PANTSER De Veehouderij Centrale in een glazen huis strijdt tegen pantser Nieuwe omroepgolven voor Nederland Minister van Dijk inspecteert de kustbeveiliging Dc beweging der Amerikaansche vloot helpt Engeland Hakenkruis op HollaDdsche school Turkije treedt toe tot bet anti-aaovalsfront Aan veel critiek onderhevig Ook de minister acht centralisa tie van den uitvoer niet ge- wenscht. „Belasting op margarine, spijs- vetten en -oliën lang niet fraai". Gisterenavond hield de minister van Eco nomische Zaken zijn derde radio-rede over de Landbouw-Crisismaatregelen, welke was gewijd aan de Veehouderij. De belemmeringen voor den uitvoer, welke in 1931 begonnen op te treden, troffen aldus de minister, ook de veehouderij, al profiteer de deze aanvankelijk van den lagen prijs van het graan, dat als veevoeder wordt gebruikt. Hierdoor werd het zelfs voordeelig zich op de veeteelt toe te léggen, zoodat de rundvee stapel zich van 19301933 uitbreidde met 500.000 stuks of ruim 21 procent, de varkens stapel zelfs met 700.000 stuks of 35 procent. Deze uitbreiding was evenwel oorzaak van een nog diepere inzinking, toen later de vee- teel Iproducten den algemeenen prijsval volg den. Wanneer de regeering toen niet had ingegrepen, zou onze veehouderij, waarop wij nog steeds met recht trotsch kunnen zijn. al dus de minister, ten doode zijn opgeschre ven. Het rundvee. De regeering greep daarom in. Zij beperkte den rundveestapel door afslachting en teelt regeling. Het doel dezer teeltregeling was tweeërlei. Beperking van melk, dus ook van boter en kaas, en minder aanvoer van rundvee voor de vlecschmarkt, zoodat de veeprijzen zou den stijgen. Inzake het laatste heeft de re geling zeker aan haar doel beantwoord. In 1931 was de prijs van eerste kwaliteit vet vee te Rotterdam gemiddeld nog f0.88 per Kg. levend gewicht; in 1932 daalde deze prijs door het buitensporige aanbod tot gemiddeld f 0.G8, in 1933 en 1934 tot f 0.57 en f 0.59 cn in 1935 werd het diepte punt, n.1. gemiddeld f 0.50 per Kg. levend gewicht bereikt. Indien men nu ziet, aldus spreker, dat in 1937 deze prijs gemiddeld f 0.73 en in 1938 f 0.74 per Kg. levend gewicht bedraagt, dan mag men zonder twijfel constateeren, dat de teeltregeling voor de verbetering van de vleeschprijzen haar uitwerking niet heeft gemist. Op de resultaten ten aanzien van de melk productie kwam de minister later terug. De varkens. De varkensteelt, welke voor meer dan een derde van haar productie op den uitvoer was aangewezen bacon naar Engeland, versch varkensvleesch, later spek, naar Duitschland begon in 1931 de gevolgen van de prijsdaling te ondervinden. Het aantal slachtingen van baconvarkens daal de van 20.000 tot 4 a 6000 per week. De boe ren, die een gunstige wending verwachtten, weigerden n.1. aanvankelijk hun varkens te gen de lage prijzen af te staan. In '32 echtpr kwam het aanbod los en vielen de prijzen tot 8 a 9 cent per pond, dit is minder dan de helft van de productiekosten. Bovendien ging Engeland over tot beperking van den baconinvoer en werd de uitvoer van var kensvleesch naar andere landen vrijwel on mogelijk. Tienduizen kleine boeren werden door deze deblae.le met den ondergang be dreigd, zoodat de regeering wel moest in grijpen. Zij paste een teeltregeling toe ongeveer gelijk aan die voor de kalveren. Voor 1939 bedraagt het aantal biggen, die mogen worden opgefokt 2.160.000, terwijl er nog een extra toewijzingsmogelijkheid is van 800.000 ten behoeve van kleine boeren en landarbeiders, die varkens voor gezins- verbruik telen. Bovendien wordt het aan tal varkens