De ontkerstening van
Een verwijt aan het
onderwijs weerlegd
Radioprogramma
J DRIEMANNEN
en dun noodlot
aan h»
t bestii
Leven»
eend t<
niiddi
lus las
de n
kluit t
plasui
liet b,
lis nii
us lft
ar, t
9
Schil
it, Af
en hf
n voi
'iO a
iber.f
SWOt
100.
De geschrokken leeuw sprong inmiddels van
de ene loge in de andere en veroorzaakte een
geweldige paniek, totdat hy tenslotte in een
gang terecht kwam, waardoor hij uit de arena
in vryheid kwam. Onderwyl was Tarzan naar
de kant van de arena teruggelopen, waar de
andere slachtoffers in een aparte ruimte
stonden te wachten. Het publiek brulde op
gewonden. Opnieuw nam de aapman zyn
plaats in naast Valthor by de omheining. De
bewaker, die hem eerst uitgejouwd had, keek
hem nu vol bewondering aan. De andere ge
vangenen prezen hem en wensten hem geluk.
„Menofra zal wel op wraak zinnen, nu je
haar dat schoothondje hebt bezorgd," lachte
Valthor. Tarzan keek ecna achterom naar de
koninklgke loge en zag Menofra daar onge
deerd staan. „De leeuw miste zyn hoge onder
scheiding", zei hij, „maar ik heb geen spyt
van wat ik gedaan heb. Want, zie je. het was
de leeuw, die ik wilde wreken en niet Meno
fra of liet volk!" Spoedig keerde de officier
terug en zei met een stem, waar sympathie
uit sprak tegen Tarzan: „Je was een dwaas
om dien leeuw in de loge van Menofra te
smijten. Als je dat niet had gedaan, zou ze je
je vrijheid gegeven hebben. Nu heeft zy bevel
gegeven, dat je vertrapt zult worden jy
en Valthor!"
AAT.
de B?
'oorzic
of i
trol»
(Ij
lodi
en da
Ir eelt]
ihilderi
ir. P<x
ebrok?
aebtti
Leem
Ds.
iiest.
ke.
E.
ïr E.
Ja na
laar.
j
n.
Ds. TT
ek.
de
Vaak uitgevoerd door kleine locale
machthebbertjes, die soms an
ders handelen dan de hoofdleiding
weoscht.
Aan een interessant artikel van dr. L. D.
Tertaak Poot, Ned. Herv. predikant te Den
Haag, in de 's-Gravenhaagsche Kerkbode,
gewijd aan den Duitschcn kerkstrijd, ontlce-
nen wij het volgende:
Evenals in Nederland, zal in Duitschland
wel ervaren worden, dat de kleine, locale
machthebbertjes en leidertjes soms anders
handelen dan de hoofdleiding weet en
wenscht. In Thüringeri b.v. zal men kunnen
waarnemen, dat de kerk radicaal „duitsch-
christelijk" is: o.a. door dc bepaling, dat nict-
arische Christenen (Christenen!) uitgesloten
zijn van huwelijksinzegening en avondmaal
en voor hun kinderen, van den doop. Een
kerk, die zulke bepalingen treft, heeft op
gehouden een Christelijke kerk te zijn.
Helpt de gebrekkigen!
Is dit nu het geval met het geheel der
evangelische kerk? Immers neen! Deze mo
derne, Thüringschc landskerk vertoont (tot
nu toe, niet die van Sachsen) een landelijk
radikallsme, dat elders (nog) afwezig is èn
ook principieel bestreden wordt. In een
stampvollen hoofddienst elders hoorde ik af
kondigen, dat er dien morgen één collecte
zou gehouden worden, n.1. voor de kerkelijke
verzorging van achterlijken en gebrekkigen.
De predikant, een zeer vooraanstaande fi
guur, zeide: „Van buiten en boven af wordt
gepropageerd: maak zulke menschen steriel
cn bevrijd ons volk van dezen last! Dat moe
ten dezulken maar weten cn verantwoorden.
Hier echter, gemeente, geldt de wet des Ko-
nings: trekt ze aan uw hart! Dit is mijn
eenige aanbeveling voor deze inzameling".
Objectief blijven!
Men moet onderscheiden bij berech-
telijkc vervolging en gevangenzetting
van predikanten, of men te doen
heelt met politioncele, dan wel met
staatspolitieke maatregelen. Oók ten
onzent is het nog zeer onlangs ge
beurd, dat predikanten gevangenis
straf kregen, wegens het aansporen
van catechisanten tot dienstweige
ring.
