DE LAMP Wij lazen voor U«... Musschen houden niet van rood! Radioprogramma in de Woestijn ii i'iiliwjLii i - WwctIU X-69 DOOR I EDGAR RIC~ j BURROUGHS Bij zgn sprong wilde de reus met zijn volle gewicht op de borst van Tarzan terecht ko men en zo diens borstkas verpletteren. Maar de sterke spieren .van Tarzan spanden zich, zodat de sprong gebroken zou worden. Op het ogenblik, dat de voeten van zijn vijand hem bijna raakten, schoot de hand van Tarzan uit en raakte de enkels van den kolos. Een snelle draai en de man verloor zijn evenwicht. De aapman sprong snel op. Ook de Athai- riaan was weer onmiddellijk op de been en haalde een mes uit zijn verborgen zak te voorschijn. Van de lippen van koningin Mentheb ontsnapte een halfonderdrukte kreet. Met grote bewondering had zij iedere beweging van den aapman gadegeslagen en in haar angst klonk verontwaardiging. De woedende Athairiaan viel nu opnieuw aan, van plan zijn mes in Tarzan's lichaam te sto ten. Hij had de regels van een eerlijk gevecht, welke verboden, dat een der vechtenden een wapen bij zich had, geschonden; maar zijn enige gedachte was. zijn tegenstander te doden, voordat hg zelf het slachtoffer zou worden. NAAR EEN TOTALITAIREN STAAT? Onder het hoofd „Naar den totalitairen slaat" neemt de Nieuwe Rotterdamsche Courant (lib.) het volgende stukje over uit een artikel in het maandblad „De Inter nationale Christelijke Vakbeweging" (redac teur liet r.k. Tweede Kamerlid P. J. Serra- rens). welk artikel betrekking heeft op de ^katholieke actie voor de z.g.n. „nieuwe gemeenshap": De collectieve contractanten waren een eerste slap, maar zij waren beperkt i n dien tijd en zij werden ook in dien tijd niet door allen gerespecteerd. Die contiact-cn moeten met publick gezag bekleod worden. Maar ook dat is niet ge noeg. De gemeenschap, die bestaat tusschen al len, die zich bezighouden met dezelfde productie, hetzij als leiders van de •in dustrie, hetzij als menschen, die onderge schikten arbeid verrichten, die, gemeenschap die bestaat, moet verankerd worden in .het bewustzijn van allen, zij moet een juridi- schcn vorm krijgen, zij moet een permanen ten bouw worden. En ieder bedrijfsgebouw mag niet zijn kracht noch zijn vreugde zoeken in een isolement van andere bedrij ven, dat een bedrijfsegoïsrne zou doen ont staan, tot schade van andere bedrijven. Een centraal orgaan moet de harmoni euze ontwikkeling der georganiseerde be drijven verzekeren en de aigemeene rich ting van het hcele oeconómische leven, van iiuttjj.iric, landbouw, handel en transport, de aigemeene richting, die geen andere kan zijn dan een redelijke voorziening in de wezenlijke behoeften van het heele volk. DE R.K. STAATSPARTIJ EN HET MARXISME. „De R.K. Staatspartij" wijst er op, dat op hei gebied der provinciale- en gemeente politiek de Katholieken samenwerken met bijna alle andere partijen, ook wel met partijen, met welke zij in de landspolitiek géén samenwerking wenschen. Men noemt dit, aldus het orgaan, van „zekere zijde" beginselverzaking. Zoodra de R.K. Staatspartij breekt mei het Marxisme, zullen de Katholieken uit de N.S.B. treden eu tot de R.K. Staatspartij terugkecron, zoo werd ons verzekerd. Hier ligt grove misvat ting. Allereerst behoeft onze Partij niet met liet Marxisme te breken; zij heeft op liet voetspoor van de kerk dit stelsel feller «streden dan wie ter wereld ook. Vervol gens: samenwerking met socialisten in Ge meente- en Provinciale besturen is evenmin steun aan het Marxisme-, als samenwerking met de christelijke groepen steun aan het Calvinisme is. Het blijkt