RADIO
Wij lazen voor U
DE LAMP
- Uit de Pers van heden
Economisch anti semietisme
PROGRAMMA
in de Woestijn
i
DOOR
j EDGAR RICE
j BURROUGHS
102.
Door hun goed geste».ite geleid, bereikten
zij veilig de andere oever van het meer. Helen
en Herkoef waren uijna aan het einde van
hun krachten. Tarzan, cl- en onvermoeid,
hielp hen aan land komen. Dsar deden zy de
benauwde helmen van het hoofd. Helen uitte.
een kreet van D'ijdschap, toen zy Tarzan her
kende. ,,Ik moest toch begrepen hebben, dat
U het was!" riep ze uit. „Want wie anders
dan U zou hebben kunnen doen, wat U hebt
gedaan?" Zonder haar te antwoorden wees
Tarzan naar een kloof in de nabijheid. ,,U en
ik zullen daar zolang in wachten, totdat Her
koef de boot gevonden heeft, die hij weet, dat
aan de kust verborgen moet liggen". Maar
Herkoef kwam spoedig terug met het slechte
nieuws, dat de boot, wa rop hy had gerekend,
verdwenen was. Tarzan wachtte, totdat het
avond was geworden toen deelde hij hun
mede dat hy het meer over wil 'e zwemmen
en een boot weghalen van de kade van Athair.
Helen en Herkoef trachtten hem van dit voor
nemen af te brengen, doch Tarzan sprong in
het water en zwom met snelle, krachtige
slagen naar de Verboden Stad. Halverwege
zag hij plotseling het licht voor zich van een
galei. Even later had de bark zijn koers ver
anderd en kwam naar hem toe. Tarzan be
greep, dat hij ontdekt was!
„GELIJKSCHAKELING".
In verband met de fusie tusschen Kath.
Dem. Partij en R.K. Staatspartij schrijft de
Avondpost (chr. lib.) o.m.:
Zoo zal de Staatspartij dus de oppositie,
die tot dusver tegen haar, doch buiten haar
werd gevoerd, in eigen midden opnemen,
onder de schoone leus der eenheid van
alle katholieken.
„Eenheid"!
En toch gelooven wij, dat het Bestuur der
Staatspartij wel weet, wat het doet. Zoo op
het oog moge het schijnen, dat het Paard
van Troje wordt binnengehaald, in gedach
ten zien wij al den glimlach, waarmee de
Auguren der Staatspartij elkander zullen
verstaan. Want, eenmaal in de moeder-partij
teruggekeerd, zullen de politiek en de oppo
sitie der „katholiek-democraten" éven spoe
dig en even radicaal versmelten, als dit
met zoovele opposities het geval is geweest;
dan zal het godsdienstige motief, dan
zal de kerkelijke tucht de staatkun-
kundige verschillen overpleisteren;
dan zal de „eenheid" (zegge en her-
zegge: de eenheid) zijn bereikt.
En aldus zal, zoo besluit het blad, wijlen
de Katholiek-Democratische Volkspartij er
varen dat er gelijkschakeling is, ook buiten
het nationaal-socialisme.
NA DEN WEDSTRIJD: TWEE GLAASJES
MET EEN ZALMSCHELPIE.
In het Be Quick-Orgaan komt een enquête
voor inzake het huidige voctbal-amateuris-
me, waaraan we het volgende ontleencn:
„Ook Puck van I-Icel en Leen Vente wer
den bereid gevonden hun meening voor ons
orgaan naar voren te brengen.
V. Hot amateurisme is niet vol te hou
den; laten ze dat morgen aan den dag maar
schrappen.
v. H. Beter nog vandaag dan morgen,
over vier jaar is 't beroepssnel er toch.
V. Weet U wat de N.V. (stadion Feijen-
oord) dit jaar verdiend heeft? f 100.000 me
neer of om precies 1e wezen f103.000. En
wie schopt dat bij elkaar. En wat dacht U
dat. wij krijgen na een wedstrijd? Twee
glaasjes bier met een zalmschelpie.
v. II. En als je dat nou eens vergelijkt
met de N.V. Weet U wat de Arsenaal-lui
krijgen als ze tegen ons gespeeld hebben?
f 100 meneer; en wat krijgen wij. Dacht U
dat wij dat geld ook niet kunnen gebrui
ken.
