Een televisie-familie HAAT Toepassing Rijtijdenbesluit in Mei in Nederland Ulaenbdag,bcPie Geen oververmoeide chauffeurs Kosten en programmaverzorging vormen een probleem Het is in Bratislava zeer onrusitg en rumoerig geweest de laatste dagen. Vele arrestaties hebben plaats gevonden, betooging na betooging Is gevolgd. Op onze foto ziet men een der straten, waar samenscholende radicale Slowaken door de politie worden verwijderd. Weest op Uw hoeden. Een tijdje geleden hoorde ik, in de tram zittend, op gedrukten toon een ge sprek voeren tusschen twee heeren van middelbaren leeftijd. Het gaat absoluut den verkeerden kant uit. Ja, als 't zoo doorgaat zijn we ver loren. Ik zie den toestand heel somber in. Hij wordt steeds alarmeerender, en ik zie niet in, hoe er een keer ten goede kan komen. Een keer ten goede?! Je ziet hem met de week erger worden. Ze rijn gewoon gek! Het is een rage, die.over de menschen is gekomen. Het lrjkt wel een samenzwe ring tegen het gezond verstand. Man, hou op, als ik aan de toekomst denk krijg ik grijze haren. Ik zie mezelf over een paar jaar als bedelaar. Kijk, daar gaan weer twee van die halvegaren. De „halvegaren" waren twee schatten van HBS-meisjes met in plaats van hoeden gekleurde doekjes op haar krullen; de hee ren waren geen oorlogsangstpatiënten maar hoedenfabrikanten. Ik heb nog dikwijls aan deze arme slachtoffers van de grillige mode moeten denken. Wat moeten dit een vrouwenhaters rijn geworden! De gekleurde doekjes hebben sedertdien het veld geruimd voor puntmuts jes van zeildoek .die. aan de dwergen van Sneeuwwitje herinneren, en ofschoon de hoedenfabrikanten hun uiterste krachten inspannen om hoeden te maken die aan alles doen denken behalve aan hc^sn. de jonge vrouwen van tegenwoordig 1 nen er niet in; zoomin in le.terlyken als in figuur lijken zin. Het lijkt óf er niets aan te doen Is. En het euvel is internationaal. Dezer dagen kon men in de Engelsche pers lezen, dat de'heer J. Butler uit Brighton, bestuurslid van den Bond van Fabrikanten in de Kleeding- industrie, zich ook ernstig bezorgd maakt over de toenemende neiging bij jonge vrou wen, om zoilder hoed te' loopen. „Kunnen wij niet een krachtige campagne op touw zetten", zoo vroeg hij, „om het gebruik van hoeden weer in eere te herstellen?" Ja, daar zit je in een liberaal land met je democratische neren. Wat hebben dén die taturen het makkelijk! Denk maar eens aan wylen Kemal Ataturk, die zijn conservatieve burgers liet opknoopen als ze vasthielden aan hun fez en weigerden het voorgeschre ven kaasbolletje op te zetten. De Japanners zijn niet minder malsch tegen hun dochters, die zich naar de Europeesche mode willen kleeden. Moeten wij dan maar lijdelijk toezien, hoe een groep van nijvere burgers door een gril van jongemeisjes, tot den bedelstaf wordt gebracht? Neen, duizendmaal neen. De overheid mag hier niet lijdelyk toezien. Ze dient op haar hoede te rijn. Vandaag zijn het de hoeden, morgen de schoenen, overmorgen de kou sen. Als de fabrikanten broodeloos wor den, zal de overheid hun personeel moeten onderhouden. Er moet dus iets worden ge daan om te voorkomen dat het kwaad voortsluipt, dat de meisjes zoomaar klee- dingstukken in den ban doen. De leuze hoort te rijn: „Laat ritten wat zit." Het is toch al niet veel. Ik draag eerbiedig aan den minister van Economische Zaken het volgende noodwetsontwerp op: Artikel 1. Iedere vrouw is gehouden een hoed op het hoofd te dragen. Artikel 2. Aan iedere vrouw, die zonder hoed wordt aangetroffen, wordt verboden, zich gedurende een jaar te onderwerpen aan 't permanenten of aan een andere kunstbe- werkig van het