Elly's eerste optreden
B-tilt jartyenö en mzU^zi!
Volgende week, m'n jonge vrienden,
is het de laatste maal dat we elkaar
vóór de vacantie schrijven. Dan zeggen
wjj elkaar voor twee maanden vaarwel
en zal het dus weer n£ de grote vacantie
zijn als we elkander weer opnieuw ont
moeten.
Grote vacantie... dat zijn twee woor
den, die jullie natuurlijk uit het hart
gegrepen zijn. Dat betekent een tijd,
van zaüg nietsdoen, van luieren 's mor
gens en 's middags en 's avonds, ten
minste voor diegenen onder jullie, die
op de boerderij hun vader en moeder
geen handje moeten helpen. Nu, die
hoeven daar heus niet zwart om te
kijken, want het is niets erg als je in
al die vrije dagen ook eens je handen
uit de mouw steekt.
Wat de inzending van briefjes betreft, ik
kan die deze week niet anders dan slecht
noemen. Daar zijn natuurlijk diverse oor
zaken voor aan te wijzen, en een ervan is,
dat het raadsel niet zoo erg gemakkelijk
was. Het bleek zó moeilijk te zijn, dat jul
lie allemaal, zonder uitzondering, er zware
hoofdbrekens aan gehad hebben. Nu, dat
spijt me. Met die warmte van het begin van
de week was dat geen pretje.
De prijs, die ik nu maar onder de in^n-
ders verloot heb, viel deze week ten deel
aan
CORNELIA ZWAAN
Schoorldam
En nu de briefjes:
Pietje de Vet, Schagen. Ja Pietje, dat is
wel een heel erg nare mededeling, als je
hoort dat vader eerst in Januari thuiskomt,
lnplaats van in Augustus. Dat kan ik me
best voorstellen. Maar enfin, nu moeder ook
in Schagen blijft zullen jullie beidjes wel
eens over de kermis gaan, denk ik, en het
zou me niets verwonderen of je zal even
goed plezier hebben. Maar, en dat geef ik
toe, het was leuker geweest met het idee
dat vader gauw thuis was.
Klaas Borst, Keins. Ik lees dat je nog
twee konijnen hebt. En dat die 6 weken oud
zijn. Nu, dat wordt al wat. Zouden het even
leuke beesten zijn als Moortje van mij, je
weet wel, die lijke rimpelneus, die ik 'n paar
weken geleden van een van jullie kreeg
Dat de regen eindelijk gekomen is vond ik
ook fijn. En ik vermoed dat er maar weinig
mensen in Keins zullen zy'n die er anders
over denken
Trien Tijsen, Anna Paulowna. Nu, dat is
me een geweldig verhaal, dat je maar daar
verteldt over dat varken. Én wat heb je
dat aardig geschreven Trien. Keurig hoor
Een tien
Hoe staat het met dat vrolijke varken
Vindt jij dat ook zulke leuke beesten Ik
wel. Nu, misschien dat ik nog wel eens van
een van m'n vrienden of vriendinnen na het
konijn en de pauwstaarten een echte leven
den big ontvangStel je voor dat je
daar mee op kantoor aankwam
Bep Tijsen, Anna Paulowna. Zo zo, ik
merk dat die vader van jou een echte snoe
per is. Want die had liever gezien dat z'n
dochter de taart dan het boek gewonnen
had... Nu, er zijn nu eenmaal taarteters en
boekenlezers op de wereld. En, eerlijk ge
zegd, ik ben ook lang niet afkerig van een
fijn stuk gebak. En jij
Cornelia Zwaan, Schoorldam. Dat wordt
vast een fijne vacanti? voor jou, Cornelia,
daar twijfel ik niet aan. Daar schrijf je me
nog maar eens een heleboel over als je
uit bent, nu, misschien schiet er dan nog
wel eens een prentbriefkaart voor de Kin
dervriend over.
