vreemdelingen Een wraakneming Lastige 11 in België Radiomuziek in de koestal ruinhoekfe Donderdag 25 Mei 1939 Vierde blad EéN BUITENLANDER OP VIJF BELGEN IN BRUSSEL. Maatregelen tegen ongewensch- te elementen zullen worden ge nomen. Nederlanders blijven in ieder ge val verschoond. '(Van onzen Brusselschen correspondent) De politieke bedrijvigheid van buitenlan ders in België is meestal links georiënteerd [Het vreemdelingenprobleem wordt hoe lan ger hoe scherper en acuter. Men heeft in België evenals in Nederland steeds een ruim standpunt ingenomen ten opzichte van Ide buitenlanders. Gastvrijheid en asylrecht werden steeds ruim en royaal toegepast. Maar de groote toevloed van vreemdelingen heeft den laatsten tijd de openbare opinie in een ietwat veranderde richting geleid. Men (wenscht scherpere maatregelen, niet zoo zeer tegen de vreemdelingen, die als het wa re een integreerend deel der bevolking zijn gaan uitmaken in den loop der tijden, maar wel tegen den steeds stijgenden toevloed van hen, die hier op illegale wijze binnenkomen en een bedreiging vormen voor de orde en jde openbare veiligheid. Ontduiking van de wetten des lands. Zij zijn het en het zijn er duizenden en (duizenden die op onregelmatige, ja zelfs regelmatige wijze verblijf houden in de groote steden en die door ontduiking van de fiscale en sociale wetten des lands een fel- de concurrentie vormen voor den gevestig- den handeldrijvenden middenstand. Zij le- fven openlijk op voet van oorlog met de wet. Nemen wij b.v. Brussel, dan is de toestand zoo, dat uit officieele rapporten blijkt, dat ontelbare inbraken, beroovingen, zakkenrol- öierij en andere misdaden, niet te vergeten de vergrijpen tegen de eerbaarheid, ge pleegd worden door vreemdelingen. Hier- taan moet. onmiddellijk toegevoegd worden, (dat het hier niet gaat om de vreemdelingen, die als slachtoffer van het anti-semietisme Inaar België gevlucht zijn, maar vooral om diegenen, dieu it Spanje naar België zijn gekomen, voor, tijdens of na den burger oorlog. En zooals het altijd gaat in derge- Üijke gevallen:, de openbare meening weet op den duur geen onderscheid meer te ma ken eu scheert ten slotte alle vreemdelin gen over één kam. Aantal vreemdelingen neemt ge stadig toe. Hoezeer het vreemde element in de Bel gische hoofdstad en ook in Antwerpen en andere groote centra toeneemt, blijkt wel uit het feit, dat sommige café's letterlijk door buitenlanders overrompeld zijn. Brus sel is echter vooral het centrum, waar de vreemdeling zich gaarne vestigt. Op de vijf Belgen treft men te Brussel een vreemde ling aan. In België waren in 1920 slechts 139 duizend buitenlanders; in 193S n dit cijfer gestegen tot 340.000. Geen wonder dan ook, dat de gemeenteraad van Brussel onlangs feen motie heeft aangenomen om de regec- ring aan te sporen tot het nemen van af doende maatregelen. Het is niet in het minst de handeldrijven de middenstand, die klachten heeft. Vreem delingen weten zich, met ontduiking van alle sociale en fiscale wetten, spoedig bezig te houden met een of ander handwerk en zij leveren hun waren tegen zeer goedkoo- pen prijs aan winkels en warenhuizen. Groote leemten in de wetgeving. Het zal evenwel niet gemakkelijk' zijn, paal en perk te stollen aan deze onregel matigheden. De wetgeving, regelende het verblijf van vreemdelingen in het land, is "veertig jaar oud en bet is dan ook geen wonder dat bedrevonon op het gebied van wetsontduiking en die zijn er bij het gauw genoeg klaar spelen om door de ma zen van de wet te kruipen. Daarom is het, dat velen die uit Frankrijk worden gezet, het [verlangen te kennen geven, naar België te worden overgebracht. En eenmaal hier aan gekomen, is een handige vreemdeling er spoedig genoeg achter, hoe hij handelen moet om door steeds maar verstoppertje te spelen, do leemten in de wetgeving tegen eigen