Vraag van interviewer: Is er niet een com
missie van, naar ik meen, 5 leden, die de
amateurs-bepalingen gaat bestudeeren?
V. Larie, dat is om de zaak aan de lijn
te houden. Die lui zwammen maar doen
niets.
v. H. Er begint wel al verandering te ko
men, loonderving is nu toegestaan.
V. Maar hier moet je dit zien. En
dan moet U dat bovenste papiertje eens
goed lezen. Dit stukkie moet door de sta
tionschef geteekend worden.
v. H. Zoo worden de spelers nu behandeld
en de lui die aan 't roer staan en in geen
jaren een bai geraakt hebben, krijgen een
salaris waar je van watertandt.
V. Laten ze het beroepsspel maar gauw
invoeren. We kunnen het best gebruiken.
Wc zijn allemaal maar gewone jongens. En
je doet er toch ook wat voor. Verdorie je
moet er wat voor doen tegenwoordig.
v. H. Je kunt de tegenwoordige wedstrij
den toch niet voor je genoegen noemen. En
dan spreken we nog niet over de training.
V. Als U nog meer weten wil, dan komt
U Zondag maar bij ons in 1t stadion."
„COLIJN IS DE STERKSTE".
Dr. Colijn heeft dezer dagen gezegd, dat
de regeering uit het plan-Westhof f ter be
strijding der werkloosheid die werken zal
kiezen, die zij financieel cn economisch ver
antwoord acht.
I-Iet Volk (s.d.a.p.) schrijft nu:
Elk stukje werkverschaffing, dat in de toe
komst zal worden aangepakt, zal gelden als
het uitvoering geven aan het plan-Westhoff.
Doch dat is het plan-Westhoff niet! Het
plan-Westhoff herinnert in zijn deskundige
zakelijke beschouwingen en plannen te veel
aan het Plan van den Arbeid. Dat bevalt den
minister-president niet.
En het katholieke deel van de regeerings-
coalitie? De krachtige, doortastende 'minis
ter Romme van de „Volkskrant"? Zij zwijgen
stil. Werkloosheidsbestrijding is, aldus het
arbeidersdagblad, belangrijk de coalitie
is hun echter dierbaarder en Colijn is de
sterkste.
MAASBODE WAARSCHUWT WEDEROM
DE JODEN.
De Maasbode (r.k.) heeft onlangs de Joden
„in hun eigen belang" (zooals het blad
Schrijft) „gewaarschuwd tegen de in verhou
ding tot hun getalsterkte verbazingwekkende
groote deelneming aan de propaganda voor
het neo-malthusianisme".
Het Nieuw-Israëlitisch Weekblad reageer
de op deze waarschuwing o.m. met de vraag:
„Maar als nu een Jood stelling neemt, dat
't landsbelang geboortebeperking eischt?"
Naar aanleiding van deze vraag waar
schuwt dr. L. Bender O.P., thans in een
uitvoerig artikel in de Maasbode de Joden
opnieuw. Dr. Bender schrijft o.m.:
Als dan wat die joden meenen te moeten
doen, in strijd komt met de hoogste, edel
ste, en heiligste, geestelijke en stoffelijke
belangen van het Nederlandsche volk; als
wat die joden meenen te moeten doen, een
zoo belangrijk volksgoed als het huwelijks
leven cn het familieleven bedreigt en reeds
geweldige schade doet, dan hebben wij het
volste recht hun dit met alle geoorloofde
middelen te beletten.
Evenals de joden zich niet laten
berooven en verjagen zonder de 'te
genweer, waartoe zij in staat zijn,
omdat anderen meenen dat dit volks
belang is; evenals de Spanjaarden
niet verplicht waren hun beste bur
gers, leeken, priesters en kloosterlin
gen te laten afslachten en hun gods
dienst te laten vernietigen, omdat
een groep communisten en anar
chisten meende, dat dit landsbelang
is, evenmin zijn wij verplicht zonder
tegenweer toe te laten, dat een groep
waarin de joden een grooten invloed
hebben, onze hoogste volksbelangen
schaadt en vernietigt, omdat sommi
ge joden meenen dat dit landsbe
lang is.