haar, die ten doel heeft het kapsel te verfraaien, en meestal oorzaak is van het afleggen van de hoofdbedekking Artikel S. Bij eerste recidive wordt de termijn van een jaar verlengd tot t\yee jaar, by tweede recidive tot levenslang. Artikel 4. De netto winsten, voortvloeiend uit den vermeerderden afzet van hoeden, komen ten goede van den schatkist. Ziezoo, op deze manier hebben wij er allemaal wat aan. Dit germanisme is onvermijdelyk, daar het een wet betreft. ENGELAND IS ONS VÓÓR. Eenige tientallen jaren geleden, toen het geheim van de draadlooze ontvangst werd ontsluierd en vele amateurs tijd en geld of ferden. om zelf een gebrekkig ontvangertje te bouwen, zou men niet hebben durven voorspellen, dat er in 1939 vrijwel geen wo ning zou zijn, waarin geen radiotoestel zou prijken. De radio is een massa-artikel ge worden. Wanneer men een terugblik werpt op het groeiproces van de radiotechniek, dan verbaast men zich er over, dat in een luttel aantal jaren de ontvangst tot een zoo hooge perfectie kon worden opgevoerd. Men is echter nog niet voldaan. Het geluid is overwonnen, men wil thans ook vèr kun nen zien. Geluid en beeld dienen harmo nisch te worden vereenigd. Thans rijst de vraag, of de ont wikkelingsgang der televisie evenre dig zal zijn aan den groei die de radio heeft beleefd. Zal iedere luis teraar, wanneer wij het jaar 1950 schrijven, ook bezitter zijn van een televisie-ontvanger? Die vraag tracht men in breede kringen te be antwoorden. DE LEEK VERWONDERT ZICH. Wij hebben dezer dagen de meening ge vraagd van verscheidene deskundigen, tech nici, die ook op radiogebied hun sproren reeds hebben verdiend. Hoe de televisie zich in de eerstvolgende jaren zal ontplooien, kan vanzelfsprekend nog niet worden voorspeld, aldus een dier deskundigen. Vooralsnog is de apparatuur die voor te levisie benoodigd is, veel en veel ingewik kelder dan het radiotoestel en zoolang dit het geval is, zal er van televisie-ontvangers „en masse" nog wel sprake zijn. Wij hebben met bewondering naar dit, voor den leek zoo ingewikkelde instrumen tarium gekeken. Een der voornaamste onderdeden van de zendinstallatie is wel de analysator, die tot taak heeft, het beeld te ontleden. Hierin be vindt zich een dertigtal spiegels, die door een motor worden aangedreven. Naast deze analysator is een opname-ap paraat gebouwd, dat de teruggeworpen stra len in zeer zwakken stroom omzet, terwijl een versterker er voor zorgdraagt, dat deze stroom 2 millioen maal wordt versterkt. Een mivrofoon voor het geludi, een controle ontvanger, waarop de uitgezonden persoon zelf kan controleeren of hij de goede hou ding heeft aangenomen, een draaitafel voor de gramofoonmuziek en een installatie, waarmee kan worden nagegaan, of bijeld en geluid de vereischte sterkte hebben, com- plëtdêren deze gecompliceerde installatie. Oo"k een televisie-ontvangtoestel is zij het veel kleiner in omvang uiterst ge compliceerd. En men vraagt..zich af, of de leek wel ooit vertrouwd* zal geraken met de bonte verzameling van knoppen en scha len. EEN RADIUS VAN 80 KILOMETER. In Engeland is men reeds een eind op den goeden weg. In een tijdsverloop van eenige jaren zijn er thans reeds bijna 10.000 perso nen in het bezit van een televisie-ontvang toestel. De uitzendingen en de ontvangst staan reeds op een vrij hoog niveau, al zijn de beelden nog lang niet in alle opzichten volmaakt. Van hoogerhand doet men alles om den televisiegeestdrift te stirauleeron. Het terrein, dat de tegenwoordige zender van Alexandra Place bestrijkt heeft thans reeds een radius van 80 kilometer. De B.B. C. daarentegen garandeert slechts een zui vere ontvangst van ruim 40 kilometer. In de praktijk zijn die afstanden echter veel groo- ter. Men beweert zelfs, dat er op 'n aftstand van 150 kilometer nog goede beelden door komen. Men tracht het aantal ontvangers zooveel mogelijk uit te breiden door middel van een krachtige propaganda. Wellicht is de beste reclame te vinden in de actie dio men ont plooit, om de prijzen van de toestellen zoo veel mogelijk te drukken. VOOR SLECHTS f 300.