Provinciale Staten
Wij lazen voor U....
„Geen stem verheit zich
veor den vrede"
in de Wieringermeer
Een nieuwe Nederlandsche
gezant te Londen
Hij wou geen klikspaan zijn
Schuldig aau dood
van zijn kameraad
Twee uitspraken van Ir. Smeding:
a. In den Noordoost polder geen
b ur gemeester-directeur.
b. In den Wieringermeer arbeids
intensiviteit door bevordering aard
appel- en vlasteelt.
GEDEPUTEERDE KOOIMAN DOET
EEN ERNSTIG BEROEP OP DE
REGEERING HET NIEUWE LAND
PER 1 JAN. 1841 EEN EIGEN GE
KOZEN BESTUUR TE GEVEN.
Naast de zooals steeds zeer interessante
mededeelingcn over de geschiedenis van de
Wieringermeer, waren er gistermiddag in
de causerie van den heer Ir. Smeding, ge
houden voor leden van Provinciale Staten,
als excursisten in liet nieuwe land aanwe
zig, twee bijzondere punten. Het eerste was
een vergelijking van den Noord-Oostpolder
en de Wieringermeer ten aanzien van den
bestuursvorm. Ir. Smeding sprak als zijn
onomwonden meening uit, dat bij de pseu-
do-gemeente, welke in den Noord-Oost pol
der evenals in de Wieringermeer zal wor
den ingesteld, burgemeesterschap en directie
van de Cultuurmaatschappij niet in een
[hand moeten zijn.
Een gebied, twee en een half maal zoo
groot als de Wieringermeer, verdient iemand
die de gemeentezorg alleen op zich neemt.
Men heeft in de Wieringermcerwet den
vice-voorzitter een plaats toegekend, die in
de praktijk te groot-is gebleken, laat men
dezen functionnaris in den Noord Oost pol
der daarom zonder meer burgemeester ma
ken, zeide de heer Ir. Smeding.
De tweede belangrijke uitspraak was een
ten aanzien van het arbeidsvraagstuk.
Ir. Ssmeding wees er op, dat, hoewel eeni-
ge verbetering valt te bespeuren, liet over
nemen van arbeiders der Cultuurmaatschap
pij door de pachters in te langzaam tempo
geschiedt, en de gemeenschap dus kans loopt
niet een arbcidsoverschot te blijven zitten.
Aardappel- en vlascultuur kunnen
de perioden tussclien de oogsten van
bieten en graan overbruggen, in de
ze richting zal sterk gewerkt moeten
worden, om meer" arbeidskrachten
te kunnen inschakelen.
(Het doet ons veel genoegen, onze meening
hieromtrent door deze officieele uitspraak
bevestigd te zien. Wij herinneren in dit ver
band aan ons artikel over dit onderwerp,
eenige maanden geleden geplaatst. Red.)
De zeven en veertig leden van Prov. Sta
ten, die aanwezig waren, waren reeds vrij
vroeg in den morgen per autobus gearri
veerd en maakten voor de lunch een tocht
door het noordelijk gedeelte .van".den, polder
waarbij o.a., het bosch bij Wieringerwerf,
werd bezichtigd en een boerderij bezocht.
Om 11 uur werd koffie gebruikt in Hotel
Smit te Middemueer. Wij zagen voor Ged.
Staten de heer D. Kooiman, terwijl de Raad
van Wieringermeer acte de présence gaf.
door de heeren wethouders de Graaf en Pe
ters. Ook de gemeentesecretaris de lieer
Blaauboer gaf blijk van belangstelling. Met
Prov. Staten was een aantal hoofdambtena
ren meegekomen, onder wie wij o.a. de heer
mr. Backer, lid van de bestuurscommissie
opmerkten.
De Commissaris der Koningin was we
gens ambtsbezigheden verhinderd. Om lialf
een werd geluncht, waarna de heer ir.
Smeding, burgemeester van Wieringer
meer een causerie hield. Deze week niet af
van de gewone wijze waarop de heer Sme
ding „de Wieringermeer" behandelt, behal
ve dan de bovengenoemde nieuwe ge
zichtspunten. Na de rede van ir. Smeding
was
het woord aan Gedeputeerde
Kooiman,
die allereerst de lieer Smeding dankte voor
zijn duidelijke en belangrijke uiteenzetting.
