II joottuétöM* I Oosterpolder onder Wi I en Nieuwe Niedorp IIUITENL ANDSCH I VERZICHT „De mensch op zijn best" Arrondissements rechtbank te Alkmaar Woensdag 10 Mei 1939 Tweede blad Heeft get. P. u niet verteld, dat hij 90 K.M. had gereden? Get. a décharge J.: Ja zeker. Get. P. noemt dit een pertinente leugen. U heeft stez-k geremd en u bent toen aan het slippen gegaan, dat heeft uzelf verklaard, zegt get. a décharge tot get. P. De Officier van Justitie noemt in z'n re quisitoir dit een zéér eenvoudig zaakje, dat opgeblazen is. Deze verd. heeft geen greirt- tje schuldgevoel, imimers, hij tracht de schuld te schuiven op de schouders van get. P. Verd. heeft zeker niet de noodige voor zichtigheid betracht, immers hij stond zoo, dat hij noch het verkeer van rechts, noch dat van links kon overzien. Toen hij dus achteruit reed, had verd. de noodige voorzichtigheid moeten betrachten. De deskundigen zijn het er niet over eens, of get. P. signaal had moeten geven. Mr. v. d. Feen de Lille eischt bevestiging van het vonnis van den Kantonrechter met uitzondering van de straf, welke de Of fi sier bepaald wenscht te zien op f 25.boe te, subs 15 dagen hechtenis. De verdediger van verd. mr. Sanders, meent in zijn pleidooi, dat verd. niet anders heeft kunnen doen, dan hij deed. Hij is eerst gaan kijken op den weg of er iets aan kwam, daarna is hij, signaal gevend achter uit gereden. De vrachtauto stond namelijk- op het midden van den weg stil, zoodat de luxe auto er gemakkelijk langs kon. Pleiter kan niet inzien wat de man anders had moeten doen, en wijst er op, dat get. P. er gemakkelijk voorbij kon. De weg was glad en get. kon geen 90 k.m. rijden. Het :'s dwaas om dit tegen te spreken en daarom maakt deze man geen zeer betrouwbaren in druk. Pleiter vraagt op deze gronden vrij spraak voor zijn cliënt. Wieringen. JENEVER IN EEN VERLOFZAAK. De volgende verdachte is A. V. caféhouder te Wieringen, die door den Kantonrechter was veroordeeld tot f 35.bóete, omdat hij" in z'n lokaliteit, waarin hij verdof A had, een flesch jenever heeft in voorraad gehad. Volgens verd. was de straf te hoog. Als get. woi'dt gehoord L. J. T. inspecteur van de Volksgezondheid, wonende te 's-Gra- venhage. Deze zegt, dat het hem al drie jaren lang bekend was, dat verd, als verlofhouder ster ken drank verkocht. Get. heeft toen een on derzoek ingesteld; in de ijskast, welke in de lokaliteit stond vond get. de jenever. Bij verder onderzoek vond get. in den kel der een flesch met zoete bessen. Verdachte meent, dat zulks geen sterke drank is. Er zit 59 procent alcohol in; zegt get. Is het gewone klaai'gemaakte citroen jenever? m Hoe heeft U dat geconstateerd? vraagt mr Fruin. Door den smaak, zegt. get. Maar dat gaat toch niet; dat moet toch onderzocht worden, zegt mr. Fruin. De Officier van Justitie requisitoir ne mend zegt dat de flesch jenever in de ijs kast er niet mocht staan al was deze aan ook voor eigen gebruik. De Officier vindt de straf niet te hoog, omdat verd. alreeds lang in een kwaden reuk stond. Mr. v. d. Feen de Lille vraagt bevestiging van het vonnis van den Kantonrechter n.1. f 35. boete, subs 20 dagen en verbeurdverklaring der jenever. Mr. den Hollander meent, dat verd. op dit moment geen hoofd van het bedrijf was, omdat hij ziek was, Pleiter meent, dat hier geen sprake is van herhaaldelijke overtre ding. Pleiter vraagt om deze redenen daar om voor zijn cliënt een voorwaardelijke straf. Franschen bewonderen de droog legging der Zuiderzee. In het groot auditorium van het Centre Universitaire Méditeranéen te Nice werd de zer dagen de Ncderlandsche stoel beklom men door den hoofdingenieur der Zuider zeewerken, de heer V.I.P. de Blocq van Kuffeler. Den