nu eenmaal mo gelijk, vooral in lagere besturen, samen te werken met groepen van wier beginselen - Uit de Pers van heden men ver afstaat, zonder dat men aan die beginselen ook maar de minste concessie behoeft te doen. Wij laten nu maar, aldus „De R.K. Staatspartij" in het midden de vraag, wat er nog aan Marxisme rest in de S.D.A.P., evenals de vraag of het. liberalis me niet een even gevaarlijk stelsel is, om van de „levensbeschouwing" van het natio- naal-socialisme maar te zwijgen! „DE STAAT LEEFT VAN ZIJN SCHULDEN" „Ook de Staat leeft in zekeren zin van zijn shulden" schrijft het Handelsblad (lib.), dat ernstige bezorgdheid uit over de nieuwe stijging der Nederlandsche staats schuld. Het blad geeft vergelijkende cijfers over den druk van genoemde schuld per hoofd der bevolking hier te lande en in andere landen. In Nederland bedraagt deze druk per hoofd f 400.in België f 225. in Amerika f 550.—, in Engeland f 1500. in Frankrijk f 500.— in Duiischland be draagt de officie e 1 e staatsschuld per bevolkingshoofd f 275.de n i e t-o f f i- c i e e 1 e f 350. Vergeleken met onze buren, Oostelijk Westelijk, verkeeren wij dus nog, aldus het Hsb., in een betrekkelijk gunstige positie, waar tegenover staat, dat de productiviteit en rentabiliteit van onze hulpbronnen veel meer afhankelijk zijn van het buitenland en den buitenlandschen handel dan die dei- groot e landen, zoodat een groote staats schuld voor ons land dan ook veel gevaar lijker is en een door sommigen zoozeer ge- wenschte „vlotte leeningspolitiek" op na tuurlijke weerstanden stuiten moet. TEGEN HET PLAFOND. Het Volk (s.d.a.p.) rekent uit, dat de nieuwe ministerieele maatregel, waarbij het loon, dat door dienstmeisjes uit een werk loos gezin wordt verdiend, niet meer van van den steun behoeft te worden afge trokken „de overheid niet veel kost". Het blad toont dit als volgt aan: Een gezin van vier personen ontvangt in Amsterdam aan steun: f 12.voor man en vrouw, plus tweemaal f 1.35 voor de beide dochters, tezamen dus f 14.70. Dat is het zoogenaamde „grondbedrag", waarop dan een huurtoeslag komt, die wij voor deze berekening op f2.stellen. De steunrege ling bepaalt dat dit gezin, aan steun, plus inkomen van gezinsleden en toeslagen, niet meer mag ontvangen dan anderhalf maal het grondbedrag. Het inkomen mag dus, alles bij elkaar, niet grooter zijn dan f22.05. Indien nu beide dochters in een huishoudelijke betrekking zijn en daar ieder f5.50 verdienen, wordt van den steun zooveel afgetrokken, dat het gezinsinkomen f22.05 be draagt. Na den maatregel van den ■minister inzake de dienstbodenaf trek, gaat dit gezin er niets op vooruit, want het zit tegen het „pla fond" en er mag niet meer inkomen. Voor grootere gezinnen wordt de bere kening nog ongunstiger en wanneer de meisjes boven de 18 jaar zijn, zoodat bij den vroegeren toestand niet f2.maar f 4.vrij van aftrek bleef, is er geen schijn van kans, dat er verbetering door de nieu we bepaling komt. Indien de minister nu niet meteen be paalt, dat bij de nieuwe berekening het „plafond" wegvalt, is zijn maatregel, zoo besluit het arbeidersblad, weinig meer dan een wassen neus. Merkwaardige proef betreffende den kleurzin bij dieren. Over den indruk, dien de kleuren op de vogels maken, weten wij uit den aard dei- zaak nog maar weinig. Dat kleuren, in het vogelleven een belangrijke rol spelen, be hoeft daarentegen, aldus een medewerker aan de N. R. Crt., geen nader betoog. Darwin immers meende reeds, dat de fraaie kleurscliakeeringen, die bij vele vo gelsoorten de mannetjes zoo bijzonder sierlijk