Geestelijk Leven
I
O
Dr. E Hoekstra's
Stijgende
welvaart
UIITENL ANDSCH
1
VERZICHT
Simplex rijwielen, reeds voor 465C
Hoestpillen
De geschiedenis van
het Oude Volk
Verdrijf die
Beklemming
KENT GE
in Schagen,
Anna Paulowna
Callantsoog en
Barsingerhorn
Zaterdag 1 April 1939
Derde blad
door ASTOR
(SLOT)
1 De geweldige Mizabeau verklaart in de
nationale vergadering: „de onbeperkte vrij
heid van godsdienst is in mijn oogen zoo
Iheilig, dat het woord verdraagzaamheid
Lij in zekere mate tyranniek klinkt".
Rabaut Saint Etienne uit zich aldus: „ik
verlang de vrijheid voor het steeds ver
achte, yaderlandslooze over de gansche
aarde rondzwervende, aan vernedering
iprijssegeven volk der Joden
De uiterst linksche afgevaardigde Dupont
stelt den eisch: „ik verlang dat alle Jpden
jn Frankrijk het volle burgerrecht zullen
[genieten". Dit. gebeurde op 27 Sept. 1791.
De gelijkstelling wordt bekrachtigd door
Koning'Lodewijk XVI op 13 Nov. 1791!
Geen wonder -dat toen een der vooraan
staande Fransche Joden, Isaak Berr
achreef: „Zoo is dan de dag aangebroken,
Jwaarop de sluier is verscheurd, die ons
jnet vernedering dekte. Wij hebben einde
lijk de rechten weergekregen, die ons
•cuwen lang zijn onthouden. Hoe zeer moe
ten wij in dit oogenblik de wonderbare
genade van den God onzer vaderen erken
nen."
De Fransche revolutie had ook haar ge
volgen in andere landen.
In ons land krijgen de Joden het volle
burgerrecht in 1796.
In Engeland -waar zij sedert 1657 weer
perden toegelaten en in 1723 het recht op
grondbezit verkegen, stond men hun in
1858 toe om parlementslid te worden en in
1559 om staatsambten te bekleeden.
In Pruisen erkent de wet van 31 Jan.
1850 de volledige gelijkstelling der Joden.
Het zou me te ver voeren nader in te
gaan op de houding door de regeeringen in
indcre landen aangenomen tegenover de
Joden. Ik wensch slechts hierop te wijzen,
dat langzamerhand deze opgejaagden en
Tervolgden overal officieel werden opgeno
men in de gemeenschap, waar zij zich had
den gevestigd. En toch... duizenden bleven
de Joden zien als een vreemd element in
'do nationale huishouding en beschouwden
hen als een minderwaardig soort van men-
srhen, wat voor een groot deel moet wor
den verklaard uit de nawerking van eer
eeuwenoude opvatting, welke diep in de
volksziel was blijven voortleven. Met Joden
moest men toch op zijn hoede wezen; als
ze iemand konden bedriegen, fieten ze het
niet na: ja, zelfs de beruchte bloedbe-
schuldiging werd herhaald; een Jodenstreek
ie/rekende oen gemeene streek, enz.
I Zoo bleef, niettegenstaande de emancipa
tie, het antisemitisme voortsluimeren. Maar
I wie had ooit kunnen denken, dat het in
onzen tijd zulk een fel, zulk een onmen-
L schel ijk karakter zou kunnen aannemen in
landen, wier leiders zelfs den euvelen moed
bezitten te spreken van beschaving en cul-
ituur?
