Vredeswet van 1939' De Amerikaansche Postbesteller van diefstal verdacht Radioprogramma vaart uit DOOR EDGAR RICE BURROUGHS 28. De schim van Troll kwam al dichter en dichter naar het meisje toe. „Wees stil!" fluisterde hij, „ik wil tegen je praten. Je wilt toch zeker de rest van je leven niet doorbrengen met Spike en een bende zwarte wilden, in die vallei, waarheen hij ons wil brengen, is het wel?" Gonfala antwoordde niet en Troll ging voort: „Als hij hierheen komt vermoort hij me! Dan heeft hij je in zijn macht. Ik ken hem hij is een echte boef. Ga dus met me mee. We zullen de grote diamant meenemen en deze in Europa, in Parijs verkoopen." Het meisje wist, dat tot nu toe haar veiligheid verzekerd was door de rivaliteit der schurken. Met een van bei den zou ze in gevaar zijn. „De ga nergens met je heen. Ga weg ik zal Spike roepen." „Als je een kik durft te geven, krijp ik je keel dicht," gromde Troll. Op hetzelfde oogenblik strekte hij zijn handen uit en om knelde haar hals uit angst, dat ze toch mocht roepen. Het ongelukkige meisje had alleen tijd om een zachte kreet te slaken. Daarna sloten de ruwe vingers zich moordend om haar keel. ft ALLEEN NEUTRAAL IN VREDESTIJD? (Van onzen Neiu-Yorlcschen correspondent.) In het middelpunt van de nieuwste pogingen tot herziening van de Ame rikaansche neutraliteitswetgeving staat een voorstel van senator Pitt- mann, den voorzitter van de Se naatscommissie voor de buitenland- sche politiek. Dit voorstel is, naar velen meenen, geheel in overeen stemming met den wensch der re geering. In ieder geval is het een proefballon, bij de opstijging waar van de regeering geïnteresseerd is. Neemt het Congres het voorstel aan, dan zal dit de derde, grondige veran dering van de wet van 31 Augustus 1935 zijn. Zooveel verandering binnen den tijd van vier jaren is voor een gedeelte voortgevloeid uit de behoefte, zich aan te passen aan si tuaties, waarin de wet van 1935 niet had voorzien; deze „act" is getroffen door het noodlot, dat zij bij geen der situaties paste, waarop zij toch gemunt was. Amerika moest ademloos achter de verschillende volken rechtelijke en politieke verrassingen in al lerlei deelen van de wereld aanloopen. Hoe de wet tot stand kwam. De besluiten van 1935 ontstonden uit de bezorgdheid voor een spoedigen Europee- schen ooi-log van de ouderwetsche soort, die Amerika passief en actief tusschen 1914 en 1918 medebeleefd heeft. Zij werden verder be- invloed door het onderzoek van de senaats commissie onder leiding van Nye naar den wapenhandel van Amerika gedurende den oorlog. Op grond van dit resultaat meenen velen, dat Amerika in den oorlog ging om het betalingsvermögen zijner geallieerde schul denaren te redden. Het Congres wenschte nu, met uitschakeling van dezen factor, de deelname van Amerika aan den „volgenden oorlog" te bestrijden. Het besloot dus in het jaar 1935, dat de president, nadat hij een oorlogstoestand zou hebben vastgesteld, een embargo op wapens, munitie en ander oor logsmateriaal voor het gebied der oorlogvoe rende naties zou moeten afkondigen. Ver der kon hij het reizen van Amerikaansche burgers op schepen der oorlogvoerende lan den verbieden. Er werd een uitvoerbureau voor wapens geschapen, dat ook in vredes tijd een controle uitoefent. Dit alles in de herinnering aan gebeurtenissen, waarvan Amerika dacht, dat zij de aanleiding tot de deelname aan den grooten oorlog waren geweest en waartoe b.v. ook de torpedeering van de Lusitania behoort. Terwijl president Roosevelt de