PANTSER
De Veehouderij Centrale
in een glazen huis
strijdt tegen pantser
Nieuwe omroepgolven
voor Nederland
Minister van Dijk
inspecteert de
kustbeveiliging
Dc beweging der
Amerikaansche vloot
helpt Engeland
Hakenkruis op
HollaDdsche school
Turkije treedt toe tot
bet anti-aaovalsfront
Aan veel critiek onderhevig
Ook de minister acht centralisa
tie van den uitvoer niet ge-
wenscht.
„Belasting op margarine, spijs-
vetten en -oliën lang niet fraai".
Gisterenavond hield de minister van Eco
nomische Zaken zijn derde radio-rede over
de Landbouw-Crisismaatregelen, welke was
gewijd aan de Veehouderij.
De belemmeringen voor den uitvoer, welke
in 1931 begonnen op te treden, troffen aldus
de minister, ook de veehouderij, al profiteer
de deze aanvankelijk van den lagen prijs van
het graan, dat als veevoeder wordt gebruikt.
Hierdoor werd het zelfs voordeelig zich op
de veeteelt toe te léggen, zoodat de rundvee
stapel zich van 19301933 uitbreidde met
500.000 stuks of ruim 21 procent, de varkens
stapel zelfs met 700.000 stuks of 35 procent.
Deze uitbreiding was evenwel oorzaak van
een nog diepere inzinking, toen later de vee-
teel Iproducten den algemeenen prijsval volg
den. Wanneer de regeering toen niet had
ingegrepen, zou onze veehouderij, waarop wij
nog steeds met recht trotsch kunnen zijn. al
dus de minister, ten doode zijn opgeschre
ven.
Het rundvee.
De regeering greep daarom in. Zij beperkte
den rundveestapel door afslachting en teelt
regeling.
Het doel dezer teeltregeling was tweeërlei.
Beperking van melk, dus ook van boter en
kaas, en minder aanvoer van rundvee voor
de vlecschmarkt, zoodat de veeprijzen zou
den stijgen. Inzake het laatste heeft de re
geling zeker aan haar doel beantwoord.
In 1931 was de prijs van eerste kwaliteit
vet vee te Rotterdam gemiddeld nog f0.88
per Kg. levend gewicht; in 1932 daalde
deze prijs door het buitensporige aanbod
tot gemiddeld f 0.G8, in 1933 en 1934 tot
f 0.57 en f 0.59 cn in 1935 werd het diepte
punt, n.1. gemiddeld f 0.50 per Kg. levend
gewicht bereikt.
Indien men nu ziet, aldus spreker, dat in
1937 deze prijs gemiddeld f 0.73 en in 1938
f 0.74 per Kg. levend gewicht bedraagt,
dan mag men zonder twijfel constateeren,
dat de teeltregeling voor de verbetering van
de vleeschprijzen haar uitwerking niet heeft
gemist.
Op de resultaten ten aanzien van de melk
productie kwam de minister later terug.
De varkens.
De varkensteelt, welke voor meer dan een
derde van haar productie op den uitvoer
was aangewezen bacon naar Engeland,
versch varkensvleesch, later spek, naar
Duitschland begon in 1931 de gevolgen
van de prijsdaling te ondervinden. Het
aantal slachtingen van baconvarkens daal
de van 20.000 tot 4 a 6000 per week. De boe
ren, die een gunstige wending verwachtten,
weigerden n.1. aanvankelijk hun varkens te
gen de lage prijzen af te staan. In '32 echtpr
kwam het aanbod los en vielen de prijzen
tot 8 a 9 cent per pond, dit is minder dan
de helft van de productiekosten. Bovendien
ging Engeland over tot beperking van den
baconinvoer en werd de uitvoer van var
kensvleesch naar andere landen vrijwel on
mogelijk. Tienduizen kleine boeren werden
door deze deblae.le met den ondergang be
dreigd, zoodat de regeering wel moest in
grijpen. Zij paste een teeltregeling toe
ongeveer gelijk aan die voor de kalveren.
