Geestelijk Leven
B
"AKKERTJES"
Dr. E. Hoekstra's
Simplex rijwielen, sportief - licht - snel. 4650
UITENLANDSCH.
I
VERZICHT
w
ir
R
Geestelijke
en moreele
herbewapening
Scdeie. focrfdpijH
Bloedzuiverende
Gezondheidspillen
O vertollig haar
Terlep's Drogisterij
Ingezonden
Zaterdag 22 April 1939
Tweede blad
5
>RN.
lij ka
wij:
jak
hts
ia
id,
door ASTOR
jn nüjn Paaschartikel schreef ik enkele
•woorden over geestelijke en moreele herbe-
-wanening. Het lijkt mij van belang om
'daaraan een apart artikel te wijden. Niet
alleen omdat het, na de toespraak van de
Koningin, bijna tot een journalistieke mode
is geworden om daarover te schrijven, maar
ook omdat in vele plaatsen de menschen
i zich beijveren om de gedachte der geestelij-
ke en moreele herbewapening ingang te
doen vinden (men denke b.v. aan de pro
vincie Groningen) en omdat het m.i. vóór
alles duidelijk moet zijn, wat wij precies
daaronder hebben te verstaan.
Wat beteekent herbewapening?
Wij kennen het voorvoegsel „her" in ver-
1 schillende Nederlandschc woorden en kun
nen daarom zeer nauwkeurig de beteeken is
aangeven. Hereenigen beduidt opnieuw ver-
eenigen; herkauwen= opnieuw kauwen;
I harleven= opnieuw leven; heroveren— op-
I nieuw veroveren. Ik zal het bij deze voor
beelden laten. Maar wat blijkt er uit? Dat
het voorvoegsel „her" wijst op een hande-
ling, welke ten doel heeft om te herhalen
wat eens geschied is of om een vroegeren
toestand weer te herstellen. Wanneer de
I koe herkauwt, dan doet zij iets wat ze reeds
eerder gedaan had; wanneer het voorjaar
i aanbreekt, dan tooien zich boomen en strui-
ken met nieuw groen, dan gebeurt er iets
wat regelmatig geschiedt en wij zeggen de
natuur herleeft; als een veldheer een stad
herovert, ligt daarin opgesloten, dat hij
haar eens heeft bezeten, daarna verloren en
dat zij n.u weer in zijn macht komt.
Wanneer wij derhalve spreken van herbe
wapening, gaan wij er van uit, dat er ééns
bewapening was en dat deze op de een of
i andere wijze is verdwenen of verloren ge
raakt en nu weer moet worden tot stand
I gebracht. Dus: opnieuw bewapenen.
Zoo sprak men indertijd ook van de her
bewapening van Duitscliland. Door het vre
desverdrag van Versailles was het nage
noeg geheel ontwapend; onder het nationaal
socialistische regime is het overgegaan tot
een bewapening, welke de vroegere vele
ïnalen overtreft.
De herbewapening, waarvan de Koningin
Iheeft gesproken, doelt echter niet op ka
nonnen, tanks, slagschepen, duikbooten en
.vliegmachines, maar op het her-winnen van
andere krachten, welke zij aanduidt als
geestelijke en moreele wapenen.
Zij gaat daarbij uit het woord herbe
wapening wijst daarop van de veronder
stelling, dat die geestelijke en moreele wa
penen vroeger aanwezig waren en dan kan
ïiaar bedoeling slechts zijn dat zij opnieuw
moeten worden gebruikt.
Die gedachte,' uitgedrukt in de woorden
g en m. herbewapening is mij zeer sym
pathiek.
Ik zou er een lief ding voor over hebben,
Bis ik de gelegenheid kreeg om met de Ko
ningin daarover een intiem, eerlijk en rus-
lig gesprek te hebben en dan niet als on
derdaan met een Vorstin, maar als mensch
met een medemensch. Ik vermoed evenwel,
dat ik daartoe de gelegenheid nooit zal
krijgen. Toch zou het heel interessant kun
nen zijn. Nu moet ik mij beperken tot mijn
lezerskring.