wet onderteekende, gaf hij te kennen, dat zijn „starre bepalingen ons in den oorlog kunnen brengen, in plaats van ons er buiten te houden". Geen twee maan den later brak de ItaliaanschAbessijnsche oorlog uit. Op 29 Februari 1936 reeds onder teekende de president aanvullingen op de neutraliteitswet. De belangrijkste was een absoluut politieke bepaling: alle Amerikaan sche republieken (dus niet Canada) werden van de geheele wetgeving uitgesloten voor het geval van den oorlog met een niet-Ame- rikaansche mogendheid. Nieuwe aanvullingen. Weer een paar maanden later brak de vol kenrechtelijk zich snel compliceerende bur geroorlog in Spanje uit. Op 1 Mei 1937 wer den nieuwe aanvullingen wet Nu kreeg de president meer vrijheid bij de bepaling, of' er al dan geen oorlogstoestand zou heerschen. Vooral echter werd de wet ook uitgebreid tot landen, die zich in een burgeroorlog zouden bevinden. Maar, de wet van de traagheid en de groeiende 'angst voor oorlog volgend, leid de deze actie van het Congres tot nog an dere maatregelen. De wet werd ook van toe passing verklaard op andere waren dan oor logsmateriaal en wel door de „cash and car- ry"-clausule. Volgens deze clausule kon de president bepalen, dat iedere Amerikaan sche rechtstitel vervallen zou zijn, wanneer goederen uit de Vereenigde Staten met een oorlogvoerend lands als doel vervracht wer den en verder zou geen Amerikaansch schip de lading mogen transporteeren. Dus con tante betaling en eigen vervoer! Met recht is voorgesteld, deze „cash and carry"-clau- sule de clausule van het „risico transfer" te noemen. „Vredeswet van 1939". De bedoeling van den Pittmann- bill is intusschen de neutraliteits wet van 1935 op een beslissend punt in haar tegendeel te verkeeren. Het ontwerp maakt wel is waar de cash and carry-clausule verplichtend, maar het breidt deze tot den nog toe uitdrukkelijk verboden wapenexport aan oorlogvoerenden uit. Volgens het nieuwe ontwerp kan nu con tant betaald en door den kooper zelf getransporteerd wapenmateriaal uit de Vereenigde Staten aan oor logvoerende landen geleverd wor den. Dat deze bepaling in geval van oorlog uitsluitend aan Engeland en Frankrijk tegenover Duitschland en Italië ten goede zal komen, is duidelijk. Senator Pittmann heeft zijn werk niet een nieuwe „neutraliteitswet" genoemd, maar daar een schooneren naam voor gevonden: „Vredeswet van 1939.' Intusschen kan men ook van deze nieuwe wet niet aannemen, dat zij den vrede verzekeren kan en en al evenmin verhindert zij ten slotte, dat Ame rika zich in een nieuwen internationalen oorlog piengt. Twijfel aan de doelmatigheid der wet. Hoewel er op het oogenblik in Amerika nog vele zijn, die het land het liefst volle dig zouden willen isoleeren, twijfelen toch ook vele ijverigen, die nog slechts enkele jaren geleden actieve propaganda voor de Neutraliteitswet maakten, er op het oogen blik aan, of deze wetgeving zich inder daad geheel laat verwerkelijken. Want het spel der historie is in zijn verschillende vormen onuitputtelijk. Het'is opmerkelijk dat senator Pittmann in zijn ontwerp thans weer afziet van den burgeroorlog. De erva ringen in Spanje waren onprettig. Daaren tegen is er door hem thans rekening gehou den met „onverklaarde" oorlogen. Maar wanneer deze vaststelling op den „onver- klaarden-" Japansch-Chineeschejj oorlog toe gepast zou worden, dan zou dat tot ge volg hebben, dat Japan, welk land men hier geenszins goed gezind is, uit de cash and carry-clausule alle voordeelen zou kun nen trekken, die