GOUD edgar rice burroughs Be£te janyeni en tneiljel! Hoe is de Pinkstervacantie geweest? Een deel van je schrijft erover en daaruit blijkt dat dat deel zich kostelijk geamuseerd heeft. Nu, ik zelf ben er ook van doorgegaan. Fijn in de duinen bij Schoorl gelopen, en aan 't strand gelegen en me kostelijk laten uit waaien! Je komt dan drie maal zo fris thuis. De taart (ja heus, 't is taartweek!) is ge wonnen door; Dick Keuris, Kolhorn. Jacob de Goede, Oudesiuis. Ja, ja, ik kan me voorstellen Jacob, dat jij het' nu druk met je tuintje hebt. Dat gaat zo. Maar ik vind het wel leuk, als je maar een half uurtje er af neemt voor den Kindervriend, dat schiet er toch eenmaal in de week over, zou ik denken. Tot volgende week! Lena de Boorder, Julianadorp. Hoe staat het met de verkoudheid Lena? Is die al weer over <f loop je nog steeds met vier zakdoeken in je zak en heel de dag een rode neus. Nu, het beste hoor. Dag! Francientje de Witte, Kolhorn. Nee, dat heb je verkeerd geraden Francientje. Ik woon heus niet in de Regentestraat. Een heel eind er vandaan zelfs. Hoe kwam je daar zo bij Jack v. d. Cappelle, Schagen. Kerel nog an toe, ik wil die twee jonge witte pauwstaarten wat graag van je hebben. Vooral nu je schrijft, dat ze van zuiver ras zijn. Ik krijg zo langzamerhand een hele pluimveestapel van jullie. Nu spreken we dit af: breng de duiven in een hokje of mandje van de week even des morgens op kantoor. Dan krijg je het mandje wel weer van me terug. En... bij voorbaat bedankt kerel! Klaas Borst, Keins. Zo, hebben jullie alweer gekampeerd? Dat is dan vroeg in het jaar. Ik heb ook heel wat kampeer- dagen op mijn padvindersstok staan, maar nu ga ik niet eerder dan Juli of Augustus. Maar toen ik zo oud was als jij, maalde ik er ook niet om of het nog Mei was. Greetje IMuntjewerf. Oudesiuis. Kijk eens aan: twee regels en waarin ik te lezen krijg dat Greetje geen tijd heeft om een briefje te schrijven. Nu, dan krijg je dit maal ook een klein briefje. Tja, zo gaat het Greetje. Leer om leer. Dag! Coba en Gen-it Blom. Hoe zijn de Pinksterdagen geweest? Fijn? Is Moeders rheumatiek weggebleven? Nu, dat hoop ik maar. Krijg ik volgende week weer een brief van jullie beiden? Coba, hartelijk bedankt v >or de heel ge slaagde tekening. Wat heb je dat aardig gedaan, zeg. Krijg ik er nog ,eens van je? Klaas Borst, Keins. Jij houdt zeker ook geweldig veel van duiven, niet? Nu, net als die andere vriend, die me van de week een paar schitterende pauwstaarten op kan toor komt brengen. Ik ben reuze benieuwd. Frida de Lange Anna Pauwlona. Ai... dat is ook een klein briefje Frieda! Dat ben ik van jou anders gewend. Geen tijd gehad? Of in de schooltuin bezig geweest. Volgende maal beter! Klaas de Lange, Alkmaar. Ja, in Juni is het schoolfeest Klaas, dat heb ik gehoord. Weet je al welk programma ze geven? Ik denk, dat dit wel weer best voor elkaar zal komen. Dick Keuris, Kolhorn. Zo, dus het boek was naar je zin? Dat vind ik fijn. Je hebt er van gesmuld en ik denk dat je het nog wel eens een keertje overleest. Is het niet zo? Tot volgende week! Annie Wit, Nieuwe Niedorp. Brrr... dat is niet mis. Ik krijg een heel boze brief van Annie. Die verwijt me dat ik haar in weken lang al niet geantwoord heb. Ik geef grif toe. dat is ook niet aardig. Alleen be grijp ik niet waar dan die briefjes gebleven zijn. Ik gooi er NOOIT een in de prulle- mand. Maar in ieder geval: stuur dat boek maar terug, dan zal ik een ander geven voor je broer. Dag! Ik ben „geweldig" ge schrokken... Bep Tysscn, Anna Paulowna. Wat een gezellige brief Bep. En wat is hij keurig geschreven. Ik ben blij erom, want ik zit nog te bibberen van die vorige brief, waarin me ongezouten de waarheid gezegd werd. Ja, Ja, je moet maar wanboffen. Dag Bep! Trien Tysen, Anna Paulowna. Je rijdt nu zeker iedere dag op de fiets niet? Nu, datis goed werk. Vooral als er geen wind staat, en er weinig verkeer op de weg. Kun je het al goed? Agatha