maken, hun ontstaan zouden te danken hebben aan de natuurlijke teelt keus. In dit bijzondere geval zou deze teeltkeuze gelèid zijn door den kleurzin der wijfjesdieren. Bewezen is dit echter nooit, zooals dit ook bij verschillende andere van Darvvin's geniale theorieën het geval is en het laat zich aanzien, dat zulks ook bij vele er van wel nimmer zal geschieden, aangezien men bij het experimcnteele be wijs, dat zij behoeven, niet kan beschikken over de daarvoor vereischte ongelimiteer de hoeveelheid tijd. Dit neemt niet weg, dat telkens weer aanwijzingen worden verkregen, die nu eens vóór, dan weer tegen Darwin's theo rieën pleiten. Zij doen ons ten duidelijkste inzien, dat over het „ontstaan der soorten" nog lang niet het laatste woord gesproken, noch geschreven is. Een merkwaardige proef. Doch laat ik thans terugkeeren tot mijn eigenlijke onderwerp: dén kleurzin bij een musch. Onze buurman, een grappenmaker, die 't echter niet kan stellen zonder mikpunt voor zijn geestigheden, zocht zijn slachtof fers nu eens niet onder zijn medemen- schen, maar koos daarvoor de weerlooze musschen, die in onze tuinen den strijd komen aanbinden tegen het oudbakken broodje, wanneer wij dezen aan de ontbijt tafel hebben verloren. Onze buurman ving een aantal dezer diertjes en voorzag ze elk van een hoofdbekleedsel, bestaande uit nu eens een geel, dan weer een rood kapje van papier, dat de man zorgzaam met een goed hechtende lijmsoort op hun kopjes vastplakte. Daarna herqregen onze musch- jes de vrijheid. Het zal voor hem wel een heele teleur stelling zijn geweest, dat de musschen nu niet bepaald waren ingenomen met hun juist verkregen hoofdbekleedsel en alles in het werk stelden, zich er van te bevrijden. Na vele, dank zij de goede lijm vergeefsche pogingen, gaven zij deze maar op. Hun ka meraden waren echter van meening, dat een roode kap in het gezelschap van fat soenlijke musschen niet mag worden ge dragen en wee de roodgemutste museh, die zich in hun gezelschap vertoonde; onmid dellijk wierp het heele troepje zich pp roodkapje en trok en plukte net zoo lang, totdat het mutsje zij het dan ook met veeren en al losliet. Het dragon van een gele muts schijnt in de musschenwe- reld echter toegestaan, ten minste in de omgeving van onze woning. Nog dagen lang zagen wij musschen, dié pronkten met dezen buitengewonen hoofdtooi. Uit dit voorval blijkt dus wel degelijk, dat er iets als natuurlijke teeltkeuze met betrekking tot uiterlijke eigenschappen bij vogels bestaat. Of zouden op den duur de musschen aan roode mutsjes gewond raken en er geen aanstoot meer aan nemen? TACHTIG VOETBALENTHOUSIASTEN GEWOND. Tachtig menschen werden behandeld door leden van het Roode Kruis, daar zij won den van meer of minder ernstigen aard op liepen bij den j.1. Zaterdag gespeelden voet balwedstrijd te Glasgovv tusschen de Rangers en Celtic, welke wedstrijd door eerstgenoem de vereeniging met 21 word gewonnen. Een record-aantal toeschouwers, dat de 12.000 overschreed, woonde dezen wedstrijd bij. En nog moesten er 20 duizend menschen buiten blijven, omdat het Stadion in het Ibrox Park geen menseh meer bergen kón. De teleurge stelde voetbal-enthousiasten renden van de oene toegangspoort naar de andere, maar ze konden geen toegang krijgen. Binnen het Sta dion vroegen honderden hun geld terug, daar ze niets konden zien. Bereden politie agenten bewaakten, aldus de Daily Express, de zij- en doellijnen, opdat het publiek niet op het veld zou komen. AMERIKAANSCHE VLIEGMACHINES VOOR ENGELAND. Vier vliegtuigen, bestemd voor de Britsche luchtmacht, zijn met het Britsche vracht schip „Salacia" naar Liverpool verscheept. Alle Britsche vracht booten, welke San Pe- dro (Californië) zullen aandoen, zijn aange wezen een gedeelte dor overige 200 bestelde vliegtuigen aan boord te nemen. VRIJDAG 6 JANUARI 1989. Hilversum I, 1875 en 801,5 nu 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA. 10.40 VPRO. 11.0012.00 VARA. 8.00 „Esmeralda" (Om 8.16 Berichten). 