Hierbij denk ik in de allereerste plaats
aan Duitschland, waar de nationaal-socia-
listische regcering op een ongekend barbaar-
sche wijze den Joden het leven onmogelijk
inaakt. Maar reeds vóór er sprake was van
nalionaal-socialisme, lang voor den oorlog
van 1914 zien we in dit land het antisemie
tisme, den Jodenhaat, opkomen. Vooral se-
idert 1880, wanneer de hofprediker Stöcker
zich als woordvoerder voor dit antisemie
tisme doet gelden, kunnen wij spreken van
feu anli-Joodsrhc beweging in Dutschland,
idie verschillende verccnigingen telt. Een
inlcuw element in die beweging wordt het
rasverschil. In 1881 schrijft Eugen Düring
zün brochure „Die Judonfrage als Rassen-,
Sitton- und Kulturfrage" (I-Iet Jodenvraag
stuk. als ras-, zedelijkheids- en cultuur
vraagstuk). En deze schrijver beweert o.a.
„de Joden zijn de minderwaardigste tak
van het semietische ras"! Toch kon diezelf
de Dürinsr niet ongedaan maken dat op het
pdued van letteren, kunst en wetenschap
Duitsrbland onmetelijk veel te danken had
san Joden.
Do .historicus von Freitschke publiceerde
in 1S80 een geschrift „Ein Wort über unser
Judcntum". (Een woord over onze Joden)
vvaarinhij in den Jodenhaat een natuur-
Ieder, die met 'n verwaarloosde
hoest ls blijven doorloopen kent
dat gevoel van beklemming op de
borst, die U het ademhalen be
moeilijkt. Val die beklemming
met succes aan door middel van
Abdijsiroop. Ze maakt de slijm op
Uw borst los, zuivert Uw lucht
wegen zoodat het beklemmende,
pijnlijke gevoel bij het adem
halen geheel verdwijnt. Laat
Akker's Abdijsiroop, de bijzon
dere kruiden-siroop, versterkt met
„codeïne" dat ook voor U doen!
hoest, griep, bronchitis, asthma.
con 90 ct„ 11.50, f 2.40. 14.20. Alom verkrijgbaar.
lijke reactie ziet van 't Germaansche volks
gevoel. Zoo werd de grondslag gelegd voor
het Barbaarsche antisemietisme dat het
„derde rijk" ons te zien geeft en dat zijn
officieele sanctie verkrijgt in de beruchte
Ncurenberger wetten van 15 Sept. 1935,
waarvan art. 1 luidt: Huwelijken tusschen
Joden en onderdanen van Duitsch of aan
verwant bloed zijn verboden. Desondanks
gesioten huwelijken zijn nietig, ook wanneer
zij, ter ontduiking dezer wet, in het bui
tenland zijn gesloten.
Art. 2 luidt: Het buiten-echtelijk verkeer
tusschen Joden en onderdanen van
Duitsch of aanverwant bloed is verboden.
Art. 3 luidt: Joden mogen vrouwelijke
onderdanen van Duitsch of aanverwant
bloed onder de 45 jaar niet in hun huishou
ding laten werken...
Deze wetten, in het geheel 5 artikelen,
staan bekend als „Wet tot bescherming
van 't Duitsche bloed en de Duitsche eer".
Julius Streicher, de uitgever van het
scharidblad „Der Stürmer" kon dankbaar
zijn, maar toch niet geheel voldaan. Hij
was 't immers die op een vergadering voor
"000 advocaten en rechters beweerde dat de
doodstraf moest staan op het huwelijk
van een Jood met een Ariër.
Het lust mij niet om in te gaan op het lij
den der Joden in het .derde rijk": ik zal
zwijgen over de mishandelingen en folte
ringen, waaraan zijn hebben blootgestaan in
de concentratiekampen en de kelders der
Gestapokazernes.
Met bittere ergenis moet ik echter vast
stellen, dat het antisemitisme ook buiten
Duitschland toeneemt. Mussolini die er
voorheen niet van wilde weten volgt Hitier
thans na. In midden-Europa zien wij het
zelfde. Weer doorleeft het Joodsche volk
een tijdperk van de diepste vernedering.
En zelfs in ons land zijn er, die het anti
semitisme propageeren, in ons land, waar
ééns de Joden een veilig toevluchtsoord
vonden.
