Levend water -
Brussel één met
Koningin Wilhelmina.
in Luik te zien
Over den hekel
Oranje overal
Naar den „grooten
blanken vader"
Wanklank op het
postcongres
HEEL DE STAD HAD VRIJ EN WAS OP
DE BEEN OM ONZE VORSTIN TE BE
GROETEN EN TE BEJUBELEN.
Zij schreef Haar naam in het Gouden
Boek der oude stad
Hare Majesteit de Koningin heeft op den tweeden dag
van Haar bezoek aan België opnieuw overstelpende bewij
zen van sympathie en hartelijkheid van de zijde der be
volking ondervonden. Haar dag was druk bezet. Na in
den morgen de Koninklijke grafkelders te Laeken te heb
ben bezocht, volgde om 11.45 Belgische tijd een bezoek aan
het stadhuis met officieele ontvangst der stad Brussel.
Hare Majesteit gebruikte het noenmaal in het kasteel te
Laeken, waarna zij de Nederlandsche autoriteiten en ge-
noodigden in België in Haar gezantschap ontving.
Gisteravond om 8 uur vond een intiem diner plaats
in het Paleis te Brussel en tot slot woonde onze Koningin
de Galavoorstelling in den Muntschouwburg bij.
Brussel, op den 2isten van Meimaand,
den tweeden dag van het bezoek van Hare
Majesteit Koningin Wilhelmina der Neder
landen! Deze dag is het Belgische volk in
nauwe aanraking met een Vrostinne, voor
al dezen dag zijn twee volken één in den
ken, één in gevoelen. Heel Brussel heeft
vrij, in ongekende aantallen drommen de
menschen langs de route, welke straks de
Koninklijke stoet zal nemen. Vier kleuren
domineeren ook nu niet alleen aan de ge
vels der huizen, maar ook aan de klccding
der feestgangers, die zich allen getooid heb
ben met oranje of met rood-witblauw, ef-
wel met de combinaties, waartoe deze kleu
ren zich zoo goed leenen.
Op het prachtige marktplein, waaien van
de vergulde gevels, vlaggen en wapendoe
ken der gilden in het felle zonlicht. Alle
vensters zijn geopend en gevuld met toe
schouwers, Beneden, als een. kleurige rand
om het marktplein heen, staan de deputa
ties van Brusselsche vereenigingen, hun
vaandels en vlaggen omhoog geheven. Voor
't stadhuis hebben de oudstrijders met hun
Vaandels plaats genomen. Het marktplein
zelf is vrij gelaten. Brusselsche schoolmeis
jes, gekleed in witte jurkjes naar Griekschcn
trant, vormen in het miden ervan een car
ré. Tegenover het stadhuis, op het bordes
van het broodhuis, zitten de leden der Ne
derlandsche kolonie.
Luidruchtig is men nog niet. Weten zij
dat onze Koningin thans vertoeft bij de
graftomben van lren, die ook Haar dierbaar
waren, Koning Albert en Koningin Astrid,
Haar beiden zoo tragisch om het leven ge*
komen persoonlijke vrienden'?
Het schijnt of deze duizend koppige me
nigte een wijle meeleeft met dit gebeuren...
Maar spoedig verandert dit!
Het is kwart voor twaalf, daar komt die
onrust onder de menschenmassa; die een
zeker teeken van het naderkomen van groo-
te gebeurtenissen is. De een zegt het tegen
den ander."
Zij komt!
Plotseling rijzen boven in het steenen
kantwerk bazuinblazers op.
Scherp en helder klinken de eerste tonen
van het plechtige Wilhelmus over het plein,
van de vier wanden teruggekaatst.
Bazuinblazers op het stadhuis nemen het
Wilhelmus over, waarna gezamenlijk, van
twee kanten, dan weer om beurten, dan
weer tegelijk, de nationale hymne van Ne
derland wordt voortgezet
Uit de smalle Heuvelenstraat ver
schijnt dan de eerste ruiter. Weder
om is het de in schilderachtig gala
gestoken gendarmerie, die den stoet
voorop gaat. Het verschijnen van
den eersten gendarme is het teeken
voor klokgelui en hernieuwd bazuin
geschal. Daar, draait het rijtuig met
de beide vorsten het plein op. Het
witte carré op het midden van het
plein wordt ineens oranje. Juichend
wulven de meisjes met plots te
voorschijn gehaalde Oranje doekjes.
