van toen ze, een week na haar aan
komst, haar een officieel bezoek bracht. Ze
trachtte ook te weten te komen, welke plan
nen Stella voor de toekomst had en toen ze
hoorde, dat ze voornemens was met mevrouw
Ralston naar Kurrumpore terug te keeren,
nam ze dat nieuws met een zekere neder-
buigende welwillendheid op. wat erop scheen
te wijzen, dat Stella's tijd van beproeving
voorbij was.
Met groote zorg en voorzichtigheid zou ze
er misschien ten slotte in slagen, te worden
toegelaten tot het gelukkige kringetje dat zich
mocht verheugen in lady Harriet's bescher
ming..
Tommy trok zeer oneerbiedig den neus op,
toen het hooge gezelschap verdwenen was en
hoopte c'at Stella zich het hoofd niet op hol
"ou laten brengen door het bewijs van konink-
"'ke "•oedkouring. Hij voorspelde, dat mevrouw
T"fon de tweede zou zijn om met haar ge
bokt lachje eens poolshoogte te nemen en
hg vergiste zich niet, maar Stella ontving
deze bezoekster niet, want den volgenden dag
lag ze te bed met een aanval van koorts, die
haar gedurende de rest van zgn verlof niet
verliet.
't Was geen gevaarlijke ziekte en mevrouw
Ralston paste haar op met een toewijding,
die voortsproot uit meer dan de hechte vriend
schap die reeds tusschen haar was ontstaan.
Ofschoon het Tommy zeer speet, troostte
hij zich met de vermakelijkheden die het
plaatsje aanbood, speelde met animo tennis,
wijdde een sportterrein in en danste bijna
iederen avond tot den vroegen morgen. Hij
was heerlijk gezelschap voor de kleine Tessa
Ermsted, die overal met hem meeging en die.
ofschoon ze altijd wat te vragen had, nooit
door hem werd afgesnauwd. Iedereen was 't
er over eens, dat Tommy een aardige jongen
was en betreurde het, dat zijn verlof ten
einde liep.
In den namiddag van zijn laatsten verlof
dag trof hij. toen hg in de veranda van „The
Grand Stand" thee kwam drinken, gevolgd
door zijn getrouw gezelschap, déér rijn zuster
aan, die voor de eerste maal weer aanwezig
was, door kussens ondersteund, liggende op
een rustbed, terwgl mevrouw Ralston, die
naast haar zat, de honneurs van de theetafel
waarnam.
Ze leek wel een geest en ofschoon hij haar
dienzelfden morgen te bed had bezocht,
schrikte Tommy. ..Lieve hemel!" riep hjj uit,
„wat zie je er slecht uit."
Ze glimlachte bg zijn opmerking, terwijl
zijn kleine gezellin met haar smal scherp ge
zichtje de ooren spitste.
„Zien menschen er zoo uit als ze dood
gaan?" vroeg ze.
„Volstrekt niet, lieve kind," zei mevrouw
Ralston kalm, „ga maar eens naar mevrouw
Dacre en vertel haar eens, wat je hebt ge
daan."
Maar Tessa bleef op één been staan en
staarde voor zich uit, totdat Stella vriendelijk
fis hand uitstak en haar op een hoekje van
haar rustbank trok. Maar ze bleef voor zich
uitstaren met haar groote, blauwe oogen, die
in het kleine scherpe gezichtje een aapachtig-
slimme uitdrukking hadden.
„En wat hebben Tommy en jjj gedaan?"
vroeg Stella.
„O .alleen maar een beetje vertrouwelijk
gepraat, net als moeder en de Radjah," zei
„Hier heb je een stuk cake," zei Tommy,
„en vertel ons nu maar eens alles van den
maki (vosaap op Madagascar).
„O, van Scooter! 't Is zoo'n schat. Zal ik
hem eens meebrengen?" vroeg Tessa, terwijl
ze Stella met haar wonderlijke, onkinderlijke
oogen aankeek. „U zult zeker van hem hou
den! Dat weet ik vast. Hij spreekt bijna. Ik
heb hem van kapitein Monck gekregen. Vroe
ger hield ik niet van hem, maar nu wel. Ik
wilde dat hij maar terugkwam en Tommy ook.