En toch ben ik ervan overtuigd dat het
Nederlandsche volk in zijn geheel daar be
slist afwijzend tegenover staat en zal blijven
staan. Trouwens laten wij nooit uit het oog
verliezen dat de bevolking in Duitschland,
de groote massa, niet aansprakelijk mag
worden gesteld voor wat de machthebbers
doen.
Ik durf dit te beweren op grond van wat
er is gebeurd na den moordaanslag van den
jeugdigen, zeventienjarigen Grynzpan op
den Duitschen Vom Rath in Parijs den 9den
November 1938. Toen brak niet de volks
woede in Duitschland spontaan uit, zooals
de heer Goebbels heeft gelogen. Toen werd
in den nacht van 10 November, schitterend
georganiseerd, doo.r de S. A. en de S.S. stel
selmatig een vernieling van Joodsche eigen
dommen bewerkstelligd. Maar de bevolking
zelf stond er afwijzend tegenover. Dit is het
nuchtere feit, dat ik-bevestigd heb gevonden
door verschillende berichten uit het land
der Nazi's. En de arme ;Joden werden ge
dwongen om zelf het vernielde te herstel
len en bovendien werd hun een milliard
boete opgelegd!
Het is eenvoudig monsterachtig.
En toch bewijzen de machthebbers in
Duitschland, evenmin als in Italië, aan hun
volk een dienst door hun optreden. Want
het uitdrijven der Joden moet zich wreken
en hier denk ik in 't bijzonder aan weten
schap en kunst. Ik heb in mijn bezit de vol
ledige lijst van al de hoogleeraren en pri
vaatdocenten, die uit Duitschland zijn ver
dreven. Meer dan duizend! Welk een achter
uitgang voor de weienschap moet dit niet be-
tcekenen. Hetzelfde moet 't geval zijn met
de literatuur en de beeldende kunst.
Daarover bekommeren zich echter de na-
tionaal-socialistische machthebbers niet.
Zeide niet Goebbels in zijn roman „Mi-
chael": „Der Intellect ist eirie Gefahr für
die Bildung der Charakters, Kerle erziehen,
das Sollte die Aufgabe der hohen Schule
sein" (Het verstand is een gevaar voor de
vorming van het karakter, tot kerels opvoe
den, dat behoorde de taak der höogescho-
len te zijn.) En deze Goebbels is niinister
van propaganda!!
Moet dan alle humaniteit vernietigd wor
den? s
Hoe Ilitler daarover denkt.'-kan men o.a.
lezen in Mein Kampf blz. 451 cn volgende.
Op één punt moet ik tenslotte nog wij
zen: het Zionisme. Dit is een beweging: on
der de Joden over de geheele wereld', welke
zich ten doel stelt den terugkeer naar het
oude vaderland, naar Palestina. Dc groote
man dezer beweging is geweest Theodor
Herzl. En aan zijn onvermoeid ^verken is
het te danken dat de Engclsche staatsman
lord Balfair zijn verklaring aflegde,, pjr 2
Nov.-1917, dat de ^Engelsche refjeering zou
bevorderen datPalestina (veroverd óp de
Turken) weer het vaderland der Joden zou
worden. In 1922 heeft de Volkenbond het
Brilseh mandaat óver Palestina bekrachtigd
Zal de droom van Theodor Hcrzl werke
lijkheid worden?
Wij weten het niet Duizenden Joden ho
pen het met gansch hun ziel. Maar duizen
den Joden zijn zoo volkonien ingeburgerd
in de landen waar zij wonen, dat zij niet
naar Palestina terug verlagen.
Mijn persoonlijke meening is deze: hoe
meer de Joden zich assimileeren, boe beter
het is; Laten zij zich éérst mensehert gevoe
len en in de tweede plaats Joden. Hierbij
denk- ik vooral ook aan de gemén'gde hu
welijken; En laten wij allen in hen slechts
mcdcmenschcn zien, in wezen volkomen aan
ons gelijk. Ilouden wij ons verre van den
vloek van dezen tijd: het nationalisme en
liet rassisme.
ASTOR.
Te gebruiken bij hoest, kinkhoest, pijnlijke
keel en bronchitis.
