RADIO
rmë doet je qoed!
Wij lazen voor U
DE LAMP
in de Woestijn
Grootmoeder was
zijn laatste troost...»
117.
Nadat Helen haar helm had afgezet, keek
haar overweldiger haar verbaasd aan. „Een
meisje!" riep ij uit, „sinds wanneer ge
bruikt de valse Brulor meisjes als ptomen?"
„Ik ben geen ptoom", antwoordde Helen, „ik
heb alleen dit waterpak gebruikt om te kun
nen ontsnappen". „Misschien spreekt zy on
waarheid", liet de zware stem zich nu weer
horen. De gebaarde man, die uit de diepte
van het water was verrezen, keek Helen en
Magra lang aan. „Zo," zei hij eindelijk, maar
als het blijkt, dat deze meisjes de waarheid
hebben gesproken, dan zal ik hun levens
sparen en kunnen zy my dienen bij de tempel
diensten.
De koude ogen. van den man keken weer
naar de meisjes, terwijl hij vervolgde: „Maar
wat wilt U weten? Waarom ik den man op
het altaar offer? Omdat de figuren, die zjjn
bloeddruppels maken, mg zullen vertellen,
wat ik wens te weten!" Terwijl hg sprak trok
de geheimzinnige man een lang mes. Helen
gilde het uit van angst. „Hij is mgn vader."
U mag hem niet doden!" De gebaarde man
keerde zich om en zei: „Ik ben Chon, de ware
god. Chon heeft gesproken. Priesters van den
waren god, m^k het slachtoffer gereed!"
Uit de Pers van heden
Mevrouw was zéér
vergeetachtig
Eerlijke tuinman brengt na an
derhalf jaar licht in een duistere
zaak.
Op 27 October 1937 werd een dame, die in
een pension in de Juliana van Stolberglaan
in Den Haag woonde, telefonisch bij een fa
milielid aan den Benoordenhoutschenweg
ontboden, dat ernstig ziek was. Zij belde een
taxi op om zich naar den zieke te beg ven
cn vergat in de haast haar portemonnaie,
waarin ongeveer 300 gulden zat. De pension
houdster liep haar achterna en overhandigde
haar in de taxi de portemonnaie en ook nog
een quitantie, die de dame in haar porte
monnaie borg.
Voor het huis aan den Benoorden
hout sclie weg, vergat de dame haar
portemonnaie weer. Zij liep terug naar
de taxi, maar zij vond de portemon
naie niet terug. Van dit verlies deed
zij bij de politie aangifte, die geen
licht in de zaak kon brengen. De
chauffeur wist van niets en de por
temonnaie bleef weg.
Ongeveer anderhalf iaar na deze episode,
namelijk eergistermiddag, vond een tuin
man, die bezig was een klimopheg te maaien-
in don tuin van het pension, in de Juliana
van Stolberglaan, vanwaar de vergeetachtige
dame inmiddels naar Brussel was vertrok
ken, waar zij thans woont, tusschen takken
een verweerde portemonnaie, bevatende
ruim 182 gulden en de bewuste quitantie.
De politie werd van deze vondst in kennis
gesteld en zij is thans opnieuw bezig deze
oude zaak op te helderen.
Winkeliers opgepast!
„Voortzetting Januari-prijzen" is
verboden.
PROGRAMMA
ZATERDAG 11 MAART 1939.
Hilversum I, 1875 en 801,5 m.
VARA-uitzending. 10.0010.20 v.m. en 7.30
8.00 VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek. (Ca. 8.16 Berichten),
10.00 Morgenwijding.
10.20 Voor arbeiders in de Continubedrijven.
12.00 Gramofoonmuziek. (Ca. 12.15 Bericht.),
I.30 Zang, accordeon en piano.
2.00 Filmpraatje.
2.15 VARA-orkest en solist (opn.).
3.00 Reportage.
3.30 Gramofoonmuziek.
4.304.50 Schaakles.
4.55 Residentie-orkest, (opn.).
5.35 Filmland.
6,00 Uit de Roode Jeugdbeweging.