In enkele gevoelvolle woorden
herdacht spr. het verscheiden van
het Statenlid W. de Boer, wethouder
van Den Helder. Zijn persoonlijk
heid, aldus spr. zal bij de Staten
steeds in aangename en dankbare
herinnering blijven.
De goede toestanden in het nieuwe land,
verklaarde de heer Kooiman in hoofdzaak
te zien als gevolg van den ijver, het inzicht
en de groote kennis van den heer Sme
ding. Slechts aan Uwe uitnemende gaven
van hoofd en hart, aldus spr. is het te dan
ken dat zoo weinig klachten over het nieu
we land ons bereiken.
Daarnaast bracht spr. gaarne hulde aan
■de wethouders, den gemeentesecretaris en
alle verdere trouwe helpers tot den op
bouw. Wat de bestuursvorm betreft,
het had spr. zeer verheugd, dat de
bevolking verlangt naar een „echte"
gemeente, naar regeling en bestuur
van eigen huishouding. Hierop toch
zijn de grondslagen van ons gemeen
terecht opgetrokken. De overgangs
toestand heeft spr. wel een gelukki
ge vondst geacht, maar hoe eerder
deze toch verdwijnt, hoe liever,
„LAAT DEN HAAG VOORTMAKEN"!
roept spr. met verheffing van stem uit. La
ten wij niet dezelfde ervaring opdoen als
tegen 1 Januari 1938, toen de „pseudo-ge-
meente" zou komen. Anders dreigt weer grool
gevaar op 1 Januari 1941 niet gereed te rijn!
Wat het waterschap betreft, dat ook tegen
dien tijd zou komen, hoeft men niet bang
te zijn, Prov. Staten, die daarover hun adem
moeten laten gaan, zullen zeker spoed be
trachten.
De inzichten van Ir. Ssmeding betreffen
<le den Noord Oostpolder noemde de heer
Kooiman zeer juist.
Een afscheid.
De beer Kooiman, aan het einde zijner
dagen als Gedeputeerde gekomen, zoo hij
zeide, sprak een hartelijk dankwoord tot de
leden, van Provinciale Staten met wien hij
steeds prettig had samengewerkt.
Vragen.
De heer van Dok en Meijer (beiden S.D.-
A.P.) stelden eenige vragen en werden naar
genoegen beantwoord, speciaal waar het
betrof de keuze van tuinders van de kleine
bedrijfjes. Men zal zich daarbij niet blind
staren op de finantieele draagkracht, en als
nummer een bekwaamheid laten gelden, al
is een zekere finantieele weerstand natuur
lijk noodzakelijk.
Na de causerie bezichtigde men volgens
hel bekende schema het Zuidelijk gedeelte
van den polder.
China vastbesloten de Japanners
te verslaan. Een interview
met generaal Ll-Tsjoeng-Jen.
Een speciale Reuter-correspondent lieeft
een onderhoud gehad met generaal Li-
Tsjocng-Jen, den commandant van Kwang-
si, in diens geheime hoofdkwartier in Mid-
dcn-China. De generaal zeide onder meer:
„De Japanneezen zijn er tot dusverre niet
in geslaagd de Chineesohe hoofdmacht te
vernietigen. Zij hebben daarvoor nu nog
minder kans en wij zijn niet voornemens
hun de gelegenheid te bieden. Ongetwijfeld
kunnen de Japanneezen steden innemen,
maar, terwijl zij verder oprukken,, verliezen
zij de steden, die echter hen liggen. Door 't
zenden van versterkingen naar een streek
verzwakken zij een andere, die dan in onee
handel valt". 1
Het Japansohe prestige.
Zoo is het, aldus vertelde Li verder, ge
gaan, toen de Japansche troepen na de
bezetting van het bergland van Tapieh op
rukten naar Hoepeh. De Chineezcn vielen
toen in de streek van Nantsjang binnen,
bezetten Kauan en hebben thans Nantsjang
omsingeld.
Indien de Japanneezen hun aan
vallen staken, trachten wij hen aan
te vallen of we succes hebben of
niet.