Het dwalend geweten van een ander mo
ge soms medelijden verdienen, het ont
neemt mij noch wien ook de bevoegdheid
eigen rechten en goederen met alle geoor
loofde middelen te beschermen.
Dit geldt natuurlijk niet voor de joden al
leen, maar voor iedereen.
Terecht echter wees de Maasbode er, al
dus de schrijver, den joden zelf op, dat zij
sjjcciale redenen hebben om voorzichtig te
zijn. Deze waarschuwing, goed bedoeld,
blijft voor de joden van groote beteekenis.
Hoe meer joden allerlei dingen
doen, die ons volk in zijn geheel te
genstaan en de gerechtvaardigde
algemeene afschuw en verontwaar
diging opwekken en gaande houden,
des te grooter wordt het gevaar, dat
hun weer nieuwe ellende dreigt. De
ze waarschuwing heeft met anti
semitisme niets te muken; zij is
veeleer een uiting van het tegendeel.
Tot zoover Dr. Bender in zijn beschou
wing, waarachter de Maasbode in een na
schrift o.m. opmerkt:
Wij zouden aan het betoog van onzen-me
dewerker nog dit willen toevoegen, dat de
joden, die meenen in geweten verplicht te
zijn, het neomalthusianisme te propageeren,
hun geweten wel het allerminst hebben ge
vormd volgens de Joodsche beginselen, die
zich juist tegen geboortebeperking verzet
ten.
Ook Joodsche vatentrechten ko
men in Arische handen.
Het Nachrichtenbüro deutschcr Zeitungs-
verleger publiceert een aantal bijzonderhe
den over de wijze, waarop naar Duitsch in
zicht de Joden op de meest economische
wijze van het hun nog overgebleven ver
mogen kunnen worden beroofd. Daaruit
blijkt, dat op grond van een verordening
van den Rijksminister v. Financiën de ont-
joodsching van bezittingen onder dwang
kan worden uitgevoerd Voorloopig echter zal
deze gedwongen ontjpodsching alleen wor
den toegepast op bedrijven in groothandel
en industrie, nadat zij reeds is uitgevoerd
in den kleinhandel, het marktwezen cn de
handwerksbedrijven. Nadrukkelijk is be
paald, dat de overgang van gronden, die
niet voor land- of boschbouw worden ge
bruikt, thans nog niet mag plaats vinden.
Overeenkomstig de aanwijzingen van den
gevolmachtigde voor het vierjarenplan mag
men hiermede pas een begin maken wan
neer de ontjoodsching van groothandel en
industrie een feit is geworden.
Het klinkt als een tegemoetkoming, dat
Joodsche instellingen van maatschappelijk
werk en ondersteuning niet zullen worden
geariseerd. De reden van deze schijnbare
verzachting is gelegen in het feit, dat deze
instellingen bij de emigratie der Joelen be
hulpzaam zijn, en deze emigratie aldus
de verordening is nu juist het doel van
alle „afweermaatregelen" van de nat. sac.
staat tegen het Jodendom.
Zoo gaarne men echter zegt, de Joden te
zien vertrekken, zoo weinig afkeer toont
men ook van alle waardevolle bezittingen
der Joden. In dit verband is nauwkeurig
vastgesteld, dat belangrijke patenten en
soortgelijke industrieele rechten in handen
der niet-Joden zullen mocen overgaan.
De economische inslag van het Duitsche
antisemietisme treedt met den dag duide
lijker op de voorgrond.
ZATERDAG 18 FEBRUARI 1939.
Hilversum I, 1875 en 301.5 m.
VARA-Uitzending. 10.00 v.m, en 7.308.00
VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.16 Berichten).
10.00 Morgenwijding.
10.20 Voor arbeiders in de Continubedrijven.
12.00 Gramofoonmuziek. (Om 12.15 Bericht.).
2.00 Causerie over de Nederlandsche Vereen.
van Mobilisatie-slachtoffers.