6.28 Berichten.
6.30 Orgelspel (opn.).
7.00 VARA-Kalender.
7.10 Politiek radiojournaal.
7.30 Cursus „Nederlanders in Amerika",
8.00 Herhaling SOS-Berichten.
8.03 Berichten ANP en VARA-Varia.
8.20 Haagsch Arbeiders-Symphonie-orkest en
soliste.
9.00 „En nu doorzetten", toespraak. Hierna:
Gramofoonmuziek.
9.15 En nu Oké.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Radiotooneel.
II.10 Souvenir-orkest.
11.4012.00 Gramofoonmuziek.
Van pit en merg beroofd.
„De Standaard" over geestelijke herbewa
pening:
Ergerlijk misbruik wordt gemaakt van
de Koninklijke oproeping tot geestelijke en
zedelijke herbewapening.
Het protest tegen het ontslag van den
burgemeester van Ootmarsum werd gefun
deerd op het vermaan der Koningin tot
eenheid.
De oprichting van een Christelijke Lagere
Landbouwschool werd als indruischend te
gen de geestelijke en zedelijke herbewape
ning bestreden.
De invoering van het gebed in den Raad
wordt door Het Volk van Zaterdagavond 1.1.
tegengestaan met de overweging: „Kan het
nu de vrucht zijn van geestelijke en moree-
le herbewapening, dat men deze oude twist
appel gaat opwerpen?"
Zoo wordt het woord der Koningin al
lengs door sommigen misvormd tot de aan
beveling van zeker Christendom boven ge
loofsverdeeldheid, dat alle verschilpunten
verdoezelt en het Christendom van pit en
merg berooft,
„Dat mag".
A.B.K. schrijft in „Het Volk" (s.d.a.p.),
dat hij „met een grijns heeft zitten kijken",,
toen liij las, dat het nu nog de goede tijd
is om te hamsteren.
Zoodra het oorlogsgevaar aan de deur
loert, wordt het, aldus A.B.K., een onfat
soenlijk geval. Maar nu hindert het geen
sterveling en de voorraadmakers maken zich
zonder iemand te schaden binnen, vóór de
kwade dag aanbreekt. Aldus worden prijs-
verhoogingen met panieken voorkomen. En
toch is de man of de vrouw met contanten
gedekt tegen de kwade kans, die de kas-
looze medeburger straks loopen zal.
Er is niets onbehoorlijks in, het klopt als
een bus, geen speld valt er tusschen te ste
ken. Spaar Uw ingezonden stukken. U heeft
gelijk, bij voorbaat gelijk.
Maar zult mij toch het recht niet kun
nen ontzeggen om te grijnzen. Dat mag!
Optreden gevraagd!
,De Trom", orgaan van het Nationaal Jon
geren Verbond", had eenige leden van den
Nationalen Jeugdstorm (de jeugdbeweging
der N.S.B.), er van beschuldigd, innige be
trekkingen te onderhouden met den Duit-
schen Fichtebiind. De Nationale Jeugdstorm
wees deze beschuldiging af, waarop „De
Trom" thans schrijft:
Wat eischen wij nu van de leiding van
den N.J.S.? Zij zegt onbekend te zijn met
doel en streven van den D.F.B. en niet te
weten, dat in Duitschland eenig ernstig
mensch annexionïstische aanvechtingen t.a.
v. ons land zou hebben in strijd met opvat
tingen der Duitsche regeering. Ook wij wil
len graag geloovcn, dat de brochures van
den D.F.B., die den onafhankelijkheidszin
Feuilleton
door Ethcl M. Dell
74.
„O, niets bijzonders!" zei Tommy ongedul
dig. „Niets bijzonders in vergelijk met zijn
ontslag. De zaak is afgeloopen en de man is
Veroordeeld. De volgende week wordt het
vonnis voltrokken. Dat beteekent de een of
andere vertooning, maar niet van belang."
„Is dat alles?" vroeg Bernard glimlachend.
