DE EERSTE REIS
Nieuw Raadsel
JAN ONDEUGD
ïleiie janqenó en meiijeA.'
O... o... o... wat een verwijten krijg ik
van de week naar m'n hoofd. De een
vindt het raadsel verschrikkelijk moei
lijk, de ander begrijpt er „geen cent"
van en de derde zegt dat ze hoofdpijn
gekregen heeft.
En dat heeft die Kindervriend alle
maal op z'n geweten. Nu, ik heb er
vannacht slecht van geslapen, dat kan
ik je verzekeren!
Maar alle gekheid op een stokje: van
de week een makkelijker raadsel. Dat
kunnen jullie allemaal oplossen, en ik
verwacht dus volgende maal een record
inzending goede antwoorden.
Overigens staan de briefjes vol van
de lammetjes en de crocussen. Net als
ikzelf zijn jullie allemaal vol van de
komende lente. Wat gaan we toch een
kostelijke tijd tegemoet. Eerst de lente,
dan de zomer en dan... de grote vacan-
tie. Allemaal prettige dingen.
Het boek is van de week gewonnen door:
KEES VOORTHUIZEN,
Oudeslus', Grootesloot, G 18.
Ik heb dit keer geweldig weinig tijd jon
gens en meisjes. Dat spijt me erg, want nu
kan ik maar de helft van de briefjes beant
woorden. Volgende week de rest. Dus: we
sturen deze week alleen weer de oplossing
van het raadsel in. Goed onthouden hoor!
En nu de briefjes:
Kees van der Gagt. Kees schrijft me
in z'n brief, dat hg op het laatste rapport
maar niet minder dan 2 tienen hêeft gekre
gen. Nu, dat noem ik nog eens een pres
tatie. Ik heb er nooit kans toe gezien. En
ben je nu nummer 1 van de klas? Gewel
dig Kees!
Ger Kalverdijk, Oudkarspel. Vriende
lijk bedankt voor de tekening, Ger. Ik vind
die molen en het huis en de sneeuwpop heel
aardig en hij 1 rijgt een ereplaatsje. Heb
je er lang werk aan gehad? Dat moet je
me volgende week eens ixihrijv en.
Kees Waiboer, Anna Paulowna. Ja,
dat was een geweldige puzzle verleden week
Kees, met die naam van jou. Er zitten een
hele berg Waiboeren in den polder en ik
kon er toch maar niet een op goed geluk
uitpikken, niet? Maar je boek krijg je nu.
Dag Kees.
Hendricus Peetoom, Keinsmerbrug.
Ben jij fjjn aan 't spelen met de lammetjes,
Hendricus? Leuke beesten zijn dat toch. Je
kunt er, als ze even groter worden, zo
zalig mee spelen en ravotten. Maar doe ze
geen pijn!
Tini Zeeman, St. Pancras. Ja, die ver-
hogingstyd is een rare tijd. Ik herinner me
nog goed dat ik heel wat keertjes in de rats
gezeten heb. Dat waren de keren als ik
niet al te hard m'n best gedaan had! Sjonge,
dan brak het zweet je soms uit.
Cor en Maartje Wit, Keinsmerbrug. Al
weer een paar vriendinnen, die plezier ma
ken met de jonge kalveren. Ik geloof dat
het nu overal bij jullie feest is na school
tijd en er voor. Ik kom eens kijken. Mag
het?
Cornelia Zwaan, Schoorldam, Brrr...
Cornelia heeft de bof. Dat is een verschrik
kelijk vervelende historie. Ik kan er van
meepraten, want ik heb het ook eens ge
had. Nu, dat zou je zelfs je vijand niet gun
nen! Beterschap hoor!
Trynie Kuyt, Wieringen. Trijnie is
jarig geweest van de week en ik ben al net
zo nieuwsgierig als ze zelf wat ze gehad
zal hebben. Is het meegevallen Trijnie?
Hoor ik het volgende week?
Jacob Bas, Anna Paulowna. Ja, be
halve de lammetjes zjjn er ook al weer de
opbloeiende crocusjes. Het zjjn allemaal
lenteboden en daar zijn we blij om. De
lente... en dan de zomer. Je kunt bijna niet
meer wachten he?
Trijntje Kreyger, Oudesluis. Op Wie-
ringen is het prettig Trijntje, daar kun je
best plezier maken hoor. Ik ben er zelf heel
wat keren geweest en bewaar er altijd de
meest aardige herinneringen aan. Wanneer
ga je er weer heen?
