Geestelijk Leven B "AKKERTJES" Dr. E. Hoekstra's Simplex rijwielen, sportief - licht - snel. 4650 UITENLANDSCH. I VERZICHT w ir R Geestelijke en moreele herbewapening Scdeie. focrfdpijH Bloedzuiverende Gezondheidspillen O vertollig haar Terlep's Drogisterij Ingezonden Zaterdag 22 April 1939 Tweede blad 5 >RN. lij ka wij: jak hts ia id, door ASTOR jn nüjn Paaschartikel schreef ik enkele •woorden over geestelijke en moreele herbe- -wanening. Het lijkt mij van belang om 'daaraan een apart artikel te wijden. Niet alleen omdat het, na de toespraak van de Koningin, bijna tot een journalistieke mode is geworden om daarover te schrijven, maar ook omdat in vele plaatsen de menschen i zich beijveren om de gedachte der geestelij- ke en moreele herbewapening ingang te doen vinden (men denke b.v. aan de pro vincie Groningen) en omdat het m.i. vóór alles duidelijk moet zijn, wat wij precies daaronder hebben te verstaan. Wat beteekent herbewapening? Wij kennen het voorvoegsel „her" in ver- 1 schillende Nederlandschc woorden en kun nen daarom zeer nauwkeurig de beteeken is aangeven. Hereenigen beduidt opnieuw ver- eenigen; herkauwen= opnieuw kauwen; I harleven= opnieuw leven; heroveren— op- I nieuw veroveren. Ik zal het bij deze voor beelden laten. Maar wat blijkt er uit? Dat het voorvoegsel „her" wijst op een hande- ling, welke ten doel heeft om te herhalen wat eens geschied is of om een vroegeren toestand weer te herstellen. Wanneer de I koe herkauwt, dan doet zij iets wat ze reeds eerder gedaan had; wanneer het voorjaar i aanbreekt, dan tooien zich boomen en strui- ken met nieuw groen, dan gebeurt er iets wat regelmatig geschiedt en wij zeggen de natuur herleeft; als een veldheer een stad herovert, ligt daarin opgesloten, dat hij haar eens heeft bezeten, daarna verloren en dat zij n.u weer in zijn macht komt. Wanneer wij derhalve spreken van herbe wapening, gaan wij er van uit, dat er ééns bewapening was en dat deze op de een of i andere wijze is verdwenen of verloren ge raakt en nu weer moet worden tot stand I gebracht. Dus: opnieuw bewapenen. Zoo sprak men indertijd ook van de her bewapening van Duitscliland. Door het vre desverdrag van Versailles was het nage noeg geheel ontwapend; onder het nationaal socialistische regime is het overgegaan tot een bewapening, welke de vroegere vele ïnalen overtreft. De herbewapening, waarvan de Koningin Iheeft gesproken, doelt echter niet op ka nonnen, tanks, slagschepen, duikbooten en .vliegmachines, maar op het her-winnen van andere krachten, welke zij aanduidt als geestelijke en moreele wapenen. Zij gaat daarbij uit het woord herbe wapening wijst daarop van de veronder stelling, dat die geestelijke en moreele wa penen vroeger aanwezig waren en dan kan ïiaar bedoeling slechts zijn dat zij opnieuw moeten worden gebruikt. Die gedachte,' uitgedrukt in de woorden g en m. herbewapening is mij zeer sym pathiek. Ik zou er een lief ding voor over hebben, Bis ik de gelegenheid kreeg om met de Ko ningin daarover een intiem, eerlijk en rus- lig gesprek te hebben en dan niet als on derdaan met een Vorstin, maar als mensch met een medemensch. Ik vermoed evenwel, dat ik daartoe de gelegenheid nooit zal krijgen. Toch zou het heel interessant kun nen zijn. Nu moet ik mij beperken tot mijn lezerskring. Hoe zou het toch .komen, dat de radiorede "der Koningin zooveel weerklank heeft ge vonden? Voor een deel is dit natuurlijk een gevolg van het feit, dat het de Vorstin was die sprak. Wanneer een