bate aan te wenden. Ook de procedu- 2-e inzake uitwijzing is niet meer van dezen tijd en veel te omslachtig. Zij geeft aanlei ding tot tal van misbruiken en ontduikin gen. Velen zijn de voorstellen, die worden ge daan om het vreemdelingenstatuut te wij zigen. Er zijn er, die toegang tot het laqd zouden willen beletten aan eiken vreemde ling die een bedrijf uitoefent, waarin in België zelf vijf procent werkloozen zijn. An deren willen, dat vergunning wordt gewei gerd aan vreemdelingen, die hier een han del wcnschen te drijven, zoolang de malaise duurt. Sinds eenigen tijd zijn dergelijke be palingen overigens reeds van kracht, maar ze worden door de overheid niet altijd even streng toegepast en dit vooral, omdat in vele gevallen politieke invloeden zich doen gelden en hierdoor pressie wordt uitgeoefend zoodat do maatregelen op den duur ver slappen. Ook zou men de verblijfsvergunning willen ontnemen aan hen, die een bedrijf uitoefe hen, dat niet strookt met hun oorspronke lijke opgaven. Onmeedoogend zou men willen zijn tegen hen, die de fiscale en sociale wetten over treden. Het zou slechts toegestaan zijn, han del te drijven onder persoonlijken naam en dus niet onder een of anderen firmanaam. Onmeedoogend zou men ook zijn tegen al len, die eenmaal over de grens gezet weer in het land terug zijn gekomen; zij zouden onherroepelijk van hun vrijheid worden bc roofd en als gevangenen behandeld. Geen maatregelen tegen de Ne derlanders. Hoe het ook zij: maatregelen zullen die nen te worden genomen. De openbare mee ning komt m verzet en het is niet uitgeslo ten, dat eenige ongclukkigen, die liet slacht offer zijn van godsdienstige of politieke vervolging in hun vaderland, met de kwa den zullen worden getroffen. Maar vooral wil men zich keeren tegen hen, die leven aan den zelfkant der gemeenschap. Men beeft deze elementen reeds eerder aange pakt, maar politieke invloeden, die op be scherming van zekere lieden aandringen, hebben ten slotte alle maatregelen verlamd. Maar de openbare opinie eischt nu toch klaarblijkelijk strengere maatregelen. Dit. alles geldt, natuurlijk niet voor de vele Nederlanders, die hier gevestigd zijn en bc- hooren tot de geëerbiedigde en rustige gas ten des lands. Zelfs wanneer de overheid maatregelen neemt om den middenstand te beschermen, dan nog zullen de Nederlan den hier er hoegenaamd1 geen schade van ondervinden. Dat staat als een paal hoven water. Een Oostzaansch snufje KLAARTJE LUISTERDE NAAR MINISTER STEENBERGHE... Geeft het vee meer melk als de muziek aanhoudend speelt Onze radio-omroepvereenigingen weten het bij deze: tot de meest aandachtige luisteraars naar haar uitzendingen behooren... vijftien Oostzaansche koeien! Veehouder G. Kuijper, die zijn bedrijf heeft in het Zuideinde te Oostzaan, dicht bij de Kolksloot, is, aldus de Prov. N.H.Crt., de eigenaar van de beesten, die in een z.g. Zuidhollandschen stal staan, welke op kor ten afstand achter het woonhuis is gelegen. Uit deze woning loopen draden naar clen stal, waar verder langs de .zoldering een loodkabeltje loopt eii ongeveer in het mid den de luidspreker is opgesteld. Deze luid spreker bevindt zich een meter boven den halsboom en schettert er lustig op los, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. We hebben, aldus het blad, veehouder Kuijper gevraagd wat hij met deze muzikale opluistering van der koeien stalleven vóór heeft. - Wèl, zei Kuijper, we wilden voor ons zelf, als we in de stal moesten werken, graag een stukje muziek hebben. En we ver onderstelden, dat de koeien onder het mel ken, als ze muziek hoorden, ook rustiger zouden staan. Dat nu is uitgekomen. Onze gastheer, die de stekker even uitge trokken had, sloot den luidspreker weer £an. Een dansplaatje werd uit gezonden, hot-jazz... een sax kreunde en gilde en er tusschendoor zong de crooner zalvend