Marie en Wim Boontjes, Stolpen, Kijk
eens aan: jullie schrijven me van de week
een brief die wel een gedicht lijkt. Zo keu
rig en zo mooi afgepast. Wie had 'm ge
schreven, Marie of Jan?
Jacob de Goede, Oudesluis. Ja, ik heb
gemerkt dat Dosco kampioen geworden is.
Wat was de Dosco-familie in de wolken zeg.
Er is geweldig gezongen en gefeest. Nu dat
is ook geen wonder.
Greetje Muntjewerf, Oudesluis. Ik ge
loof dat jij het met dien Opa van je best
kunt vinden, Greetje, je gaat met hem uit
en van de zomer mag je met hem op de tuf.
Is dat een auto? Dat hoor ik volgende week
nog wel even van je. Dag!
Bep Tijsen, Anna Paulowna. Was het
versje in de poëziealbum naar je zin Bep?
Je schrijft me van wel en daar ben ik blij
om. Want al dat dichten valt om de drom-
me Iniet mee. Dat kim je je natuurlijk wel
voorstellen!
Tot volgende week, kinderen.
Oplossing raadsel vorige week
1. varken; 2. lorrie; 3. inhoud; 4. schade;
5. schaar; 6. ideaal; 7. Nevada; 8. gezien;
9. eiland; 10. namens.
De verticale woorden zijn: Vlissingen en
Nederlands.
Goede oplossingen ontvangen van»
Trien T., Anna Paulowna; Corrie K., Oud
karspel; J. D., Anna Paulowna; Kees V.,
Oudesluis; Francientje de W., Kolhorn; C.
K., Rika K., Nellie K., Jack v. d. C., allen
te Schagen; Piet Z., Schagerbrug, Sjaantje
Z., Schagerbrug; Piet de V., Schagen; Dina
J., Schagerbrug; Arie B., Kolhorn; Mientje
B., Kolhorn; Jacob de G., Oudesluis; Jan B.,
Barsingerhorn; Greetje M., Oudesluis; Kees
v. d. G., Oudesluis; Bep T., Anna Paulowna;
Marie B.,Schagerbrug; Wim B.,Schagerbrug;
Trijntje K., Oudesluis; Jacob B., Anna Pau
lowna; Trijnie K., Wieringen; Annie W„ N.
Niedorp; Johan W.. Aafje W., Cor W., allen
te N. Niedorp; Cor W., Keinsmerbrug;
Maartje W., Keinsmerbrug; Kees W., Anna
Paulowna; Hendricus P., Keinsmerbrug.
IB «l I18
i~i
Horizontaal:
1. Familielid.
2. Gereed; klaar.
5. Viervoeter.
8> Niets over.
10. Muzieknoot.
11. Voedsel.
12. Eetbaar bolgewas.
13. Voegwoor^.
15. Afgek. jongens
naam.
17. Cijfer.
19. Muzieknoot.
20. Reeds.
Vertikaal:
2. Voertuig.
3. Deel van een wiel.
4. Rivier in Italië.
6. Soort dier.
7. Muziek-noot.
9. Schrijfgerei.
10. Soort brood.
13. Landbouwgereed
schap.
14, Heden; thans.
16. Deel v. d. Bijbel.
17- Niet vóór!
18. Bergplaats.
Wat had Japik ernaar ver
langd om zijn eerste reis als
matroos te mogen maken.
Maandenlang had hij ge
wacht tot hij bericht zou krij
gen en nu was het dan ein
delijk zover. Over tien da
gen moest hij al weg. Er was
dan ook nog veel te doen,
voor hij helemaal reisvaardig
was en moeder naaide de he
le dag, want hij moest genoeg
kleren bij zich hebben aan
boord. Je kunt nu eenmaal
niet elke dag wassen en kou
sen stoppen!
Japik stelde zich erg veel
van deze reis voor. Wat zou
het heerlijk zijn om met al
die andere jonge mensen over zee te va
ren, verre landen te zien, plaatsen te be
zoeken, waar je alleen op de aardrijkskun
deles wel eens van had gehoord en andere
mensen en volkeren te ontmoeten. Het zee
mansleven leek hem het fijnste wat er be
stond! Al van kleine jongen af had Japik
geweten, dat hij" later naar zee wilde. Uren
lang kon hij bij het lossen en laden van
de schepen in de grote haven kijken en
het liefst had hij den zeelieden gevraagd
waar ze vandaan kwamen en waar ze weer
naar toe gingen. Hij kon niet genoeg krij
gen van de lucht van teer en olie en van
het drukke, levendige gedoe in de haven.