— Op de Radioolympia, die het vorige jaar in Augustus te Londen werd georganiseerd, kon men reeds voor een bedrag van 300 gul den eigenaar van een televisie-ontvanger worden, waarbij dan nog was begrepen een compleet radiotoestel. Opmerkelijk is deze prijs temeer, wanneer men in aanmerking neemt, dat in het begin van 1937 voor on geveer dezelfde toestellen bedragen van 700 en 800 gulden moesten worden betaald. Hieruit blijkt, dat de verwachting die de B.B.G. koestelt van de televisie, niet over dreven is. Zij voorspelt dat Engeland bin nen korten tijd in het bezit zal zijn van een nationalen televisiedicnst. EN NEDERLAND? Wat de televisiemogelijkheden van ons land betreft, is men over het algemeen, al thans voorzoover de eerstkomende jaren be treft, niet zoo optimistisch. Niet dat men, wat techniek aangaat, in ons land ver ten achter zou zijn bij Engeland. Uit het ver slag van de televisiecommissie, ingesteld bij beschikking van IS April 1938. blijkt, dat er een bepaald niveau is bereikt, dat naar het oordeel der commissie alleszins bevredigend moet worden genoemd. Met betrekking tot de uitkomsten van de televisietechniek, is er in Nederland en Engeland groote over eenkomst te constateeren. Het groote euvel voor ons land is echter, dat het kostenvraagstuk en het probleem van de program maverzorging nog van ,dien aard zijn. dat de instelling van een rcgel- matigen televisiedicnst in Nederland in elk geval nog geruimen tijd zal moeten uitblijven. Maar waarom kan Engeland wel, wat wij niet kunnen bereiken?,zal men zich afvra gen. In dit verband dient gezegd, dat Enge land in een veel gunstiger positie verkeert dan wij. De B.B.C. staat als omroepinstel ling alleen; zij beschikt over vaste inkom sten en kan zich derhalve de hooge uitga ven permiteeren, die noodig zijn om een televisiedienst met een actueel progranuna te kunnen exploiteeren. De financiën vormen in ons land dan ook vrijwel de eenige hindernis, die een algehee- le doorvoering in den weg staat. TELEVISIE-FAMILIE. Intusschcn zitten de amateurs in ons land ook niet stil. Er heeft zich reeds een „televisie-familie" ge vormd, die over het geheele land is verspreid. Eiken Zondagmorgen verbeiden zij met spanning het oogenblik, waarop het kleine raampje van hun ontvangtoestel heelden zal toonen van de voorstel lingen die het televisiccabaret geeft De pionier van dit televisie-ama- teurisme is de heer PAoKT te Eind hoven. Vanuit zijn woning worden de beelden draadloos uitgezonden en er zijn zelfs en thousiaste ontvangers in Utrecht, die de beelden zeer scherp ontvangen. De heer PAoKT heeft om zich heen reeds een groote groep belangstellenden verza meld. Uit den kring van deze televisie vrienden heeft zich sinds langeren tijd een groep cabarct-artisten gevormd, die thans het programma grootendeels vullen. De ontvangers zijn zoo vernamen wij van verschillende zijden zeer enthousiast over de ontvangst. Het beste bewijs is, dat zij den wcnsch uitten, om de uitzendingen niet be perkt te houden tot den Zondag. Men ziet, dat de belangstelling ook in ons land groot is. Te hopen is het dan ook, dat wij den achterstand ten opzichte van En geland weldra zullen inhalen. Pleidooi voor