Een televisie-familie
HAAT
Toepassing Rijtijdenbesluit
in Mei
in Nederland
Ulaenbdag,bcPie
Geen oververmoeide chauffeurs
Kosten en programmaverzorging vormen een probleem
Het is in Bratislava zeer onrusitg en rumoerig geweest de laatste dagen. Vele
arrestaties hebben plaats gevonden, betooging na betooging Is gevolgd. Op
onze foto ziet men een der straten, waar samenscholende radicale Slowaken
door de politie worden verwijderd.
Weest op Uw hoeden.
Een tijdje geleden hoorde ik, in de
tram zittend, op gedrukten toon een ge
sprek voeren tusschen twee heeren van
middelbaren leeftijd.
Het gaat absoluut den verkeerden
kant uit.
Ja, als 't zoo doorgaat zijn we ver
loren.
Ik zie den toestand heel somber in.
Hij wordt steeds alarmeerender, en
ik zie niet in, hoe er een keer ten goede
kan komen.
Een keer ten goede?! Je ziet hem
met de week erger worden. Ze rijn gewoon
gek! Het is een rage, die.over de menschen
is gekomen. Het lrjkt wel een samenzwe
ring tegen het gezond verstand.
Man, hou op, als ik aan de toekomst
denk krijg ik grijze haren. Ik zie mezelf
over een paar jaar als bedelaar. Kijk, daar
gaan weer twee van die halvegaren.
De „halvegaren" waren twee schatten
van HBS-meisjes met in plaats van hoeden
gekleurde doekjes op haar krullen; de hee
ren waren geen oorlogsangstpatiënten
maar hoedenfabrikanten.
Ik heb nog dikwijls aan deze arme
slachtoffers van de grillige mode moeten
denken. Wat moeten dit een vrouwenhaters
rijn geworden! De gekleurde doekjes hebben
sedertdien het veld geruimd voor puntmuts
jes van zeildoek .die. aan de dwergen van
Sneeuwwitje herinneren, en ofschoon de
hoedenfabrikanten hun uiterste krachten
inspannen om hoeden te maken die aan
alles doen denken behalve aan hc^sn. de
jonge vrouwen van tegenwoordig 1 nen er
niet in; zoomin in le.terlyken als in figuur
lijken zin.
Het lijkt óf er niets aan te doen Is. En
het euvel is internationaal. Dezer dagen kon
men in de Engelsche pers lezen, dat de'heer
J. Butler uit Brighton, bestuurslid van den
Bond van Fabrikanten in de Kleeding-
industrie, zich ook ernstig bezorgd maakt
over de toenemende neiging bij jonge vrou
wen, om zoilder hoed te' loopen. „Kunnen
wij niet een krachtige campagne op touw
zetten", zoo vroeg hij, „om het gebruik van
hoeden weer in eere te herstellen?"
Ja, daar zit je in een liberaal land met je
democratische neren. Wat hebben dén die
taturen het makkelijk! Denk maar eens aan
wylen Kemal Ataturk, die zijn conservatieve
burgers liet opknoopen als ze vasthielden
aan hun fez en weigerden het voorgeschre
ven kaasbolletje op te zetten. De Japanners
zijn niet minder malsch tegen hun dochters,
die zich naar de Europeesche mode willen
kleeden.
Moeten wij dan maar lijdelijk toezien, hoe
een groep van nijvere burgers door een gril
van jongemeisjes, tot den bedelstaf wordt
gebracht?
Neen, duizendmaal neen. De overheid mag
hier niet lijdelyk toezien. Ze dient op haar
hoede te rijn. Vandaag zijn het de hoeden,
morgen de schoenen, overmorgen de kou
sen. Als de fabrikanten broodeloos wor
den, zal de overheid hun personeel moeten
onderhouden. Er moet dus iets worden ge
daan om te voorkomen dat het kwaad
voortsluipt, dat de meisjes zoomaar klee-
dingstukken in den ban doen. De leuze
hoort te rijn: „Laat ritten wat zit." Het
is toch al niet veel. Ik draag eerbiedig aan
den minister van Economische Zaken het
volgende noodwetsontwerp op:
Artikel 1.
Iedere vrouw is gehouden een hoed op
het hoofd te dragen.
Artikel 2.