De Japanneezen moeten, om bun positie te
behouden en- het vertrouwen van hun volk
ongeschokt te laten, trachten verder op te
rukken, doch het voordeel, dat zij daanbij
behalen, beteekent slechts een uitputting
van hun kracht en geen blijvende winst.
Zij zijn er niet geslaagd de Chineesohe na
tuurlijke hulpbronnen of het Ohineesche
volk in hun macht te krijgen. Zij werken
zich dieper in de moeilijkheden. Zij zijn
sterk begonnen en worden steeds zwakken,
terwijl China wint aan eenheid en organi
satie.
Het werk der guerillatroepen.
De Japanneezen hébben meer dan dertig
divisies in China, doch deze strijdkrachten
zijn verspreid en worden voortdurend ver
ontrust door de Chineesche guerillatroepen
en de geregelde troepen. „Op het oogenblik,
aldus de generaal, gebruik ik een derde
van mijn manschappen aan het front. De
rest wordt verder geoefend en neemt rust
achter het front. Zoo neemt ons leger
steeds in gevechtskracht toe, hoewel onze
wapening slechter is.
Wij zijn vastbesloten de Japannee
zen te verslaaft. Wij zullen
geen groote aanvallen op touw zet-
KAN DE STROOMLIJN NOG VERBETERD? Auto-experts bevestigen wol
len draadjes op den buitenkant van het nieuwste stroomlijnmodei, om aan de
reactie van de draadjes tijdens den rit te kunnen nagaan of er nog verbe
teringen mogelijk zijn.
ten, maar willen een reeks kleine
aanvallen organiseeren om de Ja
panneezen uit te putten. De oorlog
legt een onbeschrijfelijk lijden en
een groot en last op ons volk,, doch
geen stem verheft zich voor den
vrede.
Wij hebben Hankau, dat door velen on
neembaar werd geacht, verloren, doch wij
zullen den oorlog voortzetten met onver
minderde vastberadenheid", zoo besloot de
Chineesche generaal het interview.
Zal Roosevelt in 1940
herkozen worden?
De president naar San Francisco.
Men verwacht te Washington, dat presi
dent Roosevelt zeer binnenkort een reis
door de Vereenigde Staten zal maken en
een bezoek aan de tentoonstelling te San
Francisco zal brengen.
De president wil op deze reis de open
bare meening ten aanzien van de New Deal
peilen. De postmaster-general, Farley, die
over het algemeen de leiding heeft bij de
politieke bedrijvigheid der regeering en die
onlangs is teruggekeerd van een reis dooi
de Westelijke staten, heeft den indruk,
dat Roosevelt, indien hij dat wenscht, ge
makkelijk in 1940 als president herkozen
kan worden.
't Kan verkeeren!
Matusjka doet een uitvinding
tegen spoorwegongevallen!
Volgens de „Montag" heeft de Hongaar
Matusjka, die wegens het veroorzaken van
spoorwegongelukken tot levenslange ge
vangenisstraf veroordeeld is, vergunning
gekregen om bij het octrooibureau inschrij
ving te doen van een uitvinding tot het
voorkomen van spoorwcgongevallen te
Wat een Dnitsch deserteur vertelt
Levensomstandigheden in Duitsoh-
land onmogelijk.
Een Duitsch onderofficier van het ar
beidsfront is op het Poolsche grensstation
Chojnice uil den trein gestapt, die van
Duitschland naar Oost-Pruisen reed. Hij
verklaarde, niet naar Duitschland te wil
len terugkeeren, „daar de levensomstandig
heden daar onmogelijk waren geworden".
Hij zeide verder, dat onder de leden van
het arbeidsfront de ontevredenheid groeit en
verzocht den Poolschen autoriteiten hem
niet uit te leveren.
Naar. wij vernomen, ligt het in het voor
nemen van mr. J. P. Graaf van Limburg
StirUm, onzen Nederlandschen gezant te Lon
den, in den loop van dit jaar om particu
liere redenen ontslag aan te vragen.
Mr. J. P. Graaf van Limburg Stirum.
Naar ons ter oore komt, wordt als zijn
opvolger genoemd jhr. mr. E. F. M. J.