Voor 1939 bedraagt het aantal biggen, die
mogen worden opgefokt 2.160.000, terwijl er
nog een extra toewijzingsmogelijkheid is
van 800.000 ten behoeve van kleine boeren
en landarbeiders, die varkens voor gezins-
verbruik telen. Bovendien wordt het aan
tal varkens vastgesteld, dat mag worden
aangehouden, voor geheel Nederland be
draagt dit in 1939 1.500.000.
Critiek op de Centrale.
Spr. wees vervolgens op de noodzakelijke
centralisatie van teelt - en uitvoerregeling
in de Ned. Veehouderij centrale. De vee
houderij-centrale heeft zeer veel critiek on
dervonden.
Daarbij werd echter wel eens ver
geten, dat de centralisatie van den
uitvoer het noodzakelijke gevolg is
geweest der geheele varkensrege
ling en dat de Centrale hier min of
meer als particulier handelaar en
exporteur moet optreden. Wanneer
de particuliere handel fouten maakt,
komt dit niet zoo naar buiten, de
veehouderij centrale echter zit als
het ware in een glazen huis.
Hoewel de minister zeker niet van mee
ning is, dat deze centralisatie van den uit
voer een gewenschte toestand is en hij
grootere deelneming van den particulieren
handel en de exporteurs zou toejuichen, in
dien dit mogelijk was, meende spreker toen
goed te doen de taak van de veehouderij
centrale iets duidelijker te belichten.
De zuiveL
Aan de hand van enkele cijfers betoogde
spreker vervolgens de beteekenis van de
zuivel voor ons land. In 1928 bedroeg de
uitvoer van zuivelproducten f 225.000.000.
Dit was ongeveer 1/3 van de waarde van
onzen geheelen uitvoer aan landbouwpro
ducten.
Da boteruitvoer daalde van 37 millioen
kg. per jaar in 19291931 tot 20 millioen in
1932, die van kaas van 79 milioen in 1929
tot 36 millioen in 1932. Geen wonder dat de
melkveehouder met verlies werkte, op elke
kg. melk legde hij pl.m. twee cent toe. Op
de ongeveer 4 milliard kg. melk welke in
dien tijd jaarlijks werd gewonnen, beteeken-
de dit dus een zwaar verlies voor ons land.
Ook hier was snelle hulp geboden. In 1932
kwam de crisis-Zuivelwet tot stand, welke
steunmaatregelen voor de veehouderij be
vatte. Deze wet werd in 1935 ingetrokken
toen deze steunmaatregelen, die thans nog
van kracht zijn, op de Landbouw-crisiswet
werden gebaseerd.
Om den boeren ten minste den kostprijs
van de zuivel te verzekeren, werd de prijs
van de boter, die tot plm. f 0.90 per kg.
was gedaald, door middel van een heffing
tot plm. f 1.4U per kg. verhoogd. Ook de
binnenlandsche prijzen van kaas en andere
zuivelproducten werden verhoogd.
Spr. lichtte vervolgens de maatregelen op de
vervangingsproducten toe- margarine, spijs-
vetten en -oliën.
Onze boter-export.
De minister deed nog uitkomen, hoe, wat
onzen boteruitvoer betreft, Duitschland en
Engeland in den loop van de crisisjaren
van plaats zijn gewisseld. Vóór de crisis
was Duitschland ons belangrijkste afzetge
bied, thans gaat het grootste quantum naai'
Engeland. De prijs dien de boter in het bui
tenland opbrengt (op de Engclsche markt
pl.m. f0.80 per kg), is nog steeds lager dan
de productiekosten hier te lande, welke in
den winter pl.m. f 1 45, in den zomer pl.m.
fl.30 bedragen. De opbrengsten van de hef
fingen op margarine, spijsvetten en -oliën
worden gebruikt om den hoeren ook voor de
uitgevoerde boter deze opbrengst te kunnen
verzekeren.
Deze financiering van den boter
uitvoer uit gelden door het minst
draagkrachtige deel der bevolking
betaald acht de minister wel is waar
in het geheel niet fraai, doch hij
ziet geen anderen weg en ondanks
alle critiek heeft nog niemand een
beter voorstel gedaan.