Rechts van Koning Leopold in de
open calèche gezeten, groet de Ko
ningin glimlachend de juichende
menigte terug. De Koningin is ge
kleed in een japon van goudbrokaat
waarbij zij zwarte handschoenen
draagt en een zomerhoed in dezelfde
kleurencombinatie.
De stoet maakt een groote zwenking om
het plein heen en verdwijnt dan door de in
rijpoort in het midden van den stadhuisge-
vel.
Op het binnenhof van het stadhuis, waar
de eeretrap uitmondt, worden de vorsten
opgewacht door burgemeester Max.
In het stadhuis.
In de wijde hallen van het eerbiedwaardi
ge oud-gothische stadhuis, waar iedere te
luide voetstappen een heiligsschennis lijkt,
heeft zich intusschen een select gezelschap
verzameld.
Van de wanden kijken op hen neer gobe
lins, waarop figuren van oude gildenmees-
ters in hun kleurige kleodijhet is een
otmoeting van eeuwen tusschen de schil
deringen dezer mpnnon on de aanwezigheid
van moderne menschen, een ontmoet-
ting, welke past in onzen tijd: tusschen
twee vorsten en de vertegenwoordigers van
volkeren.
Te tien minuten voor twaalf hoort men
het geschal dor Thebaansche trompetten en
daartusschen door dreunt do zware slag
van den Mechelschen bourdon, welker ge
luid naar het stadhuis van Brussel is over
gebracht. Hoog klinken op de jubelende,
doordringende kinderstenmen, want men
weet liet reeds kinderen staan langs de
route, kinderen vormen* het middelpunt van
deze luisterrijke ceremonie.
„La Reine".
De eerste ceremoniemeester komt in den
ingang van de Gothische zaal: er gaat een
gemompel door de genoodigden, dat weg
sterft, wanneer hij aankondigt: „La Reine!'
De Koningin treedt binnen, gevolgd door
Koning Leopold.
Burgemeester Max leidt Hunne Majestei
ten eerst naar de leden van het Nederland
sche gezantschap. Zij worden aan de vorsten
voorgesteld, evenals de overige gemeente-
autoriteiten, in de Gotische zaal aanwe
zig.
Hier en daar blijft de Koningin even staan
en onderhoudt zij zich met een der aanwezi
gen.
Dan spreekt burgemeester Max Hare Ma
jesteit in het Nederlandsch toe en onze
koningin beantwoordt de rede. (De inhoud
van beide redevoeringen drukken wij elders
af).
Na het uitspreken der beide redevoeringen
begeven de vorsten en hun onmiddellijk
gevolg zich via de Salles des Mariages en
de Coulloir des Echevins naar liet kabinet
van den wethouder van onderwijs. Het
groote halkon voor dit vertrek is met een
prachtig kleed behangen.
Van hier af zuilen de vorsten het
schouwspel op het plein gadeslaan.
Een schouwspel, dat onvergetelijk is!
Op het moment, dat Koningin Wil
helmina en Koning Leopold op het
balkon verschijnen, beginnen de
klokken opnieuw te beieren, de
trompetten en bazuinen geven klare
signalen en dan ineens zet het
koor van jonge meisjes in witte
jurken, welke schitteren in de zon,
het Wilhelmus in Het is in
derdaad een ontroerend oogenblik
ons oude roemrijke volkslied te hoo
ren- op dit oude plein... Niet alleen
het eerste couplet wordt vertolkt,
maar ook het wondermooie „Mijn
schilt ende Betrouwen" het is
.stil op het plein, men luistert en
staaft naar die Vrouwe op het bal
kon, wie al deze hulde geldt.
De oude gildevlaggen wuiven
langzaam mee als in één rhythme.
Het is alsof de klanken langs de
fraaie trapgevels naar boven klinken
ten hemel, waar de lucht blauw is
en de zon stralend.
Golven van enthousiasme.
Lang evenwel kan deze plechtige sfeer
niet blijven. Het 'enthousiasme zoekt ook
hier 'n uitweg, welke gevonden wordt, wan
neer de laatste tonen zijn weggeklonken en
ineens als een golvende zee van rood, wit
en blauw, de jeugdige zangeressen waaien
VANDAAG ONZE KONINGIN OP DE
TENTOONSTELLING.
OP VELE GEBIEDEN GAAT ONS LAND
VOOROP.