„Neen, nog niet alles. Er was ook nog een
geheime mededeeling verstrekt, die niet be
paald gunstig voor den Radjah scheen te zijn,
want die heeft de plaat gepoetst. Niemand
weet waar hij is, tenminste iedereen zegt dat.
Je kent de Oosterlingen. Als ze het niet ver
kiezen te spreken, krijg je er niets uit. Hij
zal zich wel nooit meer hier vertoonen. De
grond zal hem hier wel te warm zijn. Hij zal
tijii mooie, brave leventje wel voortzetten
bi een ander hoekje van het Rijk. Ik wensch
Netta Ermsted geluk met haar koopje!" be
sloot Tommy met een zekere Schadenfreude.
„Maar jongenlief!" begon Bernard.
Tommy lachte. „Dat weet je evengoed als
ik. Ze was naar de maan, zoodra hij haar
opiumschuiven had geleerd. Daar is geen ont
komen aan en dat wist die duivel wel. Ik
beweer, dat het een geluk zal zijn, als je
Tessa kunt meekrijgen naar Engeland."
„En Stella ook!" zei Bernard, wien het een
zekere opluchting was van onderwerp te ver
anderen.
van ons volk trachten te ondermijnen, geen
officieele uitgaven zijn, doch slechts door
enkele, moeilijk in toom te houden, heet
hoofden worden opgesteld en uitgegeven.
Maar daar gaat het niet om: waar
het om gaat is, dat wij van de lei
ding van den N.J.S. (die zegt in te
stemmen met onze ideeën), mogen
eischen, dat ook zij deze brochures
verwerpt en haar jonge leden op
dat verwerpelijke wijst.
Wij mogen verwachten, dat het. haar hin
dert, dat in een stad als Schiedam de NJS-
ers hekend staan als verspreiders dezer bro
chures, welke handeling landsverraad of
„volksverraad" moet heeten, wanneer wij
dit gedoe ernstig moeten nemen. En dat
zullen wij moeten, wanneer nu de leiding
van den N.J.S. niet optreedt.
Een prachtige troef.
Het orgaan van den Alg. Ned. Zuivel bond
schrijft met betrekking tot de verhoogde in
voerrechten, welke 'dezer dagen voor ver
schillende Nederlandsche industriën zijn
afgekondigd: Het spreekt vanzelf, dat een
maatregel als deze, nadeelige gevolgen heeft
voor den export. Alsof het zoo zijn moest,
werd dit wetsontwerp ongeveer terzelfder
tijd afgekondigd, dat de Duitsche delegatie
voor het onderhandelen over een nieuw
handelsverdrag in Den Haag arriveerde.
Dat het dezen onderhandelingen daarmede
van Nederlandsche zijde gemakkelijk werd
gemaakt, zal moeilijk gezegd kunnen wor
den. Den Duitschers werd hiermede een
prachtige troef in handen gegeven en zij
zullen deze ook niet ongebruikt hebben ge
laten. Wij hopen natuurlijk dat zij daar
mede geen succes zullen hebben, doch vree
zen het ergste en dan krijgen de export
bedrijven daarvan den last weer te dragen
in den vorm van een of andere exportbe
lemmering. Dat de landbouw daarbij achter
aan zal komen, behoeft men zich niet voor
te stellen.
Auto waaide in het kanaal
Inzittende verdronken.
Woensdagavond heeft de heer B. de
Vries te Groningen, reiziger in dienst bij
de N.V. Firma van der Meer in bouwmate
„O, maar dat zul je niet doen!" zei Tommy
haastig.
„Hoe weet je dat?" vroeg Bernard en keek
hem doordringend aan.
Maar Tommy ontweek alle verdere vragen.
„Dat weet ik. Hoe, dat zou ik niet kunnen
zeggen. Maar ik ben er zeker van, absoluut
zeker, dat Stella in 't voorjaar niet met je
naar Engeland gaat."
„Je schijnt iets van een profeet te hebben,
Tommy," merkte Bernard na een oogenblik
zwygens op.