Aan iedere vrouw, die zonder hoed
wordt aangetroffen, wordt verboden, zich
gedurende een jaar te onderwerpen aan 't
permanenten of aan een andere kunstbe-
werkig van het haar, die ten doel heeft het
kapsel te verfraaien, en meestal oorzaak
is van het afleggen van de hoofdbedekking
Artikel S.
Bij eerste recidive wordt de termijn van
een jaar verlengd tot t\yee jaar, by tweede
recidive tot levenslang.
Artikel 4.
De netto winsten, voortvloeiend uit den
vermeerderden afzet van hoeden, komen
ten goede van den schatkist.
Ziezoo, op deze manier hebben wij er
allemaal wat aan.
Dit germanisme is onvermijdelyk,
daar het een wet betreft.
ENGELAND IS ONS VÓÓR.
Eenige tientallen jaren geleden, toen het
geheim van de draadlooze ontvangst werd
ontsluierd en vele amateurs tijd en geld of
ferden. om zelf een gebrekkig ontvangertje
te bouwen, zou men niet hebben durven
voorspellen, dat er in 1939 vrijwel geen wo
ning zou zijn, waarin geen radiotoestel zou
prijken. De radio is een massa-artikel ge
worden. Wanneer men een terugblik werpt
op het groeiproces van de radiotechniek,
dan verbaast men zich er over, dat in een
luttel aantal jaren de ontvangst tot een
zoo hooge perfectie kon worden opgevoerd.
Men is echter nog niet voldaan. Het geluid
is overwonnen, men wil thans ook vèr kun
nen zien. Geluid en beeld dienen harmo
nisch te worden vereenigd.
Thans rijst de vraag, of de ont
wikkelingsgang der televisie evenre
dig zal zijn aan den groei die de
radio heeft beleefd. Zal iedere luis
teraar, wanneer wij het jaar 1950
schrijven, ook bezitter zijn van een
televisie-ontvanger? Die vraag
tracht men in breede kringen te be
antwoorden.
DE LEEK VERWONDERT ZICH.
Wij hebben dezer dagen de meening ge
vraagd van verscheidene deskundigen, tech
nici, die ook op radiogebied hun sproren
reeds hebben verdiend.
Hoe de televisie zich in de eerstvolgende
jaren zal ontplooien, kan vanzelfsprekend
nog niet worden voorspeld, aldus een dier
deskundigen.
Vooralsnog is de apparatuur die voor te
levisie benoodigd is, veel en veel ingewik
kelder dan het radiotoestel en zoolang dit
het geval is, zal er van televisie-ontvangers
„en masse" nog wel sprake zijn.
Wij hebben met bewondering naar dit,
voor den leek zoo ingewikkelde instrumen
tarium gekeken.
Een der voornaamste onderdeden van de
zendinstallatie is wel de analysator, die tot
taak heeft, het beeld te ontleden. Hierin be
vindt zich een dertigtal spiegels, die door
een motor worden aangedreven.
Naast deze analysator is een opname-ap
paraat gebouwd, dat de teruggeworpen stra
len in zeer zwakken stroom omzet, terwijl
een versterker er voor zorgdraagt, dat deze
stroom 2 millioen maal wordt versterkt.
Een mivrofoon voor het geludi, een controle
ontvanger, waarop de uitgezonden persoon
zelf kan controleeren of hij de goede hou
ding heeft aangenomen, een draaitafel voor
de gramofoonmuziek en een installatie,
waarmee kan worden nagegaan, of bijeld en
geluid de vereischte sterkte hebben, com-
plëtdêren deze gecompliceerde installatie.
Oo"k een televisie-ontvangtoestel is zij
het veel kleiner in omvang uiterst ge
compliceerd. En men vraagt..zich af, of de
leek wel ooit vertrouwd* zal geraken met
de bonte verzameling van knoppen en scha
len.
EEN RADIUS VAN 80 KILOMETER.
In Engeland is men reeds een eind op den
goeden weg. In een tijdsverloop van eenige
jaren zijn er thans reeds bijna 10.000 perso
nen in het bezit van een televisie-ontvang
toestel. De uitzendingen en de ontvangst
staan reeds op een vrij hoog niveau, al zijn
de beelden nog lang niet in alle opzichten
volmaakt. Van hoogerhand doet men alles
om den televisiegeestdrift te stirauleeron.
Het terrein, dat de tegenwoordige zender
van Alexandra Place bestrijkt heeft thans
reeds een radius van 80 kilometer. De B.B.