Vandaag, wanneer onze Koningin
haar officieel bezoek brengt aan de
Watertentoonstelling te Luik, zal ons
Nederlandsch paviljoen geheel ge
reed zijn. Dit is, gezien den stand
van al liet overige op deze tentoon
stelling, ecu feit, waarop wij met
recht trotsch kunnen zijn. Op dat
stukje Nederland, te midden van
Wallonië, krijgt men een uitsteken
de these tc zien van „het water als
bondgenoot en overwonnen vijand"
van Nederland.
Aan de beide oevers van de Maas, daar,
waar liet Albertkanaal in de rivier uitmondt,
verheffen zich de geweldige tentoonstellings
paviljoens, waarvan de inhoud steeds het
zelfde onderwerp dient: het grondelement
van onze wereld, het water.
Het water als belangrijkste helper der mo
derne hygiëne, het water in het comfort van
het huis en van den tuin, het water in het
bereik van de sport, de mode, het amuse
ment en ook van de kunst. Want een groot
bijzonder paviljoen toont de beroemdste wer
ken der groote meesters, waarin het water
tot onderwerp van hun arbeid gemaakt
werd.
en wuiven met gekleurde zakdoeken.
De BrabanQonne, het Belgische volkslied
klinkt, maar dan wordt de sfeer «weer écht
Nederlandsch, wanneer de kapellen plotse
ling den grenadiersmarsch laten hooren:
„Turf in je ransel".
Dat is het einde, want daarna trekken
de vorsten zich in het stadhuis terug, om
zich gereed te maken voor den terugtocht
naar het Koninklijk Paleis. Langs de wan
delzaal van de eerste verdieping schrijdt
de Koningin verder door verschillende za
len van het gebouw. In het kabinet van
den burgemeester toekent zij het gulden
boek van de gemeente Brussel. Koning Leo
pold voegt zijn handteekening bij die van
zijn koninklijke gaste.
Met hetzelfde ceremonieel als 'bij hunne
aankomst, stappen de vorsten in hunne
koetsen, buiten staat het eere-escorte in
een cirkel opgesteld rond het middelpunt
van schoolmeisjes. Temidden van deze le
vende, enthousiaste eerewacht rijden de
koetsen het plein rond.
Een laatste draai van de koninklijke
koetsen, een laatste draai ook van duizen
den hoofden in de richting van de beide
vorsten, een laatste aanzwellen van het
gejuich en dan verdwijnen de koetsen langs
de Heuvelstraat, waarna Hare Majesteit
Koningin Wilhelmina en Koning Leopold
langs de Grasmarkt, de Bergstraat, de
Sinter-Goedelestraat, De Kanselarijstraat,
Ravenstein, Berg in 't. Hof en de Konings
plaats het paleis wederom bereiken.
Het is dan tien minuten voor één
De gemeente Brussel heeft thans Neer-
lands Landsvrouwe ontvangen in een feest,
dat niet alleen enthousiast was en uitibun-
dig, maar artistiek en. fijnzinnig... een too-
neel van zon, van kleur, van echte vreug
de, dat in herinnering zal blijven als iets
schoons op een helderen lentedag in Mei!
Dat was geen
zuivere koffie!
Vluchtelingen, die geen vluchte
lingen waren.
De Poolsche bladen melden uit Oost-
Pruisen, dat de Duitsche autoriteiten in ver
schillende plaatsen niet ver van de Pool
sche grens zoogenaamde vluchtelingen uit
Polen door de straten hebben doen gaan.
Deze menschen hadden verbanden om hun
hoofd, die moesten doen gelooven, dat zij
ernstig gewand waren. Zekere 'bewoners
herkenden onder „de vluchtelingen" echter
burgers uit naburige Duitsche plaatsen.
Indianen reisden 800 K.M. om
1 Britsche Koningspaar te zien.
Na anderhalf uur te hebben doorgebracht
in de tweelingsteden Port Arfchur en Fort
William zijn de koning en de koningin
naar Winnipcg vertjokkeh.
Zoodra de koning hoorde van het auto
ongeluk, aan koningin Mary overkomen,
zond hij een telegram, waarin hij haar een
spoedig herstel toow'ónschto.
Voor het eerst sedert de reis in Canada
hebben de Amerikanen de hooge gasten In
massa begroet. Zij waren met 200 auto's
naar Port Arthur gekomen. Langs den weg
van Port Arthur naar Fort Wiliam had
den zich 70.000 menschen verzameld, het
geen meer is dan de bevolking der beide
steden.