Vindt u hem ook geen lieven man?"
„Ik ken hem niet zoo goed," zei Stella.
„O neen? Hij is zoo kalm. Ik dacht eerst,
dat hij onvriendelijk was, maar dat is hg niet.
Hij is alleen maar verlegen, is 't niet, tante
Mary?" en de blauwe oogen wendden zich
naar mevrouw Ralston, die licht afkeurend het
hoofd schudde.
„Neen maar heusch," ging Tessa voort, „hg
is een lieve man, dat zegt Tommy ook, Moe
der houdt niet van hem, maar dat beteekent
niets, want, de menschen waar zij van houdt,
zijn bijna nooit lief, dat zegt vader."
„Tessa," zei mevrouw Ralston vriendelijk,
„daar moet je over zwijgen, vertel ons liever
wat van kapitein Monck's maki."
Tessa fronste een oogenblik de wenkbrau
wen: zulk een kinderachtige terechtwijzing
was haar eer van achtjarige te na. Maar toen
ze in het vriendelijk glimlachend gelaat van
haar gastvrouw keek, nam ze ook de opmer
king voor lief.
„Best, tante Mary, ik zal hem morgen mee-
bren<mn en ^em u ja^en kijken, wil ik?" zei ze
vroolijk. „Mevrouw Dacre zal hem ook wel
aardig vinden. Dan hebben we iets om ons te
amuseeren als Tommy weg is."
TCmmy i-er.k zuurzoet op. ..Ja. houdt er als
je blieft de opgewektheid in. 't Wordt saai als
de jongens weg rijn, hè, tante Mary? En
Scooter is een verstandig beest hij is bijna
zoo verstandig als Peter de Groote, die iederen
nacht op den drempel van Stella's kamer de
wacht houdt alsof de boeman komen zal om
haar weg te halen. Dat wordt zoo langzamer
hand een gewoonte van hem, hé, Stella? Pas
maar op!"
Stella glimlachte flauwtjes.
„Ik vind het prettig dat hg in de nabijheid
is. Ik ben natuurlijk niet bang, maar hg is
een vriend."
„Je raakt hem nooit weer kwijt," voorspelde
Tommy, „hij wordt een romantisch familie
stuk. Ha. daar is zijn hoogheid met de post.
Kijk tante Mary's oogen eens schitteren, heb
je 't ooit zoo gezien? Ze verwacht zeker dat
ze een prijs getrokken heeft!"
Hij strekte den arm uit en nam een brief
van het blaadje dat de Indiër hem voorhield.
Hij was voor mevrouw Ralston, die, toen ze
hem aannam, bloosde als een jong meisje.
„Waarom kijkt tante Mary zoo?" piepte
Tessa. die altijd alles zag, ,,'t is toch maar
een brief van den majoor! Zoo kijkt moeder
nooit als ze een brief van paps krggt."
„Misschien rijn de brieven van paps niet zoo
belangwekkend," veronderstelde Tommy.
Tessa haalde de schouders op. „Zal lk je
eens wat vertellen Ze krijgt veel liever brie
ven van den Radjah, dat weet ik zeker, want
die sluit ze weg; om die van paps geeft ze
niets! Ik begrijp niet wat de Radjah altijd
nog te schrijven heeft, als ze elkaar zoo dik
wijls spreken. Ik vind 't gek, jg niet?"
„Misschien wil je me even excuseeren, ter
wgl ik de mgne lees," zei mevrouw Ralston.
Stella glimlachte. „Hè ja! Misschien staat
er wat belangrijks in uit Kurrumpore."
„Misschien wel nieuws van Monck," zei
Tommy. „Die kerel schrijft nooit. Ik weet
absoluut niet waar hg is of wat hij doet, be
halve dat hij naar zhn broer ging, ergens in
Engeland, Over ongeveer veertien dagen moet
hij terug riin en waarschijnlijk zal ik voor
dien tijd niets van hem hooren!"
(Wordt vervolgd.)