zijn liedje. Kijk nu eens naar die ooren, zei Kuij per. Inderdaad do ooren gingen anders staan, de koppen kwamen tusschen de ijze ren stangen door en gingen in de richting van den luidspreker, kortom... de koeien luisterden en \>levcn dat doen. Ergens in een hoek klonk, tusschen de muziek door en naar wij meenden cenigs- Om kx>M. vehfiaal: zins op de maat ervan(!), een plassend ge luid. De vastgebonden staarten bewogen overal heen en weer, met meer gratie, toen na het dansplaatje in de studio een me- nuetje werd opgezet. Meer melk? Kuijper vertelt ons dat veearts Kruiswijk uit Zaandam en de stalcontroleurs met be langstelling dit novum in de veehouderij hebben aanschouwd. De veearts meende dat een Amerikaansche krant geschreven heeft dat koeien bij aanhoudende muziek meer rnelk geven de meerdere productie zou 5 zijn. Dit is volgens Kuijper echter heel moeilijk na te gaan. De heer Andrea, die de aansluiting tot stand heeft gebracht* stond aanvankelijk sceptisch tegenover het experiment. Hij vreesde dat het geluid op den duur in sterk te zou afnemen door vochtwerking etc. Tot nog toe is dit niet het geval. Gezegd dient echter te worden dat de heer Kuijper be schikt over een idealen'stal: droog en hoog. Hoe bent U eigenlijk op het idee geko men?, vroegen we nog. M'n jongens kwamen er mee, was Kuijpcr's antwoord. „Vader, laten we es radio in den stal nemen", zeiden ze. Ik vond liet goed en het resultaat ziet U: ik heb het aan laten leggen. Een f/csprek met Klaartfe. Staande op den voorgang hebben wij met een der zwartbonte koeien van veehouder Kuijper een gesprek geboerd. Klaartje, die met haar kop boven de goot het vragen uurtje van Oom Henk voigde, begon met wijsgeerig op te merken: „De tijden veran deren en wij, koeien, intusschen." We moesten Klaar gelijk geven. Hebben onze melkgevende voorouders ook maar kunnen dróómen dat wij, koeien van '39, aan luchtbescherming zouden doen? Neen, niet waar? Er is hier in Oost zaan een veterinaire dienst gesticht, opdat ons koeienhachje geen gevaar zal loopen en jullie in tijd van nood toch nog melk kunnen drinken. Binnenkort worden ons gasmaskers aangemeten, is het waar of niet? We knikten. En nu heeft de baas voor radio ge zorgd en wij allen, zooals we hier staan, zijn hem daarvoor erg dankbaar. We staan met muziek op en gaan met muziek naar onze koffer. Klaar, naar welke stations en program ma's luisteren jullie het meest? We hebben geen voorkeur, als we tegen etenstijd maar een behoorlijk moppie diner- muziek hebben en bij het opstaan ochtend gymnastiek krijgen. En op den versterkten zender hooren we graag de Lambeth-walk, die dansen we hier nu allemaal. En om dit to bewijzen gaf Klaar even een kleine demonstratie. „Als je 't éénmaal hebt gedaan, kan je niet stil meer blijven staandeed ze al dansend. Bravo!, Klaar, riepen we geestdriftig uit. Het buitenland hebben we ook vaak aanstaan. Laatst hebben we nog een Spaansche uit zending beluisterd, eem ooggetuigeverslag van een stierengevecht was het. Een heer onzer koeienschepping nam er een toreadoor of hoe noemen jullie..zoo iemand, op z'n horens, geweldig... Het publick gilde vol af grijzen, maar wij vrouwtjeskoeien waren een en al bewondering. Die stier was met een onze held. Eerlijk gezegd, bracht hij ons allen danig het hoofd op hol... bekende Klaar, terwijl zo kleurde. Een ander praatje Klaar, zijn er nog wel eens programma's 'waaraan jullie koeien je stooten? Neen..., dat wil zeggen, het een hoor je natuurlijk liever dan het andere. De kor te gesprekken van vrouw tot vrouw heb ben uiteraard meer onze belangstelling dan de Engelsche lessen voor beginnelingen. Van een uitstapje naar het buitenland kon tóch niets komen. Zeg nu zelf, jullie met jullie gemelk laten ons geen tijd voor va- cantie. Die Klaar Maar nu je dat daar zoo vroeg, ging de koe verder, ja, laatst was er iemand die sprak voor de radio over de landbouwcrisis politiek. Wie was dat, als ik vragen mag? Dat was onze minister... In den stal klonk afkeurend geloei en Klaar maakte zich tot tolk van haar zusters zeggend: Zet u dan eens in de krant meneer, dat die minister met zijn kalverteeltbepcrking onze meest vrouwelijke gevoelens in hooge De vischnetten. worden binnengehaald! 