eigenlijk voor de Europee- sche democratie bedoeld zijn, terwijl China, dat hier hoog in aanzien staat, groote schade zou lijden! Dit is slechts 'n voor beeld. Men zou er gemakkelijk meer kun nen noemen. De vrienden van den vrede in dit land zijn zeer actief en beschikken over een voortreffelijke propagandamachine, maar desondanks waagt niemand het, de richting en den druk der openbare meening van Amerika met zekerheid te voorspellen, wanneer er ooit in de wereld een groote strijd om de macht of een Engelsch-Ja- pansch conflict zou ontstaan. Niemand in Amerika twijfelt er aan,, dat in een derge lijk geval iedere neutraliteitswetgeving weg gevaagd zou worden, tenzij deze in overeen stemming zou zijn met de in het land heer- schende sympathieën. De Amerikaansche neutraliteitsverzekeringen hebben dus hoofd zakelijk een zin in vredestijd, veel minder echter in den oorlog en onder deze omstan digheden is het twijfelachtig, of zij über- haupt een zin hebben. Bcvcsligina van het vonnis ge- eisclit. Aan den 41-jarigen P.T.T. besteller G. C. A. W. was ten laste gelegd, dat hij in de jaren 1936 en 1938, toen hij belast was met sorteering, van postpakketten in het P.T.T.- kantoor aan de Zaanstraat te 's-Gravenha- ge, uit die pakketten eenige waardevoor- werpen zou hebben ontvreemd. Ondanks zijn pertinente ontkentenis is hij door de Haagsche rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar met aftrek van de preventieve hechtenis. Gisteren stond hij in hooger beroep voor het Haagsche gerechtshof terecht. Het bleek, dat een paar lepeltjes, welke uit een pakket gestolen zijn, bij verdachte zijn teruggevonden. Deze verklaarde ze van iemand te hebben gekocht. Deze persoon kan evenwel niet gehoord worden, daar hij inmiddels overleden is. Voorts ging het om een» aantal gouden colliers, zilveren horloges en zilveren insig nes, welke eveneens uit postpakketten zijn gestolen. De koopman, van S. die indertijd voor heling is veroordeeld, verklaarde deze voorwerpen van verdachte te hebben ge kocht. Deze verklaring werd door verdachte geheel tegengesproken. Bezwarend was ver der, dat uit de werkstaten van de P.T.T. is gebleken, dat de postpakketten zijn be handeld, toen verdachte dienst had. Hij heeft deze diensten speciaal nog geruild met een collega. Postdirecteuren getuigen. De post-directeuren, gisteren als getuige gehoord, deelden op een desbetreffende vraag van den verdediger mede, dat ver dachte bekend stond als een plichtsgetrouw ambtenaar, dien zij geenszins van de dief stallen zouden hebben beticht. Een collega van verdachte, die toezicht op de betref fende afdeeling hield, deelde als getuige a décharge mede, dat het praktisch vrijwel onmogelijk is geweest voor verdachte om of de postpakketten te ontvreemden of deze te openen en er voorwerpen uit te- halen. Voorts werd op verzoek van den verdedi ger een horloge-maker gehoord, die van den koopman van S. op .zijn beurt weer ket tinkjes had gekocht. De verklaringen van den koopman en van den horloge-maker stemden niet geheel overeen. Requisitoir. De advocaat-generaal achtte het bewijs van verdachtes schuld ten volle bewezen en vorderde bevestiging van het door de rechtbank gewezen vonnis. De verdediger, zeide, dat hij voor dezen verdachte geen clementie, doch vrijspraak moest vragen. Als verdachte het gedaan heeft ,is hij de meest geraffineerde misda diger, dien pleiter ooit gezien heeft. PI. vroeg onmiddellijke invrijheidstelling van verdachte. Het Hof weigerde dit verzoek en bepaal de de uitspraak op 24 Mei. VRIJDAG 12 MEI 1939. Hilversum I, 1875 en 415.5 m. Algemeen programma, verzorgd door den KRO. 8.009.15 Gramofoonmuziek (Om ca. 8.11 Berichten). 