Zoo is do arrestatie en gevangenzetting
soms het gevolg ginds geweest van het doen
^an uitingen en mededeelingen in bepaal
den vorm (b.v. dat dc navolgende „ketters"
weer uit de kerk waren uitgetreden, n.1.
S.A. Bannführer, die en die; iets wat in deze
vorm politioneel verboden is). Men mag in
zulk een geval niet spreken van geloofsver
volging om der waarheid wil. Want dan
zou de plaatsvervanger van zulk een in
„Schutzhaft" genomen predikant, die onge
hinderd de kerkdiensten voortzette, geen
dienaar der waarheid zijn. Men beseft het
ongerijmde.
Houding tegenover Rome ènders.
Men moet óók onderscheid maken
tusschen de houding der overheid te
genover de evangelische kerk èn te
genover de Roomsche kerk. Men ver-
gete niet, aldus ds. Poot:„Rome" wil
heerschen over den Staat. De houding
van een totalitaircn staat tegenover
„Rome" zal dus a priori anders zijn
dan tegenover de Protestantsche ker
ken.
Hitier-Jugend anti-christelijk.
De houding van de leiding der S.A., S.S.
en H.J. (Iiitler-Jugend) wordt helaas hoe
langer zoo meer anti-kerkelijk en anti-chris
telijk. Een bewijs is hiervan o.a. dat de ty-
pisch-kcrkelijke plechtigheden van huwe
lijksinzegening en begrafenis meerendeels
vervangen worden door S.A.- en S.S.-Ehe-
weihcn( de laatste zijn „hooger" dan dc eer
ste) en dat in al meer gevallen, de S.A.- of
S.S.-leidcr de begrafenisplechtigheid leidt in-
plaats van den predikant.
Teekenend is ook een hoofdartikel in het
orgaan van het Schwarzo Korps (eerste week
Juli), waarin betoogd wordt: a. dat theologie
géén wetenschap is; b. dat men géén achting
moet hebben voor jonge mannen, die theolo
gie gaan studeeren. Zij doen dit, wijl de kerk
zich tevreden stelt met een candidaats-exa-
men en wijl er zooveele „beurzen" zijn; dus,
uit oorzaak van gemakzucht. Zij beweren,
hun volk te willen gaan dienen door middel
van de kerk.
Als oudere en oude mannen dit bewe
ren, als dienaren der kerk, kan men dit nog
als eerbiedwaardig betrachten; maar bij jon
geren is zulk een bewering te verafschuwen.
Dc kerk is een verouderde instelling. Wie
zijn God wil dienen, moet en kan dit alleen
doen, door alleronmiddellijkst zijn volk te
gaan dienen.
Een zware druk op allen.
In de prediking, in kerkbodeartikelen of in
wijk- en vereenigingshladen mogen Rosen-
berg c.s. niet bestreden worden (hoewel dit
natuurlijk tóch gebeurt!), terwijl deze niéuw-
duitsche heidenen van hun kant vrije pro
paganda mogen voeren. Dit is geestelijke
vervolging en het brengt zwaren druk op al
len, die kerk en volk, vooral de-jeugd, op het
hart dragen. De ambtsdragers der kerk ko
men, zoo besluit de Haagsche predikant, hoe
langer zoo meer in een ondragelijke span
ning.
„Opgeleid voor het leven, wordt
men pas door het leven zelf'.
„Wat verwijt men aan ons on
derwijs?" vraagt de inspecteur in
de inspectie Middelburg in het de
zer dagen verschenen Rijksvcrslag
van den staat van onderwijs in
1938. „Als ik goed luister", aldus
deze heer, „zijn er twee klachten:
het onderwijs leidt niet op voor
het leven, en, er blijft zoo weinig
Van hangen."
Om met de laatste klacht te beginnen.
Een onderzoek naar de parate kennis de»
leerlingen, nadat zij reeds korter of langer
tijd dc schoolbanken hebben verlaten, le
vert. vaak uitkomsten, waarvan de publi
catie tegelijk droevige en lachwekkende
gedachten aangaande de resultaten van ons
onderwijs zou kunnen opwekken. Maar het
maakt op mij, aldus de schr., altijd een zon-
derlingen indruk, dat men ecnerzijds de
school steeds meer voorhoudt, dat ze niet
moet streven naar het aankweeken van
parate konnis, terwijl men haar anderzijds
het falen der oud-leerlingen in parate ken
nis voorhoudt als een bewijs van haar te
kortkomingen. Welke dokter, advocaat of
(zelfs) leeéaar zou op lateren leeftijd nog
eens geëxamineerd willen worden in dc
vakken waarin hij destijds op de middel
bare sehool en de universiteit heeft uit
geblonken? Mag men daarom ann die
scholen verwijten, dat ze de kennis niet of
niet op de juiste wijze hebben aangebracht?