ander, een doodgc- woon mensch, een mijnheer Pieterse of een mevrouw Jansen hetzelfde had gezegd, zou- den velen er geen notitie van hebben geno- t men. Maar voor een ander deel is die weer klank m.i. ongetwijfeld t® verklaren uit het feit, dat duizenden menschen gaan inzien, dat wij op den verkeerden weg zijn en dat deze weg voert naar een afgrond. En het kenmerkende van dezen weg bestaat hier in, dat steeds meer het geloof in geestelijke en moreele waarden plaats maakt voor het geloof in en het vertrouwen op het geweld. Ja, nien kan haast spreken van een cultus, gen vereering van het geweld. Ieder, die de laatste twintig jaren het we- en den heelen dag leeds? Eigen schuld. Neem toch'n "AKKERTJE", dan bent U er immers zoo van afl IS «tuk* 12 ituiver» t ituki t stuivt» Iti op hot AKKER-merk 1 reldgebeuren heeft gadegeslagen en de men taliteit der menschen heeft trachten te be grijpen, wordt getroffen door het ontstel lende verschijnsel, dat veel meer nog dan vóór den wereldoorlog, de volken tot oor logsbereidheid komen en hun kracht zoe ken in de materieele wapenen met volkomen uitschakeling der geestelijke en moreele krachten. Het allereerste komt dit tot uiting in de totalitaire staten, in Duitschland en Ialie. Hiervan worden wij ons diep bewust, wan neer wij b.v. kennis maken met den inhoud van het boek van Alfred Rosenberg „Der Mythus des zwanzigsten Jahrhunderts" (Do~ mythe van de twintigste eeuw), dat na „Mein Kampf" van Hitier, het meest ver kochte boek in Duitschland is. In 1938 wer den er 553.000 exemplaren van geplaatst en het beleeft nu reeds de 110de uitgave. „Met zwaard en ploeg voor eer en vrijheid", dat zal de krijgskreet zijn van het nieuwe G*r- maansche ras, schrijft Rosenberg en elders heet het „liefde, ootmoed, zelfverloochening, nederigheid aan de ééne zijde of een, waar digheid zelfverzekerdheid trots aan de andere zijde, welk ideaal zal overwinnen?" Laat ik nog een paar aanhalingen mogen geven: „De idee van eer nationale eer is voor ons het begin en het einde van alle denken en van elke actie. Ik kan geen ge lijkwaardig krachtencentrum behalve deze, noch christelijke liefde, noch vrijmetselaars humaniteit ,noch roomsche filosofie". „Wat dienstig is voor de Gemiaansche eer is de ééne en eenige wet." Gelijk bekend mag worden geacht, wen- schen de nationaal-socialistische heerschers er moet vechtmateriaal zijn! zooveel mogelijk geboorten, daarom schrijft Rosen berg: „het kroost van gezonde, ongehuwde moeders beteekent een kracht, die toege voegd wordt aan de Germaansche gemeen schap... in een toekomstig Germaansch rijk zal een vrouw, die geen kinderen heeft of ze getrouwd is of niet beschouwd worden als een tweede-rangs lid der ge meenschap." Het is overbodig te vragen, welk een in vloed zulk een boek uitoefent op' het Duit- sche volk. En als wij daarbij bedenken, hoe het Duitsche kind van zijn zesde jaar af in den greep komt van den al-beheerschenden staat en vóór alles in militairistischen geest wordt opgevoed, dan begrijpen wij welk een ontzaglijk gevaar daarin schuilt voor den geestelijken en moreelen groei. In Ita lië kunnen wij hetzelfde verschijnsel waar nemen. En wij verbazen er ons niet over, dat over de gansche wereld menschen opstaan, die uitroepen dat 't zoo niet langer kan en mag voortgaan. Een voorbeeld daarvan onder meerderen is in ont land prob Huizing»,die wis*het bekende boek „In deschaduwenvan mor gen" gaf. Ook hij gevoelt dat wij met den cultus van het geweld op