C. daarentegen garandeert slechts een zui
vere ontvangst van ruim 40 kilometer. In de
praktijk zijn die afstanden echter veel groo-
ter. Men beweert zelfs, dat er op 'n aftstand
van 150 kilometer nog goede beelden door
komen.
Men tracht het aantal ontvangers zooveel
mogelijk uit te breiden door middel van een
krachtige propaganda. Wellicht is de beste
reclame te vinden in de actie dio men ont
plooit, om de prijzen van de toestellen zoo
veel mogelijk te drukken.
VOOR SLECHTS f 300.—
Op de Radioolympia, die het vorige jaar
in Augustus te Londen werd georganiseerd,
kon men reeds voor een bedrag van 300 gul
den eigenaar van een televisie-ontvanger
worden, waarbij dan nog was begrepen een
compleet radiotoestel. Opmerkelijk is deze
prijs temeer, wanneer men in aanmerking
neemt, dat in het begin van 1937 voor on
geveer dezelfde toestellen bedragen van 700
en 800 gulden moesten worden betaald.
Hieruit blijkt, dat de verwachting die de
B.B.G. koestelt van de televisie, niet over
dreven is. Zij voorspelt dat Engeland bin
nen korten tijd in het bezit zal zijn van een
nationalen televisiedicnst.
EN NEDERLAND?
Wat de televisiemogelijkheden van ons
land betreft, is men over het algemeen, al
thans voorzoover de eerstkomende jaren be
treft, niet zoo optimistisch. Niet dat men,
wat techniek aangaat, in ons land ver ten
achter zou zijn bij Engeland. Uit het ver
slag van de televisiecommissie, ingesteld bij
beschikking van IS April 1938. blijkt, dat er
een bepaald niveau is bereikt, dat naar het
oordeel der commissie alleszins bevredigend
moet worden genoemd. Met betrekking tot
de uitkomsten van de televisietechniek, is
er in Nederland en Engeland groote over
eenkomst te constateeren.
Het groote euvel voor ons land
is echter, dat het kostenvraagstuk
en het probleem van de program
maverzorging nog van ,dien aard
zijn. dat de instelling van een rcgel-
matigen televisiedicnst in Nederland
in elk geval nog geruimen tijd zal
moeten uitblijven.
Maar waarom kan Engeland wel, wat wij
niet kunnen bereiken?,zal men zich afvra
gen. In dit verband dient gezegd, dat Enge
land in een veel gunstiger positie verkeert
dan wij. De B.B.C. staat als omroepinstel
ling alleen; zij beschikt over vaste inkom
sten en kan zich derhalve de hooge uitga
ven permiteeren, die noodig zijn om een
televisiedienst met een actueel progranuna
te kunnen exploiteeren.
De financiën vormen in ons land dan ook
vrijwel de eenige hindernis, die een algehee-
le doorvoering in den weg staat.
TELEVISIE-FAMILIE.
Intusschcn zitten de amateurs in
ons land ook niet stil. Er heeft zich
reeds een „televisie-familie" ge
vormd, die over het geheele land is
verspreid. Eiken Zondagmorgen
verbeiden zij met spanning het
oogenblik, waarop het kleine
raampje van hun ontvangtoestel
heelden zal toonen van de voorstel
lingen die het televisiccabaret geeft
De pionier van dit televisie-ama-
teurisme is de heer PAoKT te Eind
hoven.
Vanuit zijn woning worden de beelden
draadloos uitgezonden en er zijn zelfs en
thousiaste ontvangers in Utrecht, die de
beelden zeer scherp ontvangen.
De heer PAoKT heeft om zich heen reeds
een groote groep belangstellenden verza
meld. Uit den kring van deze televisie
vrienden heeft zich sinds langeren tijd een
groep cabarct-artisten gevormd, die thans
het programma grootendeels vullen. De
ontvangers zijn zoo vernamen wij van
verschillende zijden zeer enthousiast over de
ontvangst. Het beste bewijs is, dat zij den
wcnsch uitten, om de uitzendingen niet be
perkt te houden tot den Zondag.
Men ziet, dat de belangstelling ook in ons
land groot is. Te hopen is het dan ook, dat
wij den achterstand ten opzichte van En
geland weldra zullen inhalen.