vastgesteld, dat mag worden aangehouden, voor geheel Nederland be draagt dit in 1939 1.500.000. Critiek op de Centrale. Spr. wees vervolgens op de noodzakelijke centralisatie van teelt - en uitvoerregeling in de Ned. Veehouderij centrale. De vee houderij-centrale heeft zeer veel critiek on dervonden. Daarbij werd echter wel eens ver geten, dat de centralisatie van den uitvoer het noodzakelijke gevolg is geweest der geheele varkensrege ling en dat de Centrale hier min of meer als particulier handelaar en exporteur moet optreden. Wanneer de particuliere handel fouten maakt, komt dit niet zoo naar buiten, de veehouderij centrale echter zit als het ware in een glazen huis. Hoewel de minister zeker niet van mee ning is, dat deze centralisatie van den uit voer een gewenschte toestand is en hij grootere deelneming van den particulieren handel en de exporteurs zou toejuichen, in dien dit mogelijk was, meende spreker toen goed te doen de taak van de veehouderij centrale iets duidelijker te belichten. De zuiveL Aan de hand van enkele cijfers betoogde spreker vervolgens de beteekenis van de zuivel voor ons land. In 1928 bedroeg de uitvoer van zuivelproducten f 225.000.000. Dit was ongeveer 1/3 van de waarde van onzen geheelen uitvoer aan landbouwpro ducten. Da boteruitvoer daalde van 37 millioen kg. per jaar in 19291931 tot 20 millioen in 1932, die van kaas van 79 milioen in 1929 tot 36 millioen in 1932. Geen wonder dat de melkveehouder met verlies werkte, op elke kg. melk legde hij pl.m. twee cent toe. Op de ongeveer 4 milliard kg. melk welke in dien tijd jaarlijks werd gewonnen, beteeken- de dit dus een zwaar verlies voor ons land. Ook hier was snelle hulp geboden. In 1932 kwam de crisis-Zuivelwet tot stand, welke steunmaatregelen voor de veehouderij be vatte. Deze wet werd in 1935 ingetrokken toen deze steunmaatregelen, die thans nog van kracht zijn, op de Landbouw-crisiswet werden gebaseerd. Om den boeren ten minste den kostprijs van de zuivel te verzekeren, werd de prijs van de boter, die tot plm. f 0.90 per kg. was gedaald, door middel van een heffing tot plm. f 1.4U per kg. verhoogd. Ook de binnenlandsche prijzen van kaas en andere zuivelproducten werden verhoogd. Spr. lichtte vervolgens de maatregelen op de vervangingsproducten toe- margarine, spijs- vetten en -oliën. Onze boter-export. De minister deed nog uitkomen, hoe, wat onzen boteruitvoer betreft, Duitschland en Engeland in den loop van de crisisjaren van plaats zijn gewisseld. Vóór de crisis was Duitschland ons belangrijkste afzetge bied, thans gaat het grootste quantum naai' Engeland. De prijs dien de boter in het bui tenland opbrengt (op de Engclsche markt pl.m. f0.80 per kg), is nog steeds lager dan de productiekosten hier te lande, welke in den winter pl.m. f 1 45, in den zomer pl.m. fl.30 bedragen. De opbrengsten van de hef fingen op margarine, spijsvetten en -oliën worden gebruikt om den hoeren ook voor de uitgevoerde boter deze opbrengst te kunnen verzekeren. Deze financiering van den boter uitvoer uit gelden door het minst draagkrachtige deel der bevolking betaald acht de minister wel is waar in het geheel niet fraai, doch hij ziet geen anderen weg en ondanks alle critiek heeft nog niemand een beter voorstel gedaan. De noodige bedragen: pl.m 30 a 35 mil lioen per jaar, zijn niet gemakkelijk op an dere wijze te verschaffen Men moet ook niet vergeten dat de heffingen eveneens tot doel hebben een bepaald prijspeil vooi de mar garine en vetten te handhaven. Het armste deel der bevolking behoeft hieraan echter niet mee te betalen, de