laatsten tijd hebben de Fransche bla den, aldus het Hsb., meer dan gewone aan dacht aan Holland besteed, en vooral aan zijn vermaarde waterwerken. „Ze doen zelfs met de zee wat ze willen," heeft men er gens geschreven. Wellicht is het ook daar aan te danken dat de opkomst van het pu bliek verrassend groot was Zij zagen de dijken groeien De heer De Blocq van Kuffeler had er zich blijkbaar rekenschap van gegeven voor een publiek van leeken te staan al was de Fransche Waterstaat, de „Ponts et Chaus sées" ook vertegenwoordigd. Zijn voordracht was vlot, vermeed noodelooze cijferlawines, waar het onderwerp toch wel aanleiding toe bood, en volgde een reeks uitnemende lichtbeelden op den voet. De toeschouwers zagen de dijken groeien, van den eersten grijper, die zijn lading midden in zee loste, tot de eindelooze autostrada toe. Ze zagen het modderland veranderen in korenvelden. Ze zagen de huizen opstapelen. En dit alles was zoo suggestief, dat ik achter me hoor de zeggen: C'est fntastique!" )„Het is fan tastisch!" Maar het was meer dan dat. Er werden vergelijkingen gemaakt onder het weg gaan tusschen volkeren, die hun „le vensruimte" vergrooten door annexaties, en ons kleine volk, dat zijn territoir verovert op de natuur. Een van de kaarten, die ver toond werden, gaf ook de tallooze polders aan, die zich in de westelijke provinciën be vinden, en waarvan sommige reeds eeuwen geleden werden drooggemalen. Wijzelf ge ven ons er nauwelijks rekenschap van wat ccn arbeid er op dit gebied reeds is ge presteerd, een arbeid, die natuurlijk ook een voorstudie is geworden voor het ont zaglijke werk van de Zuiderzee. De spreker vertelde van de voorbereidin gen, van de moeilijkheden. Hij sprak over het verhoogen en verlagen van den water spiegel, als of dit de eenvoudigste zaak van de wereld was. „Het heeft me aangegrepen," zei een Fran sche kennis. „Ik betreur het, dat ik dat nu eerst allemaal hoorde. Nu ja, je leest wel eens een regel in de kranten. Maar dat zegt zoo weinig. Wat een onderneming! Dit is de mensch op zijn best! Dit geeft je werke lijk weer een beetje geloof in de wereld"! Zoo iets doet een Hollandsch hart goed! MEER 7//A7 f*! RITMEESTERS werden in 1 jgar gerookt! Dat zegt toch wel iets over de kwaliteit! EUROPEESCHE TOMBOLA BRENGT yERRASSING OP VERRASSING. DE yAL VAN LITWINOF DE KWESTIE- DANTZIG. HET NIEUWE DUITSCH- ITALIAANSCHE PACT. AVONTURIERS- POLITIEK. Slag op slag zijn de laatste dagen de ver- tassingen op elkaar gevolgd. Het begon met jiet heengaan van Litwinov, daarop volgde do rede van Beek en ten slotte kwamen Duitschland en Italië met een nieuw en hecht verbond. Al naarmate het geval van niecr gewicht werd beschouwd, betoonde roen de noodige belangstelling. Echter, het wereldrad draait verder en, na een oogen- hlik attentie, was altijd de onvermijdelijke vraag: „Wat nu?" En het raadseltjes raden gaat door. Op de beantwoording van de vraag poogt pnen vooruit te loopen door de feiten te pombineeren en door er uit te lezen de pieerdere of mindere kracht, waarvan ze getuigen. Nu moet men bil dat laatste natuurlijk jaitermate voorzichtig zijn. Immers men leent van de dingen slechts de oppervlakte, de kern wordt voor de oningewijden meest too goed mogelijk verborgen gehouden. Dmtrent het aftreden van Litwinov lieerscht Sog vrij groote duisternis. Eenerzijds kan men hooren, dat de Engelsche voorstellen Moskou niet ver genoeg gingen, dat Rus land een zeer verreikend garantiepact nvenschte tusschen het Sovjetrijk en de beide groote democratieën. Engeland zou hier niet aan willen en, om de eigen zaak kracht bij te zetten, zou men in Moskou Jitwinov hebben laten vallen. Anderzijds echter zou Engeland zich alle ïnoeite geven