Pleidooi voor lage
tariefmuren
Amslerdamsche Kamer van
Koophandel maakt eriistig be
zwaar tegen voorgestelde wij
ziging Tariefwct en Statistiek
recht.
In de gister gehouden vergadering van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
Amsterdam is besloten een adres te zenden
aan de Tweede Kamer der Staten Generaal
inzake het door de regccring aanhangig
gemaakte wetsontwerp tot wijziging van de
Tariefwet 1934 en van de wet op het Statis-
tiekrecht.
De Kamer acht de motiveering van het
wetsontwerp niet overtuigend en de uit
werking van de beoogde matige bescher
ming door gcneraliseering gebrekkig en on
juist. Dat de tariefsverhooging voor ons
land als geheel genomen zal leiden tot de
beoogde werkverruiming betwist zij.
Het adres verwijst naar de reeds vroegere
uiteengezette principieele bezwaren, geba
seerd op de vele factoren die de Nederland-
sche volkshuishouding een direct belang
geven bij een zoo groot mogelijke soepelheid
van het internationale economische verkeer
en mitsdien bij zoo laag mogelijke tarief-
muren, zoowel wat het eigen tarief als dat
van andere landen betreft.
öni, kahl {j&iPiaal
door Jack Roelofs
Als een machtig laaiend vuur, welks hoog
opschietende bloedroode, oranje en wreedgee:
doorstreepte vlammen de wolken schenen te
verteren, stond de avondhemel boven de
kleurendoordrenkte Java Zee.
De witte sneldienstboot, die dien middag
van Tandjong Priok was vertrokken, spoedde
zich naar het Noorden. Een jjle rookpluim
slierde donker uit den zwaren, gelen schoor
steen werd in flarden gescheurd door ae
vaart van het schip.
Ardjo stond aan de verschansing by het
logies van de inlandsche bemanning. Leunde
met de ellebogen op den breeden bovenrand
het hoofd in de handen gesteund. Somber
staarde hij in de richting van de gloeiende
zonneschijf, die lager en lager zonk en weldra
achter de verre, westelijke kim zou verdwij
nen. Een zware, gitzwarte haarlok was hem
over het voorhoofd gevallen verdiepte nog
den duisteren gloed, die in zyn oogen brand
de. Zijn fel gekleurde sarong stak scherp af
bij het donkerbruine naakte bovenly'f. Hy
stond alleen...
De zon was ondergegaan Ardjo had het
niet gemerkt. Hy zag niets van hetgeen om
hem heen was. Zyn wezen had zich vastge
zogen aan een beeld een enkel beeld... het
gezicht van den toean kaptein! Dat gezicht
had hij voor zich gezien vanaf het oogenblik,
dat hy dien middag bij het uitvaren van
Tandjong Priok van de brug gestuurd was.
Hy, Ardjo een van de oudste djoe-
roemoedies aan boord, was van het roer
gestuurd!!... Als een kwajongen had de
toean kaptein hem van de brug gegooid!!...
Kon hij het helpen, dat die loods zoo ondui
delijk z'n bevelen gegeven had!... Nog al
meer!
Gisteren is het Rijtijdenbesluit ia
het Staatsblad afgekondigd.
Van bevoegde zijde wordt mede
gedeeld, dat het in het voornemen
ligt de Rijtijdenwet 1936 en het
Rijtijdenbesluit in den loop van de
maand Mei as. in werking te doen
treden.
De inhoud van het Rijtijdenbesluit komt
op het volgende neer:
Verboden wordt op den openharen weg
een motorrijtuig te besturen in een toestand
van oververmoeidheid, of gedurende meer
dan vijf uren, tenzij voldoende onderbre
kingen van den rit hebben plaats gehad.
Het goederenvervoer per motorrijtuig op
Zondag wordt beperkt.
Arbelds- en rusttijden.