ar voor werkloozen en armlastigen goedkoope margarine en vet voor f 0.44 per kg. ter beschikking wordt gesteld. Verliesgevende melkuitvoer. In zake de critiek op de zich steeds uit breidende melkwinning en botorproductie, deed de minister uitkomen, tlat door de grootere hoeveelheid, die gewonnen wordt, de productiekosten zijn gedaald. Bij beper king van de melkwinning zou de kostprijs weer stijgen en de boer dus een hoogeren toeslag per kg. moeten ontvangen dan thans. Wat den verliesgevendén uitvoer betreft, stelde spreker de vraag waar mep anders met het te veel aan melk zou moeten blij ven. De boterprijs verlagen om het gebruik in eigen land te bevorderen? De ervaring heeft geleerd, dat er weinig valt te zeggen omtrent den invloed, dien de prijsverhooging van boter op het verbruik zou uitoefenen, aangezien de algemeene koopkracht hierbij van groot belang is. Wei is zeker, dat de boer voor de boter die in het binnenland wordt afgezet dan een lageren prijs zou ont vangen. Voor het verschil zou hij dus weer een hoogeren toeslag moeten krijgen. Voorts zullen de margarine cn liet vet dat dan ook in prijs verlaagd moet worden, dan minder aan heffingen opbrengen en zoo zit ten er nog meer kanten aan dit moeilijke vraagstuk. De vierde en laatste radiovoordracht zal worden gehouden Vrijdag 21 April, des avonds van 7—7.30 uur. De minister zal dan spreken over den tuinbouw, de sierteelt, de pluimveehouderij en de visscherij. Successen van de radio-conferen tie te Montreux. Nieuwe arrangementen voor de kuststaüons. Zaterdag j.1. is na een conferentie, die pl.m. 7 weken inspannenden arbeid heeft gevergd, te Montreux tot stand gekomen de Convention Europeenne de Radiodiffusion en het daaraan verbonden plan de Montreux, ter toekenning aan de Europeesche staten van frequenties voor hun radio-omroepsta- tions. Op deze conferentie, die het gevolg is ge weest van een door de Zwitsersche regee ring op de conferentie te Cairo in 1938 aan vaarde uitnoodiging, waren alle Europee sche landen vertegenwoordigd. De Neder landsche delegatie heeft op de conferentie de gedragslijn gevolgd, die vóór den aan vang daarvan met instemming van alle in stanties, die bij den omroep in Nederland betrokken zijn, door de Nederlandsche re geering was vastgesteld. Deze gedragslijn heeft er toe ge leid, dat Nederland zich verworven heeft de vrije, d.w.z. niet gedupli ceerde golven van 413 en 356 m., waarmede een voor de behoeften van den^Nederlandschen omroep vol doening'schenkend resultaat is ver kregen. Dit beteekent, dat de golf van Jaarsveld practisch onveranderd blijft en de golf van Hilversum ruim 150 K.H. is verbeterd. De kuststations. Het plan van Montreux wordt op 4 Maart 1940 van kracht. Van de aanwezigheid ter conferentie van de experts op marinegebied is door dg Ne derlandsche gedelegeerden gebruik gemaakt om besprekingen te voeren ter verkrijging van een nieuwe indeeling van de kuststa tions in de voor het mobiel verkeer beschik bare golfbanden. De conferentie in Cairo heeft n.1. wijziging gebracht in de golfban den voor het mobiel verkeer en heeft op uitnoodiging van de Nederlandsche delega tie de Nederlandsche administratie belast met de taak om tot nieuwe regionale arran gementen voor de kuststations te komen. Tijdens het verblijf in Montreux zijn deze nieuwe arrangementen tot stand gekomen voor de Atlantische Oceaan cn de Noord kust van Afrika, voor de Noordzee en het kanaal, voor de Middellandsche Zee en voor de Oostzee. Vandaaa ce?i bezoek aan grens- bataljons. De minister van Defensie, dr. J. J. C. van Dijk, heeft