om de kring rondom de dic- tatuurstaten vast te sluiten door een opne men van Rusland in den keten van bond genootschappen. Feitelijk zijn dit twee volkomen tegenge stelde opvattingen en, wanneer de waar heid, gelijk zoo dikwijls, in het midden ligt, dan zou men kunnen vaststellen, dat er tusschen Engeland en Rusland onderhan deld wordt, zonder dat de buitenstaander precies weet, waar het om gaat. Trouwens, één ding mag als vaststaand gelden.. Dit na snel ijk, dat de besprekingen, die hangende twaren, vooralsnog nietz ijn afgebroken. En, gelijk in de politiek meestal het geval ïs, zijn beide partijen er op uit zoo goed mo gelijk af te snijden. Uit den aard der zaak is men in de ver schillende Europeesche kabinetten beter op de hoogte dan aan de diverse courantenbu- reaux en het beste iaat zich daarom de joogcnblikkelijke toestand afleiden uit de dingen, die men elders ziet gebeuren. Om te beginnen hebben we daar de PoolschDuitsche kwestie. Men is geneigd om aan te nemen, dat er omstandigheden Zijn, die ernstig aan Duitschland beletten Uitvoering te geven aan zijn wensclien uit gaande naar Dantzig en naar een corridor door den Poolschen corridor. Het Duitsch-Italiaansche bondgenootschap komt deze gedachte eer versterken dan ver- zwalcken. Waarvoor, zoo mag men zich af vragen, was dit verdrag eigenlijk noodig? Er is sedert lang nauwelijks een gelegen heid verzuimd om den nadruk te leggen op de hechtheid van de as Rome-Berlijn, gere- Een gouden bruidspaar te Breezand Lief en leed wisselden elkaar af. geld bezochten Duitschen Italiaanschc staatslieden den bevrienclcn buurman, af en toe hadden stafbesprekingen plaats en ten slotte in de practijk hebben ze elkaar steeds gesteund, waar ze konden. Wat viel hier nog te completeeren? Het geheel komt neer op een bevestiging van iets, wat reeds lang algemeen bekend was, tenzij Italië gelijk af en toe kon worden vernomen zich inderdaad meer en meer van Duitschland begon af te wen den. Mussolini, die zich naast Hitier, lang zamerhand moest tevreden stellen met een bescheiden tweede viool, zou dan, laten wc maar zeggen, zijn teruggekocht. De condi ties van den koop zullen op den duur wel uitkomen. Voorloopig zijn veelzeggend de geruchten, als zou Mussolini bij Polen willen bemid delen. Men mag hieruit lezen, dat Rome er weinig voor gevoelt voor Dantzig in een oorlog te worden gestort. Hetgeen overigens vrijwel zou overeenkomen met dat, wat den laatsten tijd werd verteld omtrent DuitschItaliaansche meeningsverschillen. Gezien een en ander mag men twijfelen aan een spoedig gewapend optreden van Duitschland tegen Polen. Zoodat Hitier, ge dwongen door de omsingelingspolitiek on verlaten door zijn vriend, voor ditmaal zijn voornemens zou moeten hebben laten varen. Het spel gaat verder. Het hernieuwd samengaan van de beide asgenooten beoogt stellig intimidatie. Doch van wie? Het is niet. zeer moeilijk te raden, welke richting de dictatoren uit willen. Behalve Polen liggen daar Roemenië, Hongarije, Joego-Slavië. Hebben de heeren de huid van een andere, nog niet geschoten beer ver deeld, in dier voege, dat Italië er dit keer ook eens wat beter van zal kunnen wor den? We zullen Het wel merken. Mocht dit echter het geval zijn, dan blijft het avon- turierspolitiek. Op één ding moeten we hij dit alles nog wijzen: geregelde relletjes in het onder Duitsch bewind staande Tsjecho-Slowakije. Dat is in het Derde Rijk „noch nicht dage- wesen"! Voor Hitier valt slechts te hopen, dat het geen olievlek wordt. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zitting van Dinsdag 9 Mei. Wieringen. VAN EEN HOND EN EEN HAAS. De eerste zaak is een hooger beroepzaak tegen D. L., wonende te Wieringen, die ervan wordt beschuldigd op 29 November 1038 in de Wieringermeer zijn hond een haas te doen hebben achtervolgen, zonder dat dier terug te roepen. Mr. Ledeboer wijst verd. erop, dat hij voor den Kantonrechter verklaarde, dat het een hem onbekende hond was, terwijl hij voor de politie verklaarde, dat de hond van z'n broer was. Het was geen hond van m'n broer, dat heb ik ook nooit gezegd. De onbezoldigd rijksveldwachter, tevens jachtopziener, D. v. d. Z., vertelt, dat de hond zoo dicht bij verd. was, dat verd. hem makkelijk kon befluiten of beroepen. Naderhand is dat trouwens ook gebeurd. De president merkt tot verd. op, dat het dus voor hem geen onbekende hond was. Nee, nee, die hond is nooit van mij ge weest, zegt verd. Ik heb nooit dien hond geroepen ook. Dus dat liegt dan deze ge tuige. De president, mr, Ledeboer meent, dat verd. er zich leelijk in gedraaid heeft. De Officier van Justitie, mr. v. d. Feen do Lille, requisitoir nemend vraagt bevesti ging van het vonnis van den Kantonrechter, n.1. f 6.— boete subs 3 dagen. Immes: er zijn geen nieuwe gezichtspunten naar voren gebracht. Die hond gaat nooit met me mee, verde digt verd. zich. De Rechtbank zal heden over acht dagen vonnis wijzen. Barsingerho r n. EEN AANRIJDING. Nogmaals een hooger beroepzaak, n.1. die tegen C. G. te Barsingerhorn, die in eerste instantie door den kantonrechter was ver oordeeld tot f 10.boete subs. 5 dagen we gens roekeloos rijden te Zijpe. Verd. vertelt, dat hij achteruit een erf kwam afrijden en stilstond om melkbussen op z'n vrachtauto te laden, die daar stonden. Daardoor ont stond de aanrijding. Als eerste get. wordt voorgeroepen, D. P., koopman te Wieringen. Deze reed op 3 Oc- tober over den Ruigeweg in de richting van Oudesluis. Reed u goed rechts?, vroeg de president. Niet lieelemaal, zeide get., de weg ligt er zoo, dat je er niet lieelemaal rechts kan rijden. Vlak bij den melkauto van verd. gekomen, reed deze ineens zonder eenig signaal te geven achteruit, zoodat een aan rijding niet meer was te voorkomen. De president vroeg get. of hij signaal had gegeven? Nee, is het antwoord van get. Dat had u toch moeten doen, meent mr. Ledeboer. Al had ik het gedaan, dan had het toch niets gegeven. De man keek niet uit. Mr. Uhbcns meent, dat verd. dan den getuige had gehoord. Get. bekijkt dan de teekening, welke de president hem voorlegt. De verdediger, mr. Sanders uit Amster dam, vraagt get,. of diens auto is blijven staan na de aanrijding. Absoluut niet., antwoordt get. En hoe stond de auto?, vroeg mr. San ders? De heele wagen was op den weg, Is ge- tuige's antwoord. Als get. k décharge wordt dan géhoord F. II., veehouder te Zijpe, die vertelt hoe de wagens na de aanrijding stonden. De an- dbre auto hal er makkelijk langs gekund, als hij behoorlijk rechts had gehouden meent deze get. De tweede get. S. décharge is D. J., vee houder uit Schagen. Deze zegt, dat hij na het ongeval door verd. is opgebeld en hij is er direct heen gegaan. De vrachtwagen was al weggere den, maar de luxe auto had zeker 60 a 70 M. om te parkeeren gehad. Het Bestuur wordt gemachtigd voor het jaar 1940 een kasgeldieening aan te gaan tot een bedrag van f 3000.