Hoe zou het toch .komen, dat de radiorede
"der Koningin zooveel weerklank heeft ge
vonden? Voor een deel is dit natuurlijk een
gevolg van het feit, dat het de Vorstin was
die sprak. Wanneer een ander, een doodgc-
woon mensch, een mijnheer Pieterse of een
mevrouw Jansen hetzelfde had gezegd, zou-
den velen er geen notitie van hebben geno-
t men. Maar voor een ander deel is die weer
klank m.i. ongetwijfeld t® verklaren uit het
feit, dat duizenden menschen gaan inzien,
dat wij op den verkeerden weg zijn en dat
deze weg voert naar een afgrond. En het
kenmerkende van dezen weg bestaat hier
in, dat steeds meer het geloof in geestelijke
en moreele waarden plaats maakt voor het
geloof in en het vertrouwen op het geweld.
Ja, nien kan haast spreken van een cultus,
gen vereering van het geweld.
Ieder, die de laatste twintig jaren het we-
en den heelen dag leeds? Eigen
schuld. Neem toch'n "AKKERTJE",
dan bent U er immers zoo van afl
IS «tuk* 12 ituiver» t ituki t stuivt»
Iti op hot AKKER-merk 1
reldgebeuren heeft gadegeslagen en de men
taliteit der menschen heeft trachten te be
grijpen, wordt getroffen door het ontstel
lende verschijnsel, dat veel meer nog dan
vóór den wereldoorlog, de volken tot oor
logsbereidheid komen en hun kracht zoe
ken in de materieele wapenen met volkomen
uitschakeling der geestelijke en moreele
krachten.
Het allereerste komt dit tot uiting in de
totalitaire staten, in Duitschland en Ialie.
Hiervan worden wij ons diep bewust, wan
neer wij b.v. kennis maken met den inhoud
van het boek van Alfred Rosenberg „Der
Mythus des zwanzigsten Jahrhunderts" (Do~
mythe van de twintigste eeuw), dat na
„Mein Kampf" van Hitier, het meest ver
kochte boek in Duitschland is. In 1938 wer
den er 553.000 exemplaren van geplaatst en
het beleeft nu reeds de 110de uitgave. „Met
zwaard en ploeg voor eer en vrijheid", dat
zal de krijgskreet zijn van het nieuwe G*r-
maansche ras, schrijft Rosenberg en elders
heet het „liefde, ootmoed, zelfverloochening,
nederigheid aan de ééne zijde of een, waar
digheid zelfverzekerdheid trots aan de andere
zijde, welk ideaal zal overwinnen?" Laat ik
nog een paar aanhalingen mogen geven:
„De idee van eer nationale eer is
voor ons het begin en het einde van alle
denken en van elke actie. Ik kan geen ge
lijkwaardig krachtencentrum behalve deze,
noch christelijke liefde, noch vrijmetselaars
humaniteit ,noch roomsche filosofie". „Wat
dienstig is voor de Gemiaansche eer is de
ééne en eenige wet."
Gelijk bekend mag worden geacht, wen-
schen de nationaal-socialistische heerschers
er moet vechtmateriaal zijn! zooveel
mogelijk geboorten, daarom schrijft Rosen
berg: „het kroost van gezonde, ongehuwde
moeders beteekent een kracht, die toege
voegd wordt aan de Germaansche gemeen
schap... in een toekomstig Germaansch rijk
zal een vrouw, die geen kinderen heeft
of ze getrouwd is of niet beschouwd
worden als een tweede-rangs lid der ge
meenschap."
Het is overbodig te vragen, welk een in
vloed zulk een boek uitoefent op' het Duit-
sche volk.
En als wij daarbij bedenken, hoe het
Duitsche kind van zijn zesde jaar af in den
greep komt van den al-beheerschenden
staat en vóór alles in militairistischen geest
wordt opgevoed, dan begrijpen wij welk
een ontzaglijk gevaar daarin schuilt voor
den geestelijken en moreelen groei. In Ita
lië kunnen wij hetzelfde verschijnsel waar
nemen.
En wij verbazen er ons niet over, dat over
de gansche wereld menschen opstaan, die
uitroepen dat 't zoo niet langer kan en
mag voortgaan.