Dat je al een hele tijd in het Kanaal zwemt
vind ik geweldig. Mij is het anders nog te
koud hoor
Annie, Cor, /\afje en Johan de Wit, Nieu
we Niedorp. Eigenlijk is het niet dit viertal
wat de brief schrijft, maar moeder Wit, die
de pen ter hand genomen heeft, om eens het
een en ander te schrijven. Nu, dat stel ik
natuurlijk op prijs, want het bewijst dat ook
de ouders in deze rubriek belangstellen. En
wat zou een Kindervriend méér mogen ver
langen
Cor Wit, Nieuwe Niedorp. En hier hebben
we Cor, die me een brief schrijft die klinkt
als een klok en die me ook vertelt dat hij
niet boos op me geweest is. Nu, beste kerel,
dat wist ik wel hoor. Stel je voor dat de
Kindervriend en een van z'n vrienden ruzie
kreeg. Dat bestaat niet
En dit was tevens het laatste briefje wat
ik deze week moest beantwoorden. De an
deren zijn, vermoed ik, nog steeds bezig met
het uitzoeken van het raadsel
Volgende week de laatste -keer dat we el
kaar schrijven, We spreken af, dat ik dan
nog een massa epistels van jullie ontvang.
Dan komt de laatste taart
Tot volgende week.
KindeMpUtnd
Oplossing raadsel vorige week
Beter hard geblazen dan den mond ge
brand.
Nieuwe Raadsels
I. Vorm uit de volgende woorden
spreekwoord van drie woorden:
cham - acht - tram - teen - dak.
Zoek mij bij stromen een rivier.
Onthoofd ben ik een viervoetig dier.
Steentje spelen
Kennen jullie het spel Steentje-spelen? Het
wordt met 5 platte stenen gespeeld, die on
geveer een doorsnede van 2 c.m. moeten
hebben. Het spel wordt in verschillende de
len verdeeld. Je begint met „énen."
1. Je neemt alle vijf de stenen in je rech
terhand en gooit ze dan pp een plat vlak,
dus bijvoorbeeld een stoep, een tafel of de
grond. Daarna neem je één steen in je hand
en gooit die omhoog. Daarbij moet je vlie
gensvlug een van de stenen, die op de
grond liggen, oprapen en in je hand ne
men en dan de steen, die je omhoog hebt
gegooid, opvangen. Als het lukt heb je dus
twee stenen in je hand. Dan gooi je weer
je steen op en neemt weer een andere steen
van de grond, zodat je er drie in je hand
hebt. Zo ga je door tot je alle vijf de ste
nen hebt opgepakt. Als je daarvóór af
bent, krijgt een ander de beurt.
2. Nu komt het tweede deel van het spel.
Weer worden alle stenen op de grond ge
worpen en nu moet je, terwijl je één steen
opgooit, proberen om twee stenen van de
grond op te rapen. Het is dus goed, als je
de stenen eerst zo op de grond hebt ge
gooid, dat er twee nogal dicht bij elkaar
liggen. Dan moet je daarna ook de twee
stenen, die nog overbleven, in je hand ne
men.
3. Bij de derde étappe, moet je van de
stenen op de grond één opgooien en er dan
weer vlug één opnemen. Daarna gooi je
nog eens een steen omhoog en pakt dan de
laatste drie stenen op.
4. Nu wordt het erg moeilijk, want terwijl
je één steen omhoog gooit, moet je probe
ren om alle vier de anderen op te pakken.
Je zult eens zien, dat er daarbij heel wat
struikelen.
5. Het vijfde gedeelte van het spel is pre
cies zo als het eerste, dus dat is vrij een
voudig.
6. Nu wordt het weer moeilijker. Nu
komt het erop aan om heel vlug te zijn en
te laten zien of je wat in de vorige gedeel
ten hebt geleerd. Let maar eens op. Je
hebt de vijf stenen in je hand. Eén daar
van gooi je omhoog, de andere vier leg je
vlug neer, dan vang je de eerste steen op,
gooit hem meteen weer op, neemt nu zo
vlug je kan de vier andere stenen op cn
vangt dan de eerste weer op. Tenslotte moet
je dus weer alle vijf de stenen in je hand
hebben.