—. Tot leden der commissie tot nazien der rekening over 1939 worden vervolgens aan gewezen de heeren K. Zeilemaker, van Stipriaan en A. Rol. Do jaarlij'ksche machtiging wordt weer verleend om eventueel tot uitvoering van werken over te gaan. Volgt het voorstel tot intrekking van 't besluit tot overdracht van gedeelten polder sloot, genomen in de vergadering van 13 Mei 1935. Na een toelichting van den secretaris, waaruit blijkt dat het hier een formeele kwestie betreft, wordt het voorstel aange nomen. Geen opzichter. In de vorige vergadering is breedvoerig gesproken over het eventueel aanstellen van een opzichter en had het Bestuur toe gezegd in de volgende vergadering het punt op de agenda te plaatsen. De Voorzitter zegt, dat het Bestuur er niet voor voelt een opzichter aan te stel len. Het Bestuur zal zich genoodzaakt zien de keur krapper toe te passen, maar niet temin zal men soenel blijven optreden. Het is overbodig in alle dammen duikers te leggen, maar het Bestuur zal strenger op de duikers toezien. De lieer Jb. Kuiper noemt een pompen- schouw gewenscht. Er zijn dammen, waar in indertijd pompen zijn aangebracht, maa die al lang niet meer functionneeren. Met laag water moet de boel nagekeken worden. Het Bestuur zegt toe te handelen in den zin van het gesprokene door den heer Kuiper. De heer D. Wit zeef nog. dat de mogelijk heid ook hestaat,. dat er duikers ziin, die niet aan de maat voldoen. Oordeelt het Bestuur het overigens gewenscht, dat een duiker wordt aangelegd, dan moet het ge beuren. Met leelijke gezichten behoeft men geen rekening te houden. De Voorzitter zegt toe, dat ook naar dui kers zal worden gekeken, die niet van de vereischte afmetingen zijn. De heer Jb. Kuiper wil den kroosschouw een maand vervroegen. De secretaris deelt mede, dat bij de nieu we keur hiermede rekening zal worden gehouden. De schouw kan zelfs gehouden worden, wanneer moleiumeesters dit wen- sclielijk achten. Rondvraag. De heer K. Vel zegt, dat bij hem het wa ter in den winter niet weg kan. De duikers zijn volgens spr. in orde. Volgens den heer Meurs en ook andere bestuursleden zijn de duikers echter niet in orde. Men zal het nog eens nazien. De heer D. Otzen zegt, dat de menschen op het watermachine behoefte aan water leiding hebben. Do Voorzitter antwoordt, dat de regenbak na opmeting van voldoende capaciteit is geoordeeld. De heer Otzen merkt op, dat het water niet van het zuiverste is, van den zomer is de bak bovendien vaak leeg geweest. Spr. heeft indertijd geen leidingwater gewild, omdat dit de pest is voor den ketel. En men wou juist hebben, dat hij het water ook voor den ketel gebruikte. Het Bestuur zal de zaak nog eens be kijken. De heer K. Zeilemaker heeft een Sloot, die wel eens opgeknapt mag worden. Het Bestuur zal erop toezien. De heer D. Wit zou het peil, gehoord "de besprekingen, wel met 5 c.M. willen verla gen er. voor de maanden Januari en Fe- hruari. wanneer er veel gesloot .wordt, met 10 c.M. De secretaris zegt, dat het peil niet ver anderd kan worden, omdat geen voorstel len hieromtrent zijn geconvoceerd. Men heeft bovendien niet het recht met verwijten te komen, nu een besluit van de vergadering wordt uitgevoerd. De heer D. Wit merkt op. dat hij het Be stuur ?wn verwijt heeft willen maken, hij uit slechts een wensch. De gelegenheid maakt den dief: als er lager water is, dan is de prikkel aanwezig om te gaan slooten. Na uitvoerige besprekingen wordt tenslot te van dit onderwerp afgestapt. De rondvraag levert verder me's op; sluiting volgt. Vandaag is 't feest in huiize Schorweg 34, groot feest, want Jan Moeliker en Cornelia MoelikerWit vieren hun gouden huwe lijksfeest. Vijftig jaar hebben ze lief en leed gedeeld en met elkaar, zoo lang ze konden, .voor hun gezin gewerkt, waarbij zij, naast Ibetrckkc'lijken welstand, ook tegenslagen Op het gezamenlijk afgelegd pad ontmoet- iten, doch ook die moeilijkheden te zamen Het echtpaar J. Moeliker C. MoelikerWit. Het hoofd boden. En als de mannelijke helft van het echtpaar, na ongelukken bij den arbeid met paarden of een val van een ladder, het leven wat donker inzag omdat hem het vertier werken voor z'n gezin tij- li}k niet meer mogelijk was,dan was daar de de vrouw, die hem op opgewekten