De noodige bedragen: pl.m 30 a 35 mil
lioen per jaar, zijn niet gemakkelijk op an
dere wijze te verschaffen Men moet ook niet
vergeten dat de heffingen eveneens tot doel
hebben een bepaald prijspeil vooi de mar
garine en vetten te handhaven. Het armste
deel der bevolking behoeft hieraan echter
niet mee te betalen, de ar voor werkloozen
en armlastigen goedkoope margarine en vet
voor f 0.44 per kg. ter beschikking wordt
gesteld.
Verliesgevende melkuitvoer.
In zake de critiek op de zich steeds uit
breidende melkwinning en botorproductie,
deed de minister uitkomen, tlat door de
grootere hoeveelheid, die gewonnen wordt,
de productiekosten zijn gedaald. Bij beper
king van de melkwinning zou de kostprijs
weer stijgen en de boer dus een hoogeren
toeslag per kg. moeten ontvangen dan thans.
Wat den verliesgevendén uitvoer betreft,
stelde spreker de vraag waar mep anders
met het te veel aan melk zou moeten blij
ven. De boterprijs verlagen om het gebruik
in eigen land te bevorderen? De ervaring
heeft geleerd, dat er weinig valt te zeggen
omtrent den invloed, dien de prijsverhooging
van boter op het verbruik zou uitoefenen,
aangezien de algemeene koopkracht hierbij
van groot belang is. Wei is zeker, dat de
boer voor de boter die in het binnenland
wordt afgezet dan een lageren prijs zou ont
vangen. Voor het verschil zou hij dus weer
een hoogeren toeslag moeten krijgen.
Voorts zullen de margarine cn liet vet dat
dan ook in prijs verlaagd moet worden, dan
minder aan heffingen opbrengen en zoo zit
ten er nog meer kanten aan dit moeilijke
vraagstuk.
De vierde en laatste radiovoordracht zal
worden gehouden Vrijdag 21 April, des
avonds van 7—7.30 uur. De minister zal dan
spreken over den tuinbouw, de sierteelt, de
pluimveehouderij en de visscherij.
Successen van de radio-conferen
tie te Montreux.
Nieuwe arrangementen voor de
kuststaüons.
Zaterdag j.1. is na een conferentie, die
pl.m. 7 weken inspannenden arbeid heeft
gevergd, te Montreux tot stand gekomen de
Convention Europeenne de Radiodiffusion en
het daaraan verbonden plan de Montreux,
ter toekenning aan de Europeesche staten
van frequenties voor hun radio-omroepsta-
tions.
Op deze conferentie, die het gevolg is ge
weest van een door de Zwitsersche regee
ring op de conferentie te Cairo in 1938 aan
vaarde uitnoodiging, waren alle Europee
sche landen vertegenwoordigd. De Neder
landsche delegatie heeft op de conferentie
de gedragslijn gevolgd, die vóór den aan
vang daarvan met instemming van alle in
stanties, die bij den omroep in Nederland
betrokken zijn, door de Nederlandsche re
geering was vastgesteld.
Deze gedragslijn heeft er toe ge
leid, dat Nederland zich verworven
heeft de vrije, d.w.z. niet gedupli
ceerde golven van 413 en 356 m.,
waarmede een voor de behoeften
van den^Nederlandschen omroep vol
doening'schenkend resultaat is ver
kregen. Dit beteekent, dat de golf
van Jaarsveld practisch onveranderd
blijft en de golf van Hilversum ruim
150 K.H. is verbeterd.
De kuststations.
Het plan van Montreux wordt op 4 Maart
1940 van kracht.
Van de aanwezigheid ter conferentie van
de experts op marinegebied is door dg Ne
derlandsche gedelegeerden gebruik gemaakt
om besprekingen te voeren ter verkrijging
van een nieuwe indeeling van de kuststa
tions in de voor het mobiel verkeer beschik
bare golfbanden. De conferentie in Cairo
heeft n.1. wijziging gebracht in de golfban
den voor het mobiel verkeer en heeft op
uitnoodiging van de Nederlandsche delega
tie de Nederlandsche administratie belast
met de taak om tot nieuwe regionale arran
gementen voor de kuststations te komen.
Tijdens het verblijf in Montreux zijn deze
nieuwe arrangementen tot stand gekomen
voor de Atlantische Oceaan cn de Noord
kust van Afrika, voor de Noordzee en het
kanaal, voor de Middellandsche Zee en
voor de Oostzee.
