II
joottuétöM*
I
Oosterpolder onder Wi
I en Nieuwe Niedorp
IIUITENL ANDSCH
I
VERZICHT
„De mensch op zijn best"
Arrondissements rechtbank
te Alkmaar
Woensdag 10 Mei 1939
Tweede blad
Heeft get. P. u niet verteld, dat hij 90
K.M. had gereden?
Get. a décharge J.: Ja zeker.
Get. P. noemt dit een pertinente leugen.
U heeft stez-k geremd en u bent toen
aan het slippen gegaan, dat heeft uzelf
verklaard, zegt get. a décharge tot get. P.
De Officier van Justitie noemt in z'n re
quisitoir dit een zéér eenvoudig zaakje, dat
opgeblazen is. Deze verd. heeft geen greirt-
tje schuldgevoel, imimers, hij tracht de
schuld te schuiven op de schouders van get.
P. Verd. heeft zeker niet de noodige voor
zichtigheid betracht, immers hij stond zoo,
dat hij noch het verkeer van rechts, noch
dat van links kon overzien.
Toen hij dus achteruit reed, had verd. de
noodige voorzichtigheid moeten betrachten.
De deskundigen zijn het er niet over eens,
of get. P. signaal had moeten geven.
Mr. v. d. Feen de Lille eischt bevestiging
van het vonnis van den Kantonrechter met
uitzondering van de straf, welke de Of fi
sier bepaald wenscht te zien op f 25.boe
te, subs 15 dagen hechtenis.
De verdediger van verd. mr. Sanders,
meent in zijn pleidooi, dat verd. niet anders
heeft kunnen doen, dan hij deed. Hij is
eerst gaan kijken op den weg of er iets aan
kwam, daarna is hij, signaal gevend achter
uit gereden. De vrachtauto stond namelijk-
op het midden van den weg stil, zoodat de
luxe auto er gemakkelijk langs kon. Pleiter
kan niet inzien wat de man anders had
moeten doen, en wijst er op, dat get. P. er
gemakkelijk voorbij kon. De weg was glad
en get. kon geen 90 k.m. rijden. Het :'s
dwaas om dit tegen te spreken en daarom
maakt deze man geen zeer betrouwbaren in
druk. Pleiter vraagt op deze gronden vrij
spraak voor zijn cliënt.
Wieringen.
JENEVER IN EEN VERLOFZAAK.
De volgende verdachte is A. V. caféhouder
te Wieringen, die door den Kantonrechter
was veroordeeld tot f 35.bóete, omdat hij"
in z'n lokaliteit, waarin hij verdof A had,
een flesch jenever heeft in voorraad gehad.
Volgens verd. was de straf te hoog.
Als get. woi'dt gehoord L. J. T. inspecteur
van de Volksgezondheid, wonende te 's-Gra-
venhage.
Deze zegt, dat het hem al drie jaren lang
bekend was, dat verd, als verlofhouder ster
ken drank verkocht. Get. heeft toen een on
derzoek ingesteld; in de ijskast, welke in
de lokaliteit stond vond get. de jenever.
Bij verder onderzoek vond get. in den kel
der een flesch met zoete bessen.
Verdachte meent, dat zulks geen sterke
drank is. Er zit 59 procent alcohol in; zegt
get. Is het gewone klaai'gemaakte citroen
jenever? m
Hoe heeft U dat geconstateerd? vraagt mr
Fruin.
Door den smaak, zegt. get.
Maar dat gaat toch niet; dat moet toch
onderzocht worden, zegt mr. Fruin.
De Officier van Justitie requisitoir ne
mend zegt dat de flesch jenever in de ijs
kast er niet mocht staan al was deze aan
ook voor eigen gebruik. De Officier vindt
de straf niet te hoog, omdat verd. alreeds
lang in een kwaden reuk stond. Mr. v. d.