den verkeerden weg zijn en stelt de vraag: vanwaar moet de redding komen? En dan zegt hij: „Van „Vooruitgang" als zoodanig hebben wij haar niet te venvachten. Wij zijn genoeg „vooruitgegaan", in het vermogen om deze wereld en onze gemeenschap te bederven. De vooruitgang van wetenschap en tech niek, hoe onmisbaar en verheffend, zal het heil der cultuur niet brengen. Wetenschap en techniek zijn tot fundament van een cultuurleven niet genoeg." Deze zelfde professor begint zijn boek met deze woorden: „Wij leven in een bezeten wereld. En wij weten het. Het zou voor nie mand onverwacht komen, als de waanizin eensklaps uitbrak in een. razernij, waaruit deze arme Europeesche menschheid achter bleef in verstomping en verdwazing, de mo toren nog draaiende de vlaggen nog wap perende, maar de geest geweken." Juist! De geest geweken! Wij zijn ver vallen tot een practisch materialisme, dat afschuwelijk is omdat daarvoor feitelijk maar één ding waarde heeft; geld, macht! Welke beteekenis hebben nog langer de oude waarden? Welke beteekenis hebben waarheid, oprechtheid, liefde? En toch ligt de gehechtheid aan deze geestelijke en mo reele waarden diep verankerd in de ziel van eiken mensch; hij kan er zich niet van ontdoen, omdat zij een onuitroeibaar, een onvernietigbaar deel van zijn wezen vormen. Ik wil niet teveel vallen in de herhaling van wat ik in mijn Paaschartikel schreef; daarom wil ik mij bepalen tot de vraag: durven zij, die tegenwoordig zoo hoog op geven van de noodzakelijkheid der geeste lijke en moreele herbewapening en die te recht zich bezorgd maken voor de gevaren welke de cultuur bedreigen, zich ook vol doende rekenschap geven van de consequen ties, welke daaraan vast zitten? Ik vrees dat dit bij velen niet het geval is. Toch hebben wij, naar ik meen, het volle recht, neen, de dure plicht om op die con sequenties te wijzen. De fascisten durven de consequenties aan. Met niets ontziend geweld voeren zij hun ideeën door. Openlijk verkondigen zij de onderwerping van den mensch aan den God-Staat. Bisschop Müller -yan de nieuwe rijkékerk verklaarde in een preek, dat barmhartigheid een ongermaansche opvat ting is. En de concentratiekampen leveren het bewijs, evenals hef nieuwe strafwetboek! Wanneer allen, die voor g. en m. herbe wapening zijn. even recht op hun doel af gingen als de fascisten (of nationaal-socia- listcn) waar zouden zij dan terecht komen? Hier komen wij te staan voor een gewel dige moeilijkheid. En ik kan me voorstel len, dat menigeen met de handen in het haar zit als hem de concrete vraag wordt gesteld: waarheen moeten wij gaan en hoe moeten wij er komen? Die geestelijke en moreele herbewapening moet dan toch van leuze tot werkelijkheid worden. W<aarheen Naar de menschel ij ke broe derschap, naar een samenleving van gelijk berechtigde wezens, die physieken of gees telijken arbeid verrichten niet om zich te verrijken, maar om de menschheid de stof felijke en geestelijke goederen te schenken, welke zij noodig heeft; naar een wereld, waar geen heerschende en uitbuitende klassen en geen geëxploiteerden zijn; naar een wereld, waarin het fabelachtig grootc .productievermogen wordt aangewend om allen een mensch waardig bestaan, brood en vrijheid te verzekeren. Immers dit alléén kan het logisch gevolg zijn van de aanvaar ding van waarachtige, moraliteit. Want de grondslag, de onwrikbare basis der morali teit is en blijft wat zij van oudsher (in theorie tot dusverre) is geweest: heb uw naaste lief als uzelf. Wanneer eens allen, die voor geestelijke en moreele herbewapening zijn, zich hier van eerlijk rekenschap gaven, dan zouden wij een grooten stap verder zijn; dan zou de nieuwe wereld in hun ge est reeds leven. En dat zou van vérstrekkende be teekenis zijn, want eerst dan wanneer de KENT U Deze pillen bestrijden de ongemakken ont staan door onzuiver bloed, herstellen on voldoende spijsvertering en bevorderen de natuurlijke verrichtingen des lichaams. 