F 1.56 per flacon met gebruiksaanwijzing.
Verkrijgbaar in Apothoken cn Drogisterijen
TAST DUITSCHLAND ZIJN GRENZEN AF
OP ZOEK NAAR ZWAKKE PLAATSEN?
DE REDE VAN DALADIER. DE VOL
KEREN VAN EUROPA OP EEN VULKAAN
I-Iet wordt langzamerhand moeilijk
precies te zeggen, waar de Europefr-
sche broeinesten zicli bevinden. N<i
hier, dan daar dreigt een uitbar
sting, maar voor "er sprake is van
onmiddellijk gevaar, wordt de zaak
bezworen. Buiten de Tsjëcho-Sló-
waaksche kwestie is in het aller
jongste verleden in Europa span
ning geweest in Spanje, in Roeme-
nië, Polen, Joego-Slavië en tusschen
Italië en Frankrijk.
Voor zoover de centrale mogendheden
betreft, maakt het onmiskenbaar den in
druk, alsof ze zoeken naar gebieden, waar
ze hun beproefde intimidatiepolitiek op
nieuw in toepassing kunnen brengen zon
der gevaar te loopen, dat het daarbij tot
een conflict komt. Dat Duitschland niet is
begonnen de Kroaten op te stoken tegen de
regeering van Joego-Slavië is zeer vermoe
delijk toe te schrijven aan verzet van Mus
solini, die niet alleen nauwe betrekkingen
onderhoudt met dit rijk, betrekkingen, wel
ke hij zeer ongaarne door Duitschland zou
zien verbroken, daarnaast koestert hij
stellig vrees voor het gebied van Triest en
omgeving; zooméde vermpedelijk vpory It.a-
liaansch Tirol.
Ten aanzien van Roemenië bleken, de
moeilijkheden voor Duitschland waarschijn
lijk eveneens te groot. Alles werkte hier
samen tegen Hitier. Roemenië scheen be
reid een oorlog te beginnen, het beschikte
vermoedelijk over toezeggingen van hulp,
Italië zag de Duitsche penetraties
in Roemenië zeer ongaarne, Honga
rije was een onbetrouwbare factor,
terwijl ten slotte het gevechtsterrein voor
gemotoriseerde afdeelingen betrekkelijk
moeilijk zou zijn geweest.
Plotseling, voor me.n goed en wel wist,
wat er gebeurde, werd de Europeos'che aan
dacht geboeid door Polen. Berlijn interes
seerde zieli op opvallende wijze voor de
behandeling, der Duitsche •minderheden in
Polen, hetgeen de ervaring heeft ons dat
langzamerhand geleerd - een voorbode is
voor al of niet gerechtvaardigde eischen.
Even -leek het, te zullen komen tot een ex
plosie, toen volgde ook hier een zekere ont
lading. Polen bleek bereid te strijden, zoo
liet moest cn ook de regeering te Warschau
zal wel de beschikking hebben gehad over
toezeggingen hulp te verleenen in geval van
oorlog.
Onder intimidatie van Berlijn' durft War
schau zich niet openlijk te bekennen voor
de Westersche democratieën en voor de
buurlanden. Dit zou door Hitier worden
opgevat als een anti-Duitsche uiting, die
Polen blijkbaar wenscht te vermijden. Toch
behoeft men allerminst te raden omtrent de
richting, welke de Poolsche sympathieën
uitgaan cn Berlijn schijnt even huiverig de
bom te laten barsten als Warschau.
Zoo zou men kunnen zeggen, dat Duitsch
land zijn heele Oostfront heeft afgetast om
een zwakke plek te vinden, waarlangs het
zijn opmarsch naar het Oosten kan voort
zetten.
Deze gang van zaken voert tot een voor
Duitschland onaangename consequentie.