Vandaaa ce?i bezoek aan grens-
bataljons.
De minister van Defensie, dr. J. J. C. van
Dijk, heeft zich gistermiddag na afloop van
den Ministerraad, vergezeld van zijn ad
judanten luitenant te rzee eerste klasse J.
E. A. Post Uiterweer en kapitein mr. H. J.
Kruis, alsmede van het hoofd van de afdec-
ling Generale Staf van zijn departement
luit. kolonel A. G. H. Dij.xhoorn, naar Hoek
van Holland en vervolgens naar IJmuiden
begeven om aldaar kennis te nemen van de
maatregelen voor de kustverdediging.
De minister begeeft zich heden, naar het
Oosten en Zuiden van ons land teneinde be
zoeken te brengen aan de troepen, belast
met de grensverdediging en zich op de
hoogte te stellen van de in het grensgebied
genomen maatregelen.
Een pleidooi voor vlootuitbrei-
ding in Amerika.
Engélsche bladen merken op, dat
het plotselinge bevel aan de Ameri
kaansche vloot om zich van de At
lantische Oceaan naar de Stille
Zuidzee te begeven in niet geringe
mate steun geeft aan de Britsche
Zeemacht in het Verre Oosten.
Zonder te mogen spreken van een Engelsch-
Amerikaansche afspraak op vlootgebied, is
men toch overtuigd, dat de verplaatsing
der Amerikaansche vloot geen ander doel
heeft, dan aan de Britsche te veroorloven
bepaalde oorlogsschepen uit het Verre
Oosten naar Europa te dirigeeren, met het
oog op het dreigende gevaar in de Middel
landsche Zee.
Hierdoor zou de suprematie van dc Fransch-
Britsche vloot zóó groot worden, dat zelfs
in geval van oorlog de koopvaardijvaart op
de Britsche koloniën door de Middelland
sche Zee zou kunnen blijven verzekerd.
Versterking van het Panamaka
naal.
Gisteren is opdracht gegeven zoodanige
maatregelen te nemen, dat het Panamaka
naal voldoende versterkt zal zijn.
Senator Walsh, de voorzitter van de se
naatcommissie voor vlootaangelegenheden,
heeft een beroep gedaan op uitbreiding van
de vloot en de luchtmacht der Vereenigde
Staten, ten einde „deze natie te beschermen
tegen iedere gebeurlijkheid. Wij kunnen
niet langer een aan twee oceanen liggende
natie op doeltreffende wijze verdedigen met
een vloot voor een oceaan," zeide hij.
De Duitsche school in Den Haag
ziet af van Rijks- en Gemeente
lijke subsidie.
Op vragen van den heer Drees betreffende
het uitsteken van de Duitsche vlag door een
school te 's-Gravenhage, ter viering van de
bezetting van Tsjecho-Slowakije door Duit
sche troepen, heeft de heer Slotemaker de
Bruine, minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen als volgt geantwoord:
De minister heeft het bestuur van boven
genoemde school gewezen op het onge-
wenschtc van den toestand, dat een school,
vallende onder art. 207 der Lager-On der wijs-
wel 1920, bij een gebeurtenis als deze van
haar vreugde doet blijken.
Het bestuur heeft den minister ge
antwoord, dut het zich bereid ver
klaart af te zien van dc krachtens de
Lager Onderwijswet 1920 door het
Rijk en de gemeente te verleenen
subsidies. Echter met de bijvoeging,
dat het tot regeling der zaken eeni-
gen tijd behoeft. De minister ziet
hiervan de redelijkheid in.
De minister heeft zich ter zake tot de be
sturen van de andere scholen van denzelfden
aard gericht.
^w-emmen
NIEUW NED. RECORD 500 M. BORST-
CRAWL.
Dolf van der Kuil van de Schie-
damsche Zwemclub is er gisteravond
in het Sportfondsenbad te Schiedam
in geslaagd het Nederlandsch re
cord 500 meter borstcrawl te verbe
teren door dezen afstand af te leg
gen in den tijd van 6 min. 15.6 sec.
Het oude record stond op naam
van Piet Stam met een tijd van 6
min. 27.3 sec., gevestigd op 27 Aug.
1937 te Batavia.