7. En nu komt het moeilijkste van alles.
Je moet hu alle vijf de stenen omhoog
gooien en ze op de rug van je hand op
vangen. Er moeten nu minstens drie stenen
op je handrug blijven liggen. Het is bijna
niet mogelijk om er méér op te vangen. De
stenen, die nu op de rug van je hand liggen
worden weer omhoog gegooid en in je
handpalm opgevangen. Dat moet je zo dik
wijls herhalen, tot er, alles bij elkaar, tien
stenen in je hand hebben gelegen. Dit moet
in zo min mogelijk worpen lukken.
Wie nu al deze verschillende gedeelten
zonder fout heeft gespeeld, heeft gewon
nen. Wie daarna het minste aantal fouten
heeft gemaakt is nummer twee, enz.
Je kunt het met net zoveel kinderen spe
len als je wilt. Ga je gang maar eens!
Hoe vaak had Elly al niet gedroomd, dat
ze voor de radio zou mogen zingen. Ze zag
dan in gedachten haar vader en moeder met
haar twee zusjes en haar kleine broertje in
de kamer zitten, daar ver weg in Engeland
en luisteren, wal zij, Elly, voor hen zong.
Het was. alweer lang geleden, dat Elly bij
haar familie was geweest. Haar vader moest
voor zijn werk in Engeland wonen, maar
omdat Elly nog op de H.B.S. was, vonden
ze het beter, dat zij in Holland bleef en
ctaar eerst haar eind-examen deed. Nu
woonde ze bij een oom en tante in huis en
moest flink werken voor school. Ze vond
hét niet leuk om zo ver van huis te zijn,
maar ze begreep wel, dat het beter was, als
ze eerst de school afliep. Ze had wel wat
afleiding gelukkig, want ze zat in èen sport
club en had aardige vriendinnen. Maar de
meeste afleiding vond ze toch in haar zang
lessen. Ze had al heel lang zangles en toen
vader en moeder met alle kinderen naar
Engeland vertrokken, hadden ze besloten,
dat Elly met haar zanglessen moest blijven
Ina Hesker, je weet wel, die dame, die zo
dikwijls voor de radio zingt!" en lachend zei
ze daarna tegen Ina Hesker: „Elly Brugge
is mijn beste leerling. Eigenlijk moest u
haar eens horen zingen, ze is nog heel jong,
maar ze zingt al bijzonder goed en zuiver.
Wil je iets zingen, Elly?"
Eerst wilde Elly nee zeggen, maar toen
dacht ze er opeens aan, dat Ina Hesker dik
wijls in de studio kwam en dat die haar
misschien wel zou kunnen helpen. Daarom
besloot ze om maar iets te zingen.
Ze zong een van haar lievelingsliedjes en
toen dit uit was, klapte de zangeres in haar
handen en zei: „Je zingt werkelijk heel
goed, meisje. Je moet maar flink blijven
oefenen, misschien word je nog wel eens
een beroemde zangeres!"
Elly straalde bij die lof en ze voelde zich
de hele dag opgewonden van plezier.
Een onverwachte gelegenheid.
Het was bijna twee maanden later, toen
juffrouw Vegers plotseling opbelde en zei:
doorgaan. „Misschien zing je dan nog wel
eens door de radio en kunnen we je ho
ren", had moeder lachend gezegd en vanaf
dat ogenblik had Elly besloten om werke
lijk eens voor de radio te zingen. Ze wist
nog helemaal niet hoe ze het moest aanleg
gen en ze sprak er ook met niemand over,
maar ze was er van overtuigd, dat het haar
wel eens zoit lukken,
In de stad, waar ze woonde, was een ra
dio-omroep en zë wös al een paar maal
langs het gebouw gelopen én had zelfs al
eens voor de ingang gestaan, maar verder
kwam ze toch niet.