zich gistermiddag na afloop van den Ministerraad, vergezeld van zijn ad judanten luitenant te rzee eerste klasse J. E. A. Post Uiterweer en kapitein mr. H. J. Kruis, alsmede van het hoofd van de afdec- ling Generale Staf van zijn departement luit. kolonel A. G. H. Dij.xhoorn, naar Hoek van Holland en vervolgens naar IJmuiden begeven om aldaar kennis te nemen van de maatregelen voor de kustverdediging. De minister begeeft zich heden, naar het Oosten en Zuiden van ons land teneinde be zoeken te brengen aan de troepen, belast met de grensverdediging en zich op de hoogte te stellen van de in het grensgebied genomen maatregelen. Een pleidooi voor vlootuitbrei- ding in Amerika. Engélsche bladen merken op, dat het plotselinge bevel aan de Ameri kaansche vloot om zich van de At lantische Oceaan naar de Stille Zuidzee te begeven in niet geringe mate steun geeft aan de Britsche Zeemacht in het Verre Oosten. Zonder te mogen spreken van een Engelsch- Amerikaansche afspraak op vlootgebied, is men toch overtuigd, dat de verplaatsing der Amerikaansche vloot geen ander doel heeft, dan aan de Britsche te veroorloven bepaalde oorlogsschepen uit het Verre Oosten naar Europa te dirigeeren, met het oog op het dreigende gevaar in de Middel landsche Zee. Hierdoor zou de suprematie van dc Fransch- Britsche vloot zóó groot worden, dat zelfs in geval van oorlog de koopvaardijvaart op de Britsche koloniën door de Middelland sche Zee zou kunnen blijven verzekerd. Versterking van het Panamaka naal. Gisteren is opdracht gegeven zoodanige maatregelen te nemen, dat het Panamaka naal voldoende versterkt zal zijn. Senator Walsh, de voorzitter van de se naatcommissie voor vlootaangelegenheden, heeft een beroep gedaan op uitbreiding van de vloot en de luchtmacht der Vereenigde Staten, ten einde „deze natie te beschermen tegen iedere gebeurlijkheid. Wij kunnen niet langer een aan twee oceanen liggende natie op doeltreffende wijze verdedigen met een vloot voor een oceaan," zeide hij. De Duitsche school in Den Haag ziet af van Rijks- en Gemeente lijke subsidie. Op vragen van den heer Drees betreffende het uitsteken van de Duitsche vlag door een school te 's-Gravenhage, ter viering van de bezetting van Tsjecho-Slowakije door Duit sche troepen, heeft de heer Slotemaker de Bruine, minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen als volgt geantwoord: De minister heeft het bestuur van boven genoemde school gewezen op het onge- wenschtc van den toestand, dat een school, vallende onder art. 207 der Lager-On der wijs- wel 1920, bij een gebeurtenis als deze van haar vreugde doet blijken. Het bestuur heeft den minister ge antwoord, dut het zich bereid ver klaart af te zien van dc krachtens de Lager Onderwijswet 1920 door het Rijk en de gemeente te verleenen subsidies. Echter met de bijvoeging, dat het tot regeling der zaken eeni- gen tijd behoeft. De minister ziet hiervan de redelijkheid in. De minister heeft zich ter zake tot de be sturen van de andere scholen van denzelfden aard gericht. ^w-emmen NIEUW NED. RECORD 500 M. BORST- CRAWL. Dolf van der Kuil van de Schie- damsche Zwemclub is er gisteravond in het Sportfondsenbad te Schiedam in geslaagd het Nederlandsch re cord 500 meter borstcrawl te verbe teren door dezen afstand af te leg gen in den tijd van 6 min. 15.6 sec. Het oude record stond op naam van Piet Stam met een tijd van 6 min. 27.3 sec., gevestigd op 27 Aug. 1937 te Batavia. De eerste 100 nieter legde de Schiedam mer af in 1 min. 4.4 sec., Van der Kuil bleef rustig, maar snel doorgaan, zijn slag was soepel, terwijl