De Portugees leeft innig tevreden! Wij lazen voor U De tragedie Een kerkelijk „Oranje Boven" van een Prijs zijn land, dan is hij gelukkig! Maar hij begrijpt niet, wat er aan zijn varkenshokken te zien is Ieder volk heeft lijn elgen- aardigheden en mej. Boekei weet ze op te sporen én... er ran te vertellen. Zóó be schrijft se ons in bijgaand ar tikel de hebbelijk- en onheb belijkheden der Portuqeesen welk volk over 't algemeen Méér in den smaak valt van onze Jourruzlislef 'Arme visschersvrouwen in het Portuqeesche dorp Cascacs. Tegenwoordig hooren wij men schen, net ala honden en t en toon- atellingskippen, allemaal tot een ras. Vroeger was dat niet zoo. Mis achten werd er toen al wel een* over geschreven door geleerde professors, maar gewone natte menschen lo zen dat niet en wisten er derhalve ook niet* van in onze verlichte eeuw ia echter het rassenprobleem een zeer actueel en fatsoenlijk onderwerp der conversatie geworden en weet ieder, dat wii in Holland eigenlijk Batavieren in een luxe-uitvoering zijn; Amerikanen, witte roodhuiden met zwarte negermuziek; Dult- arhers, Germaneu met een vrij wil ligen dwang enz. Daarom moet ik ook van liet Portugoe- aclio ras vertellen, dat feitelijk „selfmade is, want de oorspronkelijke Iberiërs (waar van Busken in Spanje misschien nog een rest zijn) vermengden zich steeds met de volken die hun woonstreek binnendron gen, zooals Kelten, Phoeniciër». Grieken en daarna pl m. 200 vóór Chr. de Romeinen, die 't hecle schiereiland veroverden en in provincies indeelden. Het tegenwoordige Portugal werd Lusitaniê, waarom de I'ortu- geezen zeggen, dat zo Lusltanlërs zijn. I c volksverhuizing braclit nog Vandalen, Su- even en Germanen naar deze streken en in 711 staken de Blooren onder Tarik van Afri ka over en noemden de kaap waar zo aan kwamen de Gibcl al Tarik. die nog steeds Gibraltar heet. Nu namen de Mooren alles in bezit, behalve het lioekje waarin de haven Porto Cale (nu Oporto) lw en van daar begon in pl.m. 1100 Don Affon- zo Hcnrique de Mooren weer te verjagen en wel met zooveel sucoee. dat hij bij zijn dood een vrij Portocalia achterliet, dat sedert dien zijn wapen voert waarin de torens van Guimaraes voorkomen. het Kasteel waar deze eerste vorst werd geboren. (Mij is verteld, dat ook liet Hollandsche dorp Poortugaal dit wapen heeft, doch dit weet lk niet zeker.) Een roemrijk* tijd tegemoet. Portucalia ging een roemrijken tijd tege moet. Als zeevarende mogendheid ontdok- te en veroverde liet de halve wereld, waar door het land tot grootcn rijkdom kwam. Voor het Portugeeschc ros werd dezen ujd echter fataal, want de glorierijke geschiede nis werd geschreven met het bloed van de sterkst»- en moedigste jonge mannen, daar alleen zij geschikt waren voor de zware li chamelijke moeilijkheden en ontberingen die de krijgstochten, de zeevaart en het klimaat in de verre landen vernachten. l)e weinigen die in het land terugkeerden, wa ren gewoonlijk inval leden en wrakken. De kolonisten die zich in de veroverde gebie den vestigden, trouwden meestal Inland- hen en naar 'l moederland terug gingen, dan was het met een serie kleurige kinderen zooiets als: 2 witte, 2 zwarte. khnki. die echter in Portugal als volwaar dig werden opgenomen. Bovendien kwam in 14.U de eerste zending negerslaven van Afrika, 'foor zoovele gevolgd, dat ook dit van invloed werd. De bloem der natie F.n tenslotte heeft de geestelijkheid, die onder de vele bigotte koningen groote macht had gekregen liet hare tot de verzwakking van het volk bijgedragen, door «te l»este ion gemauneti in de kloosters te halen, vaak tegen hun zin en dan zin van hun ouders. Dit kwaad werd zoo erg. dat «te Markies van Pombal tijdens zijn regeering hiertegen streng optrad en tenslotte «te Jezuïeten het land uitzond, maar liet eenmaal zoo stoere Lusituansrhe volk. dat zoovele ontdeKkers en veroveraar» had voortgebracht. was reeds tot een futloo* volkje teruggevallen dal zijn trotsch* bezittingen «veest weer moest afstaan (in «te eerste plaats aan Holland) en toen door «te wereld werd ver geten. Hoe zijn de Portngeezen? Zoo is de Portugeeschc stamboom nis 't ware een staalliock «Ier vele tinten bloed waaruit het tegenwoor dige glimlachende Portugeesche ras is samenge roerd. Een sarcastische Nederlander merkte op, dat liet nu ook vrij be-roerd was, maar «Vat is niet waar, want «te Portugeezen hebben vele aardige eigenschap pen. Ze zijn altijd vriendelijk en hehuljizuum, ihh.ii Ikm.s of driftig en hebben een oneindig geduld. Al leen... ze verwachten van ons een •ven groot geduld. Van de Portugeezen boet liet, dat ze na veel inspanning het vierkante wiel hebben uitvonden, dat echter door 't gebruik weer rond is geworden. En zoo is inderdaad ook hun goedgemeende hulp niet altijd nuttig, want ze gebruiken vaak hun energie in de verkeerde