Een ontmoeting met den portier.
Op een keer liep ze weer langs de studio,
toen de portier naar buiten kwam en naar
haar toekwam. „Is er iets van uw dienst,
juffrouw?" vroeg de portier. „Ik heb u nu
al verschillende keren zien lopen en u kijkt
altijd, alsof u iets wilt vragen. Kan ik u
helpen?"
Toen vatte Elly moed en zei: „Ja, ik zou
graag met den directeur willen spreken."
De portier begon te lachen en zei: „Hoe
heet u dan? Kent de directeur u en wat wilt
u eigenlijk doen? Ik mag niemand zomaar
bij hem toelaten."
Elly kreeg een kleur en zei: „Ik heet El
ly Brugge en hij kent me niet. Ik ben hier
nog nooit geweest, maar ik zou graag voor
de radio willen zingen. Mjn zanglerares
heeft gezegd, dat ik dat best kan!"
Nu moest de portier nog harder lachen:
„Ho meisje," zei hij, „jammer voor je, dat
jouw zanglerares hier niets te vertellen
heeft. Ik geloof, dat je hier zo maar op je
eigen houtje komt en zó oud zal je toch
nog niet zijn."
„Ik ben 16 jaar", zei Elly toen. „Zo, juf
frouw Elly", plaagde de portier toen. ,Maar
m'n beste kind je begrijpt toch wel, dat er
hhr altijd zoveel mensen komen, die iets
voor de radio willen doen en die kunnen we
heus niet allemaal toelaten. Daar moet je
een aanbeveling voor hebben. Eerder heb je
geen kans om erin te komen!"
Elly kreeg tranen in haar ogen, toen ze
dit hoorde, want ze had al gedacht, dat ze
er bijna was. Zonder een woord te zeggen,
draaide ze zich om en holde weg.
De kennismaking met Ina Hesker.
Toen ze de volkende keer bij haar zang
lerares, juffrouw Vegers kwam, was daar
een andere juffrouw. Juffrouw Vegers stel
de Elly aan haar voor en zei: „Elly, dit is
„Kind, maak heel gauw voort. Ik heb
reuze nieuws voor je! Morgenmiddag moest
Ina Hesker voor de radio zingen in een spe
ciaal uurtje met kinder- en wiegeliedjes. Nu
is ze plotseling ziek geworden en belde mij
op om te vragen of ik een plaatsvervangster
voor haar wist. Dat is wel niet de gewoon
te, maar in dit geval, zou het wel erg goed
zijn. Ik dacht direct aan jou en ze vond het
goed. Ze heeft met den directeur over je
gepraat en hij zei, dat. je vanmiddag maar
moest komen voorzingen!"
Elly kon niets antwoorden van schrik en
verbazing. Ze hoorde nog naar een paar
bijzonderheden en liep een kwartier later
als in een droom naar de studio. De portier
schoot weer uit zijn loge en wilde haar te
genhouden, maar ze zei: „Ik word verwacht,
belt u maar op!" en toen liet hij haar ver
baasd door.
De directeur was een aardige man en hij
stelde haar al gauw op haar gemak. „Dus
dat is de jeugdige zangeres?" vroeg hij en
knikte haar eens toe. Toch zal ieóhr wel
begrijpen, dat Elly nog erg zenuwachtig
was, toen ze haar eerste liedje voor moest
zingen. Haar stem trilde een beetje, maar
bij het tweede was ze er al beter in en toen
het was afgelopen, zei de directeur: „Dat is
goed. Het is natuurlijk nog lang niet zo goed
als de stem van Ina Hesker, maar dat kan
ook nog niet. Kom vanavond maar repeteren
en dan morgen om 3.45 uur zingen. Afge
sproken?"
Elly had een kleur gekregen en knikte
alleen maar. Ze was te opgewonden om iets
te zeggen. Ze holde weer naar huis, vroeg of
ze een telegram mocht sturen naar Enge
land en toen ze alles verteld had, vond oom,
dat dadelijk goed. Even later vlogen de
woorden al door de lucht naar een plaatsje
in Engeland: „Luister om 3.45 op station X.