De eerste 100 nieter legde de Schiedam
mer af in 1 min. 4.4 sec., Van der Kuil bleef
rustig, maar snel doorgaan, zijn slag was
soepel, terwijl hij keurig baan hield. De 200
meter werden afgelegd in 2 min. 19.3 sec.
cn de 300 meter gingen op in 3 min. 37.1 sec.
Hij bleef hier 0.1 sec. beneden zijn record
van 29 Nov. van het vorige jaar, doch de
nieuwe tijd zal niet. als Nederlandsch record
kunnen worden erkend, omdat hiervoor
geen voldoende officieelc tijdopnemers be
schikbaar waren. De 20-jarige zwemmer
hield uitstekend vol en over 400 meter no
teerde hij een tijd van 4 min. 55.4 sec, waar
mede hij het Nederl. record, eveneens op
zijn naam staande, evenaarde. Zoo was het
begrijpelijk, dat het record op de 500 meter
er met flink verschil aan moest gaan. Het
keeren bleef voortreffelijk en de 500 meter
legde hij af in 6 min. 15.6 sec., waarmede
het record van Stam met niet minder dan
11.7 sec. was verbeterd. Uit een cn andei-
blijkt duidelijk, dat van der Kuil gemakke
lijk in staat moet worden geacht de Neder
landsche records op de 300 meter en 400
meter scherper te stellen.
Chamberlaia spreekt beden
Chamberlain zal waarschijnlijk he
den in het Lagerhuis een mededee-
ling doen over den stand der onder
handelingen tusschen Turkije en
Engeland ten aanzien van daden
van agressie op het Balkanschier
eiland. Men verwacht, dat hij mede-
deeling zal doen van het toetreden
van Turkije tot heb anti-aanvals
front.
De Russische ambassadeur, Maisky, die
naar Moskou ontboden is om verslag uit te
brengen, zal waarschijnlijk hedeh van Lon
den vertrekken. Intusschen verneemt Reu
ter, dat de Britsch-Russische onderhande
lingen betreffende de positie der Sovjet-Unie
in het anti-aanvalsfront te Moskou zullen
worden voortgezet.
Fraosche vloot
beschermt Gibraltar
Britsche vloot heeft nu de handen
vrij in het Oostelijk deel van de
Middellandsche Zee.
ITALIAANSCHE TROEPENBEWEGINGEN
IN SPANJE.
Gisteren zijn te Gibraltar drie Fransche
kruisers van 7600 ton en nog drie torpe
dojagers aangekomen, zoodat in 24 uur tijds
in totaal 13 Fransche oorlogsschepen de ha
ven zijn binnengeloopen.
Daarnaast verneemt Reuter, dat vrijwel
dc geheele Britsche Middellandsche Zee-
vloot zich in de buurt van Malta bevond.
Te Gibraltar bevinden zich slechts een paar
Britsche schepen, meercndeels torpedojagers
Volgens de Daily Express zijn eveneens
te Gibraltar gearriveerd de Fransche slag
schepen Bretagne en Lorraine, schepen
van bijna 23000 ton elk cn twee destroyers,
de Terrible en de Fantasgue, welke 2600
ton elk meten.
De slagschepen zijn onlangs geheel gemo
derniseerd. De destroyer Terrible is houd
ster van het snelheidsrecord met 45.25 knots.
Het is de bedoeling denkt men, dat de
Fransche vloot zal waken voor de veiligheid
van het Westen van de Middellandsche zee,
zoodat de Britsche vloot de handen vrij
houdt in het Oostelijk deel.
De Fransche vloot zal alzoo deelnemen
aan dc verdediging van Gibraltar.
De diplomatieke redacteur van Evening
Standard zegt uit betrouwbare bron te
hebben vernomen, „dat minstens twee ba
taljons Italiaansche Alpenjagers naar Cadiz
zijn gezonden en dat twee andere bataljons
zich in de Pyreneeën bevinden."
Hetzelfde blad geeft te kennen, dat zich
ongeveer zes Duitsche divisies thans in ver
schillende deelen van het Italiaansche rijk
bevinden.
