Vopr de zielerust van Paus Pius XI FILMHELD >V t l Het machtige Britsche Keizerrijk met zijn ontzaglijk rijke hulpbronen, en zijn gewel dige vloot, heeft tot nu toe in vele moeilijke internationale kwesties de rol van vredelie vend scheidsrecher gespeeld.. Zal het deze rol toebedeeld blijven? Of zullen op een gegeven oogenblik- de to, talitaire staten zich. steunend op hun enor me bewapening sterk genoeg gevoelen om Engeland te weerstaan? Dat vele lezers Hit- Ier vragen stelden omtrent zijn meening over Engeland is daarom begrijpelijk. Wij geven dan heden den Duitschen dictator het woord om de vragen onzer lezers te beant woorden. Alle antwoorden van den Flihrer zijn ontleend aan de ongecensureerde uitgave van „Mein Kampf" den Bijbel der Nazi's waar van een oorspronkelijk exemplaar in ons be zit is. Vraag: Waarom kan er tusschen Enge land en Duitschland geen vriend schap heerschenvooral omdat er in Engeland vele menschen zijn, die sympathie voor Duitschland koesteren? Antwoord: Er is geen Engelsche, noch een Amerikaan sche of een Italiaansche staatsman, die ooit pro-Duitsch gezind zou zijn. Wie dus denkt bondgenootschappen te kunnen bouwen op een pro-Duitsche gezindheid van de in die landen leidende staatslieden is of een ezel of een onwaarachtig mensch. (bladz. 698.) De voorwaarde tot het aaneenketenen van het lot van volkeren is nooit gebaseerd op wederzijdsche hoogachting of zelfs sympa thie, maar op het vooruitzicht van de doel matigheid van het samengaan voor de beide contractanten. Dat wil dus zeggen: hoe zeer ook een Engelsche staatsman steeds een pro Engelsche politiek zal voeren en nooit een pro-Duitsche, zoo zeer kunnen echter bepaalde belangen van deze pro-Engelsche politiek met pro-Duitsche belangen overeen komen. (bladz. 698.) In Europa zullen er voor Duitschland bin nen afzienbaren tijd slechts twee bondgenoo- ten kunnen zijn: Engeland en Italië." (bladz. 705.) Vraag: Wat zijn volgens U de doeleinden van de Britsche buitenlandsclie po litiek? Antwoord: De traditioneele tendenz van de Britsche diplomatie, waartegenover men in Duitsch land slechts die van het Pruisische leger stellen kan, is er sedert Koningin Elizabeth stelselmatig opgericht geweest; ieder op klimmen van een Europeesche mogendheid boven het peil van de algemeene rangorde der mogendheden met alle middelen te ver hinderen en zoo noodig door militair ingrij pen te breken, (bladz. 691.) Het is en blijft Engelands wensch om het bovenmatig opklimmen van een continen tale mogendheid tot een wereldpolitieke be- teekenis te verhinderen, dat wil dus zeggen de handhaving van een bepaald evenwicht van de machtsverhoudingen der Europeesche staten onder elkaar: want het is duidelijk dat dit de voorwaarde voor een Britsche wereldhegomonie is. (blad. 696) Vraag: Welke zijn Engelands bedoe lingen ten opzichte van Duitsch land? Antwoord: Engeland, wenscht geen Duitschland als wereldmacht. Frankrijk echter wenscht in het geheel geen mogendheid, die Duitsch land heet: een zeer essentieel verschil. (bladz. 699) Vraag: Zouden Joodsche belangen ook invloed uitoefenen op Engelands politiek? Antwoord: De oneenigheid tusschen de officieele of beter nog traditionele Britsche staatkunde en de toonaangevende Joodsche beursmagna- ten. komt nergens beter in uit dan in de veranderlijke houding ten opzichte van de vraagstukken van de Engelsche buitenland- sche politiek, (bladz. 