't Kost moeite, dus de vangst is goed! mate heeft gekwetst. Van die Nieuw-Mal- thusiaansche denkbeelden moeten wij in de koeienwereld niets, maar dan ook niets hebben. Is het niet treurig, diep treurig, dat onze bloedjes van kinderen, moeten worden afgeslacht? Is dat niet koe-onteerend? Laat het dien minister gezegd zijn, dat onze or ganisatie ernstig overweegt sancties te gaan nemen. We scheiden er eenvoudig mee uit melk te geven, verklaarde Klaar zich nader Maar Klaartje....... moest ons van het hart, dan zullen jullie ie baas in hooge ma te in verlegenheid brengen. En heejt-ie dat, nu hij jullie met de radio zoo verwent, ei genlijk wel verdiend? Wees-es eerlijk Even was er stilte. Neen, dat is waar ook, daar hadden we zoo gauw niet aan. gedacht. Nou, ajuussies hoor En Klaar trok zich terug in haar strooien boudoir en ging zich onder het herkauwen bezig houden met de laatste Tong-Toer-Trai- ning. Balkon- en Bakbeplanting. Het is volop lente geworden. De vroegere doodsche tuinen zijn weer vol prachtige bloe men. Ofschoon niet alle in den zomer bloeien de planten bevroren zijn, zai de vraag toch wel groot zijn. Iedereen wil den tuin weer op het voordeeligst doen uitkomen. Bij het beplanten van bloembakken neemt men natuurlijk steeds de sterkste en best ont wikkelde planten. Ze behoeven niet alle tege lijk te bloeien. Het is zelfs beter, dat enkele nog niet bloeien. Dan is de bloei in den bak over het geheel regelmatiger en bijna onaf gebroken. Koopt men goedkoope planten, die vaak in slechte aarde gekweekt zijn, om daar door spoediger te bloeien, dan heeft men wel direct bloemen; die bloei is echter maar kort en komt misschien het gehele jaar niet weer terug. Dan kan men met recht zeggen, dat goedkoop duurkoop is. Bij het beplanten van bakken is goede vruchtbare, waterhoudende aarde een eerste vereischte. Een echte lief hebber neemt hiervoor wel een speciale grond door bijvoeging van z.g. Legmeersche grpnd.' Deze grond maakt alles korrelig. De tuin wordt daardoor wel iets duurder, maar de buitengewone rijke bloei, die men dan bij goede planten gedurende het geheele jaar kan verwachten, zal die meerdere onkosten ruim schoots vergoeden. In te kleine bakken zet men nooit bloemen. Die kunnen daar toch niet bloeien. Soms ziet men bakjes van 10 bij 10 cm voor een open staand raam. Bij het op en neer schuiven van het raam strijkt men telkens over het bakje heen, of men moet het telkens verplaatsen, wat voor de plantjes in den bak niet best is. Dit bakje is te klein en de plaats is niet goed. Een goede bak moet minstens 30 tot 35 cm diep en 20 tot 25 cm lang en breed zijn. Dan is er ruimte voor een dubbele rij planten; de- wortelkluiten kunnen zich goed ontwikkelen en voedsel opnemen. De zuidoostkant van het huis is de beste plaats voor een bloemenbak. De zuidwest- en zuidkant zijn ook wel goed, maar de noordkant is natuurlijk minder goed. Welke planten kiest men voor de bloem bakken aan huis? De kleur van het kuis en de kleur van de omgeving bepalen méde de kleur van de bloemen, welke we aan den gevel en in de bakken willen zien. Aan een huis met gele steenen zetten we bijv. geen gele bloe men, maar liefst blauwe. Blauwe Petunia's, blauwe Ageratums, blauwe Lobelia's of blauwe Verbena's. Ook rood en wit doen het goed; roode Geraniums en witte Margrieten al of niet met blauw gemengd. Aan een crème muur staat ook goed een beplanting met rose Petunia's en voor langs de lagere blauwe