Behoudens in het besluit opgenomen uit
zonderingsbepalingen zijn de arbeids- en
rusttijden in het algemeen als volgt gere
geld. De werktijd bedraagt ten hoogste 10
uren (voor bestuurders van taxi's en
huurauto's 11 uren) en 55 uren per week
(voor bestuurders van taxi's en huurauto's
geldt het weekmaximum van 55 uren voor
door den minister van Waterstaat aan te
wijzen gemeenten, voor andere gemeenten
is het weekmaximum 60 uren). De dienst
tijd, dit is de werktijd met inbegrip van
tusschenliggende rusttijden, mag ten hoog
ste 14 uren bedragen (voor bestuurders van
taxi's en huurauto's 12 uren), terwijl tus
schen twee diensttijden een onafgebroken
rusttijd van tenminste 12 uren'moet lig
gen. Eenmaal per week moet een onafge
broken rusttijd van 30 uren worden gege
ven, waarin tenminste eenmaal in drie we
ken de Zondag moet liggen. Nachtarbeid
wordt beperkt tot 6 malen werken tusschen
1 en 6 uur des voormiddags in een tijdvak
van twee weken, met dien verstande dat
de bestuurder van een vrachtauto meer dan
6 malen mag werken van 3 tot 6 uur des
voormiddags, indien hij in het betreffende
tijdvak van twee weken geen enkele maal
tusschen 9 uur des namiddags en 3 uur
des voormiddags werkt.
Tuinarbeiders de
gevangenis in
Jeugdige bende maakte het
Westland onveili#.
Een bende jongelieden, welke gedurende
de laatste maanden van het vorig jaar de
omstreken van Den Haag met inbraken en
vernielingen onveilig maakte, moest zich
veertien dagen geleden voor ae strafkamer,
van de Haagsche rechtbank verantwoorden.
Gister wees de rechtbank vonnis en ver
oordeelde den 24-jarigen tuinarbeider N. C.
van den A., tot 8 maanden gevangenisstraf,
den 19"-jarigen tuinarbeider N. C. van der
L. tot twee jaar gevangenisstraf, door te
brengen in de jeugdgevangenis te Zutfen.
Den 21-jarigen tuin-arbeidcr P. J. van der
L. tot 8 maanden gevangenisstraf waarvan
vier maanden voorwaardelijk en beval, dat
de 16-jarige leerling-monteur D. A. K. ter
beschikking van de regccring zal worden ge
steld, zonder oplegging van straf.
NEDERLAND GEBRUIKT STEEDS
MEER ELECTRICITEIT.
Blijkens door het Centraal Bureau voor
de Statistiek verzamelde gegevens, hebben
de electriciteitsfabrieken, die in de open
bare stroombehoefte voorzien, in de maand
Februari 219 millioen Kwh. aan de netten
afgegeven. Deze afgifte overtreft die van
Febr. 193S met 27 millioen Kwh. (14 pet.)
erg, zoo'n leelyke oude visschersprauw aan
te varen het ding was niet eens gezon
ken!... Niets was er eigenlijk gebeurd!...
Niets!... En de loods had hem uitgeschol
den!... Oud wyf, had hij gezegd!... Hem,
Ardjo, een van de oudste djoeroemoedies aan
boord, hadden ze hem een oud wyf durven
noemen!... En Barhin, de wachtman
die jonge aap had gelachen!... Gelachen!...
En ook de andere djoeroemoedies en matro
zen hadden gelachen, toen ze van Brahim
hoorden wat er op de brug gebeurd was!...
Hem hadden ze uitgelachen!... Als in een
hevige pijn omknelde hij den bovenrand van
de verschansing, zoo dat de knokkels gelig-wit
doorschemerden.
Uitgelachen!...
En plotseling werd het gezicht van den
kapitein, dat hy in den geest voor zich zag,
door een bloedrood waas overtogen.
Hij was de Schuld van alles!... Hij!...
Hij!...
Met bevende hand streek Ardjo zich de
haarlok 'uit de oogen.
Hij haatte den toean kaptein!... Haatte
hem!... Haatte het geluid van zyn stem...
haatte rijn oogen... haatte de lucht, die hij
inademde!... Hjj zou hem... Zijn sidderende
vingers tastten naar zyn gordel... Hij zou
hem
Ardjo lag roerloos in de smalle scheeps-
kooi. Een kleine lamp aan de andere rijde
van het logies, wierp haar gelig licht op de
houten wandbetimmering. Het zware ade
men van de andere leden der bemanning en
het eeuwig klotsen van het water tegen de
scheepshuid waren de eenige geluiden, die
hoorbaar waren. Hij keek naar de grillig ge
vormde schaduwen op de planken van het
kooibeschot...
Zijn besluit stond vast... Hij zou...