90 et. of f 1.56 per doos met gebruiksaanw. Verkrijgbaar in Apotheken en Drogisterijen. geest rijp is geworden voor het nieuwe, kan liet practisch verwerkelijkt worden. Maar hoe? In de allereerste plaats is hier voor noodig, dat do menschen worden losgemaakt van de oude denkbeelden, waar in zij veel vaster gevangen zitten, dan zij gewoonlijk vermoeden. En als ik spreek van oude denkbeelden (ideologieën), denk ik vóór alles aan het geloof in liet geweld. Boven dit geloof moeten de menschen uit stijgen, dat is het geloof van de wildernis, van den ocrmensch. En wij weten nu toch waarachtig einde lijk wel, tot welk een afgrijselijken toe- -stand dat geweldsgeloof ons heeft gebracht: een wereld van haat en vijandschap, een wereld waarin de beste krachten gesteld worden in den dienst der vernietiging en waarin de volken zich krommen onder on beschrijfelijk zware militaire lasten. En staat daartegenover iets goeds, dat aan het geweld is te danken? Heeft het ooit ook maar de minste liefde in de harten wak ker geroepen0 Heeft het de menschen ver edeld, geestelijk verrijkt? Principieel zal dus ieder, die langs den weg van g. en m. herbewapening een nieu we wereld wil helpen, tot stand brengen, het geweld verwerpen. Of dat mogelijk zal zijn, en de revoluti- onneering van den geest alleen voldoende is om verandering te brengen, meen ik te moeten betijfelen. Het wapen der sterke persoonlijkheid die niet terugschrikt voor de consequenties van zijn overtuiging, zal zeker mede den doorslag moeten geven. Verder schrijf ik hierover niet; zooals men weet, ligt dit buiten de grenzen, die ik mij met deze artikelen heb gesteld. Daarom stip ik het laatste slechts even aan, daarbij aan de denkenden onder de lezers het overlatend het aangestipte verder uit te werken. Mij is het voldoende te hebben gewezen op de groot e waarde der geestelijke en mo reele herbewapening mits men de conse quenties daarvan durft te aanvaarden. Dan zal de wereld niet in één slag veranderen, maar zij zal een andere richting met be wustheid volgen. En dan openen zich voor ons de schoonste vergezichten. Maar wee als de menschheid van heden, voor die con sequenties terugschrikkend, volhardt in haar verwerping der geestelijke waarden 'en haar vertrouwen op het geweld, dan dreigt een misschien nabije toekomst van bloedige verschrikking, dan breekt de hel los over de aarde en gaat de beschaafde wereld onder in bloed en tranen, dan tri omfeert het Beest, waarvan het boek Open baring ons spreekt. ASTOR. 