lage tariefmuren Amslerdamsche Kamer van Koophandel maakt eriistig be zwaar tegen voorgestelde wij ziging Tariefwct en Statistiek recht. In de gister gehouden vergadering van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam is besloten een adres te zenden aan de Tweede Kamer der Staten Generaal inzake het door de regccring aanhangig gemaakte wetsontwerp tot wijziging van de Tariefwet 1934 en van de wet op het Statis- tiekrecht. De Kamer acht de motiveering van het wetsontwerp niet overtuigend en de uit werking van de beoogde matige bescher ming door gcneraliseering gebrekkig en on juist. Dat de tariefsverhooging voor ons land als geheel genomen zal leiden tot de beoogde werkverruiming betwist zij. Het adres verwijst naar de reeds vroegere uiteengezette principieele bezwaren, geba seerd op de vele factoren die de Nederland- sche volkshuishouding een direct belang geven bij een zoo groot mogelijke soepelheid van het internationale economische verkeer en mitsdien bij zoo laag mogelijke tarief- muren, zoowel wat het eigen tarief als dat van andere landen betreft. öni, kahl {j&iPiaal door Jack Roelofs Als een machtig laaiend vuur, welks hoog opschietende bloedroode, oranje en wreedgee: doorstreepte vlammen de wolken schenen te verteren, stond de avondhemel boven de kleurendoordrenkte Java Zee. De witte sneldienstboot, die dien middag van Tandjong Priok was vertrokken, spoedde zich naar het Noorden. Een jjle rookpluim slierde donker uit den zwaren, gelen schoor steen werd in flarden gescheurd door ae vaart van het schip. Ardjo stond aan de verschansing by het logies van de inlandsche bemanning. Leunde met de ellebogen op den breeden bovenrand het hoofd in de handen gesteund. Somber staarde hij in de richting van de gloeiende zonneschijf, die lager en lager zonk en weldra achter de verre, westelijke kim zou verdwij nen. Een zware, gitzwarte haarlok was hem over het voorhoofd gevallen verdiepte nog den duisteren gloed, die in zyn oogen brand de. Zijn fel gekleurde sarong stak scherp af bij het donkerbruine naakte bovenly'f. Hy stond alleen... De zon was ondergegaan Ardjo had het niet gemerkt. Hy zag niets van hetgeen om hem heen was. Zyn wezen had zich vastge zogen aan een beeld een enkel beeld... het gezicht van den toean kaptein! Dat gezicht had hij voor zich gezien vanaf het oogenblik, dat hy dien middag bij het uitvaren van Tandjong Priok van de brug gestuurd was. Hy, Ardjo een van de oudste djoe- roemoedies aan boord, was van het roer gestuurd!!... Als een kwajongen had de toean kaptein hem van de brug gegooid!!... Kon hij het helpen, dat die loods zoo ondui delijk z'n bevelen gegeven had!... Nog al meer! Gisteren is het Rijtijdenbesluit ia het Staatsblad afgekondigd. Van bevoegde zijde wordt mede gedeeld, dat het in het voornemen ligt de Rijtijdenwet 1936 en het Rijtijdenbesluit in den loop van de maand Mei as. in werking te doen treden. De inhoud van het Rijtijdenbesluit komt op het volgende neer: Verboden wordt op den openharen weg een motorrijtuig te besturen in een toestand van oververmoeidheid, of gedurende meer dan vijf uren, tenzij voldoende onderbre kingen van den rit hebben plaats gehad. Het goederenvervoer per motorrijtuig op Zondag wordt beperkt. Arbelds- en rusttijden. Behoudens in het besluit opgenomen uit zonderingsbepalingen zijn de arbeids- en rusttijden in het algemeen als volgt gere geld. De werktijd bedraagt ten hoogste 10 uren (voor bestuurders van taxi's en huurauto's 11 uren) en 55 uren per week (voor bestuurders van taxi's en huurauto's geldt het weekmaximum van 55 uren voor door den minister van Waterstaat aan te wijzen