702) De Joodsche geldwereld wenscht, in strijd met de belangen van het welzijn van het Britsche rijk niet slechts de totale economi sche vernietiging van Duitschland. maar ook de volslagen politieke verslaving. (blad. 702) Vraag: Heeft Engeland zijn wereldhandel aan vreedzame economische verove ring te danken? Antwoord: Geen volk heeft met grooter bruutheid zijn economische veroveringen met het zwaard voorbereid en later medoogenloozer verdedigd dan het Engelsche. Is het niet ten ecnen male het kenmerk van de Brit sche staatkunde om uit politieke kracht eco nomische veroveringen te halen en iedere economische versterking dadelijk weer in politieke macht om te zetten? (blad. 158.) Vraag: Staat Engeland Duitschlands economische ontplooiing in den weg? Antwoord: Wanneer men nuchter nadenkt zijn het op 't oogenblik in de eerste plaats de beide staten Engeland en Italië, welker natuurlij ke eigenbelangen de bestaansvoorwaarden van de Duitsche natie, tenminste in hoofd zaak niet in den weg staan, zelfs er in be paalde mate mee overeenkomen, (bladz. 700) Vraag: Duitschland heeft gebrek aan ko loniën. Wensclie U soms een deel der Britsche bezittingen? Antwoord: Engeland zal Indië'slechts verliezen wan neer zijn bestuursmachinerie ten prooi valt aan verwoesting door het ras. (iets dat op het oogenblik in Indië volkomen buiten be schouwing blijft) of wanneer het door het zwaard van een machtigen vijand bedwon gen wordt. Aan Indische oproerkraaiers zal dit nooit gelukken. Hoe moeilijk het is En geland te veroveren hebben wij Duitschers genoegzaam ondervonden. Geheel afgezien daarvan dat ik als Germaan Indië nog steeds liever onder Engelsche heerschappij zie, dan onder een andere, (bladz. 747). Vraag: Was de wereldoorlog voor Engeland een misrekening? Antwoord: In den wereldoorlog heeft Engeland feite lijk zijn krijgsdoel niet bereikt. Het stijgen van een Europeeche macht (Frankrijk Red.) boven de sterkteverhouding van het conti- nenteele statensysteem van Europa werd niet alleen niet verhinderd, maar in hooge mate bevestigd. (bladz. 695). Vraag: Onlangs hebt U besloten de ton nage der Duitsche duikbootvloot op te voeren tot die van Engeland. Gaat U een bewapeningswedloop ter zee beginnen! Antwoord: Dat wij heden ten dage niet voor macht op zee hebben te strijden behoorde langza merhand ook door te dringen tot de hoofden van onze politieke burgerlijke sukkels. (bladz. 706.) Een vloot die van den beginne af, wat de getalssterkte betreft, niet op gelijke hoogte met haar vermocdelijken tegenstander ge bracht kan worden moet het gebrek aan aantal trachten te vervangen door de veel grootere strijdkracht der schepen afzonder lijk. Op die meerdere strijdkracht komt het aan en niet op een legendarische superiori teit aan hoeveelheid. (bladz. 299) Vraag: De Engelsche regeering heeft een oproep gedaan tot vrijwillige dienstneming. Zal Engeland het daarbij laten of zal het tot dienst plicht overgaan? Antwoord: Engeland bezat steeds juist die bewape ning welke het noodig had. Het streed met huursoldaten zoolang dezen voldoende wa- waren. Echter doopte Brittannië ook diep in het waardevolle bloed der natie, wanneer zulk een offer de overwinning brengen moest. Maar steeds bleef de vastberaden heid tot strijden en de taaiheid alsmede de onverbiddelijke leiding dezelfde. (bladz. 