8.30 Orgelspel. 9.00 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Gramofoonmuziek. 11.00 Declamatie. 11.20 VARA-Orkeat. (Opn.). 12.00 Gramofoonmuziek. (Om 12.15 Berichten). 11.20 VARA-Orkeat (Opn.). 12.30 AVRO-Amusementsorkest. I.30 Omroeporkest (Opn.). 2.40 Causerie „Huisbewt ners' lief en leed". 3.00 Cabaretprogramma. 4.00 Gramofoonmuziek. 5,00 Voor de kinderen. 5.30 Orgelspel en gramofoonmuziek. 6.28 Berichten ANP. 7.30 Berichten. 7.40 Causerie „Weer aan een begin". 8.00 Het Hollandsch Strijkkwartet. 8.30 Causerie. 9.CO VARA-Orkeat. 9.45 Declamatie. 10.00 Fragm. uit de operette „Pas de fuméS sans feu". 10.30 Berichten ANP. 10.40 Avondwgding. II.00 Cello en piano. 11.30 Jazzmuziek (Gr.pl.). 11.5512.00 Gramofoonmuziek. Hilversum n, 4.15,5 m. Algemeen programma, verzorgd door de KRO. 8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Ber.). 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Religieuze causerie. 12.00 Berichten. 12.15 Het Peregrinos-orkeac. (1.001.20 Gramofoonmuziek). 2.00 Gramofoonmuziek. 2.15 Orgelspel, en gramofoonmuziek 3.15 Gramofoonmuziek. 4.15 Viool en piano, 4.35 Gramofoonmuziek. 4.55 Pianovoordracht. 5.15 KRO-orkest. 6.00 Land- en tuinbouwpraatje. 6.20 Gramofoonmuziek. 6.25 KRO-Melodisten en solist (ca. 6.30 Ber.) 7.00 Berichten. 7.15 Luchtv-artcauserie. 7.35 Gramofoonmuziek en declamatie. 8.00 Berichten ANP. 8.15 Gramofoonmuziek. 8.40 KRO-New Style Artists. 9.20 Programma gewijd aan de Nederland sche weermacht 10.30 Berichten ANP. 10.40 Bela Kiss" orkest. 11.0512.00 Gramofoonmuziek. Feuilleton door Ethel M. Dell 19. .Maar hoe verder men komt, hoe beter het gaat." verzekerde mevrouw Ralston haar vriendelijk, Lo, niet gemakkelijk! volstrekt niet gemakkelijk! Alles gaat niet van een leien dakje, al zouden we dat weieens willen, maar als we maar kalm voortgaan, valt het ons steeds lichter. Dat heb ik tenminste van het leven geleerd." Ze zweeg een oogenblik, hoog zich toen voorover en fluisterde Stella in net oor: „Zal ik je eens iets vertellen van mezelf, iets wat ik nog nooit iemand heb uit gesproken. behalve tegenover God." Stella keerde zich dadelgk om. ..O ja," fluisterde ze en greep de dunne nand die de hare zoo vriendelijk streelde. Mevrouw Ra s'on aarzelde een oogenblik en gmg toen zachtjes voort: „Misschien stel je ®*j geen belang in. Ik weet het niet. 't Is ai|een dit evenals jg, had ik behoefte rj®hoopte ik opeen kind. Enik «ouwde zonder liefdealleen daarom maar Stella. ik werd voor m(jn zonde gestraft. Ue bab> kwam... en ging... en nooit zal er ^J^ander komen. Ik dacht destijds dat mijn was gebroken, 't Was bitter, bitter hard en zelfs nu soms nog," ze zweeg even, „maar M™ee lloef jc niet lastig te vallen. Ik wilde je alleen maar zeggen, dat uit asch soms de schoonste bloemen opbloeien. Zoo is t ook mij gegaan. Mijn liefderoos is s'echts langzaam opgegroeid. maar nu staat ze in bloei en ik leid haar over alle woeste plekken en ze is toch voortgekomen uit een heel schralen, dorren grond." Stella sloeg de armen om haar hals toen ze zweeg. „O, ik dank u," fluisterde ze met trillende stem. „Ik dank u, dat u me dat hebt verteld." Maar