Michiels van Verduynen, oud-gezant te
Praag en oud-chef van de afdeeling Diplo
matieke Zaken aan het Departement van
Buitenlanclsche Zaken,
De handel in
tuinbouwgewassen
Misverstand.
Van bevoegde zijde vernemen wij het vol
gende:
Bij velen blijkt nog steeds de meening te
heerschen, dat een erkenning als handelaar
in tuinbouwgewassen wordt verstrekt, wan
neer zij een bestaande zaak hebben over
genomen of reeds kosten in dien zin heb
ben gemaakt.
Teneinde teleurstellingen te voorkomen
wordt er nogmaals uitdrukkelijk de aan
dacht op gevestigd, dat door de Nederland
sche Groenten- en Fruitcemtrale slechts als
kleinhandelaar worden toegelaten zij, die
voldoen aan de bij Koninklijk Besluit van
17 Januari 1939 vastgestelde toelatingsver-
cischten van vakkennis, handelskennis en
credietwaardigheid.
Personen, die niet aan deze eischen vol
doen worden derhalve, ook al hebtben zij
reeds een zaak overgenomen, niet als
kleinhandelaar toegelaten.
„VQLKSBEDROG".
In een recent nummer van de „Storm-
meeuw", het orgaan van den Nationalen
Jeugdstorm, komt een oproep voor van den
heer van Geelkerken ter Algemeene Verga
dering. Die oproep is, zooals er tusschen
haakjes bijstaat, bestemd voor „stemheb
bende leden, dus boven IS jaar".
„De Trom" orgaan van het Nationaal Jon
geren Verbond, schrijft naar aanleiding van
het zinnetje tusschen haakjes o.m.:
Hè, echt naar mijn hart, zoo democra
tisch, echt heerlijk!
Maar de N.J.S. heeft geen leden
boven de 18 jaar dat geeft hem juist dat
lieve, onschuldige uiterlijk
En mijn democratische hart bloedt.
Blijkbaar ook dat van de Redactie. Zij
vond onzen Algemeenen Secretaris bereid
zijn licht over dit volksbedrog op te steken
bij het „jongerenkwartier" van den N.J.S.
Maar daar konden ze natuurlijk de strek
king van zoo'n vraag niet begrijpen. Zoo
dat na tien dagen een brief kwam van den
secretaris van het bestuur van den N.J.S.
Deze schrijft o.m.:
Naar aanleiding (van Uw brief) moge
ik U berichten, dat onze leeftijdgrenzen
inderdaad gaan van 8 tot 18 jaar. Aan deze
minderjarige kinderen kunnen wij echter
bezwaarlijk stemrecht over den gang van
zaken toekennen, hetgeen zonder meer dui
delijk zal zijn. In den Jeugdstorm zijn die
kinderen ('t staat er heusch!-W.) niet aan
zich zelf overgelaten. Zij krijgen leiding
van een corps leiders en leidsters, die, be
houdens een aantal troepleiders en troep-
leidsters, in het algemeen ouder zijn dan
18 jaar. Volgens onze statuten, waarop wij
reeds zeer geruimen tijd geleden Konink-
Uit de Pers van heden
lijke goedkeuring hebben gevraagd, berust
bii hen het stemrecht. (Die paar menschcn
zijn dus Algemeene Ledenvergadering.
Dit is Volksbedrog.-W.) Die statuten zul
len in druk verschijnen, als de Koninklijke
Goedkeuring zal zijn verkregen. Enz.
Nu, ik hoop, zoo gaat de Trom verder,
dat ze die goedkeuring nooit op een derge
lijke knoeiboel zullen krijgen!
't Is beleedigend voor de „stormertjes",
want:
óf de N.J.S. is werkelijk een onschuldige
kinder-vereeniging, maar dan volgens die
statuten van heel domme kindertjes, want
in anrlcre jongercn-vercenigingcn, als H.B.S.
vereenigingen, natuur-historische, toonecl-
spelende en letterkundige gymnasiasten
clubs en -bonden moeten en kunnen 17-of
18-jarigen uitstekend leiding geven, wat
ook voor hun karaktervorming e.d. van
groot belang is.