Snaas, Schagen. Ja, ik dacht net, waar blijft Agatha toch. Ik hoor nooit meer iets van haar. Maar nu begrijp ik het. De raadsels waren te moeilijk. Beitje Nieuwland, Schoorldam. In Schoorl is het nu prachtig. Dat weet ik, omdat ik er een paar weken geleden nog gêweest ben. Alles g: oen, alles jong, alles vol leven. Maar met de lente is het er ook het allermooist. Nicolaas Dekker, Ouiesluis. Ik heb me met de naam vergist Nicolaas. Maar ik wist wel, dat jij het was, die me het zwart konijn, Moortje, gestuurd had. Moortje heeft het best naar haar zin Je snuffelt en eet heel de dag. Ik zal haar de groeten van je doen. Tot volgende week! Jan Stöve, Schagerbrug. Vissen vind ik net als jij een fijne sport. Vroeger heb ik het veel gedaan en menig braadje thuis gebracht. Maar tegenwoordig kom ik er niet meer aan toe. Dat gaat zo! Agatha Swager, Noord-Scharwoude. Ja, die taart... die taart. Daar zitten er van de week een heele massa naar uit te kijken. En dat is geen wonder. Je zult zo'n zalig snoepding thuiskrijgen. Het is om een sprong in de lucht van twee en een halve meter te maken! Trijnie Wormsbecher, Oudkarspel. Zo zie ja maar Trijnie, hoe wonderlijk het ge luk is. De een moet maanden en maanden wachten aleer hij een prijs wint en jij, die pas meedoet, gaat al direct met een boek strijken. Tja, die juffrouw Fortuna is toch wel heel wispelturig. Cornelia Zwaan, Schoorldam. Wat was dat kaartje van jou keurig geschreven. Cor nelia. Jij hebt zeker blokschrift geleerd. Het was prima. Krijg ik er volgende week weer zo een? Trynie van Loenen, Noordscharwoude. Ook jij bent dus tevreden met het boek, dat je ontvangen hebt. Daar ben ik blij om, als je het uit hebt, moet je me eens iets van de inhoud vertellen. Ik had het namelijk zelf nog niet gelezen. Wim Boontjes, Stolpen. Ons konijn, Moortje van Nicolaas Dekker, krijgt ook melk. Hij slurpt het achter elkaar op. En dan maar weer eten. Ileel de lieve dag door. Je snapt niet waar zo'n beest dat allemaal laat. Het is een compleet raadsel. Marie Boontjes, Stolpen. Met Pinkste ren ben ik uitgeweest. Maar niet zo erg ver van huis. Met de fiets de ene dag en de andere met een auto. Toen hebben we een hele rit gemaakt. Dwars door Zuid-Holland en Utrecht. Fijne dagen hoor! Oplossing raadsel vorige week VLIEGMACHINE. Goede oplossingen ontvangen van: Marie en Wim B., Stolpen; Trynie v. L. N.- Scharwoude; Cornelia Z., Schoorldam; Nelie de V., Trijnie W., Oudarspel; Jan S., Scha gerbrug;. Agatha S., Noord Scharwoude; Ni colaas D., Oudesiuis; Reitje N., Schoorldam; Agatha S., Schagen; Rika H., Anna Paulow na; Nellie P. Waardpolder* Trijnie v. L., N.- Scharwoude; Bep T., Anna Paulowna; Annie Cor, Johan en Aafje W., N. Niedorp; Dick K., Kolhorn; Klaas de L.,en Fride de L., Anna Paulowna; Greetje M., Oudesiuis; Klaas B., Keins; Jacob v. d. C., Schagen; Jan D„ Anna Paulowna; Lena de B., Julianadorp; Jacob de G., Oudesiuis; Fracientje de W., Kolhorn. NieuwRaadsel CIJFER-RAADSEL. Mijn geheel bestaat uit 11 letters en i verblijfplaats voor huisdieren. 6, 8, 1 soort boom. 4. 3, 2, 1 knol-gewas (eetbaar). 11, 10, 9 smal stuk hout. 7, 6, 9 middel om dieren te vangen. 5, 3, 4 insect. 11, 2, 4, 6, 7, plaats in N.-Holland. 1, 6, 7, schrijfgereedschap. 8, 2, 1 vocht. Goud! Goud klinkt als een toverwoord en we denken daarbij direct aan iets heel mooisen heel kostbaars. Ringen worden van goud gemaakt en andere sieraden. Er bestaan gouden dozen en de kronen van koningen en koninginnen zijn van goud. Goud is het metaal, dat altijd als het mooi ste en kostbaarste is beschouwd door alle tijden heen. Ieder heeft wel eens gehoord van de „Gold rush", de wedstrijd die in gebieden, waar goud in de grond zat, werd gehouden. Als bekend werd gemaakt, dat ergens een goudaartje in de grond was ge vonden en dat er misschien wel meer goud zat, gingen de goudzoekers aan het werk. Ieder probeerde een zo groot mogelijk ter rein voor zichzelf te krijgen en daarvoor sloeg hij stokken