ofschoon ze diep getroffen was. sprak ze zich niet verder uit. Ze had een vriendin gevonden, een hartelijke, trouwe vriendin die haar nooit in den steek zou laten. Maar zelfs aan haar kon ze niet zeggen, in welken don keren afgrond zij gestort was. En zelfs nu nog waren er oogenblikken, dat het haar was als of. ze al dieper en dieper viel en altijd, dag en nacht werd ze vervolgd door die vreeselijke nachtmerrie. HOOFDSTUK III. De woeste grond. Niemand kon iets aan te merken hebben op de jonge weduwe van den armen Ralph Dacre. Lady Harriet Mansfield gaf daar dui delijk blgk van toen ze, een week na haar aan komst, haar een officieel bezoek bracht. Ze trachtte ook te weten te komen, welke plan nen Stella voor de toekomst had en toen ze hoorde, dat ze voornemens was met mevrouw Ralston naar Kurrumpore terug te keeren, nam ze dat nieuws met een zekere neder- buigende welwillendheid op. wat erop scheen te wijzen, dat Stella's tijd van beproeving voorbij was. Met groote zorg en voorzichtigheid zou ze er misschien ten slotte in slagen, te worden toegelaten tot het gelukkige kringetje dat zich mocht verheugen in lady Harriet's bescher ming.. Tommy trok zeer oneerbiedig den neus op, toen het hooge gezelschap verdwenen was en hoopte c'at Stella zich het hoofd niet op hol "ou laten brengen door het bewijs van konink- "'ke "•oedkouring. Hij voorspelde, dat mevrouw T"fon de tweede zou zijn om met haar ge bokt lachje eens poolshoogte te nemen en hg vergiste zich niet, maar Stella ontving deze bezoekster niet, want den volgenden dag lag ze te bed met een aanval van koorts, die haar gedurende de rest van zgn verlof niet verliet. 't Was geen gevaarlijke ziekte en mevrouw Ralston paste haar op met een toewijding, die voortsproot uit meer dan de hechte vriend schap die reeds tusschen haar was ontstaan. Ofschoon het Tommy zeer speet, troostte hij zich met de vermakelijkheden die het plaatsje aanbood, speelde met animo tennis, wijdde een sportterrein in en danste bijna iederen avond tot den vroegen morgen. Hij was heerlijk gezelschap voor de kleine Tessa Ermsted, die overal met hem meeging en die. ofschoon ze altijd wat te vragen had, nooit door hem werd afgesnauwd. Iedereen was 't er over eens, dat Tommy een aardige jongen was en betreurde het, dat zijn verlof ten einde liep. In den namiddag van zijn laatsten verlof dag trof hij. toen hg in de veranda van „The Grand Stand" thee kwam drinken, gevolgd door zijn getrouw gezelschap, déér rijn zuster aan, die voor de eerste maal weer aanwezig was, door kussens ondersteund, liggende op een rustbed, terwgl mevrouw Ralston, die naast haar zat, de honneurs van de theetafel waarnam. Ze leek wel een geest en ofschoon hij haar dienzelfden morgen te bed had bezocht, schrikte Tommy. ..Lieve hemel!" riep hjj uit, „wat zie je er slecht uit." Ze glimlachte bg zijn opmerking, terwijl zijn kleine gezellin met haar smal scherp ge zichtje de ooren spitste. „Zien menschen er zoo uit als ze dood gaan?" vroeg ze. „Volstrekt niet, lieve kind," zei mevrouw Ralston kalm, „ga maar eens naar mevrouw Dacre en vertel haar eens, wat je hebt ge daan." Maar Tessa bleef op één been staan en staarde voor zich uit, totdat Stella vriendelijk fis hand uitstak en haar op een hoekje van haar rustbank trok. Maar ze bleef voor zich uitstaren met haar groote, blauwe oogen, die in het kleine scherpe gezichtje een aapachtig- slimme uitdrukking hadden. „En wat hebben Tommy en jjj gedaan?" vroeg Stella. „O .alleen maar een beetje vertrouwelijk gepraat, net als moeder en de Radjah," zei „Hier heb je een stuk cake," zei Tommy, „en vertel ons nu maar eens alles van den maki (vosaap op Madagascar). „O, van Scooter! 