2.15 Pianovoordracht.
2.45 Gramofoonmuziek.
3.00 Reportage.
3.30 Het Residentie-orkest en solist.
4.30 Esperanto-uitzending.
4.50 De Arbeiders-Zangvereen. „De Volks
stem" en solisten, (opn.).
5.35 Filmland.
6.00 De Ramblers.
6.28 Berichten.
6.30 Friesche uitzending.
7.00 VARA-Kalender.
7.05 Gramofoonmuziek.
7.10 Politiek radiojournaal.
7.30 Causerie „Nederlanders in Amerika".
8.00 Herhaling SOS-Berichten.
8.03 Berichten ANP. VARA-Varia.
8.20 VARA-orkest en solist.
9.00 Gramofoonmuziek.
9.15 En nu... Oké.
10.30 Berichten ANP.
10.40 De Kilima Hawaiiam, en solist.
11.00 „De Wielewaal".
11.30 De Ramblers.
11.55—12.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum II, 415.5 m.
KRO-Uitzending.
8.009.15 Gramofoonmuziek. (Ca. 8.15 Ber.).
10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuurtje.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-orkest. (1.001.20 Gramofoonmu
ziek)
2.00 Voor de rijpere jeugd.
2.30 Gramofoonmuziek.
2.45 Kinderuurtje.
4.00 T'RO-Melodisten en solist.
(4.304.45 Gramofoonmuziek).
5.30 Esperantonieuws.
5.45 KRO-Nachtegaaltjes.
6.15 Gramofoonmuziek.
6.20 Journalistiek weekoverzicht.
6.45 Gramofoonmuziek.
7.00 Berichten.
7.15 Literaire causerie.
7.35 Actueele aetherflitsen.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.15 Meditatie met muzikale omlijsting.
3.35 Gramofoonmuziek.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Filmpraatje.
10.5512.00 Gramofoonmuziek.
Feuilleton
door Ethel M. Dell
56.
Maar Mary had zich met groote beslistheid
legen dat plan verzet en na een verdrietige
bui had Netta toegegeven. Ze was er niet zoo
bjjzonder op gesteld, om bij de Ralstons te
blijven. Mary was natuurlijk een goede ziel,
toaar had de neiging om zich met alles te
btmoeien en nu de levenslust bij Netta terug-
leerde, voelde ze ook weer grooten lust haar
%n weg te gaan.
De bungalow der Ralstons stond echter in
onmiddellijke nabijheid van de Club en in
verband daarmede stemde ze erin toe bij hen
baar intrek te nemen. Haar tijd van afzonde
ring was nu voorby. Ze scheen nu buiten
gewone behoefte te hebben aan afleiding en
opwinding en was tegelijkertijd tartend en
uitdagend, een houding, die zij sedert den
dood van haar echtgenoot had aangenomen.
Ze had haar tong nooit bijzonder in toom
gehouden, maar nu werd die inderdaad giftig.
Ze scheen een hekel te hebben aan de heele
wereld.
Tessa ging evenals vroeger met haar ge
liefde Scooter haar eigen weg en bracht haar
meesten tijd door in „De Groene Bungalow",
waar altijd iemand was, die haar welkom
heette.
Op zekeren dag kwam ze daar zeer ver
ontwaardigd aan, met Scooter, die zich, als
gewoonlijk, aan haar haren vasthield en voort
durend pogingen in het werk stelde om weg
te komen. Als een wervelwind kwam zij de
kamer in, waar Stella met de baby voor het
open raam zat.
„Tante Stella!" riep ze buiten adem.
„Moeder zegt dat zy zeker weet, dat u en
oom Everard dit jaar niet naar de Officiers-
picnic te Khanmulla zullen gaan. Maar dat is
niet waar! Is 't wel tante Stella? U gaat
toch en dan mag ik toch met u mee?"
De officiers-picnic te Khanmulla!
Die woorden riepen tallooze herinneringen
by Stella waker.
Ze keek vriendelijk glimlachen^ naar Tessa,
maar zag haar niet. Ze stond weer in het
maanlicht, luisterend naar de tred van een
man achter haar wachtende wachtende
met kloppend hart naar het geluid van zijn
rustige stem.