in de grond. Het land binnen die stokken was dan van hem. Zo werden er hele gevechten geleverd om een stukje grond, waarvan men meende, dat het goud in de bodem verborg. Tegenwoordig is er veel veranderd, hoe wel op sommige plaatsen alles nog onge veer bij het oude is gebleven. Maar grote maatschappijen hebben nu het gouddelven in hun hand en er worden steeds weer nieuwe expedities uitgezonden om nieuwe goudvelden te vinden. Een dief zou een grote zak goud niet kunnen wegdragen. Goud is een edel metaal, d.w.z. dat het door verschillende chemische stoffen niet wordt aangetast, waardoor andere metalen wel worden aangetast. Daarom is het dan ook van veel belang en zijn er verschil lende dingen, die bij voorkeur van goud gemaakt worden. Zilver is niet meer zo duur tegenwoordig, maar goud blijft toch altijd nog een kostbaar metaal. Het bijzon dere van het goud is o.a. dat het een hoog soortelijk gewicht heeft. Velen van jullie zullen wel weten, wat dat betekent. Het S.G. van goud is 19.2, met andere woorden is göud bijna 20 maal zo zwaar als water. Het S.G. van ijzer is 7.5, dus goud is on geveer 2V2 maal zo zwaar als ijzer. Weet je wat dat betekent? Dat wil zeggen, dat een gouden gewichtje, dat zo groot is als een kilogewicht ijzer, 2y2 maal zo zwaar is en dus 2y2 kilo of 5 oond weegt. Als je dus een gewichtje van goud wilt maken, dat precies 1 kilo weegt, zou je er een krijgen, dat bijna even groot was, als twee ijzeren gewichtjes van 200 gram. Men zou dus ge rust een groot bedrag aan goud kunnen la- Een goederenwagen met een maximumge wicht aan kolen en aan goud. ten staan, want een dief zou met geen mo gelijkheid een grote zak goud weg kunnen slepen. Natuurlijk is men toch wel zo verstandig om het goud veilig achter slot en grendel op te sluiten. Als men goud in dunne platen zou smel ten om het zo in een spoorwegwagon te laden, dan moet je eens bedenken, dat een gewone wagon ongeveer 20.000 kilo kan dragen. In kolen uitgedrukt is de wagon bijna helemaal vol met dit gewicht. Dus er gaan ongeveer 20.000 kilo kolen in een wa gon. Maar in goud? Goud is 20 maal zo zwaar als water en 20.000 kilo goud nemen dus evenveel plaats in als 1000 kilo of 1000 liter water. Als nu de oppervlakte van een wagon ongeveer 20 vierkante meter is, dat is dus gelijk aan 2000 vierkante dm., dan is een waterstand van y2 dm. of 5 cm. ge noeg om de wagon met 1000 liter water te vullen. En een spoorwegwagon kan dus tot KiU Uit 16 kilo goud zou een draad gesponnen kunnen worden, die de hele aardbol zou omspannen. Yz dm. of 5 cm. hoogte met platen goud worden gevuld. Als we er meer in zouden leggen, zou de wagen hét gewicht niet meer kunnen dragen. Nu kan goud ook geplet worden en tot heel dunne draden worden getrokken. Dat gebeurt door goudblaadjes en gouddraden nog eens heel fijn te verwerken. Tenslotte geeft dan 1 gram zuiver goud een ragfijn draadje van 2y2 k.m. lengte. Jullie weten, dat de omtrek van de aarde 40.000 km. is, dat is dus 16000 maal zolang en uit 16000 gram of uit 16 kilo goud zouden we een draad kunnen maken, die we om de hele aardbol zouden kunnen heenleggen. Maar 16 kilo goud zien er ongeveer zo uit als 5 kilo ijzer! Die goudblaadjes waar we zo juist over spraken zijn maar het 10.000ste deel van een m.m. dik. Dus een boek van 50 m.m. dikte, dat van die goudblaadjes was ge maakt, zou 50 maal 10.000 is 500.000 bladen hebben of een millioen kantjes. Als de bladzijden van goud waren, zou het boek 500.000 bladzijden hebben. Duitse goudsmeden uit de middeleeuwen beroemden zich erop, dat ze met één gram goud een heel ruiterstandbeeld konden ver gulden. Tot slot willen we nog zeggen, dat men zich over het algemeen een heel verkeerde voorstelling maakt van hel goud, dat op de hele aarde wordt gewonnen. Alles bij elkaar zou dat, als het werd samengesmol ten, misschien een blok zijn met een lengte van 10 meter. De ringen in de knoop „Zien jullie deze witte ring? En deze drie rode ook? Ja? Wil