En zo had hij zich nu laten aanmonsteren.
Hij was nu 16 jaar en werd over twee
maanden 17. Hij was een lange jongen en
werd meestal voor ouder aangezien dan
hij was. Wat had hij ernaar verlangd om
zelfstandig te zijn en echt aan het werk te
gaan.
Hij kon dan ook bijna niet wachten tot de
tien dagen om waren en hij aan boord kon
gaan.
De reis begint.
Toch kreeg hij wel even een gek gevoel
in zijn keel, toen hij afscheid moest nemen
van zijn moeder en de broers en zusjes
Ze brachten hem allemaal weg en zo
lang hij nog maar een klein puntje van
hen kon zien op de kade, bleef hij op het
dek staan en zwaaide met een grote, rode
zakdoek. Die prop in zijn keel leek wel
steeds groter te worden. Hij slikte eens een
paar maal en knipperde met zijn ogen.
Maar toen schaamde hij zich toch, dat hij'
bijna was gaan huilen. Stel je voor! Hij
was toch blij, dat hij eindelijk kon varen!
En toen er niets meer van de mensen
op de kade te zien was. draaide hij zich om
en liep naar de andere matrozen toe. En
nu was er heus geen tijd om eens gezel
lig een praatje te beginnen, want ze moes
ten allemaal aan het werk. Wat was er
Een twede Sonja Henie
Op een ijsfeest op de Mosvannet in Sta-
vanger werd een nieuwe Sonja Henie ont
dekt. De Noren vonden het helemaal niet
prettig, dat hun wereldkampioene in kunst
rijden door de film naar Amerika was ge
haald. Ze waren erg trots op haar en het
is daarom ook heel goed te begrijpen, dat
ze Sonja niet graag lieten weggaan.
Maar op dit laatste ijsfeest werden de
Noren plotseling verrast door het rijden
van een nichtje van Sonja. Marit Henie
heet ze en ze is 13 jaar oud. Het was voor
het eerst, dat dit kunstrijdstertje voor een
grote menigte optrad en de mensen waren
enthousiast, toen ze haar zagen. Ze reed zo
sierlijk en licht, dat de toeschouwers al zei
den: „Daar is onze nieuwe wereldkampi
oene! Zij zal de titel kunnen winnen!"
Marit zal nog flink moeten oefenen, als
ze helemaal wil zijn, wat de mensen van
haar verwachten, maar gelukkig is ze nog
jong en heeft ze veel tijd om haar kunsten
verder te ontwikkelen. We zijn benieuwd
of deze kleine Henie even beroemd zal wor
den als haar grote nicht!
veel te doen, als zo'n boot eenmaal weg
was. Hij had zich eigenlijk nooit precies
voorgesteld wat je dan deed aan boord. Een
beetje werken natuurlijk en praten over de
landen waar ze heen gingen en plezier
maken met elkaar.
Het leven aan boord.
Maar hij kwam er al gauw achter, dat er
in de allereerste plaats gewerkt moest wor
den aan boord, 's Morgens stonden ze heel
vroeg op en dan begon het lieve leven al.
Schrobben en boenen, wassen en plassen,
het leek wel of het schip nooit schoon werd.
De hele dag waren ze aan het werk. Maar
dat vond Japik niet erg. Hij vond alles fijn
en hij zong het hoogste lied, terwijl hij
werkte. Dat was echt zoals hij het zich
voorgesteld had, dat ze allemaal zouden
zingen onder het werk. Japik zette zijn
stem zo hard yit als hij maar kon. Fijn
was het om te kunnen zingen, als de wind
de touwen tegen het schip deed klapperen
en als je zo'n groot vrij gevoel in je borst
kreeg.
En de avonden waren ook rfltijd prettig.
Dan zaten ze bij elkaar in de kajuit en zon
gen bij de harmonica. Of ze lazen of schre
ven een brief. Altijd was er wel iets te
doen. Als het mooi weer was bleven ze
aan dek en als ze in een haven aanlegden,
gingen ze allemaal van boord en bekeken
de stad.
Japik schreef opgewekte brieven naar
huis en hij zei, dat hij nog lang geen zin
had om terug te komen. Toen zijn moeder
hem eens vroeg of hij nog geen heimwee
kreeg schreef hij terug: „Nee, heimwee heb
ik niet. Ik heb alleen heimwee naar de
zee, als we aan land zijn!"
Japiks verjaardag.