Tessa kwam dichterbij en keek haar na
denkend aan.
„Tante Stella,' zei ze... „maar dat was niet
alles, wat moeder zei. Ze maakte me heel erg
boos. Zal ik eens vertellen, wilt u weten,
waarom?"
Stella staarde niet langer voor zich uit.
Ze keek naar het kind. Een zekere angst
maakte zich van haar meester en een instinct
van zelfbehoud deed haar antwoorden:
„Tessalief ik heb met al die praatjes niets
noodig."
„O, maar het zijn geen praatjes!" zei Tessa.
,,'t Is veel erger. En ik zal het u vertellen,
omdat ik geloof dat het beter is. Ze zei dat
iedereen zei: dat oom Everard niet naar de
picnic ging, omdat hij de menschen niet meer
durfde aankijken. En toen heb ik gezegd dat
het niet waar was!"
Tessa sprak met grooten nadruk en keek
toen Stella aan .„'t Is niet waar lievert! 't Is
niet waar hè?"
Everard zich schamen! Everard de men
schen niet durven aanzien! Stella vouwde on
willekeurig de handen boven haar slapende
baby. Haar eigen stem klonk haar vreemd In
de ooren toen ze antwoordde:
„Waarom zou oom Everard dat niet durven
doen?"
Tessa keek haar met haar donkere oogen
geheimzinnig aan en drong zich als bescher
mend tegen haar aan.
„Lieveling! Ze zei vreeselijke dingen. Maar
daar was niets van waar. En ze zou dat niet
hebben durven zeggen, als oom Everard er
by was geweest. En dat heb ik haar gezegd."
Stella sloeg nu een arm om het kleine
meisje. „Vertel me nu maar, wat ze gezegd
heeft, Tessa, want ik geloof nu mét je, dat
het beter is dat ik het weet.'
Tessa liet Scooter loopen om dichter bij
Stella te kunnen kruipen." „Ze vertellen wat
van zijn met verlof gaan, juist even nadat
u met kapitein Dacre getrouwd bent, en hoe
hij toen zei dat hij naar Engeland ging... en
niet daarheen ging en hoe... hoe... Plotseling
zweeg Tessa. „Dat is uitgekomen op dien
avond in de cantine," besloot ze.
Een flauwen glimlach speelde om Stella's
lippen. „Maar dat wist ik wel. Tessa-lief," zei
ze. „Dat heeft hij my zelf verteld. Is dat
alles?"
„Wist u dat!" Tessa's oogen schitterden van
vreugde. „O, maar vertel haar dan wat hy
toen heeft gedaan, dan kunnen ze ophouden
met haar praatjes. Mevrouw Burton is ermee
begonnen. Hè, ik heb zoo'n hekel aan haar!"
„Ik kan haar niet vertellen wat hij toen
gedaan heeft!" zei Stella en ze w.as weer
uiterst ontmoedigd.
„Kunt u dat niet! O!" Teleurstelling sprak
uit Tessa's stem. „O, maar misschien kan hij
het wel!" liet ze er peinzend op volgen. „Als
hij eens wist wat een beesten ze zijn. Zal ik
't hem vragen, tante Stella?'
„Vertel me eerst maar eens wat ze zeggen,"
hernam Stella, besloten zich in het onvermijde
lijke te schikken.
Tessa keek haar een oogenblik aarzelend
aan. 't Leek haar veel gemakkelijker om het
aan Monck zelf te vertellen dan aan Stella.
Maar toch had zij het gevoel dat zij het zeg
gen en Stella het weten moest.