Ik geef natuurlijk toe. dat het wensdielijk
zou zijn, dat de leerlingen het op school
geleerde wèl wat beter vastthielden. Hier
kan mij, dunkt mij, alleen verplicht ver
volgonderwijs. meer nog dan verlenging van
den leerplicht, baat brengen.
De opleiding voor het leven.
En wat het verwijt betreft, dat de
school te weinig opleidt voor het
leven, moge ik de opmerking maken,
dat m.i. geen enkele school in staat
is om volledig voor het leven uitge
ruste jonge menschen af te leveren.
Opgeleid voor het leven wordt men
eerst door het leven zelf.
Als de jonge arts van de universiteit komt
is hij nog geen ervaren geneesheer; de ion-
ge meester in de rechten geen handig advo
caat; de pas gepromoveerde doctor in de
wiskunde of in de oude of nieuwe talen
nog geen geroutineerd leeraar. De eigenlij
ke „vorming" begint pas na de opleiding.
Wat zou dan de lagere school opleiden
voor het leven, mischien nog wel met ecu
hoofdletter? De ontwikkeling van den jon
gen mensch begint toch eigenlijk pas na
den leerplichtigen leeftijd. De lagere school
heeft slechts de faculteiten te scheppen, de
organen te oefenen en de wapens tc scher
pen, die dc latere ontwikkeling mogelijk en
gemakkelijk maken.
Den berg optrappenl
De inspecteur te Alkmaar voegt hieraan
toe: Dit neemt echter niet weg, dat wij ten
zeerste toejuichen, dat dc gemoederen weer
eens wakker geschud zijn cn men als het
ware gedwongen wordt tot bezinning, tot
heroriënteering. Daarin ligt altijd een zegen
verborgen. Niet freewheelen, maar den berg
optrappen. De waardeering van het bestaan
de mug niet ontbreken, mar zij mag nooit
oorzaak zijn, dat de stimuleering in dc rich
ting van het betere achterwege blijft.
Militaire vrachtauto gebotst
Een sergeant zwaar- en een sol
daat licht gewond.
Woensdagavond 7 uur is onder Zuidlaren
een militaire vrachtauto van het garnizoen
aldaar geslipt en tegen een boom gebotst.
Op dc auto bevonden zich veertien mili
tairen, van wie dc 30-jarige gehuwde ser
geant J. Steen, beambte bij de Nederland-
schc Spoorwegen in Winschoten, ernstig
werd gewond. Hij liep een ernstige kneu
zing aan dc ruggegraat op en is naar het
Academisch Ziekenhuis te Groningen over
gebracht.
Een soldaat werd licht gewond, hij brak
o.m. het neusbeentje. Hij is in het militair
hospitaal te Zuidlaren ter verpleging opge
nomen.
De overige twaalf militairen kwamen mot
den schrik vrij. De auto is zwaar bescha
digd.
Vreemdelingenlegioen
in Palestina?
Een geheime overeenkomst tus
schen Britten en Joden.
De „Voelk. Bcobachtcr" meldt uit Tel
Aviv, dat tusschen de Joodsche militie, „Ha-
gana" en de Britsehe militaire leiding in
Palestina een geheime overeenkomst is ge
sloten, welkeb epaalt, dat de Hasiana voor
Engeland een vreemdelingenlegioen van
ongeveer 80.000 mun geleidelijk zal opbou
wen. waartegenover de Britsehe militaire
autoriteiten zich zullen verplichten de Jood
sche immigratie naar Palestina zoolang geen
ernstige moeilijkheden in den weg tc leg
gen, als voor de vorming van dit legioen
noodig lijkt. De overeenkomst zou reeds
ruim twee jaar geleden gesloten, doch eerst
thans bekend geworden zijn.
ZATERDAG 12 AUGUSTUS 1989.
Hilversum I. 1875 en 414,4 m.
VARA-Ultzendlng. 10.00—10.20 v.m. en
7.308.00 VPRO.
KRO-Ultzendlng.