Feen de Lille vraagt bevestiging van het
vonnis van den Kantonrechter n.1. f 35.
boete, subs 20 dagen en verbeurdverklaring
der jenever.
Mr. den Hollander meent, dat verd. op
dit moment geen hoofd van het bedrijf was,
omdat hij ziek was, Pleiter meent, dat hier
geen sprake is van herhaaldelijke overtre
ding. Pleiter vraagt om deze redenen daar
om voor zijn cliënt een voorwaardelijke
straf.
Franschen bewonderen de droog
legging der Zuiderzee.
In het groot auditorium van het Centre
Universitaire Méditeranéen te Nice werd de
zer dagen de Ncderlandsche stoel beklom
men door den hoofdingenieur der Zuider
zeewerken, de heer V.I.P. de Blocq van
Kuffeler.
Den laatsten tijd hebben de Fransche bla
den, aldus het Hsb., meer dan gewone aan
dacht aan Holland besteed, en vooral aan
zijn vermaarde waterwerken. „Ze doen zelfs
met de zee wat ze willen," heeft men er
gens geschreven. Wellicht is het ook daar
aan te danken dat de opkomst van het pu
bliek verrassend groot was
Zij zagen de dijken groeien
De heer De Blocq van Kuffeler had er
zich blijkbaar rekenschap van gegeven voor
een publiek van leeken te staan al was
de Fransche Waterstaat, de „Ponts et Chaus
sées" ook vertegenwoordigd. Zijn voordracht
was vlot, vermeed noodelooze cijferlawines,
waar het onderwerp toch wel aanleiding
toe bood, en volgde een reeks uitnemende
lichtbeelden op den voet. De toeschouwers
zagen de dijken groeien, van den eersten
grijper, die zijn lading midden in zee loste,
tot de eindelooze autostrada toe. Ze zagen
het modderland veranderen in korenvelden.
Ze zagen de huizen opstapelen. En dit alles
was zoo suggestief, dat ik achter me hoor
de zeggen: C'est fntastique!" )„Het is fan
tastisch!"
Maar het was meer dan dat. Er werden
vergelijkingen gemaakt onder het weg
gaan tusschen volkeren, die hun „le
vensruimte" vergrooten door annexaties, en
ons kleine volk, dat zijn territoir verovert
op de natuur. Een van de kaarten, die ver
toond werden, gaf ook de tallooze polders
aan, die zich in de westelijke provinciën be
vinden, en waarvan sommige reeds eeuwen
geleden werden drooggemalen. Wijzelf ge
ven ons er nauwelijks rekenschap van wat
ccn arbeid er op dit gebied reeds is ge
presteerd, een arbeid, die natuurlijk ook
een voorstudie is geworden voor het ont
zaglijke werk van de Zuiderzee.
De spreker vertelde van de voorbereidin
gen, van de moeilijkheden. Hij sprak over
het verhoogen en verlagen van den water
spiegel, als of dit de eenvoudigste zaak
van de wereld was.
„Het heeft me aangegrepen," zei een Fran
sche kennis. „Ik betreur het, dat ik dat nu
eerst allemaal hoorde. Nu ja, je leest wel
eens een regel in de kranten. Maar dat zegt
zoo weinig. Wat een onderneming! Dit is
de mensch op zijn best! Dit geeft je werke
lijk weer een beetje geloof in de wereld"!
Zoo iets doet een Hollandsch hart goed!
MEER 7//A7 f*! RITMEESTERS
werden in 1 jgar gerookt! Dat zegt toch wel iets over de kwaliteit!
EUROPEESCHE TOMBOLA BRENGT
yERRASSING OP VERRASSING. DE
yAL VAN LITWINOF DE KWESTIE-
DANTZIG. HET NIEUWE DUITSCH-
ITALIAANSCHE PACT. AVONTURIERS-
POLITIEK.