Een voorbeeld daarvan onder meerderen
is in ont land prob Huizing»,die wis*het
bekende boek „In deschaduwenvan mor
gen" gaf. Ook hij gevoelt dat wij met den
cultus van het geweld op den verkeerden
weg zijn en stelt de vraag: vanwaar moet
de redding komen? En dan zegt hij: „Van
„Vooruitgang" als zoodanig hebben wij
haar niet te venvachten. Wij zijn genoeg
„vooruitgegaan", in het vermogen om deze
wereld en onze gemeenschap te bederven.
De vooruitgang van wetenschap en tech
niek, hoe onmisbaar en verheffend, zal het
heil der cultuur niet brengen. Wetenschap
en techniek zijn tot fundament van een
cultuurleven niet genoeg."
Deze zelfde professor begint zijn boek met
deze woorden: „Wij leven in een bezeten
wereld. En wij weten het. Het zou voor nie
mand onverwacht komen, als de waanizin
eensklaps uitbrak in een. razernij, waaruit
deze arme Europeesche menschheid achter
bleef in verstomping en verdwazing, de mo
toren nog draaiende de vlaggen nog wap
perende, maar de geest geweken."
Juist! De geest geweken! Wij zijn ver
vallen tot een practisch materialisme, dat
afschuwelijk is omdat daarvoor feitelijk
maar één ding waarde heeft; geld, macht!
Welke beteekenis hebben nog langer de
oude waarden? Welke beteekenis hebben
waarheid, oprechtheid, liefde? En toch ligt
de gehechtheid aan deze geestelijke en mo
reele waarden diep verankerd in de ziel
van eiken mensch; hij kan er zich niet
van ontdoen, omdat zij een onuitroeibaar,
een onvernietigbaar deel van zijn wezen
vormen.
Ik wil niet teveel vallen in de herhaling
van wat ik in mijn Paaschartikel schreef;
daarom wil ik mij bepalen tot de vraag:
durven zij, die tegenwoordig zoo hoog op
geven van de noodzakelijkheid der geeste
lijke en moreele herbewapening en die te
recht zich bezorgd maken voor de gevaren
welke de cultuur bedreigen, zich ook vol
doende rekenschap geven van de consequen
ties, welke daaraan vast zitten?
Ik vrees dat dit bij velen niet het geval is.
Toch hebben wij, naar ik meen, het volle
recht, neen, de dure plicht om op die con
sequenties te wijzen.
De fascisten durven de consequenties aan.
Met niets ontziend geweld voeren zij hun
ideeën door. Openlijk verkondigen zij de
onderwerping van den mensch aan den
God-Staat. Bisschop Müller -yan de nieuwe
rijkékerk verklaarde in een preek, dat
barmhartigheid een ongermaansche opvat
ting is. En de concentratiekampen leveren
het bewijs, evenals hef nieuwe strafwetboek!
Wanneer allen, die voor g. en m. herbe
wapening zijn. even recht op hun doel af
gingen als de fascisten (of nationaal-socia-
listcn) waar zouden zij dan terecht komen?
Hier komen wij te staan voor een gewel
dige moeilijkheid. En ik kan me voorstel
len, dat menigeen met de handen in het
haar zit als hem de concrete vraag wordt
gesteld: waarheen moeten wij gaan en hoe
moeten wij er komen? Die geestelijke en
moreele herbewapening moet dan toch van
leuze tot werkelijkheid worden.
W<aarheen Naar de menschel ij ke broe
derschap, naar een samenleving van gelijk
berechtigde wezens, die physieken of gees
telijken arbeid verrichten niet om zich te
verrijken, maar om de menschheid de stof
felijke en geestelijke goederen te schenken,
welke zij noodig heeft; naar een wereld,
waar geen heerschende en uitbuitende
klassen en geen geëxploiteerden zijn; naar
een wereld, waarin het fabelachtig grootc
.productievermogen wordt aangewend om
allen een mensch waardig bestaan, brood
en vrijheid te verzekeren. Immers dit alléén
kan het logisch gevolg zijn van de aanvaar
ding van waarachtige, moraliteit. Want de
grondslag, de onwrikbare basis der morali
teit is en blijft wat zij van oudsher (in theorie
tot dusverre) is geweest: heb uw naaste
lief als uzelf.