Ageratums. Heeft men een roode gevel, dan kunnen roode Geraniums met blauwe Lobelia'8 geplaatst worden. Ook roode en blauwe Ver bena's voldoen dan uitstekend. Het rood kan men vermengen met het geel van Calceo- laria's of Pantoffeltjes. Bij een bonte beplan ting neemt men alles door elkaar, maar zorg er voor, dat Margrieten de overhand hebben. Hoe hooger de gevel is, des te hooger moeten ook de planten groeien. A. v. d. LIJN. Door PAUL EWOUDS. ,Dus je gaat toch weer?" Mevrouw Levers* stem klonk heesch van bedwongen tra nen. „Mijn lieve kind", zei haar man op zijn onuitstaanbaarsten toon een bescher mend, quasi vriendelijk toontje, dat haar woest kon maken „ik ga alleen en uit sluitend om mijn zelfrespect niet te verlie zen." Madeline staarde hem aan. Dat ging haar eenvoudig vrouwen vers tand te boven. „Je hebt me om zoo te zeggen verbóden naar het balmasqué te gaan", ging hij zoet sappig door, uit volkomen ongemotiveerde jaloezi, ja, ja, geheel en al redeloos dus ben ik het aan mijn zelfrespect ver plicht, er heen te gaan." Ze zweeg, verbluft. Tot zijn verlichting kwam ze ook niet meer op het onderwerp terug, ja, ze toonde zelfs zekere belangstel ling voor het costuum, dat hij besteld had en voor de pruik, die hij zou dragqn. Het was een woeste, roode haardos, want Levers, de „mooie" man, die zoo trotsch was op zijn uiterlijk, altijd even keurig in de puntjes verscheen en met welgevallen bewonderende en vleiende vrouwenblikken over zijn onbe rispelijk uiterlijk en knap gelaat voelde glij den, had, om eens origineel te zijn, de figuur van Piet de Smeerpoets gekozen, om uit te beelden. Meneer Levers was een uithuizig man en zijn ijdelheid, meer dan zijn hart, neigde er naar, om niet altijd een even getrouw echt genoot te zijn. Madeline, zijn geduldige, zachte vrouw, wist dat. Zelfs een worm kan vroeg of laat in opstand komen, zegt het 1 Engelsche spreekwoord. Madeline, alhoewel verre van te gelijken op een worm ze was een knappe, wat mollige doch heel aan trekkelijke blondine kwam in opstand en verbood haar man om naar het bal masqué te gaan, nu de dokter haar verboden had voorloopig uit te gaan en ze wist, dat do mooie juffrouw Deland er óók zou zijn. Die kat van een Puck Dcland, met haar modern- vrije manieren, haar eeuwige flirten, haar pretenties Op den bewusten avond kwam de kappar, dien Levers altijd had om de pruik op te zetten. Madeline, mokkend, maar schijnbaar gelaten, vertoonde zich niet. Haar echtgenoot kwam haar een kus brengen en zich laten bewonderen, voor liij vertrok. Ze moest lachen, toen ze die woeste, roode haarbos boven op zijn hoofd zag staan. Ja, ze scha terde zelfs, zoodat hij haar zijn verstandig vrouwtje noemde en tevreden wegging. I-Iet was werkelijk grappig eens een avond Piet de Smeerpoets te zijn en alle bekenden vonden het geweldig origineel. Juist hij de keurige, de correcte en knappe, de lady killer! Puck wierp hem lokkende blikken toe en hij sprak met het knappe, blonde me vrouwtje Jarvins af, bij haar te komen tea-cn, morgen Laat, héél laat kwam hij naar huis en sloop naar zijn eigen kamer. Madeline sliep gelukkig door. Meneer was in een opgewekt humeur en ontkleedde zich niet zonder moeite. Met de pruik wilde het heelemaal niet, zoodat hij tenslotte het ding maar ophield, in bed kroop en insliep. Het dienstmeisje, dat naar gewoonte een blad met thee kwam neerzetten om acht uur, gilde van schrik, toen ze een „vreem de" zag liggen in bed, met woeste, roode haren. Het duurde even voor meneer wakker ge noeg was om haar schrik te begrijpen. Toen trok hij een scheef gezicht, want zijn hoofd deed aardig pijn. Een kater en bovendien knelde die ellendige pruik. Macleleine werd tegen half negen opge schrikt door geluiden, uit zijn kamer ko mend, die haar verschrikt deden toesnellen. Ze vond haar echtgenoot bezig als een gek