't Is zoo'n schat. Zal ik hem eens meebrengen?" vroeg Tessa, terwijl ze Stella met haar wonderlijke, onkinderlijke oogen aankeek. „U zult zeker van hem hou den! Dat weet ik vast. Hij spreekt bijna. Ik heb hem van kapitein Monck gekregen. Vroe ger hield ik niet van hem, maar nu wel. Ik wilde dat hij maar terugkwam en Tommy ook. Vindt u hem ook geen lieven man?" „Ik ken hem niet zoo goed," zei Stella. „O neen? Hij is zoo kalm. Ik dacht eerst, dat hij onvriendelijk was, maar dat is hg niet. Hij is alleen maar verlegen, is 't niet, tante Mary?" en de blauwe oogen wendden zich naar mevrouw Ralston, die licht afkeurend het hoofd schudde. „Neen maar heusch," ging Tessa voort, „hg is een lieve man, dat zegt Tommy ook, Moe der houdt niet van hem, maar dat beteekent niets, want, de menschen waar zij van houdt, zijn bijna nooit lief, dat zegt vader." „Tessa," zei mevrouw Ralston vriendelijk, „daar moet je over zwijgen, vertel ons liever wat van kapitein Monck's maki." Tessa fronste een oogenblik de wenkbrau wen: zulk een kinderachtige terechtwijzing was haar eer van achtjarige te na. Maar toen ze in het vriendelijk glimlachend gelaat van haar gastvrouw keek, nam ze ook de opmer king voor lief. „Best, tante Mary, ik zal hem morgen mee- bren<mn en ^em u ja^en kijken, wil ik?" zei ze vroolijk. „Mevrouw Dacre zal hem ook wel aardig vinden. Dan hebben we iets om ons te amuseeren als Tommy weg is." TCmmy i-er.k zuurzoet op. ..Ja. houdt er als je blieft de opgewektheid in. 't Wordt saai als de jongens weg rijn, hè, tante Mary? En Scooter is een verstandig beest hij is bijna zoo verstandig als Peter de Groote, die iederen nacht op den drempel van Stella's kamer de wacht houdt alsof de boeman komen zal om haar weg te halen. Dat wordt zoo langzamer hand een gewoonte van hem, hé, Stella? Pas maar op!" Stella glimlachte flauwtjes. „Ik vind het prettig dat hg in de nabijheid is. Ik ben natuurlijk niet bang, maar hg is een vriend." „Je raakt hem nooit weer kwijt," voorspelde Tommy, „hij wordt een romantisch familie stuk. Ha. daar is zijn hoogheid met de post. Kijk tante Mary's oogen eens schitteren, heb je 't ooit zoo gezien? Ze verwacht zeker dat ze een prijs getrokken heeft!" Hij strekte den arm uit en nam een brief van het blaadje dat de Indiër hem voorhield. Hij was voor mevrouw Ralston, die, toen ze hem aannam, bloosde als een jong meisje. „Waarom kijkt tante Mary zoo?" piepte Tessa. die altijd alles zag, ,,'t is toch maar een brief van den majoor! Zoo kijkt moeder nooit als ze een brief van paps krggt." „Misschien rijn de brieven van paps niet zoo belangwekkend," veronderstelde Tommy. Tessa haalde de schouders op. „Zal lk je eens wat vertellen Ze krijgt veel liever brie ven van den Radjah, dat weet ik zeker, want die sluit ze weg; om die van paps geeft ze niets! Ik begrijp niet wat de Radjah altijd nog te schrijven heeft, als ze elkaar zoo dik wijls spreken. Ik vind 't gek, jg niet?" „Misschien wil je me even excuseeren, ter wgl ik de mgne lees," zei mevrouw Ralston. Stella glimlachte. „Hè ja! Misschien staat er wat belangrijks in uit Kurrumpore." „Misschien wel nieuws van Monck," zei Tommy. „Die kerel schrijft nooit. Ik weet absoluut niet waar hg is of wat hij doet, be halve dat hij naar zhn broer ging, ergens in Engeland, Over ongeveer veertien dagen moet hij terug riin en waarschijnlijk zal ik voor dien tijd niets van hem hooren!" (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 7