De koning en de koningin hebben een be
zoek gebracht aan een kamp van Lbjiway-
Indianen, van wie sommige een reis van
SOO K.M. hadden gemaakt om hun „grooten
blanken vader" te zien.
Hitier schaft zich
lijf...marsch aan.
Alleen te spelen in zijn tegen
woordiqheid.
Volgens een gisteren gepubliceerd
decreet mag de Badenweiler
inarsch, een van de geliefde mar-
schen van Hitier, voortaan nog
slechts in tegenwoordigheid van
den Flihrer gespeeld worden.
Het Nederlandsche paviljoen.
Een grijsgrauw gebouw, bevattende twee
groote zalen, helder en ruim. Men vindt er
alles, wat men wenscht te weten over water
techniek in Nederland. En dat is niet wei
nig: men ontkomt niet aan den indruk, dat
de organisatoren moite hebben gehad, een
keuze te doen uit het vele materiaal, dat
hun ter beschikking stond. Bovendien heeft
men hier tc worstelen gehad met een zeer
sober budget, want gedwongen door de nood
der tijden, heeft de Nederlandsche regeo-
ring slechts een bedrag van G0.000 gulden
beschikbaar kunnen stellen. Men mag in
tusschen zeggen, dat men met dit geld heeft
weten te woekeren.
Onmiddellijk treffen den bezoeker de kaar
ten, die overzichtelijk weergeven de pioniers-
reizen van de Nederlandsche zee vaardei's en
anderzijds van de bestaande scheepvaartlij
nen. Het departement van Waterstaat hoeft
een 10 meter lange maquette beschikbaar
gesteld van do voornaamste scheepvaartwe
gen van Nederland. Het is een ingenieus
stuk werk, dat zeker aller belangstelling en
bewondering zal hebben. Men vindt er op
aangeduid de verschillende havensteden
van ons land, industrieels centra, vuurtorens,
lichtschepen, kanalen, enz. De maquette
geeft tevens aan de vele verbeteringen, die
aan bestaande waterwegen worden aange
bracht.
Neemt deze maquette de gchee'le
ruimte van de benedenverdieping in
beslag, tegen den wand op den ach
tergrond is een niet minder belang
rijk werk tot stand gekomen, n.1. een
voorstelling, door middel van dia-po
sitieven, van hotgccn Nederlanders
in den loop der eeuwen verrichten
op het gebied van droogmakingen
in Europa en in het. eigen land en
„Leert uw hoofdstad kennen!"
„Leert Amsterdam kennen!" luidt de
leuze, die op het oogenblik in alle toonaar
den wordt aangeheven.
Een prima idee maar alleen geloof ik,
dat de aansporing niet aan het juiste adres
wordt gericht. Ik heb namelijk eens een
gesprek met een Amsterdammer gehad,
dat ik niet licht zal vergeten.
Wat ik aan Amsterdam zoo mooi
vind, zei ik, is het Y. Je hebt er zoo'n ver
rukkelijk wijd uitzicht en de schepen, in al
hun verschillende grootten en vormen,
leveren zoo'n vroolijk, levendig décor.
Ik heb nooit boodschappen dien kant
uit, zei hy, maar ja, rivieren z ij n mooi,
kijk maar naar den Rijn, de Seine, dé
Theems, de Donau. Ik zou ze niet graag
missen in mijn vacanties.
Amsterdam is trouwens, vervolgde ik,
heelemóól een stad die haar schoonheid aan
het water heeft te danken. Niet alleen de
rivieren, ook de grachten zijn prachtig.
Vindt u bijvoorbeeld de Oudezijds Kolk niet
buitengewoon schilderachtig
Kolk? Kolk? Wacht 'es, daar heb ik
wel eens ansichten van gezien. Erg vies
geloof ik.
En hoe is het, moet je tegenwoordig
entree betalen in het Rijksmuseum?
Nou dat weet ik niet, ik spreek nooit
iemand die schildert. Ik heb er wel eens
over gedacht er 'n Zondag heen te gaan,
maar als je er entree voor moet betalen
voel ik er niets voor; dit zijn geen tyden
van luxe.
Ik ben benieuwd, ging ik verder, hoe
het Koninklijk Paleis er van binnen uitziet.
Ik ook, zei hij. Ze .eggen dat je d'r in
mag. Zei dat waar wezen?
Ja zeker. En die nieuwe brug van Ber-
lage, is die mooi?
Nou dót zou ik u niet kunnen zeggen.
U moet niet vergeten, ik woon in West.