„O, dat is niet mijn eenige bekwaamheid,"
hernam Tommy nederig. „Ik weet nog wel
iets anders ook. Ik heb ook nog een beetje
hersens, wel een heel klein beetje. Gek he?
Ah! Daar is Stella! Kom, zusjelief, hom hier
en eet wat. Hoe is 't?" Hij ging naar haar
toe en trok haar mee naar de tafel. In al
haar verdriet glimlachte ze, eenigszins afge
trokken, tegenj Bernard, dien ze al eerder
had gezien.
„O, blijf zitten! zei ze. „Ik kwam maar
eens even naar jelui kijken. Ik heb tiffin in
mijn kamer gehad. Daar had Peter voor ge
zorgd. Baby is vanmorgen heel zwak en
daarom dacht ik, Tommy, dat jij misschien
wel naar majoor Ralston zoudt willen gaan
om hem te vragen toch vooral vroeg te ko
men." Ze ging zitten, duidelyk blijk gevend
van groote vermoeienis.
„Heb je heelemaal niet geslapen?" vroeg
Bernard vriendelijk.
„O ja wel, dank je. Ik heb drie volle uren
geslapen. Peter heeft schitterend opgepast."
„Maar je moet een andere Ayah hebben,"
zei Bernard. „Het is niet voor je uit te hou
den!"
„Neen," zei ze onderworpen. „Peter zal
eens rondkijken. Hij zorgt altijd overal voor.
Hij weet in de stad een vrouw, die wel zou
willen komen, een oudere vrouw, ik geloof
dat het de grootmoeder van Hafiz is. Je kent
Hafiz wel, meen ik. Ik houd niet van hem,
maar men zegt, dat hij een fatsoenlijk man
is en Peter staat in voor de betrouwbaarheid
rialen te Groningen, bij een garage aldaar,
een auto gehuurd, waarmede hij voor za
ken op reis moest. Vermoedelijk tengevolge
van den heyigen storm is de kleine auto
des avonds in het Hoendiep geraakt. De
wagen werd gistermorgen, toen bekend
werd, dat de heer de Vries vermist werd,
onder de gemeente Groningen in het Hoen-
diep gevonden. Het lijk van den heer de
Vries bevond zich nog in deauto. Het
slachtoffer was veertig jaar oud en ge
huwd. Het lijk is door de Groningsche po
litie in beslag genomen.
Jongeman verdween met f 5009
en kwam platzak terug.
Berouwvol meldde de zeventienjarige
knaap zich in gezelschap van zijn groot
moeder bij de Amsterdamschc politie. Op
30 November van liet vorige jaar was hij
\ol hravour de wereld ingetrokken, na
f 5000 van zijn patroon te hebben gestolen,
nu was hij platzak en zéér kleintjes
Hij was destijds verdwenen, na f 4840 te
hebben geïnd bij diverse klanten van zijn
baas en alle nasporingen der politie bleven
vruchteloos.
Niet veel plezier van zijn geld.
had de domme jongen gehad. Eerst paste
hij zich in en om Amsterdam een beetie
aan het nieuwe heerenleven aan. Een 22-
jarige vriend nam hij in vertrouwen en
deze kreeg f 2400 van de buit. Toen ging
hij op stap, Nederland in en nam voor de
gezelligheid en meisje mee.
Zij bezochten onder andere De\ enter, Den
Bosch, Rotterdam cn maakten flinke verte
ringen. Hij had het meisje verteld, dat hij
een rijke planterszoon uit Australië was en
zij nam dus zijn fraaie geschenken te goeder
trouw aan en wist niet, dat zij het vlotte
leventje met een avonturier in den dop
leidde.
De jongen is op het bureau ingesloten.
Zijn 22-jarige vriend is gisternacht in zijn
woning in de Spuistraat aangehouden. Dit
jongmensch had zuiniger geleefd. Van de
f 2400.— waren nog f 1650.— over. Zeshon
derd gulden had hij op zak, toen hij op het
bureau arriveerde, het overige geld heeft
de politie bij huiszoeking gevonden.