11.30 Religieuze causerie. 12.00 Berichten. 12.15 Het KRO-orkest. I.20 Vervolg concert. 2.00 Orgelconcert en gramcfoonmuziek. 3.00 Gramofoonmuziek. 3.15 Het KRO-orkeat. 4.00 Gramofoonmuziek. 5.15 De KRO-Melodisten en solist?. 6.00 Land- en tuinbouw-causerie. 6.20 Vervolg de KRO-Melodiaten. (Ca. 6.30 Berichten). 7.00 Berichten. 7.15 Luchtvaart-causerie. 7.35 Musica Catholica. 8.00 Berichten ANP. 8.30 Het Aachener Domkoor en orgel.. 9.15 Toespraken en gramofoonmuziek. 10.15 Reportage. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Het Yvonne Georgi-balet en het Con» certgebouworkest. Hilversum n. 301,5 m. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA. 10.40 VPRO. 11.00—12.00 VARA. 8.00 Gramofoonmuziek. (Ca. 8.16 Ber.). 10.00 Morgenwijding. 10.20 Viool en piano. 10.50 Declamatie. II.20 Orgelspel. 12.00 AVRO-Amusementsorkest. 12.40 Ensemble Jetty Cantor. In de pauze: Gramofoonmuziek. 2.00 Causerie: „Lafcadia Hearn". 2.30 Disco-variété. 3.15 De Palladians. 4.30 Zang, piano en gramofoonmuziek. 5.00 Voor de kinderen. 5.30 Orgel en zang. 6.28 Berichten. 6.30 Letterkundig overzicht. 6.506.55 Gramofoonmuziek. 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Cyclus: „Reizen en trekken". 7.23 Berichten ANP. 7.30 Berichten. 7.35 Cursus: „Beginselverklaring van de Cen trale Commissie voor het Vrijzinnig Prote- tantisme". 8.00 Cembalovoordracht. 8.50 Causerie: „Vrijzinnige Protestanten in Amerika". 9.00 Fragmenten uit de operette „Die Fledér- maus". 10.10 Nederlandsch-Amerikaansche uitzending. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Avondwijding, 11.00 Klarinet en piano. 11.30 Jazzmuziek (g.pl.). 11.5512.00 Gramofoonmuziek. FEUILLETON. Ethel M Dell 12. Pierce keek even op van de manicuredoos. Ik noem het zonde en schande, miss Sybil, zei ze. Denk eens aan al het goed, dat u zou kunnen doen met het geld, dat u nu voor die cigaretten uitgeeft. Denk eens aan al het goed, dat ik dóe, Pierce! antwoordde Sybil. Ze stak eventjes haar tong uit in de richting van de zwarte figuur. In ieder geval heb ik derde klas gereisd gisteren. Dat is toch zeker een punt in mijn voordeel. Pierce boog zich over haar werk zonder te antwoorden. Sybil en zy zaten elkaar altijd in het haar, wat in het geheel niet beteekende dat ze elkaar niet lijden mochten. Wat zijn de tijden toch veranderd! merkte Lady Tredville op. Dat is nou iets, dat ik op jou leeftijd nooit gedaan zou hebben. Sybil. Je weet nooit, wie je mede-reizigers zijn. Er zyn tegenwoordig zulke eigenaardige menschen. Lieve schat, alles wat eigenaardig is, reist eerste klas, verzekerde haar dochter. Alle juweelendieven en zakkenrollers en dergelijke. Wie maar een beetje op zyn fatsoen gesteld is, gaat derde reizen. Daarom dacht ik, dat Pierce er meer ingenomen zou zijn. Pierce keek niet op. Ik zie u graag in goed gezelschap, miss Sybil, zei ze, en ik hoop dat u dat gehad hebt. Ik heb met de dochter van Reuben Stark gereisd, zei Sybil, Ken je Stark, moeder Kapitein Stark van Honeyballfarm O, die afschuwelijke oude man, zei Lady Tredvile. Maar ik wist niet, dat hy een dochter had. Ze ia nooit thuis geweest. Dat vertelde ze me. Maar ze was niet erg spraakzaam. Een. beetje verlegen. Ze ziet er geweldig knap uit. Vader was gewoon weg van haar, toen we aankwamen. Net iets voor hem, mompelde Lady Tredville. Pierce merkte