óf de N.J.S. is nog altijd een politieke
jeugdvereeniging, waarin „zonder meer dui
delijk" is, dat de „minderjarige kinderen"
geen stemrecht kunnen hebben ,dat natuur
lijk geheel bij de leiding do meerderjari
gen kinderen?) moet blijven. Maar dan is 't
beleedigend voor de slaafschc volgelingen
dat hun zelf-verkozcn leider hen moet
paaien met een dcmocratisch-uitzienden
schijnoproep.
EEN ADDERTJE ONDER HET GRAS?
De Nieuwe Rotterd. Crt. (lib.) schrijft, dat
Nederland steeds met genoegen kan luiste
ren naar de debatten in het Belgische par
lement, omdat ons land daarin met een
warmer) toon genoemd wordt.
Maar er was toch iets, aldus het blad,
dat ons getroffen heeft. Als men goede
vrienden is, dan komt men niet aan met
onderlinge geschillen, indien men meent,
dt de ader moeilijkheden heeft. De Belgen
mcencn, dat wij in een moeilijke positie
zijn; zij nieencn, waarvan Pierlot getuigde,
dat ons land meer bedreigd wordt dan hun
land. Maar is het dan niet opmerkelijk, dat
de Belgen, die ons dus in moeilijkheden wa
nen, wederom aandringen op een herziening
van de traclaten van 1S39?
Waarom juist nu? Een goede regeling zal
zoo bijdragen tot de toenadering en de ver
wezenlijking van de zedelijke en politieke
lotsverbondenheid, zegt van Cuwelaert Maar
aan die politieke betrekkingen zal niet veel
meer veranderd kunnen worden; de zede
lijke lotsverbondenheid is in menig opzicht al
aanwezig en zal daardoor geen verande
ring ondergaan.
Ligt hierin soms een aanbod verscholen,
'n aanbod met als prijs onzerzijds de her
ziening van de tractaten van 1839 in den
geest zooals België dat wil? Het zou er op
kunnen lijken.
„AFTREDEN!"
Onder dit hoofd schrijft het Utrechtsch
Nieuwsbl. (lib.) in verband met het rapport
over Oss o.m.:
„Want indien het nog noodig ware, is
nü gebleken, hoe groot de beteekenis is van
liet door hen gehate „demo-liberale" sys
teem, dat de mogelijkheid inhoudt van een
openbare veroordeeling van het beleid eens
ministers door de vertegenwoordiging des
volks. In Duitschland zou wanbeleid van
een minister nimmer tot cenig openbaar
onderzoek en tot een Rijksdagrapport kun
nen leiden. Daar heeft het „vrije" volk niets
te vragen of te zeggen, niets te controlee
ren of te critiseeren. Wij verheugen ons
er over dat uit het rapport over minister
Goseling's beleid blijkt, dat er hier te lan
de nog ruimte is voor vrije critiek, en waar
die critiek den bewindsman geldt, die se
dert zijn optreden het hardst aan de vrij
heden des volks heeft getornd, verheugen
wij ons dubbel,"
Een vlaag van waanzin
beving kasteelheer
Het familiedrama te Meerssen
Omtrent het familiedrama te Meerssen,
dat zich Zondagmiddag aldaar in het kas
teel Groot Vacshartelt heeft afgespeeld,
kan nog nader worden gemeld, dat de da
der, de grootgrondbezitter E. R., blijikibaai
in een vlaag van waanzin heeft gehandeld
Zijn eohtgenoote kreeg een drietal kogels]
in de borst en moet op slag gedood zijn.
Bij zijn arrestatie, die geschiedde door
den burgemeester van Meerssen en de ma
rechaussee, legde de heer R. een volledig
bekentenis af. Hij was diep onder den i&
druk van zijn vreeselijke misdaad. Het oa
derzoek wordt voortgezet.
En pleegde daarom meineed,
Een baldadige bui van twee vrienden Je
Moordrecht heeft voor beiden ernstige
volgen gehad.
Een van de twee sloeg een ruit in
toen hij wegens vernieling voor den Rot-
terdamschen politierechter moest terecht
staan, verklaarde de ander, de 56-jarige B.
W. van der K., onder ecde, dat hij daar
van niets gezien heeft, terwijl hij ei- in wer
kelijkheid vlak bij stond en alles duidelijk
had waargenomen. Hij werd wegens ver
denking van meineed onmiddellijk in arrest]
genomen, doch werd uit de hechtenis ont
slagen, toen hij bekende onwaai'hcid te heb
ben gesproken.