Wanneer eens allen, die voor geestelijke
en moreele herbewapening zijn, zich hier
van eerlijk rekenschap gaven, dan zouden
wij een grooten stap verder zijn; dan zou
de nieuwe wereld in hun ge est reeds
leven. En dat zou van vérstrekkende be
teekenis zijn, want eerst dan wanneer de
KENT U
Deze pillen bestrijden de ongemakken ont
staan door onzuiver bloed, herstellen on
voldoende spijsvertering en bevorderen de
natuurlijke verrichtingen des lichaams.
90 et. of f 1.56 per doos met gebruiksaanw.
Verkrijgbaar in Apotheken en Drogisterijen.
geest rijp is geworden voor het nieuwe, kan
liet practisch verwerkelijkt worden.
Maar hoe? In de allereerste plaats is hier
voor noodig, dat do menschen worden
losgemaakt van de oude denkbeelden, waar
in zij veel vaster gevangen zitten, dan zij
gewoonlijk vermoeden. En als ik spreek
van oude denkbeelden (ideologieën), denk
ik vóór alles aan het geloof in liet geweld.
Boven dit geloof moeten de menschen uit
stijgen, dat is het geloof van de wildernis,
van den ocrmensch.
En wij weten nu toch waarachtig einde
lijk wel, tot welk een afgrijselijken toe-
-stand dat geweldsgeloof ons heeft gebracht:
een wereld van haat en vijandschap, een
wereld waarin de beste krachten gesteld
worden in den dienst der vernietiging en
waarin de volken zich krommen onder on
beschrijfelijk zware militaire lasten. En
staat daartegenover iets goeds, dat aan het
geweld is te danken? Heeft het ooit ook
maar de minste liefde in de harten wak
ker geroepen0 Heeft het de menschen ver
edeld, geestelijk verrijkt?
Principieel zal dus ieder, die langs den
weg van g. en m. herbewapening een nieu
we wereld wil helpen, tot stand brengen,
het geweld verwerpen.
Of dat mogelijk zal zijn, en de revoluti-
onneering van den geest alleen voldoende
is om verandering te brengen, meen ik te
moeten betijfelen. Het wapen der sterke
persoonlijkheid die niet terugschrikt voor
de consequenties van zijn overtuiging, zal
zeker mede den doorslag moeten geven.
Verder schrijf ik hierover niet; zooals
men weet, ligt dit buiten de grenzen, die
ik mij met deze artikelen heb gesteld.
Daarom stip ik het laatste slechts even
aan, daarbij aan de denkenden onder de
lezers het overlatend het aangestipte verder
uit te werken.
Mij is het voldoende te hebben gewezen
op de groot e waarde der geestelijke en mo
reele herbewapening mits men de conse
quenties daarvan durft te aanvaarden. Dan
zal de wereld niet in één slag veranderen,
maar zij zal een andere richting met be
wustheid volgen. En dan openen zich voor
ons de schoonste vergezichten. Maar wee
als de menschheid van heden, voor die con
sequenties terugschrikkend, volhardt in
haar verwerping der geestelijke waarden
'en haar vertrouwen op het geweld, dan
dreigt een misschien nabije toekomst van
bloedige verschrikking, dan breekt de hel
los over de aarde en gaat de beschaafde
wereld onder in bloed en tranen, dan tri
omfeert het Beest, waarvan het boek Open
baring ons spreekt.
ASTOR.
9
HITLER VIERT ZIJN 50-JARIGEN VER
JAARDAG OP HET TOPPUNT VAN ZIJN
ROEM. ZIJN GROOTE FOUT.
WAT ZAL DE TOEKOMST BRENGEN?