Slag op slag zijn de laatste dagen de ver-
tassingen op elkaar gevolgd. Het begon met
jiet heengaan van Litwinov, daarop volgde
do rede van Beek en ten slotte kwamen
Duitschland en Italië met een nieuw en
hecht verbond. Al naarmate het geval van
niecr gewicht werd beschouwd, betoonde
roen de noodige belangstelling. Echter, het
wereldrad draait verder en, na een oogen-
hlik attentie, was altijd de onvermijdelijke
vraag: „Wat nu?" En het raadseltjes raden
gaat door.
Op de beantwoording van de vraag poogt
pnen vooruit te loopen door de feiten te
pombineeren en door er uit te lezen de
pieerdere of mindere kracht, waarvan ze
getuigen.
Nu moet men bil dat laatste natuurlijk
jaitermate voorzichtig zijn. Immers men
leent van de dingen slechts de oppervlakte,
de kern wordt voor de oningewijden meest
too goed mogelijk verborgen gehouden.
Dmtrent het aftreden van Litwinov lieerscht
Sog vrij groote duisternis. Eenerzijds kan
men hooren, dat de Engelsche voorstellen
Moskou niet ver genoeg gingen, dat Rus
land een zeer verreikend garantiepact
nvenschte tusschen het Sovjetrijk en de
beide groote democratieën. Engeland zou
hier niet aan willen en, om de eigen zaak
kracht bij te zetten, zou men in Moskou
Jitwinov hebben laten vallen.
Anderzijds echter zou Engeland zich alle
ïnoeite geven om de kring rondom de dic-
tatuurstaten vast te sluiten door een opne
men van Rusland in den keten van bond
genootschappen.
Feitelijk zijn dit twee volkomen tegenge
stelde opvattingen en, wanneer de waar
heid, gelijk zoo dikwijls, in het midden ligt,
dan zou men kunnen vaststellen, dat er
tusschen Engeland en Rusland onderhan
deld wordt, zonder dat de buitenstaander
precies weet, waar het om gaat. Trouwens,
één ding mag als vaststaand gelden.. Dit na
snel ijk, dat de besprekingen, die hangende
twaren, vooralsnog nietz ijn afgebroken.
En, gelijk in de politiek meestal het geval
ïs, zijn beide partijen er op uit zoo goed mo
gelijk af te snijden.
Uit den aard der zaak is men in de ver
schillende Europeesche kabinetten beter op
de hoogte dan aan de diverse courantenbu-
reaux en het beste iaat zich daarom de
joogcnblikkelijke toestand afleiden uit de
dingen, die men elders ziet gebeuren.
Om te beginnen hebben we daar de
PoolschDuitsche kwestie. Men is geneigd
om aan te nemen, dat er omstandigheden
Zijn, die ernstig aan Duitschland beletten
Uitvoering te geven aan zijn wensclien uit
gaande naar Dantzig en naar een corridor
door den Poolschen corridor.
Het Duitsch-Italiaansche bondgenootschap
komt deze gedachte eer versterken dan ver-
zwalcken. Waarvoor, zoo mag men zich af
vragen, was dit verdrag eigenlijk noodig?
Er is sedert lang nauwelijks een gelegen
heid verzuimd om den nadruk te leggen op
de hechtheid van de as Rome-Berlijn, gere-
Een gouden bruidspaar
te Breezand
Lief en leed wisselden elkaar af.
geld bezochten Duitschen Italiaanschc
staatslieden den bevrienclcn buurman, af en
toe hadden stafbesprekingen plaats en ten
slotte in de practijk hebben ze elkaar steeds
gesteund, waar ze konden.
Wat viel hier nog te completeeren?
Het geheel komt neer op een bevestiging
van iets, wat reeds lang algemeen bekend
was, tenzij Italië gelijk af en toe kon
worden vernomen zich inderdaad meer
en meer van Duitschland begon af te wen
den. Mussolini, die zich naast Hitier, lang
zamerhand moest tevreden stellen met een
bescheiden tweede viool, zou dan, laten wc
maar zeggen, zijn teruggekocht. De condi
ties van den koop zullen op den duur wel
uitkomen.