158) Welk een dwaling was het in 1914 om te meenen, dat Engeland te laf zou zijn om voor zijn economische politiek het eigen bloed veil te hebben. Dat Engeland geen „volkslegei-" bezat, bewees in geen geval het tegendeel; want het komt niet op de mili taire vorm van de weermacht aan, maar eerder op den wil en de vastbeslotenheid om de bestaande krachten te gebruiken. (bladz. 158). Vraag: Hoe denkt U over de Engelsche troepen? Antwoord: Ik herinner mij nog nauwkeurig, welke ver baasde gezichten mijn kameraden trokken, toen wij in Vlaanderen voor het eerst man tegen man tegenover de Tommies kwamen te staan. Reeds na de eerste dagen van strijd, kwamen wij al tot de overtuiging, dat deze Schotten niet bepaald dezelfde waren, die men ons in humoristische bladen voorgeschilderd had. (bladz. 159.) Pontificale requiem mis in de re sidenfeie. Vertegenwoordigers der Koningin, Dr. Colijn en ver schillende ministers bij de plech tigheid aanwezig. De pauselijke internuntius Mgr. Paolo Giobbe heeft gistermorgen in de St. Jacobus- kerk te 's Gravenhage een pontificale re quiem-mis gecelebreerd voor de zielerust van Z.H. Paus Pius XI. Voor deze plechtigheid was in de ruimte voor het priesterkoor een catafalk ge plaatst, gedekt met zwart laken met zilver geborduurd, waarop de tiara op een wit kussen en de stola geplaatst waren. Ter weerszijden van de catafalk waren drie lan ge zilveren candelabres met gele kaarsen ge plaatst. Een eenvoudige versiering van pal men voltooide deze aankleeding. De pila ren van het priesterkoor waren met zwart laken bekleed en het altaar was met paarse tule versierd. Onder hen, die de plechtigheid bij woonden, bevonden zich de minister president, Dr. H. Colijn, en de mi nisters van Buitenlandsche Zaken, v. Justitie, v. Onderwijs, v. Water staat, van Economische Zaken, van Sociale Zaken en van Koloniën. Vertegenwoordigers der Koningin. Vlak bij den troon van den internuntius, ter zijde van de catafalk waren de zetels bestemd voor de vertegenwoordigers van H.M. de Koningin. Het waren H.Ms. groot meester gep. luitenant-generaal tit. J. H. F. Graaf du Monseau en kapitein-luitenant ter zee Jhr. E. J. van Holthe. Verder werden in het kerkgebouw opge merkt: generaal-majoor Jhr. J. Th. Alting von Geusau, commandant van de eerste di visie, gep. luitenant-generaal P. J. van Mun- nekrede, lid van het Hoog Militair Gerechts hof, de oud-ministers Mr. T. J. Verschuur, voorzitter van de R.K. Staatspartij. Mr. Dr L. N. Deckers, voorzitter van de Katholieke Tweede Kamerfractie en Mr. H. P. Mar chant, verschillende katholieke leden van de beide Kamers der Staten-generaal. de ka nitein van den generalen staf A. H. J. L. Fiévez, als vertegenwoordiger van den r.k Officierenbond. Het koor van de parochiekerk, versterkt door leden van andere katholieke zangko ren zong de vierstemmige requiemmis van Perosi. Voor den aanvang der plechtigheid speelde de organist de heer de prélude Fu- nèbre van Alphonse Maillv en na afloop een treurmarsch van Mendelssohn. De secretaris van do internuntiatuur deed de vertegenwoordigers van de Koningin na afloop der plechtigheid uitgeleide, waarna de overige aanwezigen de kerk verlieten. Rouw in Indië. Onder zeer grootc belangstelling heeft de apostolisch vicaris te Batavia, Mgr. Wille- kens, in de kathedraal aan het Watcrloo- plein een pontificale rouwmis voor de zie lerust van den overleden Paus Pius XI, op gedragen. Zoowel de gouverneur-generaal als di verse autoriteiten, die den dienst bijwoon den, waren aldus de N.R.Ct., allen in groot ambtscostuum. De moord op het woonwagenmeisje Dader tot 12 jaar straf veroordeeld. gevangenis- Het