De Daily Telegraph meldt, dat volgens
de laatste berichten, waarover de Fransche
autoriteiten beschikken, kortgeleden te Car
diz 15.000 Italianen aan land gezet zijn,
welke zich nog steeds in de buurt van deze
stad bevinden. Dit beteekent, dat zij liet op
100 k.m. afstand gelegen Gibraltar zouden
kunnen bedreigen.
Een beeld, zooals
men het in den
wereldoor 1 o g
nog niet zag.
DE SNELLE TROEPEN.
Dr. Coliin heeft in zijn radiorede
gesproken over het zeer snelle ver
loop, dat de krijgshandelingen in
onzen tijd kenmerkt en daarbij ver
klaard, dat de normale sterkte van
ons leger op vredesvoet ongenoeg
zaam is om de zekerheid te'schep
pen, dat een mobilisatie ongestoord
zal verloopen. In verband daarme
de brengen wij dit artikel over de
z.g. „snelle troepen", dat door een
deskundige geschreven is.
„Snelle troepen" een nieuw en toch
een oeroud begrip! Welke veldheer heeft
ze in een anderen vorm de gevechtswa
gens, de gepantserde ridders, de cavallerie-
divisies, de op wagens gezette infanterie en
ten slotte de gemotoriseerde eenheden
niet bezeten?! Welke een superioriteit ver
leende van oudsher de grootste snelheid
en daarmede de mogelijkheid van den ver-
rassenden aanval in den flank en den rug
van den vijand!
Vertienvoudigde dagelijksche
prestatie.
Nu zal men onder „snelle troepen" vol
gens huidige opvatting verschillende forma
ties te onderscheiden hebben, de pantser
divisies, de z.g. lichte divisies, dc gemotori
seerde infanteriedivisies en ten slotte ook
de pantserafweer. In een opzicht echter zijn
zij aan elkaar gelijk: de motor als middel
van vervoer veroorlooft, wanneer noodig,
een tien maal hoogere marschprestatie dan
die. welke door de infanterie geleverd kan
worden.
De pantserdivisie.
De leek kan zich er moeilijk een voorstel
ling van maken, welke een gecompliceerd
lichaam een moderne infanteriedivisie en
eerst recht een pantserdivisie is. Moeten wij
als haar kern dc pantserbrigade beschou
wen, dus de gevcchtswagenformaties, die
hun met talrijke machinegeweren en ka
nonnen uitgeruste, ook op een moeilijk ter
rein te gebruiken vervoermiddelen om zoo
te zeggen als een golf naar voren schuiven,
zonder de begeleidende infanterie zou zij,
toch weinig waard zijn. Gewone bataljons
en bataljons wielrijders, pioniers, artille
rie, ccn eigen pantser- en luchtafweer en
niet in de laatste plaats ook de verkenners
te land en in de lucht vormen belangrijke
bestanddeelen van een pantserdivisie. Ze
ker is zij naar het aantal menschen geme
ten niet onaanzienlijk zwakker dan een
infanteriedivisie, maar daarvoor is de
kracht van haar stoot dank zij de snelheid
harer bewegingen en dank zij de pantserbe-
scherniing, waarin de strijders zoowel als
de wapens zich verheugen, des te grooter.
Het vuurwapen, dat eens den ruiter tot het
verlaten van zijn paard of tot uitwijken
dwong, het geweer en later het machinege
weer, beteekent geen gevaar "meer. Daar
voor in de plaats is intusschen een andere
vijand opgedoken, het nieuwe pantseraf-
weerwapen, terwijl bovendien tegen de ar
tillerie van den vijand ook de huidige ge
vechtswagens niet bestand zijn. Ten slotte
strijdt pantser tegen pantser, een beeld, zoo
als men het in den wereldoorlog nog niet
zag, maar waarmede men voor een even
tueel komenden oorlog rekening houdt.
Lichte en gemotoriseerde infan
teriedivisies.
Een pantser- en een lichte divisie onder
scheiden zich van elkaar door de omstan
digheid, dat de laatste meer verkennings-
formaties, maar minder pantsereenheden
bezit. De iichte divisie komt ongeveer over
een met de vroegere cavaleriedivisie, wel
ker taak de z.g. operatieve verkenning was.
Haar aanvalskracht is, ofschoon zij van in
fanterie en de haar begeleidende wapens
rijkelijk voorzien is, ten gevolge van de
zwakkere uitrusting met pantsers geringer.