dan één van jullie even hier komen? Goed Betty, kom jij maar. Zo, nu heb ik hier een touw. Het is een heel gewoon touw en er is niets bij zonders aan, zien jullie wel? Wil jij nu die witte ring ongeveer in het midden van het touw vastknopen, gewoon met een en kele knoop. Juist ja.Nu doe ik de rode ringen los aan het touw. Gezien allemaal? Zo en wil nu nog iemand hier komen? Ja Bob, dat is 'goed. Nu moeten jullie ieder een eind van het touw vasthouden, dan zal ik een doek over het touw hangen en straks zullen jullie zien, dat de witte ring los is en de rode ringen vastgeknoopt zijn. Hans legde een doek over het touw met de ringen en bewoog daar wat onder. Hij kon de ringen niet van het touw afhalen, want Bob en Betty hielden de einden vast. Ze keken allemaal aandachtig, wat er ge beurde. Na een tijdje trok Hans zijn han den terug en zei: „Wil nu iemand het doek oplichten?" Barend tilde het doek op en., de rode ringen zaten met een knoop aan het touw en de witte ring was vrij! Ze keken alle maal heel ongelovig, maar ze hadden toch zelf gezien, dat Bob en Betty de uiteinden vasthielden en dat Hans dus onmogelijk, de ringen eraf kon schuiven. „Zit er een knoop in het touw of zijn het twee stukken touw?" vroeg Hanneke. „Nee kijk zelf maar", antwoordde Hans. En ja, het was een heel gewoon touw zonder knoop. Het was zelfs vrij stevig. „Hoe heb je dat gedaan?" vroegen ze nu allemaal door elkaar. „Ja, als jullie dat nu eens wisten", plaag de Hans. „Zijn jullie erg nieuwsgierig?" Dat kon hij heus wel aan hun gezichten zienj „Nu, dan zal ik het jullie maar vertellen. Maar daarvoor zal ik het even op papier tekenen, anders begrijpen jullie er toch niets van." Daarna tekende hij op het papier, hoe hij de witte ring- in het touw had geknoopt en de rode ringen tekende hij er ook bij (zie afbeelding). „Nu moeten jullie eens goed opletten", zei hij. „Ik zal hier een paar pijltjes bij zetten, dan zie je het vanzelf. Eerst heb ik de witte ring zó langs het touw bewogen als de pijltjes aangeven en zoals je zelf kunt zien, komt die ring dan los te zitten. Je schuift hem dus gewoon onder de knoop door. Daarna heb ik de rode ringen precies in tegenovergestelde richting langs het touw bewogen en op die manier kwamen die vast te zitten. Snappen jullie het nu? Het is heel eenvoudig, je moet het alleen maar weten!" Ze vonden het allemaal een erg leuk kunstje en probeerden het zelf ook een paar keer. „Ik ga het thuis ook doen", zei Bob. „Maar hoe kom je aan die ringen?" „O, je neemt gewoon een paar houten of benen ringen en verft die of je beplakt ze met gekleurd papier. Je zult zien, dat nie mand begrijpt, hoe je het doet." NOGAL EENVOUDIG. DOOR „Je kunt er op rekenen, dat Tomos je op de een of andere manier zal doden", ver klaarde Gemnon, „en ik ben hier om je te redden, als ik kan, maar ik heb nog geen plan. Een van mijn vrienden is vannacht ka pitein van de wacht, maar als ik je deur openlaat en je ontkomt, dan wordt mijn vriend morgen door Tomos terecht gesteld." „Ik zie nu ook nog geen mogelijkheid om te ontkomen," zei Tarzan, „en jij moet nu gaan. Je brengt je leve. m gevaar door hier bij me te blijven. Geef me slechts je dolk. misschien zal ik die nodig hebben." Gemnon verdween en Tarzan sliep spoedig weer in. Hij had meer het temperament van een wild dier dan van een mens. Als naar gewoonte ontwaaktf Tarzan bij het aanbreken van de dag. Daarna zat hij rustig te wachten. Hij was er van overtuigd, dat hij die dag het lot zou leren kennen, dat Tomos, zijn doods vijand, voor hem had bestemd. Hjj had er nog geen idee van op welke wyze hy zou kunnen ontvluchten. Ongeveer een uur voor de mid dag hoorde hij voetstappen. Misschienbracht de wacht hem voedsel en water. Maar toen ze binnentraden, zag de aapman, dat ze slechts wapens in hun handen hadden. Wat had een mens, die ter dood veroordeeld is, trouwens ook aan eten en drinken?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 15