gerechtshof te Arnhem heeft gisteren uitspraak gedaan in de zaak tegen den 25- jarigen J. F. van der W. uit Almelo, die op 25 Mei 1938 de twaalfjarige Tetje Hof te Almelo gedood zou hebben. De rechtbank te Almelo veroordeelde den verdachte wegens doodslag tot tien jaar ge vangenisstraf. De officier van Justitie had wegens moord levenslang geëischt. De advocaat-generaal bij het Hof te Arn hem vorderde in hooger beroep wegens moord twintig jaar gevangenisstraf, met tei beschikkingstelling van de regeering. Thans heeft het Hof het vonnis van de rechtbank te Almelo bevestigd, doch de straf tot twaalf jaar gevangenis verhoogd, zoodat de ter beschikkingstelling van de regeering gehandhaafd blijft. Brandende lantaarn bij benzine-reservoir Geen wonder, dat de afbrandde. boerderij Gisterochtend was men in de schuur van een boerderij in den polder Cromstrijen (N.B.) bewoond door den heer K. de Jong, bezig het reservoir van een tractor met ben zine bij te vullen. In de nabijheid van de tractor stond een brandende lantaarn. Door het open vuur vatten de benzinedampen vlam. De benzinetank vloog ook in brand en in korten tijd had het vuur zich meegc deeld aan de boerderij. Ofschoon de auto brandspuit van Numansdorp spoedig ter plaatse was kon men niet verhinderen, dal de boerderij afbrandde. Het woonhuis bleef gespaard. Het vee kon men tijdig in veilig heid brengen. De schade, welke op ruim twaalfduizend gulden wordt geschat, wordt door verzeke ring gedekt. 't IS MET 't ZEILEN GEDAAN... De stalen zeillogger Sch. 445, „Lotos" van de reederij C. Roeleveld te Scheveningen. is naar Noorwegen verkocht. Genoemd schip heeft eenige jaren niet aan de vis- scherij deelgenomen. Met dezen verkoop is de laatste zeilloger van de Scheveningsche haringvloot verdwenen. Het schip zal in Noorwegen voor de vrachtvaart worden in gericht. De school als militair instrument Hervorming in Italië. Op voorstel van den Italiaan- schen minister van Onderwijs heeft de Groote Fascistische Raad, onder voorzitter schap van Mussolini, een nieuwe regeling van het onderwijs goedgekeurd. Het betreft hier, zoo meldt Stefani, zeer belangrijke hervormingen, welke een volledige vei^iieu- wing moeten brengen op dit gebied en de positie van de school bepalen in den fas- cistischen staat. Krachtens de hierin gehuldigde op vattingen, vormen de school, de jeugdorganisatie en de universitaire groepen tezamen het militaire in strument van de fascistische opvoe ding, waartoe de burgers verplicht zijn tot hun 21e jaar. De studenten der universiteiten moeten bovendien lid zijn van de fascistische stu- dentengroepen. De studie beoogt hun cultu- rcele en moreele vorming en tevens hun politieke en militaire voorbereiding. Han denarbeid in bepaalde perioden zal van het onderwijs deel uitmaken. Er zal strenge controle gehouden worden op de te gebrui ken schoolboeken. De Sovjet-Unie een „verdwijnkelder" Waar is de weduwe van Erich Mühsam. Een Nederlandsche dichteres en een professor bekommeren zich om haar lot. Nadat de Duitsche dichter en pacifist Erich Mühsam door de autoriteiten van 'het Derde Rijk was gearresteerd en naar een concentratiekanipf'overgebracht, waar- hij inmiddels is overleden, verliet zijn weduwe Duitschland en vestigde zich in de Sovjet- Unie, waar zij eenigen tijd later volgens be richten, die haar vrienden en geestverwan ten uit Rusland ontvingen, werd gearres teerd. Sedert October 1937 hebben dezen niets meer van haar gehoord, terwijl