Voorloopig zijn veelzeggend de geruchten,
als zou Mussolini bij Polen willen bemid
delen. Men mag hieruit lezen, dat Rome er
weinig voor gevoelt voor Dantzig in een
oorlog te worden gestort. Hetgeen overigens
vrijwel zou overeenkomen met dat, wat
den laatsten tijd werd verteld omtrent
DuitschItaliaansche meeningsverschillen.
Gezien een en ander mag men twijfelen
aan een spoedig gewapend optreden van
Duitschland tegen Polen. Zoodat Hitier, ge
dwongen door de omsingelingspolitiek on
verlaten door zijn vriend, voor ditmaal zijn
voornemens zou moeten hebben laten varen.
Het spel gaat verder.
Het hernieuwd samengaan van de beide
asgenooten beoogt stellig intimidatie. Doch
van wie?
Het is niet. zeer moeilijk te raden, welke
richting de dictatoren uit willen. Behalve
Polen liggen daar Roemenië, Hongarije,
Joego-Slavië. Hebben de heeren de huid van
een andere, nog niet geschoten beer ver
deeld, in dier voege, dat Italië er dit keer
ook eens wat beter van zal kunnen wor
den?
We zullen Het wel merken. Mocht dit
echter het geval zijn, dan blijft het avon-
turierspolitiek.
Op één ding moeten we hij dit alles nog
wijzen: geregelde relletjes in het onder
Duitsch bewind staande Tsjecho-Slowakije.
Dat is in het Derde Rijk „noch nicht dage-
wesen"! Voor Hitier valt slechts te hopen,
dat het geen olievlek wordt.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van Dinsdag 9 Mei.
Wieringen.
VAN EEN HOND EN EEN HAAS.
De eerste zaak is een hooger beroepzaak
tegen D. L., wonende te Wieringen, die
ervan wordt beschuldigd op 29 November
1038 in de Wieringermeer zijn hond een
haas te doen hebben achtervolgen, zonder
dat dier terug te roepen.
Mr. Ledeboer wijst verd. erop, dat hij
voor den Kantonrechter verklaarde, dat het
een hem onbekende hond was, terwijl hij
voor de politie verklaarde, dat de hond van
z'n broer was.
Het was geen hond van m'n broer, dat
heb ik ook nooit gezegd.
De onbezoldigd rijksveldwachter, tevens
jachtopziener, D. v. d. Z., vertelt, dat de
hond zoo dicht bij verd. was, dat verd.
hem makkelijk kon befluiten of beroepen.
Naderhand is dat trouwens ook gebeurd.
De president merkt tot verd. op, dat het
dus voor hem geen onbekende hond was.
Nee, nee, die hond is nooit van mij ge
weest, zegt verd. Ik heb nooit dien hond
geroepen ook. Dus dat liegt dan deze ge
tuige.
De president, mr, Ledeboer meent, dat
verd. er zich leelijk in gedraaid heeft.
De Officier van Justitie, mr. v. d. Feen
do Lille, requisitoir nemend vraagt bevesti
ging van het vonnis van den Kantonrechter,
n.1. f 6.— boete subs 3 dagen. Immes: er
zijn geen nieuwe gezichtspunten naar voren
gebracht.
Die hond gaat nooit met me mee, verde
digt verd. zich.
De Rechtbank zal heden over acht dagen
vonnis wijzen.
Barsingerho r n.
EEN AANRIJDING.
Nogmaals een hooger beroepzaak, n.1. die
tegen C. G. te Barsingerhorn, die in eerste
instantie door den kantonrechter was ver
oordeeld tot f 10.boete subs. 5 dagen we
gens roekeloos rijden te Zijpe. Verd. vertelt,
dat hij achteruit een erf kwam afrijden en
stilstond om melkbussen op z'n vrachtauto
te laden, die daar stonden. Daardoor ont
stond de aanrijding.