onverwachts op: Ik zou zeggen, dat het meisje een ongelukkigen tijd tegemoet gaat. Als het waar is, wat ik ge hoord heb. pet moet een dronkenmanstroep zjjn, daar aan den overkant van de rivier. Sybil keek haar glimlachend aan. Dus dat is het gezelschap, waarin jij verkeert! Pierce, ik schaam me over je! Ik niet! zei Pierce waardig. Die Jetje beneden in de keuken. Zij ia vriendin met Belinda Quale. Ze vertelt soms de verschrikke lijkste dingen. Ik zou daar bij helder daglicht nog niet naar toe willen gaan. In ieder geval ga ik er een dezer dagen naar toe, zei Sybil. Verwonder je niet, Mamaatje, als ik op een goeden dag een ka menier voor mezelf wil hebben. O, werkelijk, Sybil? protesteerde Lady Tredville. Ga toch niet zulke idiote dingen doen! Ik kan er nie* tegen. Ik wil het huis niet vol met ongemanierde visschers- meisjes hebben, hoor. Maar dit is geen ongemanierd visschers- meisje, glimlachte Sybil. Ik zal haar eens meebrengen om je haar te laten zien. O, als ik haar eerst zien mag! zei Lady Tredville verteederd. Mag ik intusschen een cigaret rooken? vroeg vroeg Sybil. Als ik beloof geen asch te morsen? Ze haade een gouden cigarettenétui uit haar jaszak en nam er een cigaret uit Lady Tredville keek naar haar met een licht fron sen van haar wenkbrauwen. Een vreeseljjk slecht voorbeeld, merkte ze op, maar meisjes z(jn nu eenmaal meisjes. Pierce, engel, is er zooiets als een luci fersdoos in deze overigens perfecte wereld? vroeg Sybil. Achter u, mias Sybil, op het schrijf bureau van mylady, zei Pierce, zonder van haar werk op te zien. Zal ik nu de andere hand doen mylady, voor het geval de dokter vroeg komt? We kunnen het dan later altijd nog iets bijwerken. Sybil keek het raam uit, terwijl ze haar cigaret opstak. Als ik me niet vergis, is hy daar al. Je zult de andere hand voor hem moeten verstoppen, dear. Misschien ziet hij het wel niet. Mannen zijn vaak zoo onoplet tend. O hemel! zuchtte lady Tredville wan hopig. Stil schat! Niet zoo vloeken. Het is zoo'n slecht voorbeeld. Juist, Miss Sybil, zei Pierce. Het is meer dan schande. Dank u, mejuffrouw Pierce, zei Sybil. De dokter kwam binnen. Hij was een jonge man, nauwelijks dertig, gezond, donker van uiterlijk, tenger, maar athletisch. Hy had het uiterlijk van iemand uit het volk. Hy was als vervanger van Dr. Warren naar Beam gekomen en als gevolg van diens hoo- gen leeftijd en toenemende zwakte was hij zijn assistent geworden. Op het oogenblik had hij eigenlijk de heele praktijk in handen. In tegenstelling met haar moeder probeer de Sybil nooit er op haar voordeeligst uit te zien, als de dokter kwam. Zijn binnenkomst was voor haar een reden nog wat nonchalan ter in haar stoel te gaan hangen, terwijl ze haar oogen nauwelijks opsloeg. De man wierp een snellen blik op haar, maar groette haar verder niet en begaf zich rechtstreeks naar het bed. Ik voel me heelemaal niet beteg, klaagde lady Tredville. Ik denk dat u mijn medicijnen zult moeten veranderen. Die ta bletten helpen me niet in het minst. Oliver Keston lachte kort. De tablet ten, lay Tredville? Maar natuurlijk. Ik heb zooiets als een ingeving gehad. Ik denk, dat het nieuwe goedje, dat ik u geven zal, wonderen zal doen. Een spottend lachje klonk op achter de cigarettenrook. De jonge dokter schokte even met zy'n schouders, maar hield zyn oogen op zijn patiënte gericht. Het was lady Tredville, die haar beant woordde. Ik wou, dat je daar niet op den achter grond zat te lachen, Sybil, Het is al te kin derachtig. Kom Dr. Keston toch