even min inlichtingen omtrent haar verblijfplaats werden verstrekt. Thans hebben mevr. Henriette Ro land Holst te Bloemen daal en prof. G. Mannoury te Amsterdam, zich te legrafisch tot het presidium der Sov- jetregeering te Moskou gewend met de vraag, of Zensl Mühsam nog in leven is en, zoo ja, waar zij ver' toeft. Ip een tegelijkertijd eveneens aan het presidium verzonden aangeteekcndèn ex presse-brief schrijven de beide afzenders, dat het hun voorkomt, dat een verdere wei gering der Sovjetregeering om in dezen in lichtingen te verstrekken niet slechts in strijd is met de voor alle vormen van sa menleving onontbeerlijke beginselen van menschelijkheid en gerechtigheid, doch ook het gevaar meebrengt, de Sovjet Unie in de oogen dor geheelc wereld te verlagen tot een reusachtige en gruwelijke „verdwijn kelder." k Bon in Britsch Tndië geboren, Ik leefde in de wildernis, Daar kon ik de natuur nog hooren, Omdat het er zoo rustig is. En 's avonds blonken er de sterren Hoog boven mijn geboorteland, Dan klonk heel klagend en van verre Het roepen van een olifant! Geen stem was mij meer vreemd gebleven, Ginds in de tropische natuur. Ik leefde ei* mijn eigen leven, En was golukkig op don duur. De tropenwind gaf mij zijn zangen, En overal was zonneschijn. Wat kan een mensch nog meer verlangen, Dan leven en gelukkig zijn! Nu zie 'k mezelf in het theater, Als filmheld op het witte doek. Men nam mij mee, ver over 't water, Nu loop in een lange broek! Nu draag ik een gestreken pakje, Met witte borst en witte boord, Mijn tulband plooit een kunstig dakje. Omdat dit bij de film zoo hoort! Ik kan alleen #m'n naam miaar schrijven, Dat leerd' ik vroeger bij mijn stam. De jongedames overdrijven. Die vragen steeds mijn autogram. De pers kan me maar niet vergeten, Ze nemen me in elke stand, En wat ik 's middags zit te eten Dat zie ik 's avonds in de krant! Ik weet niet of ik soms moet zingen, Of soms in stilte huilen moet, In 't westen hoor ik vreemde dingen. Die doen mijn leven lang geen goed! Ik voel het door m'n nette kleeren, Er drukt beschaving op mijn rug, En 'k zit heel vaak te prakkizeeren: Hoe kom ik naar mijn land terug?! KROES (Nadruk verboden) Februari 1939, Onze Ooi „Nederland besluite tot een bijzondere daad' Indië heeft dringend hulp tui, dig. De voorzitter van den Volksraaf hield gisteren in de vergadering vac den Volksraad, naar de N.R.Crt. meldl, een zeer pessimistische rede over de ver houding tusschen Indië en Nederland. Spr/f kwam tot de conclusie, dat er reden tot bezorgdheid is. Deze zaak verdient een t«j ernstiger aandacht, daar het een gecomipll ceerd vraagstuk is, waarvan de oplossing! lang niet eenvoudig, doch wel urgent is. I Nederland bedenke, dat de weerstand van Nederlandsch-Indië door uitzonderlijk lang durige, economische inzinking innerlijk is verzwakt en de overheidsverzorging tot een lager niveau moest worden teruggebracht, terwijl de zware dcfcnsielasten tot nieuwe! bezuinigingen dwingen. De, eertijds rijk vloeiende, rubber- gelden zijn binnenkort opgebruikt en het restant van de welvaarts-bij- drage zal in den loop van dit jaar zijn verwerkt. Nederland trekke daaruit, de conclusie dat Neder landsch-Indië in deze bijzondere omstandigheden krachtig dient te worden geholpen. Nederland besluite tot een bijzondere daad! opnieuw toekenning van een bijdrage voor 1940 en volgende jaren. Motie tot versterking der weer macht. De Volksraad nam in het vervolg der zit ting