Als eerste get. wordt voorgeroepen, D. P.,
koopman te Wieringen. Deze reed op 3 Oc-
tober over den Ruigeweg in de richting
van Oudesluis.
Reed u goed rechts?, vroeg de president.
Niet lieelemaal, zeide get., de weg ligt er
zoo, dat je er niet lieelemaal rechts kan
rijden. Vlak bij den melkauto van verd.
gekomen, reed deze ineens zonder eenig
signaal te geven achteruit, zoodat een aan
rijding niet meer was te voorkomen.
De president vroeg get. of hij signaal had
gegeven?
Nee, is het antwoord van get.
Dat had u toch moeten doen, meent mr.
Ledeboer. Al had ik het gedaan, dan had
het toch niets gegeven. De man keek niet
uit.
Mr. Uhbcns meent, dat verd. dan den
getuige had gehoord.
Get. bekijkt dan de teekening, welke de
president hem voorlegt.
De verdediger, mr. Sanders uit Amster
dam, vraagt get,. of diens auto is blijven
staan na de aanrijding.
Absoluut niet., antwoordt get.
En hoe stond de auto?, vroeg mr. San
ders?
De heele wagen was op den weg, Is ge-
tuige's antwoord.
Als get. k décharge wordt dan géhoord
F. II., veehouder te Zijpe, die vertelt hoe de
wagens na de aanrijding stonden. De an-
dbre auto hal er makkelijk langs gekund,
als hij behoorlijk rechts had gehouden
meent deze get.
De tweede get. S. décharge is D. J., vee
houder uit Schagen.
Deze zegt, dat hij na het ongeval door
verd. is opgebeld en hij is er direct heen
gegaan. De vrachtwagen was al weggere
den, maar de luxe auto had zeker 60 a 70
M. om te parkeeren gehad.
Het Bestuur wordt gemachtigd voor het
jaar 1940 een kasgeldieening aan te gaan
tot een bedrag van f 3000.—.
Tot leden der commissie tot nazien der
rekening over 1939 worden vervolgens aan
gewezen de heeren K. Zeilemaker, van
Stipriaan en A. Rol.
Do jaarlij'ksche machtiging wordt weer
verleend om eventueel tot uitvoering van
werken over te gaan.
Volgt het voorstel tot intrekking van 't
besluit tot overdracht van gedeelten polder
sloot, genomen in de vergadering van 13
Mei 1935.
Na een toelichting van den secretaris,
waaruit blijkt dat het hier een formeele
kwestie betreft, wordt het voorstel aange
nomen.
Geen opzichter.
In de vorige vergadering is breedvoerig
gesproken over het eventueel aanstellen
van een opzichter en had het Bestuur toe
gezegd in de volgende vergadering het punt
op de agenda te plaatsen.
De Voorzitter zegt, dat het Bestuur er
niet voor voelt een opzichter aan te stel
len. Het Bestuur zal zich genoodzaakt zien
de keur krapper toe te passen, maar niet
temin zal men soenel blijven optreden. Het
is overbodig in alle dammen duikers te
leggen, maar het Bestuur zal strenger op
de duikers toezien.
De lieer Jb. Kuiper noemt een pompen-
schouw gewenscht. Er zijn dammen, waar
in indertijd pompen zijn aangebracht,
maa die al lang niet meer functionneeren.
Met laag water moet de boel nagekeken
worden.
Het Bestuur zegt toe te handelen in den
zin van het gesprokene door den heer
Kuiper.
De heer D. Wit zeef nog. dat de mogelijk
heid ook hestaat,. dat er duikers ziin, die
niet aan de maat voldoen. Oordeelt het
Bestuur het overigens gewenscht, dat een
duiker wordt aangelegd, dan moet het ge
beuren. Met leelijke gezichten behoeft
men geen rekening te houden.