toon de Sombere gedachten uit het hoofd praatte. Vader Jan houdt nu z'n groentetuintje Nog hij en Moeder Cornelia verzorgt haar bloemen, want lieelemaal stil-zitten, dat gaat niet, al zijn ze 74 en 73 jaar. Maar vandaag vieren ze hun gouden ifeest en komen kinderen, kleinkinderen, verdere familie, buren en kennissen hen feliciteeren. en nog wat meer in de bloeme tjes zetten dan de laatste dagen al gel>eurd is. De muziekvereeniging Concordia zal ze vanavond half negen een serenade brengen en on-ze krant, die al 40 jaar trouw gelezen wordt in dit gezin, voegt, gaarne haar feli citatie? hij alle selukwenschen, die 't gou den paar zal ontvangen; Omslag blijft 6.50 per H.A, Geen opzichter Molenmeesters en stemgerechtigde inge landen van den Oosterpolder onder Winkel en Nieuwe Niedorp vergaderden gistermor gen ten lokale yan den heer J'b. Gelder te Nieuwe Niedorp. Voorzitter de heer A. Slooves, secretaris de heer A. J. Porte. Als de Voorzitter opent zijn een 15-tal .personen aanwezig. De notulen van de vorige vergadering worden gelezen en onveranderd goedge keurd. N.a.v. de notulen vraagt de heer K. Zeilemaker, of het winterpeil wel laag ge noeg is geweest. Spr. heeft den indruk, dat het water te hoog heeft gestaan. Uit de mededeelingcn yan bestuurszijde blijkt, dat men zich vrij goed aan het peil van 20 heeft gehouden. Overigens geeft de Voorzitter toe, dat een lagere stand voor het uitvoeren van slootwerk veel beter is. Als men het peil echter lager stelt, regent het klachten. Mededeelingen. De volgende mededeelingen worden ge daan: In den afgeloopen winter is het gedeelte sloot langs den Dorpsweg, vanaf het Hoef je tot de Woningbouwvereeniging gebag gerd. De kosten daarvaon hebben bedragen f 220.Voorts zijn in werkverschaffing gesloot de Bulleweidsloot te Winkel en de Westeropgaander te Nieuwe Niedorp. De kosten daarvan bedroegen onderscheiden lijk f 266.04 en f 126.71. Er is een verzoek gericht tot den Prov. Waterstaat, tot. het doen aanbrengen van een uitlaatduiker ter hoogte van de percee- len van den heer van Stipriaan. De indruk is gekregen, dat dit verzoek gunstig is ont vangen. 's Middags zou mén te dezer zake een onderhoud hebben met den heer de Vassy. Het Bestuur is erin geslaagd een kasgeld- leening te sluiten bij de Incassobank te Am sterdam voor den tijd van drie maanden tegen een rente van 1 pet. per jaar. Tenslotte wordt medegedeeld, dat de keur thans zoover is ontworpen, dat de ter in zage legging binnen korten tijd kan worden tegemoet gezien. Aankondiging van schou wen zal volgens deze nieuwe keur behalve op de borden per advertentie worden he kend gemaakt. Rekening 1938. De heer Jb. Wit verklaart namens de commissie tot nazien der rekening, dat al les in orde is bevonden. Spr. adviseert de rekening goed te keuren, waartoe wordt besloten. De ontvangsten hebben bedragen f 10.276.14, de uitgaven f 9600.05, voordeelig saldo derhalve f 676.09. Begrooting 1939. Deze sluit tot een bedrag van f 11.020.89 met een post onvoorzien van f 612.99. Door den secretaris worden de verschil lende posten voorgelezen, waaruit blijkt, dat de omslag onveranderd is gelaten (f6.50 per h.a.1 Aanleiding tot op- of aanmerkin gen eeeft een en ander niet, zoodat de be grooting op bovenstaande cijfers wordt vastgesteld. In de begrooting is o.a. opgenomen de verbetering van de Oosterzwet onder Win kel. De heer Zeilemaker informeert naar den achterstand bii de betaling der polderlasten. De secretaris deelt mede. dat hij er „ge weldig opzit". Eerst had hij telkens 3 jaar achterstand, maar op het oogemblik is dit nog maar 2 jaar. Het totaal bedrag van den achterstand vermindert steeds.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 5