een motie aan, waarin de raad, van oordeel zijnde, dat de politieke en strate gische toestand in het algemeen en die in Oost-Azië in het bijzonder, het dringend ge- wenscht maken de weermacht in Nedei* landsch-Indië, met uiterste inspanning van financieele en personeele krachten uit het geheele koninkrijk in snel tempo op te voe ren tot een daaraan beantwoordende hoog- te; de regeering verzoekt er bij het opper bestuur met klem op aan te dringen, daar- toe alle noodzakelijke maatregelen te ne« TIEN MAANDEN WEGENS ZEDENMIS DRIJF GEëlSCHT. De Raad van Justitie te Medan behandel de gisteren een zaak in verband met de zedenaffaire, overtreding van artikel 292 Wetboek van Strafrecht. De eisch tegen den Europeeschen beklaagde luidde tien maanden. De uitspraak werd, aldus de N. R. Crt., bepaald op 22 Februari. Aardstortingen Verkeersweg vernield, bruggen weggeslagen. In de buurt van Donggala. is een groote verkeersweg door aardstortingen op vele plaatsen weggeslagen. De gezamenlijke lengte van de vernielde gedeelten bedraagt 2500 meter. Een brug, welke eerst het vorig jaar in gebruik werd gesteld is ver nield. Twee andere bruggen zijn zwaar be schadigd. Ook zijn, naar de N.R.Crt. meldt, talrijke kleinere bruggen weggeslagen. Men ver moedt dat de verkeersweg drie maanden lang onberijdbaar zal zijn. Ratten op de electrische stoel Vinding van een Landsmeerschen foura ge knecht. Bij de rattenbestrijding te Landsmeer zijn niet alleen de pluimveehouders, doch ook in het bijzonder de fourage-handelaars ge ïnteresseerd. Geen wonder, wanneer men weet, dat dit schadelijk gedierte zich bij voorkeur in hun pakhuizen ophoudt en jaarlijks voor een niet onbelangrijk bedrag verslindt, nog daargelaten de verontreini ging van het voer. Verschillende krasse middelen, zooals klemmen, honden of vergif, werden succes sievelijk toegepast, doch geen van alle bleek op den duur afdoende. Nu is het een bekend feit, dat het vernuft door den nood wordt gescherpt. En zoo maakt de P. N. H. Crt thans melding van een gloednieuw idee of dit gebied, dat men niet minder dan eel Landsmeersch Patent zou kunnen noemen! In het pakhuis van een fouragehandelaar aan de Van Beekstraat zijn reeds goede re sultaten met het middel bereikt. Het betreft hier een toepassing van de electriciteit. Tusschen de zakken voer wordt een plank gelegd, waaraan een ijzeren plaat is beves tigd. Wanneer het personeel 's avonds het pakhuis verlaat, wordt dit toestel met be hulp van een snoer en stopcontact onder stroom gezet en de ratten die 's nachts op bezoek komen, worden zonder pardon op deze electrische stoel gedood, 's Morgens kan men vrij geregeld eenige doode exem plaren vinden. Wij vernemen, dat dit pro bate middel een vinding is van een der fourageknechts. Pogrom voorkomen Tsjechische politie arresteert meer dan 200 fascisten. Meer dan 200 leden van geheime fascis tische organisaties en organisaties welke met de fascisten sympathiseeren, zijn se dert Zondag door de politie van Tsjecho- Slowakije gearresteerd. De politie bemerkte dat een uitgebreide samenzwering bestond, toen zij in de nabijheid van Brno een aan tal groepen jongelieden ontdekte, die ge durende den nacht militaire oefeningen hielden. De leiders te Praag en elders werden ge arresteerd en groote hoeveelheden anti-se- mietische pamfletten werden in beslag ge nomen. Blijkbaar bereidde men daden van geweld tegen de Joden voor.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 8