De Voorzitter zegt toe, dat ook naar dui
kers zal worden gekeken, die niet van de
vereischte afmetingen zijn.
De heer Jb. Kuiper wil den kroosschouw
een maand vervroegen.
De secretaris deelt mede, dat bij de nieu
we keur hiermede rekening zal worden
gehouden. De schouw kan zelfs gehouden
worden, wanneer moleiumeesters dit wen-
sclielijk achten.
Rondvraag.
De heer K. Vel zegt, dat bij hem het wa
ter in den winter niet weg kan. De duikers
zijn volgens spr. in orde.
Volgens den heer Meurs en ook andere
bestuursleden zijn de duikers echter niet in
orde. Men zal het nog eens nazien.
De heer D. Otzen zegt, dat de menschen
op het watermachine behoefte aan water
leiding hebben.
Do Voorzitter antwoordt, dat de regenbak
na opmeting van voldoende capaciteit is
geoordeeld.
De heer Otzen merkt op, dat het water
niet van het zuiverste is, van den zomer
is de bak bovendien vaak leeg geweest. Spr.
heeft indertijd geen leidingwater gewild,
omdat dit de pest is voor den ketel. En
men wou juist hebben, dat hij het water
ook voor den ketel gebruikte.
Het Bestuur zal de zaak nog eens be
kijken.
De heer K. Zeilemaker heeft een Sloot,
die wel eens opgeknapt mag worden.
Het Bestuur zal erop toezien.
De heer D. Wit zou het peil, gehoord "de
besprekingen, wel met 5 c.M. willen verla
gen er. voor de maanden Januari en Fe-
hruari. wanneer er veel gesloot .wordt, met
10 c.M.
De secretaris zegt, dat het peil niet ver
anderd kan worden, omdat geen voorstel
len hieromtrent zijn geconvoceerd.
Men heeft bovendien niet het recht met
verwijten te komen, nu een besluit van de
vergadering wordt uitgevoerd.
De heer D. Wit merkt op. dat hij het Be
stuur ?wn verwijt heeft willen maken, hij
uit slechts een wensch. De gelegenheid
maakt den dief: als er lager water is, dan
is de prikkel aanwezig om te gaan slooten.
Na uitvoerige besprekingen wordt tenslot
te van dit onderwerp afgestapt.
De rondvraag levert verder me's op;
sluiting volgt.
Vandaag is 't feest in huiize Schorweg 34,
groot feest, want Jan Moeliker en Cornelia
MoelikerWit vieren hun gouden huwe
lijksfeest. Vijftig jaar hebben ze lief en leed
gedeeld en met elkaar, zoo lang ze konden,
.voor hun gezin gewerkt, waarbij zij, naast
Ibetrckkc'lijken welstand, ook tegenslagen
Op het gezamenlijk afgelegd pad ontmoet-
iten, doch ook die moeilijkheden te zamen
Het echtpaar J. Moeliker C. MoelikerWit.
Het hoofd boden. En als de mannelijke
helft van het echtpaar, na ongelukken bij
den arbeid met paarden of een val van een
ladder, het leven wat donker inzag omdat
hem het vertier werken voor z'n gezin tij-
li}k niet meer mogelijk was,dan was daar de
de vrouw, die hem op opgewekten toon de
Sombere gedachten uit het hoofd praatte.
Vader Jan houdt nu z'n groentetuintje
Nog hij en Moeder Cornelia verzorgt haar
bloemen, want lieelemaal stil-zitten, dat
gaat niet, al zijn ze 74 en 73 jaar.