goedendag zeggen. Je kent elkaar immers? Sybil stond langzaam op. Dat zou ik niet graag willen beweren. Maar we hebben elkaar ontmoet. Hoe maakt u het, Dr. Keston? Ze wuifde met haar hand in zyn richting en Oliver Keston boog stijfjes voor haar. Ik geloof, dat we elkaar inderdaad ont moet hebben, zei hy droog. We hebben elkaar gisteravond bijna overreden. Sybil lachte. U deed me zelfs de eer aan de wet noemt „noodeloos lawaai" te maken. Gelukkig is dat op het oogenblik nog geen strafbaar feit. Het gezicht van Oliver Keston was ondoor grondelijk. Wat een rustige wereld zou het zyn als iedereen wist hoe met een auto om te gaan. Wij dokters zouden bijna niets te doen hebben. Een stand van zaken, die zeke reden tot ontevredenheid zou geven, gaf Sybil ten antwoord. U kent uw eigen geluk niet. Of eeuwigdurende oorlog, óf ongeordend motor- verkeer is noodig voor uw bestaan Chroni sche invaliden ze wierp een ironischen blik op haar moeder zouden het gemis daarvan nooit kunnen aanvullen, al deden ze nog zoo hün best. Werkelijk Sybil, protesteerde lady Tredville, je bent tegen iedereen ontzet tend grof vanmorgen. Ga liever naar buiten om te wandelen. Sybil stond gehoorzaam op. Gedwee als een lam, zei ze tegen Keston. Zieken moeten nu eenmaal hun zin hebben, Au revoir. Als ik mag terugkomen hoop ik de vooruitgang te zien. Ze ging naar de deur, haar cigaret nog in den mond en wuifde een luchtig vaarwel. Ga zitten, Dr. Keston, zei lady Tred ville, en laten we eens rustig wat praten. Jonge menschen kunnen zoo moeilijk zyn. Maar Keston liet zich dien dag niet ophou den. Hy keek op zijn horloge en zei dat hij een afspraak had. Toen hy op het portaal kwam deed een spottend gelach hem stil staan. Het huis was oud en de bovengang vormde een eoort gaiery. Het was Sybil, die van daar af op hem neerkeek. Doet u al uw patiënten zoo haastig af? Hy keek omhoog. Dat hangt er van af. Waarvan? Hoe ernstig ze er aan toe zijn. Of hoezeer ze u interesseeren merkte ze op. Met een plotselinge lage stem antwoordde hy: Ik wou dat jy er een was. Misschien als u me mee wou laten rijden in uw auto zou ik er een kunnen worden! Kom mee dan! zei hij met een abrupt gebaar. Ze leunde voorover. Onstuimige jonge man! Ben je den hoenderhof van Beam ver geten Wat heb ik daarmee te maken? Ga je mee? Ik moet naar het visschersdorp De oude veerman ligt met lumbago. Oude Columbus zei Sybil. Je zult ontdekken dat hyj een taai gestel heeft. Wacht even! Dan ga ik mijn mantel halen. Hy wachtte en ze gingen naast elkaar de trap af. Beneden stond hij plotseling stil en keek haar aan. Dus je denkt dat ik een onstuimge jon geman ben? Als ik überhaupt over je denk! Ze zocht naar haar sigarettenétui. Hij wachtte enkele seconden en dan zonder overhaasting, maar zeer gedecideerd, sloeg hy' zyn armen om haar heen. Je zult over me gaan denken, zei hy, en niet zoo weinig, —en hij kuste haar op den mond. Ze deed niet de geringste poging om hem af te weren. Ze lachte slechts, zonder de ooaen af te wenden. Ik dacht wel dat je zooiets zou doen. Je bent er net het type voor. Het zal je niet veel helpen. Ik ben volkomen ongenaakbaar. Kan me niet schelen wat je bent zei hy roekeloos. Je hebt nooit je meester gevonden. Dat is de "kwestie. Maar dezen keer bij alle goden... zul je hem vinden. Ze bleef passiefonverschillig je hebt een erg publieke plaats gekozen voor deze handeling zei ze sleepend. Anders zou ik zeggen, dat je nogal ouderwetach was. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 9