Immers, er is niet de minste twijfel aan of
de Duitsche handelwijze bevat een waar
schuwing voor de Oostelijke buurstaten,
die door een en ander in eikaars armen
moeten zijn gevoerd. Hen allen dreigt het
zelfde gevaar en het feil, dat Duitschland
blijkbaar nergens een bres heeft kunnen
slaan, zou kunnen bewijzen, dat ze te sa-
mcn,.,ec» hecht front vormen om aan den
Duitschen drang naar het Oosten-een halt
te bicden.
Zóoals we reeds: eerder opmerkten is een
dergelijk eenheidsfront een eerste ver-
eischte om hulp te kunnen verwachten van
andere zijde. Slechts diegenen, die in staat
zijn zelf den eersten stoot op te vangen,
komen in aanmerking voor steun. De
zwakken zullen onherroepelijk in den
steek worden gelaten.
In het Westen heeft Daladier den Duce
van repliek gediend. Dit antwoord is straf
fer geweest, dan menigeen had verwacht en
in Italië schijnt men er een tikje door uit-
het-veld-gcslagcn te zijn. De kwestie zal ver
moedelijk wel zijn, dat men zich in Frank-
rijk zekerder begint te gevoelen in de we
tenschap, dat Engeland nauwer aan het
land verbonden is dan ooit, terwijl de bewa
pening langzamerhand op zulk een peil is
gebracht, dat men Italië, omtrent welks mi
litaire macht de berichten den laatsten tijd
minder luiden, in geen geval behoeft te
vreezen. Wel liet Daladier de deur open
voor cventueele besprekingen, maar het
prestige van Mussolini schijnt het noodig
te maken deze gelegenheid niet te zien.
De Fransche minister-president had zijn
betoog overigens goed opgebouwd, hij toon
de aan, onder overlegging van de betreffen
de correspondentie, dat de Duce nimmer
wenschen omtrent Tunis, Djibouti of het
Suez-kanaal kenbaar had gemaakt en de
genen, die objectief tegenover de zaak ston
den, zullen zonder twijfel den indruk heb
ben gekregen, dat Frankrijk het recht aan
zijn zijde had.
In Italië werd de rede sterk verkort weer
gegeven, terwijl, vermoedelijk bij gebrek
aan officieele aanwijzingen, geen commen
taar werd geleverd. Duitschland, dat in deze
zijn bondgenoot goedkoop ter wille kan zijn,
bewaart, in afwachting van de Italiaansche
mfeeningsuiting, eveneens het stilzwijgen.
Vrijwel overal elders echter had Daladier
een gunstige pers. Engeland en Amerika
juichten zijn woorden hartelijk toe en, ook
al is de rede door de tegenstanders in mid
den-Europa onprettig ontvangen, er is nau
welijks twijfel aan of ze heeft grooten in
druk gemaakt. De krachtige houding van De
ladier, waarbij Italië zich overigens schijnt
neer te leggen, bewijst, dat de Westersche
mogendheden pal staan, zoodra de autori-
tairen het tegen hen zouden willen opne
men.
Hier valt blijkbaar noch voor Italië, noch
voor Duitschland iets te halen.
Kan dit de reden zijn geweest, dat men.
te Berlijn toch nog een snelle en onverwach
te coup tegen Polen zou hebben overwogen
Hoewel Chamberlain in het Lagerhuis uit
drukkelijk zeide geen officieele bevestiging
te hebben ontvangen van de geruchten over
een eventueele aanval op Polen, wekt toch
de spoed waarmede Engeland en Frankrijk
zich achter Polen hebben geplaatst, sterk
den indruk, dat de Britsche geheime dienst
wel degelijk verontrustend nieuws uit Oost-
Europa heeft gemeld.
Was dit niet het geval, dan had Charri.-
berlain zeker gewacht met zijn verklaring
tot hij den Poolschen minister van buiten-
landsche zaken Beek had gesproken.
De verbintenis welke Engeland en Frank
rijk tegenover Polen op zich nemen (zie el
ders in dit blad) is wel zeer verstrekkend.
De beslissing oyer een wereldoorlog wordt
in handen' gelegd van Warschau. Immers,
zegt Chamberlain, indien Polen zich gewa-
pender hand wil verzetten tegen de aantas-
lig van zijn onafhankelijkheid, dan zullen
Frankrijk en Engeland dit land ter hulp
snellen.