aan zijn haren trekken, dat wil zeggen aan de woeste, roode haren van zijn pruik. Toen hij haar zag, steunde hij: „Wil niet af word gek drukt en knelt barstvan koppijn moet naar kan toor dringende zaak au Hier na volgde series woorden, die men niet her halen kan. Mevrouw begon méé te trekken. Vervlogens kwam het kamermeisje en trok. En daarna riep men de keukenmeid, die nogal pootig was. Alles vergeefs, de pruik zat als vastgegroied op meneers hoofd. En het effect was onbeschrijfelijk. Die wil de haarbos boven een lachend gezicht, bo ven een bal-masqué costuum,, in een vroolij- ke omgeving met louter gecostumeerden. was heel aardig geweest, maar 's morgens, boven een bleek en katterig gezicht en een pyarna was het heel iets anders. Meneer raasde naarmate de minuten verstreken, want hij móést naar kantoor, had een heel belangrijke conferentie. „Doe een verband om en zeg. dat je met den auto bent verongelukt", stelde zijn vrouw voor. Er bleef hem niets anders over. Madeline „verbond" hem, of beter gezegd: de pruik, en hij vertrok in onbeschrijfelijk stemming. Men toonde veel deelneming voor zijn on geluk. maar hij was niet in de vereischte stemming voor zakendoen, zoodat hij heel on voldaan van de conferentie naar dpn kap per reed en daar razend en tierend eischte, dat men hem zou bevrijden van de pruik. De bediende wist er geen raad op en me neer zelf was gaan lunchen. Of meneer dat niet beter óók eerst kon gaan doen? Meneer ging naar huis voor het eerst sinds lang lunchte hij met zijn vrouw, want hij kon zich toch zóó niet verioonen in een restau rant en klaagde haar zijn nood. Het viel hem erg mee, dat ze niet zei: „Dat komt er nou van!" of iets dergelijks. Ze was toch een lief, zacht vrouwtje. Veel te goed voor hem. Andere vrouwen zouden zéker leedvermaak hebben gehad, maar zij was vol teedere zor- i gen en trachtte hem sieeds af te leiden. Hij nam zich voor, als de pruik eraf was, niét met mevrouw Jarvins te gaan tea-en. Was ook nergens voor noodig. Als je zoon aardig vrouwtje hebt, behoor je niet te gaan tea-en met lichtzinnige, opgeverfde schepseltjes als mevrouw Jarvins. Hij was ervan overtuigd en vergiste zich niet! dat ze zou scha teren als ze hem zag met zijn verbanden en nog méér, als ze wist, hoe de vork in den steel zat. Ziedend bereikte hij een uur na de lunch weer de kapsalon. Het bleek een mvsterie, hoe de pruik zoo rotsvast kon zijn komen te zitten op het hoofd van meneer Levers. De bediende bezwoer zijn volstrekte onschuld De kapper zelf bezwoer nog harder. En met vereende krachten en allerlei hulpmiddelen bevrijdde men eindelijk den armen man van zijn haardos. Ilij kroop in bed, met asperine, liefdevol verzorgd door zijn vrouw. Meneer .Levers is niet meer zonder zijn vrouw uitgegaan. Hij is haar dankbaar, dat ze nooit zinspeelt op die ongelukkige ge schiedenis. In haar oogen was hij niet be lachelijk geweest en dat was toch de ware liefde! Overigens heeft hij nu een anderen kap per. Doch het verlies van dien klant is zijn vorigen kapper ruimschoots vergobd Mevrouw Levers verklaarde tot haar mans verbazing, van een nieuwen mantel te heb ben afgezien, waarop hij haar, vol schuld besef en dankbaarheid den mantel cadeau gaf, zonder te vragen waardoor haar kleed geld zoo geleden had, dat ze zuinig wilde zijn. Anders zou hij misschicp ontdekt heb ben, dat bet niet goedkoop is, een kapper zijn klant af te koopen en zich een beetje te wreken op een echtgenoot met lichtzinnige neigingen! Madeline vindt echter, dat die lijm, al hoewel vrij duur betaald, uitstekend ge werkt heeft en het geld ruimschoots waard was, dat zij er den kapper voor betaalde, om het goed binnen in de pruik aan te brengen, liet ware zou vastgroeien op het hoofd van zoodat het ding langzaam maar zeker, als den drager!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 11