8.00 Gramofoonmuziek. (Co. 8.16 Berichten).
10.00 Morgenwyding.
10.20 Voor arbeiders ln de Continubedryven.
12.00 Gramofoonmuziek. (Ca. 12.15 Berichten).
2.00 Causerie „Een plan voor onvolwaardige
arbeidskrachten".
2.20 Liedjes met pianobegeleiding.
3.00 Reportage.
3.40 VARA-orkcst.
4.30 Causerie „Handschriftkunde".
4.50 Gramofoonmuziek.
5.30 Causerie „Fllmpubliciteit".
5.45 Gramofoonmuziek.
6.00 Orgelspel.
6.28 Berichten.
6.30—6.55 Gramofoonmuziek.
7.00 VARA-Kalender.
7.05 Felicitaties.
7.10 Politiek radiojournaal.
7.30 Cyclus „Langs steden en dorpen".
8.00 Herhaling SOS-berichten.
8.03 Berichten ANP, VARA-Varia.
8.20 Gramofoonmuziek.
8.30 VARA-orkest.
9.00 Puzzle-uitzending.
9.15 „The Ramblera" en solisten en interview
(opname).
10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 Berichten ANP.
10.40 VARA-orkest.
11.15 Zang en plano.
11.3012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum II. 801,5 m.
8.00—9.15 Gramofoonmuziek. (Ca. 8 15 Be
richten).
10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuurtje.
12.00 Berichten.
12.15 De KRO-Melodisten (opname).
1.00 Gramofoonmuziek. (Ca. 1.15 Berichten).
1.30 Vervolg KRO-Melodisten (opname).
2.00 Handenarbeid voor de rypere Jeugd.
2.30 Gramofoonmuziek.
2.45 Kinderuurtje.
4.00 John Kristel en zyn Troubadours.
4.30 Filmduetten (gr.pl.).
4.45 John Kristel cn zijn Troubadours.
5.15 Sportoverzicht.
5.30 Gramofoonmuziek.
5.45 De KRO-Nachtcgaaltjea.
6.15 Gramofoonmuziek.
6.20 Journalistiek weekoverzicht. (Ca. 6.45
Berichten). Hierna: Gramofoonnvir.iek.
7.00 Berichten.
7.15 Religieuze causerie.
7.35 Actuceie aetherflitsen.
8.00 Berichten ANP en KRO-mededeelingen.
8.15 Religieuze overpeinzing met muzikale
omiysting.
8.35 Gramofoonmuziek.
8.45 Vrooiyk Zaterdagavond-programma.
10.30 Berichten ANP.
10.4012.00 Gramofoonmuziek.
FEUILLETON.
van ej]
J.
Ds.
amsW
Minne
P.
T De*
p.
iknnrt
I
iijlsn»
Naar het Amerikaansch van
Morgan S« Roscue
30.
Onwillekeurig wilde hy het hoofd omdraai
en. maar bedacht zich en liep verder alsof
B» geen zorgen ter wereld had. In de straat
waar hij woonde kwam iemand achter hem
Hij kon voetstappen hooren die hem
onbewust bekend voorkwamen. Terwyl hy zijn
toep opliep keek hy onverschillig rond. open-
oe de voordeur met den huissleutel en ging
Baar binnen.
Maar die eene blik was voldoende geweest,
en achtcr hcm had zÜn P*13 vertraagd
r k de straat over. De schemering was
8 oeginnen te vallen, maar het was toch
indn b genoeg ont O'Malley een duideiyken
tervüi t0 gc%'en van het gezicht van zijn ach-
kta-a*er' had half verwacht het scherpe,
la v ï^hnmige gezicht te zien dat typisch
msn P°htieman in burger. Maar als de
-elf en hij had opgemerkt niet Mc Girk
kim,i L n was het toch iemand, die spre-
O'Vt n leek!
zirh\ sloot voordeur weer, keerde
was keek door het raampje. De man
Wu V voor het trottoir gekomen. Hij
lanp*jffü °?gl-nblik naar het huis en liep toen
irezicït J 8lraat af- Nu had O'Malley zyn
H<«f duidelijk kunnen onderscheiden,
keerd'ha<i de ro,len om ge-
^«nctraUlg handelde O'Malley zooals hij
gewaeat^HH «Hbb€n als nict gevolgd was
Sbig ineens door naar boven en
draaide het licht in zyn voorkamer aan, zich
afvragend wat de vent van hem moest, nu
de brief bezorgd was. Hy waagde de veron
derstelling, dat Mc Girk een antwoord zocht
op de vraag wat hij met den brief te maken
had en vond het misschien gewenscht te pro-
beeren meer omtrent hem te weten te ko
men. En O'Malley's vermoedens in dit op
zicht waren inderdaad juist.