Krachtiger maar toch ook handiger kon
het moeilijk.
Krachtig omdat Hitier nu precies weet
hoever hij met Polen en de andere Oost-
Europeesche Staten gaan kan, zon der oorlog
met Brittannië, handig omdat de Britsche
verklaring zóó is gesteld, dat de Führer zijn
snoode plannen verbaasd en nijdig kan ont
kennen cn van verdere aanvalspogingen kan
afzien zonder zijn prestige te verliezen.
Er zal ongetwijfeld een fiksche scheldpar
tij uit Berlijn volgen, maar of Hitier de on
getwijfeld voorgenomen aanval op Polen
zal durven doorzetten valt toch wel te be
twijfelen. 't Risico, mede ook door de niet
zeer geruststellende houding van Rusland,
is voor het Derde Rijk zeer groot.
Welvaart in Warmenhuizen
sterk afgenomen
Ook Sint Maarten geeft een ongunstig beeld
Het aantal belastingplichtigen
een betrouwbare barometer.
Wezen de fiscale gegevens in vo
rige jaren steeds weer opnieuw op
terdere inperking van den welstand
in onze omgeving, zoo juist be
kend geworden cijfers over het
laatstverloopen belastingjaar ver-
toonen een gansch ander beeld! In
Schagen is een geringe verbetering
merkbaar en in sommige omliggen
de dorpen heeft de neerwaartsche
lijn zich scherp omgebogen en is een
I aanmerkelijke welstandsvermeerde-
ring ingetreden. Helaas zijn er ech
ter ook nog enkele gemeenten in
onze streek, waar de teruggang zich
nog verder en op pijnlijke wijze
voortzette.
Belastingplicht en welstand loo
pen parallel.
Zooals bekend, laat ons belastingstelsel
een zeker bedrag aan inkomen van elke
heffing, vrij, omdat dit bedrag dat o.a.
varieert, naar het kindertal slechts toe
reikend wordt geacht voor het meest nood
zakelijke levensonderhoud. Daarenboven
pas, zoo neemt de fiscus aan, is een zekere
mate van welstand aanwezig, die het mo
gelijk maakt om in de gemeenschappelijke
lasten van rijk, provincie of gemeente bij
te dragen. Belastingplicht en (betrekkelijke)
welstand loopen dientengevolge parallel
en hoe algemeener deze betrekkelijke wel
stand over de bevolking verbreid is, des te
hooger zal verhoudingsgewijze het aantal
belastingen zijn. Omgekeerd weerspiegelt
zich een inéénschrompeling van den plaatse
lijken welstand het duidelijkst in een da
ling van dit aantal belastingplichtigen.
Want terwijl andere statistieken, zooais die
betreffende de werkloosheid, de armenzorg
e.d., ieder slechts een tfeperkt deel van den
maatschappelijken teruggang registreeren,
komt in dc cijfers over den belastingplicht
elke welsfandsverandering tot uitdrukking,
onverschillig door welke oorzaken van maat
schappelijken of individueelen aard ze ook
ontstaan moge zijn.
Aantal belastingplichtigen
gestegen.
iets
Blijkens de nieuwe fiscale cijfers is in '38
het aantal aangeslagenen in de rijksin
komstenbelasting voor het geheele land ten
opzichte van 1937 met twintigduizend, dwz
met 1.5 pet., toegenomen. Waar echter ook
de bevolking van Nederland in aantal toe
nam, geeft dit "percentage wan 1.5 een ge
flatteerd beeld van de welstandsvermeerde
ring.
Juister is het dan ook om na te gaan,
welke verandering het aantal aangeslage
nen per duizend inwoners onderging. Dit
nu blijkt van 150 tot 151 te zijn gestogen,
zoodat in dit cijfer voor het geheele land
een toename van 0.6 pet valt vast te stellen.