9 HITLER VIERT ZIJN 50-JARIGEN VER JAARDAG OP HET TOPPUNT VAN ZIJN ROEM. ZIJN GROOTE FOUT. WAT ZAL DE TOEKOMST BRENGEN? Er is weinig veranderd de afgeloopen da gen. De wereld Was en blijft verdeeld in twee groote kampen, die tegenover elkaar staan, beide klaar tot den strijd. Fascisme versus democratie. De beide asgenooten heb ben het niettegenstaande of wellicht juist door hun politiek van angstaanjaging zoo ver weten te krijgen, dat al hun buren zich tot de tanden hebben bewapend, dat ze door loopend in het geweer en op wacht zijn en dat van verrassende overvallen geen sprake kan zijn. Iedere uitval van het Duitsche le ger, naar welke zijde dan ook, zou vermoe delijk komen te staan op enorme verliezen aan menschen en materiaal, de onderlinge verbondenheid der bedreigde buren neemt toe en, Duitschland mag dan spreken van omsingelingspolitiek, men weet te Berlijn zeer wel, dat men daarvan zelf de oorzaak is geweest. Dreigementen noch vriendelijke woorden kunnen iets veranderen aan het feit, dat de mensch, die altijd belust is op zelfbehoud, zijn veiligheid tracht te vergroo- ten door samengaan met anderen, die zich evenzeer bedreigd weten. Zoo heeft zich een muur opgericht rondom de twee groote rijken, die samen het hart van Europa vormen en deze muur zal ver moedelijk blijven, zoolang de Duitsche be windvoerders niet tot andere inzichten ko men of zoolang het tegenwoordige Duitsche regime bestaat. In het groote Duitschland zelf be weegt zich de regeering als een ge vangen tijger in zijn kooi. Met zijn waarlijk vervaarlijke kracht probeert hij de tralies te verbreken en naar mate hij tot de conclusie komt, dat zijn krachten te kort schieten, wordt hij woedender. Zoo in korte trekken dunkt ons het tegen woordig beeld van Europa. Met vriendelijke woorden heeft zich de dresseur laten hooren in de persoon van president Roosevelt. Maar het oogenblik, waarop deze zich in het hok zal wagen, schijnt nog verre. En de tijd, waarop de tij ger zijn kooi zal kunnen verlaten om voor het publiek zijn kunstjes te vertoonen, is nog lang en lang niet aangebroken. Indien de tralies echter weerstand blijven bieden en het dier niet in staat blijkt zijn vrijheid terug te veroveren, dan zal het eenmaal toch daartoe komen. In onze wereld behooren de volkeren, die in zoo hooge mate op elkaar zijn aangewe zen, zich naar elkaar te richten. Zelfs een machtig land als Duitscliland kan zich aan die stelregel niet onttrekken. Het zoeken van Hitier is van den beginne af aan geweest naar bondgenooten, sterk genoeg om daarmee de geheele verdere we reld te trotseeren. Hij hééft echter slechts gevonden Italië. Door middel van het anti- Komintempact heeft hij getracht zijn kring van vrienden te vergrooten, maar belang rijke resultaten heeft deze poging niet op geleverd. Japan is tot dit pact toegetreden, maar het land van de opgaande zon heeft zijn handen tegenwoordig zoo vol, dat op hulp van die zijde niet te rekenen valt. Het voert tegen het enorme China een strijd, even hopeloos en kansloos, als aan Duitsch-- land te wachten zou staan, indien het in ons werelddeel de lont in het kruit slinger de. Wel zijn daarnaast nog enkele kleine landen tot het anti-Kominternpact toegetre den, de vrees voor Duitschland schijnt ech ter te groote te zijn om deze leden te maken tot bondgenooten, waarop men kan bouwen en de pogingen, die gedaan zijn om dit anti- Kominternpaet te maken tot een zuiver mi litair verbond hebben wellicht om die re den schipbreuk geleden. Oorspronkelijk, volgens zijn theo rieën uit Mein Kampf, was het Hit- Iers bedoeling geweest samen te Ook schijnt liet eind bereikt van de uit breidingen, welke aan zijn rijk konden wor den gegeven, zonder dat Duitschland in een oorlog werd gevoerd. Op zulk een expansie was wel degelijk gehoopt! Er is gesproken over een aanhechting van Dantzig bij het rijk, over een corridor door de Poolsche cor ridor. Evenwel, de dag is voorbijgegaan zon der dat iets dergelijks plaats had. Op den 50sten verjaardig