Grote verrassing. Elly."
Voor de radio.
En zo kwam het, dat Elly Brugge de vol
gende middag al om kwart over drie bij de
studio was en zenuwachtig op haar beurt
wachtte. Ze had van iedereen veel goede
wensen meegekregen en juffrouw Vegers
zei, dat ze zich maar niet te bang moest
maken. Het zou best gaan. Het half uur
wachten kroop om. Het leek wel of het nooit
haar beurt werd, maar eindelijk gloeide het
lichtje aan en met knikkende knieën liep
Elly naar de microfoon. De omroeper zei:
„Nu hoort u de jeugdige Elly Brugge, die
in plaats van Ina Hesker vanmiddag de
kinderliedjes voor u zal zingen. Het is de
eerste keer, dat dit jonge zangeresje voor
u optreedt!"
Toen begon de piano te spelen. Elly slik
te een paar maal en begon toen te zingen.
Zacht en trillerig in het begin, maar daar
na werd het steeds beter. Ze zag in ge
dachten haar ouders en zusjes en kleine
broer luisteren, verweg in Engeland en het
was opeens alsof ze alleen voor hén zong..
Ze kreeg een telegram van haar ouders
en later een lange brief, waarin ze vertel
den, dat ze geluisterd hadden en dat ze erg
trots op haar waren.
Dit was het eerste optreden voor de radio,
waarvoor ze later nog heel dikwijls zou op
treden en toen ze een bekende zangeres was
geworden, dacht ze nog dikwijls aan deze
eerste keer terug.
De kleine reparateur
door Lies Helgers.
„Kap eraf en nu eens kijken,
Wat er met dat ding weer is!
Opeens kon ik niet meer rijden,
Er is zeker weer iets mis!
Even aan de slinger draaien,
Misschien doet hij het dan weer.
Ja, daar hoor ik al iets brommen.
Gelukkig is 't niet erg dit keer!"
Waar schrikt de kikvors van?
Als je tussen de verschillende cijfers lij
nen trekt, zie je meteen waar de kikvors
van schrikt. Je moet beginnen bij het klei
ne lijntje boven de rechter voorpoot van
de kikvors en dan langs 2, 3 enz. verder
gaan tot 29, welk cijfer beneden tussen het
riet staat.
DOOR
EDGAR RICE
BURROUGHS
Valthor keek uit over de zee van deinende
mensen, op de ruggen der voortsjokkende
dikhuiden. ,,Het is een schande om deze on
geoefende slaven er op uit te zenden om een
woedenden, wilden olifant te vangen"! zei hij.
„In vroeger dagen waren alleen wij edellieden
de ware olifantsmannen, en gingen wij op
jacht." „Heehoo!" schreeuwde een der man
nen plotseling. „Ze hebben het beest gezien,"
legde Valthor uit aan Wood, die naast hem
reed. Opeens zagen zij den olifant uit een
bamboebos te voorschijn komen. Het was een
geweldig Uier met grote slagtanden, waarvan
de een veel groter en donkerder was dan de
andere. Valthor floot eens tussen z\jn tanden.
„Ik heb nog nooit zo'n groot exemplaar ge
zien en hij ziet er uit, alsof hij niet veel goeds
in den zin heeft. Let op jezelf, Wood! Ga hem
uit den weg, zonder te letten op wat de be
wakers tegen je zeggen. Geloof me, dat je
je olifant niet onder bedwang kunt houden.
Kijk naar hem!" Het grote beest waggelde
recht op de jagers af, schijnbaar zonder'
vrees. „Dat is een kwade, dat is duidelijk ge
noeg!" verklaarde Valthor. Wood knikte in
stemmend en als bevestiging stak het grote
dier zijn slurf omhoog. Woest trompetterde
hij. Hij was gereed voor de aanval!