hij keurig baan hield. De 200 meter werden afgelegd in 2 min. 19.3 sec. cn de 300 meter gingen op in 3 min. 37.1 sec. Hij bleef hier 0.1 sec. beneden zijn record van 29 Nov. van het vorige jaar, doch de nieuwe tijd zal niet. als Nederlandsch record kunnen worden erkend, omdat hiervoor geen voldoende officieelc tijdopnemers be schikbaar waren. De 20-jarige zwemmer hield uitstekend vol en over 400 meter no teerde hij een tijd van 4 min. 55.4 sec, waar mede hij het Nederl. record, eveneens op zijn naam staande, evenaarde. Zoo was het begrijpelijk, dat het record op de 500 meter er met flink verschil aan moest gaan. Het keeren bleef voortreffelijk en de 500 meter legde hij af in 6 min. 15.6 sec., waarmede het record van Stam met niet minder dan 11.7 sec. was verbeterd. Uit een cn andei- blijkt duidelijk, dat van der Kuil gemakke lijk in staat moet worden geacht de Neder landsche records op de 300 meter en 400 meter scherper te stellen. Chamberlaia spreekt beden Chamberlain zal waarschijnlijk he den in het Lagerhuis een mededee- ling doen over den stand der onder handelingen tusschen Turkije en Engeland ten aanzien van daden van agressie op het Balkanschier eiland. Men verwacht, dat hij mede- deeling zal doen van het toetreden van Turkije tot heb anti-aanvals front. De Russische ambassadeur, Maisky, die naar Moskou ontboden is om verslag uit te brengen, zal waarschijnlijk hedeh van Lon den vertrekken. Intusschen verneemt Reu ter, dat de Britsch-Russische onderhande lingen betreffende de positie der Sovjet-Unie in het anti-aanvalsfront te Moskou zullen worden voortgezet. Fraosche vloot beschermt Gibraltar Britsche vloot heeft nu de handen vrij in het Oostelijk deel van de Middellandsche Zee. ITALIAANSCHE TROEPENBEWEGINGEN IN SPANJE. Gisteren zijn te Gibraltar drie Fransche kruisers van 7600 ton en nog drie torpe dojagers aangekomen, zoodat in 24 uur tijds in totaal 13 Fransche oorlogsschepen de ha ven zijn binnengeloopen. Daarnaast verneemt Reuter, dat vrijwel dc geheele Britsche Middellandsche Zee- vloot zich in de buurt van Malta bevond. Te Gibraltar bevinden zich slechts een paar Britsche schepen, meercndeels torpedojagers Volgens de Daily Express zijn eveneens te Gibraltar gearriveerd de Fransche slag schepen Bretagne en Lorraine, schepen van bijna 23000 ton elk cn twee destroyers, de Terrible en de Fantasgue, welke 2600 ton elk meten. De slagschepen zijn onlangs geheel gemo derniseerd. De destroyer Terrible is houd ster van het snelheidsrecord met 45.25 knots. Het is de bedoeling denkt men, dat de Fransche vloot zal waken voor de veiligheid van het Westen van de Middellandsche zee, zoodat de Britsche vloot de handen vrij houdt in het Oostelijk deel. De Fransche vloot zal alzoo deelnemen aan dc verdediging van Gibraltar. De diplomatieke redacteur van Evening Standard zegt uit betrouwbare bron te hebben vernomen, „dat minstens twee ba taljons Italiaansche Alpenjagers naar Cadiz zijn gezonden en dat twee andere bataljons zich in de Pyreneeën bevinden." Hetzelfde blad geeft te kennen, dat zich ongeveer zes Duitsche divisies thans in ver schillende deelen van het Italiaansche rijk bevinden. De Daily Telegraph meldt, dat volgens de laatste berichten, waarover de Fransche autoriteiten beschikken, kortgeleden te Car diz 15.000 Italianen aan land gezet zijn, welke zich nog steeds in de buurt van deze stad bevinden. Dit beteekent, dat zij liet op 100 k.m. afstand gelegen Gibraltar zouden kunnen bedreigen. Een beeld, zooals men het in den wereldoor 1 o g nog niet zag. DE SNELLE TROEPEN. Dr. Coliin