van den Führer was zulk een geschenk blijkbaar niet moge lijk. Dit spreekt boekdoelen. En nu mag het misschien waar zijn, dat straks toch nog iets in dezen geest volgt, dat straks hier of daar toch nog een succesje wordt be haald, dit alles vermag liet opvallend feit niet te veranderen, dat Donderdag niets van dien aard heeft plaats gehad. Daarbij is Duitschland economisch óp. De berichten omtrent overver moeidheid en ovorwerktheid der be volking nemen hand over hand toe, de voedselvoorziening baart steeds grooter zorg, de welstand is gedaald tot een minimum. De viering van zijn 50sten verjaardag i® voor Hit Ier geweest een hoogtepunt. Voor den jubilaris ziet het er helaas ech ter naar uit, dat, gelijk altijd het geval is bij het bereiken van hoogtepunten, de weg van nu af aan, eerst langzaam, dan gelei delijk sneller naar omlaag zal voeren. Naar den ondergang? We weten het niet. De tijd zal het lee- ren. gaan met Engeland. Te zamen met Groot Brittannië had de Führer ge hoopt de verdere wereld aan zijn voeten te brengen. Engeland echter heeft hij volko men onjuist beoordeeld en dit is ver moedelijk de grootste fout geweest, die hij in zijn leven heeft gemaakt. De fout, waardoor zijn volk inplaats van tot oppermacht, zal worden ge bracht tot de grootst denkbare ellen de. Hij had dit, zoo hij in de dagen van zijn opkomst wereldwijzer was geweest, behoo ren te weten. Hij had dienen te beseffen, dat zijn ideologie geen voedingsbodem zou vinden in de Westersche cultuurlanden. Dat het overigens noodig was deze ideeën leer naar het Westen te exporteeren, dat Hitier alleen kans had Engeland voor zich te winnen en aan zijn zijde te brengen, in dien zijn nationaal-socialistische wereldbe schouwing daar werd aanvaard, heeft hij van den beginne af aan begrepen. De enor me propaganda die overigens dikwijls zeer slecht was en het geld niet waard welke is gevoerd, is daarvan het bewijs. Voor ons, Nederlanders, die juist in de af geloopen dagen nog eens weer hebben ge toond, hoe weinig we van de nationaal-so cialistische abnormaliteiten gedijd zijn, zal deze mislukking niets verwonderlijks inhouden. We zijn geneigd haar te beschou wen als iets vanzelfsprekends. Des te meer echter mag het ons bevreemden, dat Hitier aan iets dergelijks moet hebben geloofd! En welke successen de Führer in eigen land ook mag hebben geboekt, in dit opzicht heeft hij meer dan volkomen gefaald. Hij heeft een fout begaan, die thans noodlottig dreigt te worden voor Europa en uiteindelijk voor Duitschland. Want dat dit land het tegen de verdere wereld zou kunnen opnemen, lijkt een onmogelijke opgave. Zoo viert Hitier zijn 50sten verjaardig op een tijdstip, waarop vermoedelijk sprake is van een kentering. In Duitschland staat hij aan het toppunt van zijn macht. Het lijkt niet denkbaar, dat deze in welk opzicht dan ook nog voor vergrooting in aanmerking komt. Zijn ver jaarsgeschenken bewijzen dit ten duidelijk ste. Het eereburgerschap van Dantzig is een geringe onderscheiding naast de veel groo- tere, welke hij reeds bezit. Berlijn bood hem den nieuwen machtigen verkeersader aan, dwars door de stad. Zijn positie blijft daar door echter volkomen dezelfde. Die is niet meer uit te breiden. Het eind is bereikt. op gezicht, armen en beenen verdwijnt onmiddellijk door DULMIN ONTHA- RINGSCRÊME. Volkomen onschadelijk. Prijs per tube 75 cent. Hoogzijde Schag en Mijnheer de Redacteur, Mag ik eenige plaatsruimte vragen voor liet volgende antwoord op liet