En het Koloniaal Instituut, dat kun
je immers bezoeken, niet?
O jó?? Och! Waarom zetten ze zóó
iets'nou niet in de krant? Ik dacht dat het
enkel voor vreemdelingen was.
En in het Stedelijk Museum daar vind-
je toch meestal de moderne schilderijen
niet?
Dat zal dan wel voor de kenners wezen.
Waar staat eigenlijk het huis, waarin
„Wereldjodendom verklaarde
Duitscbland den oorlog"
Antisemitische rede van Alfred
Rosenberg.
Tot besluit van den eersten arbeidsdag
van den Groot-Duitschen Studentendag,
heeft rijksleider Alfred Rosenberg in een
openlucht vergadering te Wurzburg gespro
ken.
Hij zeide, dat het wereld-jodendom üuitsch-
land den oorlog verklaard heeft. Vele Bui-
tenlandsche kringen mecnen den Duit-
sehers te moeten aanbevelen toch iets toe
schietelijker te zijn. Doch zooals wij vroeger
gezegd hebben: de Jodenkwestie in Duitsch-
and is pas opgelost wanneer er geen Jood
meer op Duitschen bodem is. Zoo verklaren
wij thans zonder toeschietelijkheid: De Jo
denkwestie in Europa is pas opgelost, wan
neer zich geen Jood meer op Europceschen
bodem bevindt. Den strijd tegen het Joden-
ROSENBERG.
hoe verder de Zuiderzee wordt
drooggelegd, een werk waarvoor
men overal in België de grootste be
wondering heeft. Zeer kunstig en in
genieus is dit raam geconstrueerd.
Het doet even vriendelijk en beko
rend aan als een prachtig stuk ge
brandschilderd glas.
In deze zaal vindt men verder een ma
quette van den z.g. vcerwagen, gebruikt bij
de overgangen over liet AmstelRijnkanaal.
Ook op het gcbPd der volksgezondheid
heeft men zich niet onbetuigd gelaten: de
drinkwatervoorziening en in verband hier
mede ook de water-techniek wordt in beeld
gebracht en wij mogen wel zeggen, dat ook
op dit gebied ons land een voorbeeld geeft.
Om de 17 minuten een schip
Op de bovenverdieping wordt onze aan
dacht gevestigd op de kustverlichting in den
loop der tijden; dat de radiotechniek daarbij
oen rol speelt, spreekt welhaast vanzelf. In
maquette is het Amsterdamsche huvengo-
bied weergegeven en natuurlijk blqéf ook
Rotterdam op dit gebied niet achter. Een
klok geeft aan, dat in Rotterdam om de ze
ventien minuten een schip de haven binnen
loopt of uitvaart. Ook de Rotterdamsche
tunnelaanleg vinden wij hier in beeld terug
in zijn diverse onderdeden.
Wat zou verder ook onze inzending zijn,
zonder een beeld van onze industrie, voor
al op het gebied van den scheepsbouw, onze
groote scheepswerven, machinefabrieken cn
constructiewerkplaatsen, met in het bijzon
der, wat ons land voortbrengt en beteckent
op hot terrein van het baggerbedrijf. Waar
lijk imposant is het te zien, welke materialen
cn machines te pas komen bij het Zuider
zeewerk, waar zuigers 35 meter diep gaan.
Ook verder biedt de tentoonstelling zeer
veel,
Rembrandt heeft gewoond?
Nou dat moet een erge achterbuurt
zyn. Ik heb het 's aan een tramconducteur
gevraagd, maar het is me compleet ont
schoten.
En de Waag, bestaat die nog?
Dót zou ik aan me zwager kunnen
vragen, want uie woont de Geldersche
Kade.
Het Stadion kent u natuurlyk.
Nee, dat niet, we gaan niet veel naar
de film.
En hebben ze de Munt nog verbouwd
De Munt? O, de Munt. Ja, daar heb
ik van gelezen. Maar daar sta je niet ver
der bij stil. Die is zóó oud!
Kent u dat aardige oude zaakje van
Wijnand Fockinck?
Ik weet niet welk u bedoelt. Maar ze
hebben filialen over d" heele stad, dus wat
dat betreft...
Komt u wel eens in het Concertge
bouw
Dat wil zeggen, we schakelen hem wel
's effen in, maar de kinderen hooren liever
de jazzband.
En Artis is toch nog open?
Dat zou ik wel zeggen; je leest er
tenminste nog wel 's van.