En zo ging de tijd verder. Japik had al
zoveel nieuwe en vreemde dingen gezien,
dat hij zelf niet meer precies wist waar hij
geweest was en waar niet Soms schreef
hij wel eens een paar dingen op in een dik
schrift, dat moeder hem voor de reis gege
ven had. Dikwijls dacht hij, hoe leuk het
zou zijn om nu eens even thuis te zijn en
hun alles te kunnen vertellen. Ze zouden
het niet kunnen geloven, dat hij al zoveel
van de wereld had gezien en dat het alle
maal zo interessant was.
Over een paar dagen was hij jarig. Dat
was toch wel een gek idee om zo ver van
huis jarig te zijn, maar misschien liepgn ze
dan juist de volgende haven binnen en lag
er post voor hem. Hij vond het altijd fijn
om post te krijgen en alles van huis weer
te horen.
Maar ze kwamen niet meer op tijd in
de haven. Hij moest zijn verjaardag op zee
vieren. Dat was nu wel helemaal niet erg,
dat hoorde bij een zeeman maar het was
jammer, dat er geen post voor hem was.
Ze zouden thuis wel aan hem denken die
dag. Japik werd heus een beetje sentimen
teel. Hij schaamde zich er erg voor, maar
hij kon er niets aan doen. Hij had nog
nooit zoveel aan huis gedacht als juist op
deze dag.
Hij was de hele morgen erg stil en zong
niet als anders onder het werk. De andere
matrozen wisten wel, dat hij jarig was en
ze hadden allemaal grappen voor hem be-i
dacht, maar hij ging nergens op in. Japik
had voor het eerst in zijn zeemansleven
heimwee!
Toch nog een feest.
Maar 's avonds toen Japik in zijn eentje
op het dek stond en naar de horizon keek,
hoorde hij plotseling een gelach en lawaai
achter zich en daar stonden de andere ma
trozen. Ze hadden de harmonica bij zich en
ze lachten allemaal hartelijk: „Zo Japikje,
sta je een beetje te peinzen!" plaagden ze
hem. „Kom mee, jö, je bent niet voor niets
jarig. We gaan plezier maken vanavond,
je weet nog niet hoe dat hier toegaat!'' Ze
pakten hem mee en trokken hem naar het
midden van het dek. Daar gingen ze toen
in een kring staan en zongen „Lang zal hij
leven!" en nog veel meer vrolijke liedjes.
En toen dacht Japik niet meer aan de post,
toen zong hij vrolijk mee en maakte de
hele avond plezier.
Teen hij de volgende avond in de ha
ven kwam lag daar een groot pak op hem
te wachten en hij stuurde zelf een brief
weg, waarin hij schreef dat hij zijn verjaar
dag op zee had gevierd en dat het heel erg
leuk was geweest!
Zo kwam hij over zijn eerste heimwee-
bui heen.
Vader en moeder waren niet thuis,
Daar wilde Jan van profiteren.
Hij haalde flessen en een bal
Om daarmee kegelen te leren.
De flessen zette hij op 'n rij
En gooide daar toen naar. -
Maar bij de twede gooi, o wee!
Sprong alles uit elkaar.
De grond droop al van olie en wijn
En juist toén ging de bel
Vader en Moeder kwamen thuis,
En de rest.die snap je wel!
DOOR
EDGAR RICE
BURROUGHS
118.
Helen vloog naar haar vader toe en sloeg
haar armen om zijn hals. Doch de priesters
trokken haar van hem weg. Toen sprak
Chon opnieuw. „De man zal sterven op het
heilige altaar van den „Vader der Diaman
ten". Het orakel in zijn bloed zal mij vele
verloren 'geheimen openbaren, die ik wens te
weten..." Daar Helen zich in de geheime grot
bij Chon bevond, was het zoeken van Tarzan
naar het meisje natuurlijk tevergeefs. Maar
de aapman en zijr. vrienden vervolgden hun
weg door de wildernis op de bodem van het
Horus Meer, terwijl zij allerlei vreemde diep
zee-dieren zagen, waarvan sommige aanstal
ten maakten om hem aan te vallen. Doch de
meesten zwommen weer door. Zes zeepaard
jes, meer dan manshoogte, kregen hen echter
in zicht en besloten een aanval te wagen.
Toen de monsters dichterbij kwamen, staken
zij hun koppen naar beneden om hun slacht
offers met de horens, die zij op hun kop droe
gen, te stoten. Tarzan zwom naar den leider
van de vijandelijke dieren toe en stak zijn
drietand in diens lichaam. Maar de monsters
waren gewend in groepen te vechten, zodat
nu de andere vijf zich vlug om Tarzan heen
verzamelden.