Er is weinig veranderd de afgeloopen da
gen. De wereld Was en blijft verdeeld in
twee groote kampen, die tegenover elkaar
staan, beide klaar tot den strijd. Fascisme
versus democratie. De beide asgenooten heb
ben het niettegenstaande of wellicht juist
door hun politiek van angstaanjaging zoo
ver weten te krijgen, dat al hun buren zich
tot de tanden hebben bewapend, dat ze door
loopend in het geweer en op wacht zijn en
dat van verrassende overvallen geen sprake
kan zijn. Iedere uitval van het Duitsche le
ger, naar welke zijde dan ook, zou vermoe
delijk komen te staan op enorme verliezen
aan menschen en materiaal, de onderlinge
verbondenheid der bedreigde buren neemt
toe en, Duitschland mag dan spreken van
omsingelingspolitiek, men weet te Berlijn
zeer wel, dat men daarvan zelf de oorzaak
is geweest. Dreigementen noch vriendelijke
woorden kunnen iets veranderen aan het
feit, dat de mensch, die altijd belust is op
zelfbehoud, zijn veiligheid tracht te vergroo-
ten door samengaan met anderen, die zich
evenzeer bedreigd weten.
Zoo heeft zich een muur opgericht rondom
de twee groote rijken, die samen het hart
van Europa vormen en deze muur zal ver
moedelijk blijven, zoolang de Duitsche be
windvoerders niet tot andere inzichten ko
men of zoolang het tegenwoordige Duitsche
regime bestaat.
In het groote Duitschland zelf be
weegt zich de regeering als een ge
vangen tijger in zijn kooi. Met zijn
waarlijk vervaarlijke kracht probeert
hij de tralies te verbreken en naar
mate hij tot de conclusie komt, dat
zijn krachten te kort schieten, wordt
hij woedender.
Zoo in korte trekken dunkt ons het tegen
woordig beeld van Europa.
Met vriendelijke woorden heeft zich de
dresseur laten hooren in de persoon van
president Roosevelt. Maar het oogenblik,
waarop deze zich in het hok zal wagen,
schijnt nog verre. En de tijd, waarop de tij
ger zijn kooi zal kunnen verlaten om voor
het publiek zijn kunstjes te vertoonen, is
nog lang en lang niet aangebroken. Indien
de tralies echter weerstand blijven bieden
en het dier niet in staat blijkt zijn vrijheid
terug te veroveren, dan zal het eenmaal
toch daartoe komen.
In onze wereld behooren de volkeren, die
in zoo hooge mate op elkaar zijn aangewe
zen, zich naar elkaar te richten. Zelfs een
machtig land als Duitscliland kan zich aan
die stelregel niet onttrekken.
Het zoeken van Hitier is van den beginne
af aan geweest naar bondgenooten, sterk
genoeg om daarmee de geheele verdere we
reld te trotseeren. Hij hééft echter slechts
gevonden Italië. Door middel van het anti-
Komintempact heeft hij getracht zijn kring
van vrienden te vergrooten, maar belang
rijke resultaten heeft deze poging niet op
geleverd. Japan is tot dit pact toegetreden,
maar het land van de opgaande zon heeft
zijn handen tegenwoordig zoo vol, dat op
hulp van die zijde niet te rekenen valt. Het
voert tegen het enorme China een strijd,
even hopeloos en kansloos, als aan Duitsch--
land te wachten zou staan, indien het in
ons werelddeel de lont in het kruit slinger
de. Wel zijn daarnaast nog enkele kleine
landen tot het anti-Kominternpact toegetre
den, de vrees voor Duitschland schijnt ech
ter te groote te zijn om deze leden te maken
tot bondgenooten, waarop men kan bouwen
en de pogingen, die gedaan zijn om dit anti-
Kominternpaet te maken tot een zuiver mi
litair verbond hebben wellicht om die re
den schipbreuk geleden.
Oorspronkelijk, volgens zijn theo
rieën uit Mein Kampf, was het Hit-
Iers bedoeling geweest samen te
Ook schijnt liet eind bereikt van de uit
breidingen, welke aan zijn rijk konden wor
den gegeven, zonder dat Duitschland in een
oorlog werd gevoerd. Op zulk een expansie
was wel degelijk gehoopt! Er is gesproken
over een aanhechting van Dantzig bij het
rijk, over een corridor door de Poolsche cor
ridor. Evenwel, de dag is voorbijgegaan zon
der dat iets dergelijks plaats had.