En het Aquarium?
Ja, ja, met van die visschen. Dat is
aan het eind van een tramlyn.
Is het Scheepvaartmuseum- Interes
sant?
Kent u eigenlijk iets van Amsterdam
Ja zeker!! Ik zit met me vrouw dik
wijl op het Rembrandtplein en 's zomers
gaan we ook wel naar 't Kalfjeé. En iede-
ren Zaterdag loop ik vast als een huis door
de Kalverstraat, als ik naar de badinrich
ting ga.
Luistert u eens: de volgende week
krijg ik een nicht uit Middelburg over. Ze
komt iederen zomer in Amsterdam en kent
de stad op haar duimpje. Die zal ik dan
maar vragen, mij Amsterdam te laten zien
Hebt u zin, u bij ons aan te sluiten?
Zin heelemaal niet. Maar ik zal het
toch maar doen. Als menschen buiten je
zooveel vragen, is het misschien toch niet
kwaad als ik de stad ook eens ga zien,
Ik wil maar zeggen: als de aansporing
eens tot de Amsterdammers zelf werd ge
richt?
dom noemde spr. een Europeesche taak en
hij geloofde, dat vele Europeesche landen
zich bij dezen strijd zullen aansluiten. Vroe
ger is er een groote kerkelijke tijd en een
tijd van prachtige vorstenheerlijkheid ge
weest. Men moet eerbied hebben voor die
tijden, maar men kan thans vaststellen, dat
het verleden dood is. Na de tijdperken van
de belijdenis, van de monarchie cn van het
liberalisme, is thans het nationaalsocialisti-
sche tijdperk van het Duitsche volk aange
broken. De toekomst ligt in de handen der
studenten. Uit een Groot-Duitsch verleden
voert thns de weg naar een nog grootere
toekomst.
Amerika en Frankrijk wilden
Tsjecho-Slowakije niet uitsluiten
Het congres van de wercldpostunie is
met een wanklank geëindigd.
Hoewel de vroegere Tsjechische gedele
geerde met het oog op de politieke reorga
nisatie in Midden-Europa reeds voor den
aanvang van het congres was vertrokken
en de bijeenkomsten niet heeft bijgewoond
en ondanks alle bemiddelingspogingen van
Argentinië, hebben de vertegenwoordigers
der Vereenigdo Staten van Amerika .en
Frankrijk er op aangedrongen, dat het niet
meer bestaande Tsjecho-Slowakije in het
slotprotocol zou worden opgenomen.
Hierop weigerden de Duitsche, de Itali-
aansche cn de Hongaarsche delegatie het
protocol te onderteekenen.
De Spaansche delegatie heeft, in afwach
ting van verdere instructies, evenmin het
protocol onderteekend.
Joden organiseeren
hun verzet
Nieuwe Joodsche kolonies in Pa
lestina zonder toestemming der re
geering.
Sedert de publicatie van het witboek zijn
zes nieuwe Joodsche kolonies gesticht: drie
te Samaria en drie in de buurt van Tiberi-
as. Zij werden opgericht zonder vergunning
der regeering.
Volgens Joodsche kringen zijn deze kolo
nies „voorposten". Zij zijn omringd door pa
len en prikkeldraad.
Vooral in Noord Palestina hebben zich
de laatste dagen daden van terreur voorge
daan. Er werden verscheiden aanvallen ge
pleegd op Joodsche autobussen.
In de buurt van Haiffa kwam het tot een
treffen tusschen militairen en een gewa
pende bende. Er is een stelselmatige zuive
ringsactie ingezet.
Het militaire gerechtshof te Haiffa heeft
een beruohtcn terrorist ter dood veroordeeld,
die wapens en bommen had vervoerd en
vier dorpelingen had vermoord.
Waar is „De Meeuw"
Vrachtschip in de Indische wate-
ren is zoek.
Omtrent de vrachtboot „Meeuw" uit Se-
marang (welke van 16 Mei af werd ver
mist) is niets naders gehoord. Ook de
schepen die in Tandjong-Priok zijn binnen-
geloopcn cn die de route bevaren welke
ook het vermiste bootje volgt, on aan welke
schepen is verzocht naar de „Meeuw" uit
te kijken, hebben niets ontdekt. Gister
middag is volgens de N. R. Crt. hot vaar
tuig van de gouvernementsmarine „Gem-
ma" vertrokken om opsporingen te verrich
ten langs een van de gewone vaarroutes
van de „Meeuw".