„Maar," fluisterde een stem, ergens in zijn
wezen „het is hier aan boord niet zooals
vroeger op je eiland. Je mag hier niet je
eigen rechter zijn! al ben je nog zoo be-
leedigd!... En dan," vermaande de stem
„...de toean kapitein... hij was altijd zoo goed
voor je!..."
Ardjo ging met een ruk rechtop zitten.
Praatjes!... Ja, wanneer hy nu niet door
zette, zou die loods gelijk gehad hebben met
hem een oud wyf te noemen!...
Vier slagen op de scheepsklok deden hem
plotseling opschrikken.
Twee uur!, wist hij. Nu moest de
toean kaptein slapen!...
Geruischloos liet hij zich uit rijn kooi glij
den. Wilde met een gewoonte-beweging de
voeten in de sandalen schuiven. Nee!...
Blootsvoets was beter!...
Hy verliet het logies. Liep slenterend tus
schen de dekpassagiers door, waarvan er
hier en daar nog enkelen in groepjes bijeen
zaten. De meesten sliepen echter. Niemand
lette op hem, terwijl hij schijnbaar achteloos
een sigaret opstak dan langzaam de trap
beklom, die naar het sloependek leidde.
Maar boven gekomen liet hy het masker
van onverschilligheid vallen. Met trillende
vingers kneep hy de daareven opgestoken
sigaret uit. Knipte haar overboord.. Hij wist
het nu mocht niemand hem meer zien.
Totdat...
Hij sloop het donkere, verlaten sloependek
over. Schrok plotseling!... Daar was iemand!...
Lachte dan grimmig in zichzelf... Een lucht
koker!... Was hij niet werkelyk op weg een
oud wijf te worden?!... Ha;... Weer die
zachte grimmige lach.
Hy klom op een reddingboot. Kroop einde-
lyk op rijn buik over de zonnetent. Als hy
ergens gevaar liep gezien te worden, dan was
het hier, wist h(j op die lichte tent!... Maar
er was geen andere weg... Zoo... nu die
reeling over... Niemand had hem gezien!
Hy was er zeker van... Dan bevond hij zich
aan den achterkant van de kommandobrug.
Drukte zich eindelijk, sidderend van opwin
ding tegen het dekhuis, dat de kapiteinsver-
blijven bevatte...
In gebukte houding schoof hij vooruit
loerde om den hoek... Op de kommandobrug
was niemand aan dezen kant... meende hij.
Spiedde nog scherper... Ja toch!... Daar!..,
Een witte schim!... Dat moest de officier
van de wacht zyn!... Even wachten... Zoo..,
Nu was hy weg!...
Met een sprong was hij bij de deur van de
kapiteinskamer. Er brandde geen licht!...
Voorzichtig drukte hy op den knop... De deur
was open!... Hy schoof naar binnen... Vol
slagen donker was het in de hut... Hij deed
een stap naar voren... De hand gleed naar
den gordel... Nu beefde hy niet meer, voelde
hij... Daar moest het bed zyn... Op de
teenen sloop hij vooruit... Htf was er!,
wist hij... Hief den arm op!... Nu;... Staarde
op hetzelfde oogenblik in het verblindende
licht van een electrische lantaarn! Daar
flitste het groote middenlicht aan...
„Ardjo!"
Het was de stem van den kapitein, die
rechtop in bed zat. Zyn oogen boorden zich
in de donkergloeiende pupillen van den ander.
Een moment van doodsche stilte, terwijl de
beide manrten elkaar strak aanzagen.
„Ardjo!"
Wat was dat nu?!, overviel het den
insluiper. Waarom stootte hy niet toe?!...
Die oogen!... Die stem!... Maar hij haatte
dien man toch!... Die stem!... Verwijt lag
erin... en ook... een bekendheid... een be
kendheid van jaren... jaren, die ze samen op
hetzelfde schip gevaren hadden... de toean
kaptein en hij!...
Nog een moment stond Ardjo roerloos met
opgeheven arm. Het mes schitterde in het
lamplicht... dan viel het op den vloer.
De arm zakte langzaam.
Ardjo boog het hoofd.
„Vergeving, toean kaptein!" stamelde hij
zonder den ander aan te zien gelaten
afwachtend wat er met hem zou gaan ge
beuren. Dan voelde hy hoe een hand op zijn
schouder werd gelegd.
„Ga slappen, Ardjo. Ik zal vergeten wat
er vannacht ls gebeurd!"