heeft in zijn radiorede gesproken over het zeer snelle ver loop, dat de krijgshandelingen in onzen tijd kenmerkt en daarbij ver klaard, dat de normale sterkte van ons leger op vredesvoet ongenoeg zaam is om de zekerheid te'schep pen, dat een mobilisatie ongestoord zal verloopen. In verband daarme de brengen wij dit artikel over de z.g. „snelle troepen", dat door een deskundige geschreven is. „Snelle troepen" een nieuw en toch een oeroud begrip! Welke veldheer heeft ze in een anderen vorm de gevechtswa gens, de gepantserde ridders, de cavallerie- divisies, de op wagens gezette infanterie en ten slotte de gemotoriseerde eenheden niet bezeten?! Welke een superioriteit ver leende van oudsher de grootste snelheid en daarmede de mogelijkheid van den ver- rassenden aanval in den flank en den rug van den vijand! Vertienvoudigde dagelijksche prestatie. Nu zal men onder „snelle troepen" vol gens huidige opvatting verschillende forma ties te onderscheiden hebben, de pantser divisies, de z.g. lichte divisies, dc gemotori seerde infanteriedivisies en ten slotte ook de pantserafweer. In een opzicht echter zijn zij aan elkaar gelijk: de motor als middel van vervoer veroorlooft, wanneer noodig, een tien maal hoogere marschprestatie dan die. welke door de infanterie geleverd kan worden. De pantserdivisie. De leek kan zich er moeilijk een voorstel ling van maken, welke een gecompliceerd lichaam een moderne infanteriedivisie en eerst recht een pantserdivisie is. Moeten wij als haar kern dc pantserbrigade beschou wen, dus de gevcchtswagenformaties, die hun met talrijke machinegeweren en ka nonnen uitgeruste, ook op een moeilijk ter rein te gebruiken vervoermiddelen om zoo te zeggen als een golf naar voren schuiven, zonder de begeleidende infanterie zou zij, toch weinig waard zijn. Gewone bataljons en bataljons wielrijders, pioniers, artille rie, ccn eigen pantser- en luchtafweer en niet in de laatste plaats ook de verkenners te land en in de lucht vormen belangrijke bestanddeelen van een pantserdivisie. Ze ker is zij naar het aantal menschen geme ten niet onaanzienlijk zwakker dan een infanteriedivisie, maar daarvoor is de kracht van haar stoot dank zij de snelheid harer bewegingen en dank zij de pantserbe- scherniing, waarin de strijders zoowel als de wapens zich verheugen, des te grooter. Het vuurwapen, dat eens den ruiter tot het verlaten van zijn paard of tot uitwijken dwong, het geweer en later het machinege weer, beteekent geen gevaar "meer. Daar voor in de plaats is intusschen een andere vijand opgedoken, het nieuwe pantseraf- weerwapen, terwijl bovendien tegen de ar tillerie van den vijand ook de huidige ge vechtswagens niet bestand zijn. Ten slotte strijdt pantser tegen pantser, een beeld, zoo als men het in den wereldoorlog nog niet zag, maar waarmede men voor een even tueel komenden oorlog rekening houdt. Lichte en gemotoriseerde infan teriedivisies. Een pantser- en een lichte divisie onder scheiden zich van elkaar door de omstan digheid, dat de laatste meer verkennings- formaties, maar minder pantsereenheden bezit. De iichte divisie komt ongeveer over een met de vroegere cavaleriedivisie, wel ker taak de z.g. operatieve verkenning was. Haar aanvalskracht is, ofschoon zij van in fanterie en de haar begeleidende wapens rijkelijk voorzien is, ten gevolge van de zwakkere uitrusting met pantsers geringer. De gemotoriseerde infanteriedivisies der meeste landen komen in hun indeeling overeen met de vroegere infanteriedivisies Haar kracht ligt enkel en alleen in de groo- te bewegelijkheid. Anderzijds