Maar vandaag vieren ze hun gouden
ifeest en komen kinderen, kleinkinderen,
verdere familie, buren en kennissen hen
feliciteeren. en nog wat meer in de bloeme
tjes zetten dan de laatste dagen al gel>eurd
is. De muziekvereeniging Concordia zal ze
vanavond half negen een serenade brengen
en on-ze krant, die al 40 jaar trouw gelezen
wordt in dit gezin, voegt, gaarne haar feli
citatie? hij alle selukwenschen, die 't gou
den paar zal ontvangen;
Omslag blijft 6.50 per H.A,
Geen opzichter
Molenmeesters en stemgerechtigde inge
landen van den Oosterpolder onder Winkel
en Nieuwe Niedorp vergaderden gistermor
gen ten lokale yan den heer J'b. Gelder te
Nieuwe Niedorp.
Voorzitter de heer A. Slooves, secretaris
de heer A. J. Porte.
Als de Voorzitter opent zijn een 15-tal
.personen aanwezig.
De notulen van de vorige vergadering
worden gelezen en onveranderd goedge
keurd.
N.a.v. de notulen vraagt de heer K.
Zeilemaker, of het winterpeil wel laag ge
noeg is geweest. Spr. heeft den indruk,
dat het water te hoog heeft gestaan.
Uit de mededeelingcn yan bestuurszijde
blijkt, dat men zich vrij goed aan het peil
van 20 heeft gehouden. Overigens geeft de
Voorzitter toe, dat een lagere stand voor
het uitvoeren van slootwerk veel beter is.
Als men het peil echter lager stelt, regent
het klachten.
Mededeelingen.
De volgende mededeelingen worden ge
daan:
In den afgeloopen winter is het gedeelte
sloot langs den Dorpsweg, vanaf het Hoef
je tot de Woningbouwvereeniging gebag
gerd. De kosten daarvaon hebben bedragen
f 220.Voorts zijn in werkverschaffing
gesloot de Bulleweidsloot te Winkel en de
Westeropgaander te Nieuwe Niedorp. De
kosten daarvan bedroegen onderscheiden
lijk f 266.04 en f 126.71.
Er is een verzoek gericht tot den Prov.
Waterstaat, tot. het doen aanbrengen van
een uitlaatduiker ter hoogte van de percee-
len van den heer van Stipriaan. De indruk
is gekregen, dat dit verzoek gunstig is ont
vangen. 's Middags zou mén te dezer zake
een onderhoud hebben met den heer de
Vassy.
Het Bestuur is erin geslaagd een kasgeld-
leening te sluiten bij de Incassobank te Am
sterdam voor den tijd van drie maanden
tegen een rente van 1 pet. per jaar.
Tenslotte wordt medegedeeld, dat de keur
thans zoover is ontworpen, dat de ter in
zage legging binnen korten tijd kan worden
tegemoet gezien. Aankondiging van schou
wen zal volgens deze nieuwe keur behalve
op de borden per advertentie worden he
kend gemaakt.
Rekening 1938.
De heer Jb. Wit verklaart namens de
commissie tot nazien der rekening, dat al
les in orde is bevonden. Spr. adviseert de
rekening goed te keuren, waartoe wordt
besloten. De ontvangsten hebben bedragen
f 10.276.14, de uitgaven f 9600.05, voordeelig
saldo derhalve f 676.09.
Begrooting 1939.
Deze sluit tot een bedrag van f 11.020.89
met een post onvoorzien van f 612.99.
Door den secretaris worden de verschil
lende posten voorgelezen, waaruit blijkt,
dat de omslag onveranderd is gelaten (f6.50
per h.a.1 Aanleiding tot op- of aanmerkin
gen eeeft een en ander niet, zoodat de be
grooting op bovenstaande cijfers wordt
vastgesteld.
In de begrooting is o.a. opgenomen de
verbetering van de Oosterzwet onder Win
kel.
De heer Zeilemaker informeert naar den
achterstand bii de betaling der polderlasten.
De secretaris deelt mede. dat hij er „ge
weldig opzit". Eerst had hij telkens 3 jaar
achterstand, maar op het oogemblik is dit
nog maar 2 jaar. Het totaal bedrag van
den achterstand vermindert steeds.