gemeenten, voor andere gemeenten is het weekmaximum 60 uren). De dienst tijd, dit is de werktijd met inbegrip van tusschenliggende rusttijden, mag ten hoog ste 14 uren bedragen (voor bestuurders van taxi's en huurauto's 12 uren), terwijl tus schen twee diensttijden een onafgebroken rusttijd van tenminste 12 uren'moet lig gen. Eenmaal per week moet een onafge broken rusttijd van 30 uren worden gege ven, waarin tenminste eenmaal in drie we ken de Zondag moet liggen. Nachtarbeid wordt beperkt tot 6 malen werken tusschen 1 en 6 uur des voormiddags in een tijdvak van twee weken, met dien verstande dat de bestuurder van een vrachtauto meer dan 6 malen mag werken van 3 tot 6 uur des voormiddags, indien hij in het betreffende tijdvak van twee weken geen enkele maal tusschen 9 uur des namiddags en 3 uur des voormiddags werkt. Tuinarbeiders de gevangenis in Jeugdige bende maakte het Westland onveili#. Een bende jongelieden, welke gedurende de laatste maanden van het vorig jaar de omstreken van Den Haag met inbraken en vernielingen onveilig maakte, moest zich veertien dagen geleden voor ae strafkamer, van de Haagsche rechtbank verantwoorden. Gister wees de rechtbank vonnis en ver oordeelde den 24-jarigen tuinarbeider N. C. van den A., tot 8 maanden gevangenisstraf, den 19"-jarigen tuinarbeider N. C. van der L. tot twee jaar gevangenisstraf, door te brengen in de jeugdgevangenis te Zutfen. Den 21-jarigen tuin-arbeidcr P. J. van der L. tot 8 maanden gevangenisstraf waarvan vier maanden voorwaardelijk en beval, dat de 16-jarige leerling-monteur D. A. K. ter beschikking van de regccring zal worden ge steld, zonder oplegging van straf. NEDERLAND GEBRUIKT STEEDS MEER ELECTRICITEIT. Blijkens door het Centraal Bureau voor de Statistiek verzamelde gegevens, hebben de electriciteitsfabrieken, die in de open bare stroombehoefte voorzien, in de maand Februari 219 millioen Kwh. aan de netten afgegeven. Deze afgifte overtreft die van Febr. 193S met 27 millioen Kwh. (14 pet.) erg, zoo'n leelyke oude visschersprauw aan te varen het ding was niet eens gezon ken!... Niets was er eigenlijk gebeurd!... Niets!... En de loods had hem uitgeschol den!... Oud wyf, had hij gezegd!... Hem, Ardjo, een van de oudste djoeroemoedies aan boord, hadden ze hem een oud wyf durven noemen!... En Barhin, de wachtman die jonge aap had gelachen!... Gelachen!... En ook de andere djoeroemoedies en matro zen hadden gelachen, toen ze van Brahim hoorden wat er op de brug gebeurd was!... Hem hadden ze uitgelachen!... Als in een hevige pijn omknelde hij den bovenrand van de verschansing, zoo dat de knokkels gelig-wit doorschemerden. Uitgelachen!... En plotseling werd het gezicht van den kapitein, dat hy in den geest voor zich zag, door een bloedrood waas overtogen. Hij was de Schuld van alles!... Hij!... Hij!... Met bevende hand streek Ardjo zich de haarlok 'uit de oogen. Hij haatte den toean kaptein!... Haatte hem!... Haatte het geluid van zyn stem... haatte rijn oogen... haatte de lucht, die hij inademde!... Hjj zou hem... Zijn sidderende vingers tastten naar zyn gordel... Hij zou hem Ardjo lag roerloos in de smalle scheeps- kooi. Een kleine lamp aan de andere rijde van het logies, wierp haar gelig licht op de houten wandbetimmering. Het zware ade men van de andere leden der bemanning en het eeuwig klotsen van het water tegen de scheepshuid waren de eenige geluiden, die hoorbaar waren. Hij keek naar de grillig ge vormde schaduwen op de planken van het kooibeschot... Zijn besluit stond vast... Hij zou... „Maar," fluisterde een stem, ergens in zijn wezen „het is hier aan boord niet zooals vroeger op je eiland. Je