O'Malley ging zitten. Toen sprong hy weer
op en liep naar beneden; naar het raam in de
hall. Langs den muur glippend, bereikte hy
den rand van het venster zonder van buiten
af zichtbaar te zijn. Hij verschoof het gor-
dyn iets tot hij naar buiten zien kon. Maar
ongelukkigerwyze sprong de gevel van het
aangrenzende huis even naar voren en ten
gevolge daarvan was zyn gezichtsveld niet
niet genoeg om Mc Girk te ontdekken.
Neen, zóó zou het niet lukken. Hy ging
de trap weer op en liep door naar het dak.
Een blik op den donkeren wolkeloozen hemel
stelde hem gerust. Geruischloos zocht hy zyn
weg over een paar aangrenzende daken en
naderde voorzichtig de overstekende kroon-
lyst. Het was van groot belang om te weten
of Girk er nog was en of hy alleen was.
In zyn volle lengte op het platte, met zink
bekleede dak liggend, kroop hy langzaam
vooruit tot zyn hoofd over de lijst kwam en
hy in de straat kon kyken. Hy vertrouwde er
op, dat Mc Girk hem niet tegen de donkere
lucht zou .opmerken, terwyi het zeer on
waarschijnlijk Icok, dat hij hem op zoo'n
ongewone plaats zou verwachten.
Na een oogenblik kreeg hij Mc Girk in het
oog; bijna vlak aan den overkant der straat.
De man stond op het trottoir en keek zoo nu
en dan naar het huis, waar O'Malley zijn
appartementen had.
Voldaan, maar niet bepaald verheugd,
keerde O'Malley terug, sloot het luik achter
zich en begaf zich naar zijn kamer. Het was
zeker, dat hij het huis niet kon verlaten om
Mc. Girk te schaduwen, als Mc Girk niet
eerst had opgehouden hem te schaduwen.
Hy stopte zyn pyp en ging zitten wachten.
Kort na tien draaide hy het licht uit, nam zyn
hoed en koffer en liep op zyn teenen naar het
sousterrain. Er weis daar een kleine gang, die
naar den benedenuitgang leidde. O'Malley
opende de deur daarvan zoo zacht mogelyk,
sloop naar buiten en trok de deur dicht. In
de schaduw van de hooge stoep was hy ver
borgen voor Mr. Girk, maar zelf koos hy zijn
plaats zóó, dat hy den ander door het yzeren
hek kon zien.
Mc Girk had zich teruggetrokken in de
duisternis van een portiek en staarde nu eens
omhoog naar O'Malley's vensters en dan
weer naar miss Hippy's voordeur. Het was
duideiyk dat hy verwachtte dat O'Malley
naar buiten zou komen.
Eindelijk, na een minuut of tien, kwam Mc
Girk naar het trottoir, spoog nadenkend voor
zich uit en slenterde naderby. Toen hy recht
tegenover het huis stond, keek hy weer naar
de voordeur en nsiar O'Malley's donkere ven
sters. DEiarop verwyderde hy zich snel in
westelijke richting.
O'Malley wachtte tot hy den hoek om was.
Toen liep hy ook de straat op, met den koffer
in de hand en volgde hem. Mc Girk bleef in
dezelfde richting voortloopen en ging op een
taxi toe. die by het trottoir parkeerde. Een
man stapte uit de taxi, gaf iets aan Mc Girk
cn zette te voet koers naar Fifth Avenue.
Mc. Girk stapte in de taxi en sloeg het por
tier dicht. De wagen reed direct weg, draalde
bij dc Avenue naar het Zuiden en was spoe
dig uit het gezicht.
O'Malley haastte zich naar het station van
den ondergrondschen spoorweg, stapte over
op Times Square en stapte uit in Fourteenth
Street. Nu naderde hy, zeer op zyn hoede,
het huls. waar Mc Girk woonde.
Het was nu byna elf uur. Het was een heel
donkere avond. Er brandden zoo weinig lan
taarns in Eleventh Street, dat hl] slechts met
de grootste moeite iets kon zien. Maar hy
overtuigde zich toch dat de veranda's alle
verlaten waren, hoewel het een warme avond
was. En voor zoover hy kon vaststellen was
er ook niemand in de straat te bespeuren. Hy
duwde het hek open, keek op, zag dat de ra
men van Mc Girks voorkamer op de tweede
verdieping nog donker waren en begaf zich
naar de voordeur.