is haar af hankelijkheid van het wegennet niet te ont kennen en hier treden ook, wat overigens voor alle snelle troepen geldt, de problemen der munitie-, levensmiddelen- cn niet in de laatste plaats ook brandstoffenvoorzie- ning op ongekende wijze op den voorgrond Het ware onjuist, aan te nemen, alsof het vraagstuk der snelle troepen reeds geheel opgelost zou zijn. Nog er van afgezien, dat het er om gaat, honderden en duizenden motorvoertuigen te verzamelen, op weinige wegen te laten oprukken en menschen en motoren voortdurend van het noodige te voorzien, doemen ook voor de leiding geheel nieuwe problemen op. Het komt er vooral op aan, dat de snelle troep in voortdurende verbin ding met de stwen der verschillen de formaties blijft. Bliksemsnel moe ten besluiten genomen worden, be wegingen, die met een zestig-kilo- meter-tempo plaats hebben, zijn te controleeren. De crisis van den aanval. Deze snelheidsfactor is vooral op het slag veld van groote beteekenis. Won de infan terie nog in den wereldoorlog in het beste geval bij een goed uitgevoerden aantal twee of drie kilometer terrein per uur, de pant sertroep vordert in denzelfden tijd wellicht 25 a 30 kilometer, vooropgesteld, dat de ver rassing en daarmede de doorbraak door de vijandelijke pantserafweer, artillerielinie en het vijandelijke pantserwapen gelukt. Maar wat heeft een dergelijk succes voor nut, indien zich in haar rug de vijandelijke infanterie, die in allerlei dekkingen bescher ming zoekt, weer verheft en nu een bol- tverk tusschen de nakomende infanteriefor- maties en de pantsertroepen vormt? Gelukt het niet, de verbinding in stand te houden, dan loopt de aanval gevaar, vast te loopen de crisis is er. Daarom, aldus redeneert de pantservakman, moet de pantserdivisie zelfstandig zijn. Zij moet de beschikking hebben over voldoende eigen infanterie, pio niers- en verkenningstroepen, pantser- en luchtafweer en vele andere dingen. Zij moet echter ook gevolgd worden door snelle en gepantserde infanterie-eenheden, die uit het succes van de verrassing voordeel kunnen halen. Anders leidt de motor en het door hem behaalde militaire voordeel niet tot dat, wat het kan zijn. En de pionier? Hebben nu echter niet degenen gelijk, die zeggen, dat de pionier hindernissen kan scheppen, die geen motor overwinnen kan?, Kent men geen tankvallen, paalhindernis- sen, betonnen muren, onder water gezet land, dit alles in verbinding met het strijd middel der mijnen en der verneveling en met een zorgvuldig georganiseerde pantser afweer? Hierop antwoordt men, dat niet overal in een oorlog de pionier zijn werk reeds ge daan heeft, wanneer de pantsergroep ver schijnt. Verder, dat de verkenners te land en in de lucht, dergelijke hindernissen vast te stollen hebben, zoodat men ze uit den weg kan gaan en, wanneer niet anders mo gelijk, de doorbraak met behulp van een krachtigen artillerie-aanval kan plaats heb ben. Daarachter ligt het vrije terrein, ligt misschien een open flank van een vijande lijk leger en verder de achterwaartsche ver bindingen, waartegen zich de verrassende stoot van de snelle troepen richt. Maar al is men het dan in de verschillen de generale staven *nog niet geheel eens over het nut van den motor in den strijd, voorloopig zal men van dit hulpmiddel ze ker niet afzien. Integendeel, men kan er van op aan, dat de ontwikkeling van paard tot motor verder zal voortschrijden en der halve is het voor ons land van belang, dat men zich daartegen wapent en geen plaats voor verrassingen open laat.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 6