De Rotterdamsche rechtbank veroordeel
de hem wegens meineed tot zes maanden
gevangenisstraf.
„Waar moet het met cle rechtspraak heen?"
zoo vroeg de president van het gerechtshof
te Den Haag, voor welk college verdachte
gister in hooger beroep stond om een lichtere
straf te bepleiten, „wanneer getuigen maai
onder cede onwaarheid staan te spreken?'
De advocaat zag ook geen aanleiding voor
een lichtere straf en vroeg bevestiging van
hel Rotterdamsche vonnis (zes maanden on
voorwaardelijk).
Pleidooi
De verdediger was het in principe met het
O. M. eens, dat voor meineed zwaar gestraft
moet worden, Doch we hebben hier met een
uitzonderingsgeval te doen. Verdachte heeft
zijn vriend beloofd hem niet te verraden en
die houding ook op de terechtzitting volge
houden. Hij heeft de consequenties daar
van niet overzien.
In verband met verdachtes gunstig ver
leden drong pleiter met klem op een voor
waardelijke veroordeeling aan.
Uitspraak 26 Juni.
Arbeider moet zich voor
rechter verantwoorden.
Op 16 Augustus van het vorig jaar is bij
het stapelen van balken op een baggerma
chine van een werf te Rotterdam een doo-
delijk ongeluk gebeurd. Twee arbeiders wa
ren met dit werkje bezig en stapelden de
balken bij vijf stuks tegelijk op. Plotseling
gleed één van de balken van een stapel af
en trof een arbeider, die onder aan dc bag
germachine aan het werk was. Deze kreeg
een schedel-fractuur en overleed eenigen
tijd daarna aan zijn verwondingen.
Een der werklieden, do 43-jarige J. V.,
clie de noodlottige balk heeft neergelegd,
heeft wegens het veroorzaken van dood
door schuld voor de Rotterdamsche recht
bank terecht gestaan, doch is deswege vrij
gesproken.
Gister moest hij in hooger beroep voor
het Haagsclie gerechtshof terechtstaan.
Hijschkraan op de groene tafel
Ir. W. H. C. E. R. te Schiedam, die een
onderzoek heeft ingesteld, werd als getuige-
deskundige gehoord ön had een klein mo
del hijschkraan geconstrueerd, hetwelk
thans op de groene tafel ter adstructie dien
de.
Volgens de meening van verschillende
deskundigen heeft verd. niet voldoende voor
zorgsmaatregelen genomen.
Dc advocaat-generaal was dan ook van
meening, dat het vrijsprekend vonnis niet
gehandhaafd kon blijven en vorderde een
geldboete van f 30 subs. 20 dagen hechte
nis.
De verdediger concludeerde na een. uit
voerige uiteenzetting tot vrijspraak.
Uitspraak 26 Juni.
Herziening varkensfoewijzing
Uitstel tot 1 November a.s,
Door verschillende omstandigheden Heeft
de herziening der varkenstoe wij zing niet in
alle gewesten gelijktijdig kunnen plaats
vinden.
In sommige provinciën zijn de nieuwe
toewijzingskaarten reeds eind Mei verzon
den, terwijl dit in enkele andere gewesten
eerst in de maand Juli zal kunnen geschie
den.
Voor zoover de nieuwe toewijzing een ver
laging inhoudt, wordt deze eerst van kracht
drie maanden na dagteekening derkaart.
Het gevolg hiervan zou dus zijn, dat cle var
kenshouders in gewesten, waar de nieuwe
toewijzing reeds bekend is gemaakt, in een
nadeelige positie zouden kunnen komen.
Naar wij van bevoegde zijde vernemen is,
teneinde dit te voorkomen, thans de da
tum, waarop de nieuwe toewijzing ten volle
van kracht wordt, uitgesteld tot 1 Novem
ber 1939. Dit beteekent dus, dat degenen,
wier toewijzing bij de huidige herziening
verlaging ondergaat, zich, wat den omvang
van hun varkensstapel betreft, uiterlijk 1
November aan de nieuwe toewijzing aange
past dienen te hebben.