De gemotoriseerde infanteriedivisies der
meeste landen komen in hun indeeling
overeen met de vroegere infanteriedivisies
Haar kracht ligt enkel en alleen in de groo-
te bewegelijkheid. Anderzijds is haar af
hankelijkheid van het wegennet niet te ont
kennen en hier treden ook, wat overigens
voor alle snelle troepen geldt, de problemen
der munitie-, levensmiddelen- cn niet in
de laatste plaats ook brandstoffenvoorzie-
ning op ongekende wijze op den voorgrond
Het ware onjuist, aan te nemen, alsof het
vraagstuk der snelle troepen reeds geheel
opgelost zou zijn. Nog er van afgezien, dat
het er om gaat, honderden en duizenden
motorvoertuigen te verzamelen, op weinige
wegen te laten oprukken en menschen en
motoren voortdurend van het noodige te
voorzien, doemen ook voor de leiding geheel
nieuwe problemen op.
Het komt er vooral op aan, dat de
snelle troep in voortdurende verbin
ding met de stwen der verschillen
de formaties blijft. Bliksemsnel moe
ten besluiten genomen worden, be
wegingen, die met een zestig-kilo-
meter-tempo plaats hebben, zijn te
controleeren.
De crisis van den aanval.
Deze snelheidsfactor is vooral op het slag
veld van groote beteekenis. Won de infan
terie nog in den wereldoorlog in het beste
geval bij een goed uitgevoerden aantal twee
of drie kilometer terrein per uur, de pant
sertroep vordert in denzelfden tijd wellicht
25 a 30 kilometer, vooropgesteld, dat de ver
rassing en daarmede de doorbraak door de
vijandelijke pantserafweer, artillerielinie en
het vijandelijke pantserwapen gelukt.
Maar wat heeft een dergelijk succes voor
nut, indien zich in haar rug de vijandelijke
infanterie, die in allerlei dekkingen bescher
ming zoekt, weer verheft en nu een bol-
tverk tusschen de nakomende infanteriefor-
maties en de pantsertroepen vormt? Gelukt
het niet, de verbinding in stand te houden,
dan loopt de aanval gevaar, vast te loopen
de crisis is er. Daarom, aldus redeneert
de pantservakman, moet de pantserdivisie
zelfstandig zijn. Zij moet de beschikking
hebben over voldoende eigen infanterie, pio
niers- en verkenningstroepen, pantser- en
luchtafweer en vele andere dingen. Zij moet
echter ook gevolgd worden door snelle en
gepantserde infanterie-eenheden, die uit het
succes van de verrassing voordeel kunnen
halen. Anders leidt de motor en het door
hem behaalde militaire voordeel niet tot
dat, wat het kan zijn.
En de pionier?
Hebben nu echter niet degenen gelijk, die
zeggen, dat de pionier hindernissen kan
scheppen, die geen motor overwinnen kan?,
Kent men geen tankvallen, paalhindernis-
sen, betonnen muren, onder water gezet
land, dit alles in verbinding met het strijd
middel der mijnen en der verneveling en
met een zorgvuldig georganiseerde pantser
afweer?
Hierop antwoordt men, dat niet overal in
een oorlog de pionier zijn werk reeds ge
daan heeft, wanneer de pantsergroep ver
schijnt. Verder, dat de verkenners te land
en in de lucht, dergelijke hindernissen vast
te stollen hebben, zoodat men ze uit den
weg kan gaan en, wanneer niet anders mo
gelijk, de doorbraak met behulp van een
krachtigen artillerie-aanval kan plaats heb
ben. Daarachter ligt het vrije terrein, ligt
misschien een open flank van een vijande
lijk leger en verder de achterwaartsche ver
bindingen, waartegen zich de verrassende
stoot van de snelle troepen richt.
Maar al is men het dan in de verschillen
de generale staven *nog niet geheel eens
over het nut van den motor in den strijd,
voorloopig zal men van dit hulpmiddel ze
ker niet afzien. Integendeel, men kan er
van op aan, dat de ontwikkeling van paard
tot motor verder zal voortschrijden en der
halve is het voor ons land van belang, dat
men zich daartegen wapent en geen plaats
voor verrassingen open laat.