Ook hij is ingesloten. Beiden zullen dezer
dagen voor den officier van Justitie worden
geleid.
van de vrouw. Maar door een ongeval is zij
ontzettend misvormd, ik meende dat hij zeiae,
verbrand en ze draagt een sluier. Ik zeide
hem, dat dat geen bezwaar was. Baby is te
ziek om er op te letten en het is noodig een
ayah te hebben. Hij zegt dat zij aan Engel-
sche kinderen gewend is. En daar het daar
hoofdzakelijk op aan komt, heb ik hem ge
zegd haar in dienst te nemen.
„Daar ben ik big om," zei Bernard.
„Ja, dat zal een heele verlichting zijn,
want die schreeuwaanvallen zijn zoo ver
schrikkelijk." Stella huiverde.
„Peter zou haar niet aanbevelen, als hij
haar niet persoonlijk kende en voor haar be
trouwbaarheid kon instaan."
„Nu, Peter is wel te vertrouwen," zei Tom
my. Hg gebruikte haastig zijn maal. „Is de
kleine erger, Stella?"
Ze keek hem met vermoeide oogen aan,
zoo treurig, dat het hem in 't hart trof.
„lederen dag gaat hg achteruit," zei ze.
Tommy keek in zijn kopje en zweeg.
Eenige oogenblikken later stond hij op, gaf
haar een vluchtigen kus en ging heen.
Stella zat met het hoofd in de hand ge
leund. Uit haar geheele houding sprak uit
putting en vermoeienis. Ze keek zoo onge
lukkig, als Kon ze den last, die haar was op
gelegd niet langer dragen.
Bernard keek haar een paar maal aan,
zonder iets te zeggen. Eindelijk stond ook
hg op, liep om haar heen, knielde naast haar
en sloeg den arm om haar heen.
Haar gelaat trilde. „Ik moet me goed hou
den," zei ze op den toon van iemand, die dat
den geheelen dag zich zelf voorhoudt.
„Ja, dat is zoo! En daarom doet ge het
ook. In zulke tijden als wij nu meemaken,
ki^jgen de menschen bijzondere kracht. Die
zal ook jou niet ontbreken."
Ze legde haar hand in de zijne. „Dank je,"
en liet er .oen na eenige oogenblikken op
volgen:
„Weet je Bernard, ik heb getracht, inder
daad getracht, te bidden, vannacht, voor ik
De Amster.damsche kantonrechter mr. I.
van Creveld veroordeelde een winkelier tot
f 25.boete, wegens overtreding van de wet
op de uitverkoopen.
In zijn étalage had verdachte aangekon
digd: „Voortzetting der Januari-prijzen".
De ambtenaar van het O. M. was van oor-
deel, dat hier een gevoelige straf moest wor
den opgelegd, omdat de tijd van principi-
eele beslissingen voorbij is.
Snr. vorderde f 50.boete.
Verdachte voerde aan, dat hij van oordeel
was, dat hij een toegestane reclame maakte.
slapen ging, maar, er was iets, ik weet niet
wat, dat ik niet kon, met geen mogelijkheid
kon."
„Dat kan iemand altijd," zeide hij.
„Heb je dat bij ondervinding?" vroeg ze.
Hg glimlachte bij die vraag.
„Natuurlijk, dat weet iedereen. We zyn
maar kinderen, Stella en God weet dat. Hij
verwacht niet meer van ons dan waartoe we
in staat zgn. 't Gebed is het eenige middel
om met Hem in contact te komen. Dat kun
je altgd. Er zijn zelfs menschen, die nooit
tyd hebben om te bidden en die toch dicht by
God staan. In tgden van kommer en verdriet,
zooals jg nu door maakt, staat een mensch
vaak dichter bij God dan hg zelf weet. Dat
zult ge dezer dagen wel ondervinden en niet
alleen nu, maar op je heelen, verderen pel
grimstocht door de woestijn. Hij heeft je ge
leid, beschermd en je met Zgn zorgende liefde
omringd. En omdat de nacht zoo donker
was, heb je 't niet bemerkt."