bericht uit Kol hom in uw nr. van 19 April. Bij voor baat mijn dank. In de vergadering van de Neutrale Kies- vereeniging te Kolhorn werd een brief van den heer Jb. Kisteniaker voorgelezen, om dat hij zelf niet aanwezig kon zijn. In dezen brief tracht hij zijn optreden in 1935 te ver dedigen door eenige aanvallen op mij te doen. Ilij schrijft o.a., dat ik bedankte als loco-burgemeester, omdat de raad de grati ficatie van f 200 voor dat ambt afstemde. Ook probeert lnj aannemelijk te maken, waarom liij in samenwerking met de S.D.- A.P. weer wethouder moest worden en ik niet, omdat de S.D.A.P. mij niet wilde heb ben. Ten slotte tracht hij zijn optreden als een gemeentebelang te beschouwen. De lieer K. stelt alles verkeerd voor. Het was anders. Er moest oen ambtenaar voor den burger lijken stand benoemd worden. Ik had al vele jaren het loco-burgemees terschap zonder vergoeding waargenomen, zelfs vaak met ziekte van den vorigen bur gemeester. In comitévergadering was afge sproken, dat ik ambtenaar van den burger lijken stand zou worden voor een vergoe- 1 ding van f200, wat dan tevens een vergoe ding zou wezen voor loco-burgemeester. In de volgende raadsvergadering werd ik be noemd, maar toen de raad over het salaris moest stemmen, werd het salaris beperkt tot de helft. Deze handelwijze beviel mij niet, en ik bedankte voor allebei. Dat is dus heel anders dan de heer K. beweerd heeft. Dan de wethoudersgeschiedenis van 1935. De nieuwe raad had 4 vrijzinnigen en 3 S.D.A.P.'ers. Nu schrijft de heer K., dat hij niets van mij hoorde, en daarom naar de S.D.A.P. ging om te praten. Toen de S.D.A.P. gezegd had, dat ze mij niet wilde, had hij maar afgesproken 0111 met de S.D.A.P. sa men te gaan, in het belang van de gemeente. De heer K. besliste dus buiten de andere 3 neutrale leden over het belang van de ge meente. Iedereen kan voelen, dat de heer K.; zoo handelde om zelf wethouder te worden, en mij emit te houden. Hij liet zijn 3 lijstr genoolcn links liggen en ging de zetels ver doelen met de S.D.A.P. Hoe durft hij te schrijven, dat ik bij hem had moeten ko men. De heer Kater was al 3 maal bij K. geweest om te vragen samen te komen pra ten. Maar wie er kwam, geen Kisteniaker. Dat was nog een week vóór de vergadering. De laatste keer, dat Kater bij K. kwam, zei bij, dat hij zich al met de S.D.A.P. verbon den had. Het ligt voor de hand, dat een lijst- genoot overleg pleegt met zijn eigen men schen en niet met een andere fractie. Wij waren de sterkste partij en konden zelfs beide wethouders benoemen als we wilden. De heer K. heeft de zaak omgedraaid en liet de kleinste groep beslissen, wie van ons wethouder mocht worden. Zulke vrijzinnige leden kunnen wij voortaan wel missen en moesten van de lijst geschrapt worden. De heer K. moet niet zoo schermen mét ge meentebelang. Hij was erg gevoelig voor de afscheidswoorden van den heer Schënk. Volgens K. sprak Barsingerhorn bij monde van een niet herkozen raadslid. Kan het nog gekker? De heer Schenk zal nu wel anders erover denken, als we zien welk treurig figuur de heer K. in een werkelijk groot gemeentebelang laatst nog geslagen heeft. Wil de heer K. ruzie en sensatie voorko men en daarmee het gemeentebelang dienen dan kan hij beter rustig in Kolhorn blijven inplaats van wethouder te worden, na zich aan een andere partij verbonden te hebben. Dat geeft juist sensatie. Barsingerhorn, 21 April 1939. C. SMIT Gz. PEN HELDER

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 5