Op den 50sten verjaardig van den Führer
was zulk een geschenk blijkbaar niet moge
lijk. Dit spreekt boekdoelen. En nu mag het
misschien waar zijn, dat straks toch nog
iets in dezen geest volgt, dat straks hier of
daar toch nog een succesje wordt be
haald, dit alles vermag liet opvallend feit
niet te veranderen, dat Donderdag niets
van dien aard heeft plaats gehad.
Daarbij is Duitschland economisch
óp. De berichten omtrent overver
moeidheid en ovorwerktheid der be
volking nemen hand over hand toe,
de voedselvoorziening baart steeds
grooter zorg, de welstand is gedaald
tot een minimum.
De viering van zijn 50sten verjaardag i®
voor Hit Ier geweest een hoogtepunt.
Voor den jubilaris ziet het er helaas ech
ter naar uit, dat, gelijk altijd het geval is
bij het bereiken van hoogtepunten, de weg
van nu af aan, eerst langzaam, dan gelei
delijk sneller naar omlaag zal voeren.
Naar den ondergang?
We weten het niet. De tijd zal het lee-
ren.
gaan met Engeland. Te zamen met
Groot Brittannië had de Führer ge
hoopt de verdere wereld aan zijn
voeten te brengen.
Engeland echter heeft hij volko
men onjuist beoordeeld en dit is ver
moedelijk de grootste fout geweest,
die hij in zijn leven heeft gemaakt.
De fout, waardoor zijn volk inplaats
van tot oppermacht, zal worden ge
bracht tot de grootst denkbare ellen
de.
Hij had dit, zoo hij in de dagen van zijn
opkomst wereldwijzer was geweest, behoo
ren te weten. Hij had dienen te beseffen,
dat zijn ideologie geen voedingsbodem zou
vinden in de Westersche cultuurlanden.
Dat het overigens noodig was deze ideeën
leer naar het Westen te exporteeren, dat
Hitier alleen kans had Engeland voor zich
te winnen en aan zijn zijde te brengen, in
dien zijn nationaal-socialistische wereldbe
schouwing daar werd aanvaard, heeft hij
van den beginne af aan begrepen. De enor
me propaganda die overigens dikwijls
zeer slecht was en het geld niet waard
welke is gevoerd, is daarvan het bewijs.
Voor ons, Nederlanders, die juist in de af
geloopen dagen nog eens weer hebben ge
toond, hoe weinig we van de nationaal-so
cialistische abnormaliteiten gedijd zijn,
zal deze mislukking niets verwonderlijks
inhouden. We zijn geneigd haar te beschou
wen als iets vanzelfsprekends. Des te meer
echter mag het ons bevreemden, dat Hitier
aan iets dergelijks moet hebben geloofd! En
welke successen de Führer in eigen land
ook mag hebben geboekt, in dit opzicht heeft
hij meer dan volkomen gefaald. Hij heeft
een fout begaan, die thans noodlottig dreigt
te worden voor Europa en uiteindelijk voor
Duitschland. Want dat dit land het tegen
de verdere wereld zou kunnen opnemen,
lijkt een onmogelijke opgave.
Zoo viert Hitier zijn 50sten verjaardig op
een tijdstip, waarop vermoedelijk sprake is
van een kentering.
In Duitschland staat hij aan het toppunt
van zijn macht. Het lijkt niet denkbaar,
dat deze in welk opzicht dan ook nog voor
vergrooting in aanmerking komt. Zijn ver
jaarsgeschenken bewijzen dit ten duidelijk
ste. Het eereburgerschap van Dantzig is een
geringe onderscheiding naast de veel groo-
tere, welke hij reeds bezit. Berlijn bood hem
den nieuwen machtigen verkeersader aan,
dwars door de stad. Zijn positie blijft daar
door echter volkomen dezelfde. Die is niet
meer uit te breiden. Het eind is bereikt.
op gezicht, armen en beenen verdwijnt
onmiddellijk door DULMIN ONTHA-
RINGSCRÊME. Volkomen onschadelijk.
Prijs per tube 75 cent.
Hoogzijde Schag en
Mijnheer de Redacteur,
Mag ik eenige plaatsruimte vragen voor
liet volgende antwoord op liet bericht uit
Kol hom in uw nr. van 19 April. Bij voor
baat mijn dank.