„Ja, 't is wel donker, heel donker!" zei
Stella met een zenuwachtig glimlachje. „En
als ik jóu niet had, geloof ik niet, dat ik er
ooit doorkwam."
„O zeg dat niet!" zeide hij. „Als ik 't niet
was, zou 't een ander zijn, een die misschien
Hem nog meer gelijk was. Maar altyd is er
iets of iemand, van wien ge later, als ge op
dezen tyd terugziet, zeggen zult: Dat was
het licht in de woestijn, dat me den weg ge
wezen heeft. En als je niet kunt bidden, wees
daarover niet verdrietig. Ik kan voor je bid
den. Als je maar dapper en geduldig blijft.
Hij begrgpt je wel."
Stella drukte hem de hand. „Je bent toch
zoo goed voor me, Bernard en als ik weer
's nachts alleen ben zal ik denken aan wat je
mij hebt gezegd."
Hg ondersteunde haar met zijn arm. „En
als je heel wanhopig bent, kindlief, kom me
dan maar gerust roepen." zei hg. „Ik ben
altijd bg de hand en bereid je van dienst te
zgn."
Ze glimlachte, maar met moeite.
Hilversum O, 415,5 m.
KRO-Uitzendlng.
8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om -8.15 Ber.).
10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Religieuze causerie.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-Melodisten en soliste. (1.00—1.20
Gramofoonmuziek
2.00 Voor de rijPere jeugd.
2.30 Gramofoonmuziek.
2.45 Kinderuurtje.
4.00 KRO-orkest en gramofoonmuziek.
5.45 De KRO-Nachtegaaltjes.
6.15 Journalistiek weekoverzicht.
6.40 Berichten.
6.55 Inleiding volgende uitzending.
7.00 „Mathis der Maler", opera. (Om 8 35 Me
ditatie met muzikale omlijsting; om 9.50
Juridische causerie).
11.20 Declamatie met muzikale omlijsting.
11.5012.00 Gramofoonmuziek.
„Ik zal je... later... nog meer noodig heb
ben!" zei ze fluisterend. En alsof plotseling
haar stem haar begaf, leunde ze tegen hem
aan en kuste hem.
Hij hield haar stevig vast als een vermoeid
kind en zei: „God zegene je, lieve."
HOOFDSTUK VI.
De eerste lichtstraal.
De kolonel zelf vertelde Stella dat Everard
zgn aanvraag om ontslag had ingediend.
Hg kwam dien avond met Tommy uit de
cantine terug en vroeg haar een oogenblik
alleen te spreken. Hij was altijd veel vrien
delijker tegen haar als zgn vrouw niet aan
wezig was.
Zij was bezig de nieuwe Ayah te instal-
leeren, die Peter aan haar had voorgesteld,
als een too^enaar, die maar met zijn staf
had te zwaaien om het verlangde te voor
schijn te brengen. De vrouw was oud, krom
en gesluierd, zoo dicht, dat Stella tot de over
tuiging kwam, dat zy wel vreeselgk mis
maakt moest wezen, maar haar zachte stem
en handige manieren, boezemden haar on
willekeurig vertrouwen in. Van den beginne
af bemerkte ze, dat Peter zich niet had ver
gist. Ze was ervan overtuigd, dat zij reeds
meer zieke Engelsche kinderen had behan
deld.
Ze ging naar den kolonel en liet de zorg
voor de baby over aan dt vreemde vrouw,
terwijl Peter op den achtergrond een oog in
't zeil hield.
De eerste begroeting was alleen beleefd,
maar toen hij zag hoe vermoeid en mat haar
oogen stonden, kreeg medelijden de over
hand. Hij vatte haai- handen en hield die vast.
„Arm kind!" zei hij.
Ze keek hem glimlachend aan. Medelijden
van een bu'tenstaander trof haar niet. ,,'t Is
vriendelijk van u dat u gekomen zyt," zei ze.
Wordt vervolgd.)