Toen deze vervelooze barrière veilig achter
hem gesloten was, wachtte hy bij 't suizende
gasvlammetje, snoof de geur van duffe stof
figheid en gestoofde kool op en luisterde ge
spannen. Een toenemend brommen en ronken
buiten in de straat kondigde aan dat een
auto in aantocht was. Daarop klonk het ge
knars van remmen en het dichtslaan van een
portier.
O'Malley schoot de eerste trap op als een
ha~ewind, zocht en vond den knop van zyn
slaapkamerdeur en glipte nsiar binnen, juist
toen de voordeur gesloten werd.
Tegen den muur van zijn kamer gedrukt,
luisterde hy naar het geluid van de voetstap
pen, die de trap opkwamen. Iemand streek
langs zyn kamer, liep den hoek van de gang
om en beklom de trap naar de tweede ver
dieping. Zacht opende O'Malley zijn deur,
sloop naar de trap ea zette daar zyn aan
dachtig luisteren voort.
Een deur werd boven gesloten. Voetstap
pen klonken aan den eenen kant. En daar het
aantal voetstappen op een groote kEuner wees,
twyfelde O'Malley heelemaal niet meer of Mc
Girk was teruggekomen. De ondergrondache
had het vlugger gedaan dan de taxi.
O'Malley vroeg zich af wat de man daar bo
ven nu uitvoerde. Het voor de hand liggende
antwoord was dat Mc Girk aanstalten maakte
om naar bed te gaan. Maar als dat inderdaad
zoo was, zouden de voetstappen nog klinken
en ze hadden opgehouden. In een plotselinge
ingeving schoof de jonge Ier zijn schoenen
uit, zette ze tegen den muur van zijn kamer
liep op zijn teenen de gang weer in, want
zelfs kousenvoeten maken nog een duidelijk
hoorbaar geluid wanneer men zich niet
uiterst behoedzaam voortbeweegt.
Als een schaduw gleed hy de gang ln en
kroop langzaam naar boven, zoo dicht moge
lyk tegen den muur aanbiyvend. Zonder dat
een trede gekraakt had. kwam hy boven. Er
was daar geen licht, evenmin als in zyn eigen
gang beneden. Maar in de inktzwarte duister
nis kon O'Malley een zwak schynael door het
sleutelgat onderschc'den. Het zei hem niet
alleen dat zyn veronderstelling dat Mc Girk
terug was juist was geweest, maar tevens
dat er geen sleutel in zyn deur stak.
Met de grootste omzichtigheid sloop O'Malley
naderby, zyn weg tastend met vingers en
voeten en ten slotte gehurkt voortschuivend
op zyn handen en knieën. HIJ bereikte de
deur VEin Mc Girks kamer en hield zyn oog
voor het sleutelgat, wel oppassend den deur
knop niet aan te raken.
Het was een oud huis, het sleutelgat was
groot en O'Malley's gezichtskring was wyd
genoeg om een flink gedeelte van de kamer
te overzien. MEiar zooveel had hy niet noodig.
Want direct ln het verlengde van zyn blik
zat Mc Girk. Hy zat Eian een tafel tegenover
het raam. zoodat O'Malley hem van opzy zag.
Boven zijn hoofd zoemde een gaslamp.
Het gezicht van den man was Ingespannen
op iets gericht. Hij hield een papier plat op
de tafel voor zich en bestudeerde het. snel
notities makend. Na een oogenblik nam hy
het vel papier, dat hy bestudeerd had. op
het was een brief zooals O'Malley zag
keek van den brief naar zyn notities en
schoof hem vervolgens onder het groote vloei-
blad. Daarna haalde hy een vel papier uit een
la en begon langzaam en aandachtig te
schrgven.
Zich aan de dcurstyi vasthoudend om zyn
evenwicht te bev aren, sloeg O'Malley hem
scherp gade. Na een minuut of drie. vier,
legde Mc Girk zyn potlood neer, herlas wat
hg geschreven had en begon het op zyn ge
mak op te vouwen. Toen hy dit had gedaan,
nam hy een enveloppe uit dezelfde lade,
schoof den brief erin en schreef het adres
erop. O'Malley had genoeg gezien.
Wordt vervolgd.