„Ik heb altijd een hekel gehad aan majoor
Burton." begon ze. „Ik weet wel. dat hy het
't eerst in de wereld heeft gebracht. Hy zei,
en nu zeggen ze het allemaal, dat het wel
toevallig is, dat het verlof van oom Everard,
dat hij, zooals hij zeide, in Engeland zou door
brengen, juist viel in denzelfden tijd dat
kapitein Dacre in de bergen werd vermoord
en dat een leelyke man, Rustam Karin, die
oom Everard kent en die in de toko woont,
tezelfder tijd afwezig was. En ze denken, of
misschien hy, die oude man... misschien iets
heeft uit te staan met den dood van kapitein
Dacre... en dat... oom Everard daar mis
schien iets van zou weten. Zoo zeggen ze 't,
tante Stella. Moeder zei het om my te plagen,
maar dat zeggen ze
Ze zweeg en drukte Stella's hand stevig
tegen haar onstuimig kloppend hartje en toen
heerschte er een oogenblik stilte, een diepe
stilte, die iets benauwends had.
Tessa bewoog zich eindelijk, omdat ze het
niet langer kon uithouden en keek half ang
stig Stella aan. Ze zou niet hebben kunnen
zeggen wat ze verwacht had te zien. maar ze
was blijkbaar heel dankbaar toen dat mooie
gelaat, hoewel doodsbleek, haar vriendelijk
glimlachend aankeek.
Stella kuste haar en zond haar weg.
„Ik dank je wel, dat 'e mij dit hebt verteld,
lieveling!" zei ze vriendelijk, ,,'t Is eigenlijk
maar goed, dat ik weet wat de menschen
zeggen, ofschoon het allemaal praatjes zyn,
niets dan praatjes. „Ga nu maar gauw Scoo
ter zoeken, kindlief." zei ze, „en zet je al die
nonsens uit je kleine bolletje. Ik moet baby
nu naar Ayah brengen. Straks zullen we
samen een mooi sprookje lezen en een beetje
spelen."
Hoewel nog niet geheel op haar gemak,
ging Tessa eenigzsin9 gerustgesteld heen.
Met haar gevoelig hartje was ze overtuigd,
dat er iets niet in orde was, want haar groote
vriendin had haar nog nooit zoo weggezon
den. Het was alsof ze bang was dat Tessa
teveel zou zien of raden.
Stella bracht haar kind bij de Ayah en sloot
zich toen op in haar eigen kamer, waar ze
geruimen tyd bleef toeven in sombere ge
dachten verdiept, het hart vol kommer en
twijfel. Hy had haar liefgehad voor haar hu
welijk. Hij had hun verbintenis Kismet ge
noemd. Hij oefende een zonderlinge, bijna bo
vennatuurlijke macht op de inlanders uit. En
daar was Rustam Karin, dien zij reeds ge-
ruimen tijd ervan had verdacht medeplichtig
of schuldig te zyn aan Ralph Dacre's dood...
de slang in het paradijs... de slang in de
woestijn eveneens, die zich naar 't haar
scheen, ook kronkelde om haar hart.
HOOFDSTUK V.
Vrouwenmanier.
Drie dagen later kwam Tommy opgewon
den thuis van het poloveld met de mededee-
ling, dat de moordenaar van kapitein Ermsted
was gevat.
„Daarvan komt Evera»-d de naam toe," zei
hij, terwijl hy zich naast Stella op een stoel
liet neervallen. „De kerel werd te Khanmulla
gepakt. Barnes heeft hem gearresteerd, maar
hij zegt dat daar Everhard de eer van toe
komt. Die kerel zal natuurlijk worden gehan
gen. Dat zal een opzienbarend proces worden,
want, naar men zegt, zat de Radjah daar ach
ter. Hij is op 't oogenblik natuurlijk zoo mak
als een lammetje. Ik zag hem in de Club. Hy
zwierf, als gewoonlijk, om mevrouw Ermsted
heen en zij moedigde hem flink aan. Dat
mensch is bepaald bespottelijk verliefd, 't Zal
me verwonderen, of ze niet op zekeren dag
wreed uit haar droom wordt wakker geschud.
Neem me niet kwalijk, mijnheer, zei u iets?"
Hij wendde zich plotseling tot Bernard, die
dicht bij hem zat.
„Ik vraag me alleen af, in welk opzicht
Everard iets heeft bijgedragen tot de ge,
vangenneming van deze allerbeminnelijkste
persoonlijkheid!" merkte de oudere Monck op,
glimlachend over Tommy's opgewondenheid.
Wordt vervolgd