Hoe gering deze toename ook is, in aanmer
king genomen dat zij volgt op een jaren
lange reeks van voortgezette dalingen,
geeft ze toch reden tot eenige voldoening.
In Noord Holland.
In Noord-Holland steeg het aantal belas
tingplichtigen met 2632: Deze stijging hield
gelijken tred met de bevolkingstoename in
onze provincie, zoodat het aantal belasting
plichtigen per duizend inwoners onveran
derd 201 bleef.
In SCHAGEN daalde het aantal in de
rijksinkomstenbelasting aangeslagen inge
zetenen van 786 tot 764. Hierbij moet even
wel in aanmerking worden genomen, dat
ook het zielental tengevolge van de beëin
diging der kanalisatiewerkzaamheden, van
1937 op 1938 is terug geloopen.
Het gevolg van een en ander is
geweest, dat het aantal belasting
plichtigen per duizend inwoners
daalde van 189 tot 188. Dit verloop
is dus wel iets ongunstiger dan het
rij'ksgemiddelde aangeeft, maar daar
tegenover staat, dat het Schager
cijfer van 188 vrij ver boven het Ne
derlandsche (151) uitsteekt. Ten on
zent blijkt de welstand dus algemee
ner over de bevolking verbreid te
zijn dan in Nederland gemiddeld 't
geval is.
Anna Paulowna en Callantsoog.
In Anna Paulowna vertoonde het aantal
belastingplichtigen cenige stijging. Ilot klom
van 714 lot 73o, hetgeen per duizend inwo
ners neerkomt op een toename van 121 tot
124, derhalve met 2.4 pet. Hier ontwikkelde
de toestand zich dus reeds gunstiger dan
het rij ksgemiddelde.
Nog beter ging het in Callantsoog. Daar
waren in het voorlaatste belastingjaar 160
aangeslagenen tegen 171 in het laatste jaar.
Omgerekend per duizend inwoners kwamen
deze aantallen neer op resp. 156 en 170, zoo
dat hier het aantal per duizend ingezetenen
met 9 pet is toegenomen.
Barsingerhorn maakt een goed
iignur.
Het sterkst was de relatieve ver
betering in Barsingerhorn. In deze
gemeente werden per 1 Januari 1938
van de inwoners 182 overgeschre
ven naar deWieringermeer. Daar
door ging het ziekental netto van
2157 tot 1906 terug, maar desniette
genstaande liep het aantal belasting
plichtigen nog iets op, n.1. van 328
tot 330. Het aantal aangeslagenen
per duizend inwoners steeg daardoor
van 152 tot 172 of met 13.1 pet.
Dat de toestand in een gemeente er heel
anders gaat uitzien wanneer in één enkel
jaar het aantal ingezetenen, dat in de ge
meenschappelijke lasten zijn deel kan dra
gen, met 13 pet. toeneemt, ligt voor de hand!
St. Maarten en Warmenhuizen
gingen achteruit
Helaas moesten terzelfdertijd St. Maarten
en Warmenhuizen nog weer een verderen
teruggang van de welstands-verbreiding no-
teeren. In Sint Maarten liep hot aanttfl be
lastingplichtigen terug van 144 tot 124,
d.w.z. per duizend inwoners van 109 tot 95,
of met 12.8 pet. Zooveel gemakkelijker de
toestand voor Barsingerhorn werd. zooveel
te moeilijker werd hij dus voor Sint Maar
ten!
Maar intusschen was de teruggang in
Warmenhuizen nog aanzienlijk ernstiger. In
deze gemeente toch daalde het aantal in de
rijksinkomstenbelasting aangeslagen inge
zetenen van 236 tot. 186, of per duizend in
woners 'Van 100 tot 80. Hier schrompelde het
bevolkingsdeel, over wie de plaatselijke wel
stand verbreid was, dus met een vijfde deel
in!
In een volgend artikel hopen wij een in
teressante vergelijking te geven van de in
komens der belastingplichtigen van Scha
gen en omgeving en die van de belasting-
-betalers in land en provincie.