In de vergadering van de Neutrale Kies-
vereeniging te Kolhorn werd een brief van
den heer Jb. Kisteniaker voorgelezen, om
dat hij zelf niet aanwezig kon zijn. In dezen
brief tracht hij zijn optreden in 1935 te ver
dedigen door eenige aanvallen op mij te
doen. Ilij schrijft o.a., dat ik bedankte als
loco-burgemeester, omdat de raad de grati
ficatie van f 200 voor dat ambt afstemde.
Ook probeert lnj aannemelijk te maken,
waarom liij in samenwerking met de S.D.-
A.P. weer wethouder moest worden en ik
niet, omdat de S.D.A.P. mij niet wilde heb
ben. Ten slotte tracht hij zijn optreden als
een gemeentebelang te beschouwen.
De lieer K. stelt alles verkeerd voor. Het
was anders.
Er moest oen ambtenaar voor den burger
lijken stand benoemd worden.
Ik had al vele jaren het loco-burgemees
terschap zonder vergoeding waargenomen,
zelfs vaak met ziekte van den vorigen bur
gemeester. In comitévergadering was afge
sproken, dat ik ambtenaar van den burger
lijken stand zou worden voor een vergoe- 1
ding van f200, wat dan tevens een vergoe
ding zou wezen voor loco-burgemeester. In
de volgende raadsvergadering werd ik be
noemd, maar toen de raad over het salaris
moest stemmen, werd het salaris beperkt tot
de helft. Deze handelwijze beviel mij niet,
en ik bedankte voor allebei. Dat is dus heel
anders dan de heer K. beweerd heeft.
Dan de wethoudersgeschiedenis van 1935.
De nieuwe raad had 4 vrijzinnigen en 3
S.D.A.P.'ers. Nu schrijft de heer K., dat hij
niets van mij hoorde, en daarom naar de
S.D.A.P. ging om te praten. Toen de S.D.A.P.
gezegd had, dat ze mij niet wilde, had hij
maar afgesproken 0111 met de S.D.A.P. sa
men te gaan, in het belang van de gemeente.
De heer K. besliste dus buiten de andere 3
neutrale leden over het belang van de ge
meente. Iedereen kan voelen, dat de heer K.;
zoo handelde om zelf wethouder te worden,
en mij emit te houden. Hij liet zijn 3 lijstr
genoolcn links liggen en ging de zetels ver
doelen met de S.D.A.P. Hoe durft hij te
schrijven, dat ik bij hem had moeten ko
men. De heer Kater was al 3 maal bij K.
geweest om te vragen samen te komen pra
ten. Maar wie er kwam, geen Kisteniaker.
Dat was nog een week vóór de vergadering.
De laatste keer, dat Kater bij K. kwam, zei
bij, dat hij zich al met de S.D.A.P. verbon
den had. Het ligt voor de hand, dat een lijst-
genoot overleg pleegt met zijn eigen men
schen en niet met een andere fractie. Wij
waren de sterkste partij en konden zelfs
beide wethouders benoemen als we wilden.
De heer K. heeft de zaak omgedraaid en
liet de kleinste groep beslissen, wie van ons
wethouder mocht worden. Zulke vrijzinnige
leden kunnen wij voortaan wel missen en
moesten van de lijst geschrapt worden. De
heer K. moet niet zoo schermen mét ge
meentebelang. Hij was erg gevoelig voor de
afscheidswoorden van den heer Schënk.
Volgens K. sprak Barsingerhorn bij monde
van een niet herkozen raadslid. Kan het
nog gekker? De heer Schenk zal nu wel
anders erover denken, als we zien welk
treurig figuur de heer K. in een werkelijk
groot gemeentebelang laatst nog geslagen
heeft.
Wil de heer K. ruzie en sensatie voorko
men en daarmee het gemeentebelang dienen
dan kan hij beter rustig in Kolhorn blijven
inplaats van wethouder te worden, na zich
aan een andere partij verbonden te hebben.
Dat geeft juist sensatie.
Barsingerhorn, 21 April 1939.
C. SMIT Gz.
PEN HELDER