mag hier niet je eigen rechter zijn! al ben je nog zoo be- leedigd!... En dan," vermaande de stem „...de toean kapitein... hij was altijd zoo goed voor je!..." Ardjo ging met een ruk rechtop zitten. Praatjes!... Ja, wanneer hy nu niet door zette, zou die loods gelijk gehad hebben met hem een oud wyf te noemen!... Vier slagen op de scheepsklok deden hem plotseling opschrikken. Twee uur!, wist hij. Nu moest de toean kaptein slapen!... Geruischloos liet hij zich uit rijn kooi glij den. Wilde met een gewoonte-beweging de voeten in de sandalen schuiven. Nee!... Blootsvoets was beter!... Hy verliet het logies. Liep slenterend tus schen de dekpassagiers door, waarvan er hier en daar nog enkelen in groepjes bijeen zaten. De meesten sliepen echter. Niemand lette op hem, terwijl hij schijnbaar achteloos een sigaret opstak dan langzaam de trap beklom, die naar het sloependek leidde. Maar boven gekomen liet hy het masker van onverschilligheid vallen. Met trillende vingers kneep hy de daareven opgestoken sigaret uit. Knipte haar overboord.. Hij wist het nu mocht niemand hem meer zien. Totdat... Hij sloop het donkere, verlaten sloependek over. Schrok plotseling!... Daar was iemand!... Lachte dan grimmig in zichzelf... Een lucht koker!... Was hij niet werkelyk op weg een oud wijf te worden?!... Ha;... Weer die zachte grimmige lach. Hy klom op een reddingboot. Kroop einde- lyk op rijn buik over de zonnetent. Als hy ergens gevaar liep gezien te worden, dan was het hier, wist h(j op die lichte tent!... Maar er was geen andere weg... Zoo... nu die reeling over... Niemand had hem gezien! Hy was er zeker van... Dan bevond hij zich aan den achterkant van de kommandobrug. Drukte zich eindelijk, sidderend van opwin ding tegen het dekhuis, dat de kapiteinsver- blijven bevatte... In gebukte houding schoof hij vooruit loerde om den hoek... Op de kommandobrug was niemand aan dezen kant... meende hij. Spiedde nog scherper... Ja toch!... Daar!.., Een witte schim!... Dat moest de officier van de wacht zyn!... Even wachten... Zoo.., Nu was hy weg!... Met een sprong was hij bij de deur van de kapiteinskamer. Er brandde geen licht!... Voorzichtig drukte hy op den knop... De deur was open!... Hy schoof naar binnen... Vol slagen donker was het in de hut... Hij deed een stap naar voren... De hand gleed naar den gordel... Nu beefde hy niet meer, voelde hij... Daar moest het bed zyn... Op de teenen sloop hij vooruit... Htf was er!, wist hij... Hief den arm op!... Nu;... Staarde op hetzelfde oogenblik in het verblindende licht van een electrische lantaarn! Daar flitste het groote middenlicht aan... „Ardjo!" Het was de stem van den kapitein, die rechtop in bed zat. Zyn oogen boorden zich in de donkergloeiende pupillen van den ander. Een moment van doodsche stilte, terwijl de beide manrten elkaar strak aanzagen. „Ardjo!" Wat was dat nu?!, overviel het den insluiper. Waarom stootte hy niet toe?!... Die oogen!... Die stem!... Maar hij haatte dien man toch!... Die stem!... Verwijt lag erin... en ook... een bekendheid... een be kendheid van jaren... jaren, die ze samen op hetzelfde schip gevaren hadden... de toean kaptein en hij!... Nog een moment stond Ardjo roerloos met opgeheven arm. Het mes schitterde in het lamplicht... dan viel het op den vloer. De arm zakte langzaam. Ardjo boog het hoofd. „Vergeving, toean kaptein!" stamelde hij zonder den ander aan te zien gelaten afwachtend wat er met hem zou gaan ge beuren. Dan voelde hy hoe een hand op zijn schouder werd gelegd. „Ga slappen, Ardjo. Ik zal vergeten wat er vannacht ls gebeurd!"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 12