richting. Maar, ze mogen dan niet bijzomler slim zijn. sluw zijn ze ook niet en indien zc jc helpen zijn ze zoo vol ijver, dat er niet eens zoo gauw aan den ken of ze er zelf voordeel van kunnen heb ben Word je in do winkels te veel berekend, dan komt dat, omdat ecu Portugees heel goed weet, dat zijn berekeningen nooit kloppen en voorzichtigheidshalve doet hij er dun nog maar een jiaar escudo's hij, om geen risico te loopen. Hij neemt het je ech ter niet kwalijk wanneer je protesteert en Vlaanderen en onze ■pelling. Uit het Brusselsche dagblad „Het Laatste Nieuws": Het strekt den afgetreden ministers van Onderwijs in Nederland, prof. Slotemaker «Ie Bruine, ter eer®, dat hij met de bijzonderste onge rijmdheden van de spelling Kollewijn-Marrhant afgebro ken heeft, zoodat er thans kans bestaat om de gestichte schade te herstellen en «le zoo gewenschte eenheid van spel ling tusschen Noord en Zuid te redden Zona Is «Ie Vlamingen aan het taalparticularisme den rug toegekeerd hebben, zoo mag «>ok hetzelfde van onze Noorderburen verwacht wor den: do gedachteloosheid van «Ie Hollandsche spreektaal is inderdaad onvereenighaar niet het gezag van het Neder- lamlsch. Het blad keert zich dan te gen «Ie herhaaldelijke veran deringen in onze spelling en zegt in dit verhand: Wij kunnen de veiligheid van een vaste spelling niet prijsgeven voor avontuurlijke schommelingen. Moge ook de heer Bolkestein de nieuwe minister van onder wijs in Nederland, de Vlaani- sche toestanden Inzien, zooals zp werkelijk zijn, opdat een oplossing mogelijk worde, die heide landen bevredigt en aan onze taal ten goede komt. Pater de Greeve over „Oranje Boven" Pater Henri de Greeve wijdt in het ..Lichtbaken" een be schouwing aan het slagwoord „Oranje Boven" Zonder ons hier op het ter rein der prnctischc politiek te begeven, aldus de eerwaar de sohr. mogen we zeggen dat de politiek, die ons verdeelt, in den grond van de zaak een godsdienstig vraagstuk is Zoonis alles een godsdienstig vraagstuk is. Wc dansen sa men oj) den Dam of hossen door het HaagscJie Noordein de. maar schelden elkaar daarna in de kranten de huid vol. Oranje Boven! maar on danks Oranje, ruzie. Pater de Greeve pleit dan voor meer eenheid en naas tenliefde onder «le menschen en zegt dat het egoïsme al leen wordt overwonnen in en door de liefde tot God. Daarom is elke vader landsliefde, die God uit schakelt, ijdel en van te voren gedoemd, een for- uyilitcit, een gelegenheids- leuze te blijven. Vanzelf volgt hieruit, nog een andere beschouwing. Juichkreten blijven kreten, als ze niet vergezeld gaan van gebed. De katholieken kunnen hier een voorbeeld nemen aan de kerk zelve: als zij uitgela ten feesten en roepen: Oranje hoven, bidt de kerk eiken Zon dagmorgen na de Hoogmis: Domino, Salvam fnc reginatu nostram lieer behoed onze Koningin dit is het kerke lijke Oranje Boven. ..Boven Oranje God" zoo W sluit pater de Greeve Niet alleen „bterleinr voor den soldaat. Het Volk (s.d.a.p.) schrijft. De leiding van de weem^LI houdt zich bezig met het n_ tige werk van ..ontwikkel» en ontspanning" wij w«2 het. Toch krijg.-n wij uit berichten, dio ons lioiriw wel den indruk, dat Im-ru- in vele plaatsen nog al ontbreekt. Te licht blijkt te vergeten, dat men met wassen mannen te doen die nu eenmaal sleclit te 1 den zijn voor „ontej>annij& die als „dienst" wordt gi teerd. Een beetje vroolljl is zeer gewenscht. maar het organiseeren van blei ten kan men ook to ver l-'.n fataal lijkt ons de ting wij hebben haar moet dat aan „den" «laat iets goeds niet zou besteed. Laat men het zooken in goede films, tooJ_ voorstellingen, enz. en ld men tevens een beroep do) op de vrijwillige medewerM van die krachten, die infc» „burgerleven" reeds hun sj» ren in organisatiewerk h«. hen verdiend. begint te dingen, wat hier altijd met vrien delijke en beleefde gezichten gebeurt, want een Portugees is altijd geneigd het beate van iemand anders te denken en Ircgrijpt niet, waarom je je over iets ter wereld zoudt «>pwinden. Hij leeft in innige tevre denheid met allen en alles om zich heen, in de eerste plaats met zijn vaderland, als wai dat tot voorkort dan ook een achterlijk, vervallen en bitter arm landje. Nog ééns zoo trotsch Nu er onder de regceriiur van den emi- m'uten Minister van Financiën, Oliveira Sa- lazar, een krachtig begin is gemaakt tot algeheel* opbouw, voelt iedere Portugees zich nog eena zoo trotsch en gelukkig. Je moet hem dan ook altijd een compliment over zijn land maken, want nooit stoot je hem meer voor het hoofd dan wanneer je daarin iets afkeurt. Prijs je daarentegen het een of ander, dan loopt hij zich 't vuur uit de sloffen om je iets n«ig mooiers te toonen. Met al die karaktertrekjes moet je reke ning houden, wil je hier iets bereiken; en dan bereik je nog niet veel. Ik had dit jaar twee prima Hollandsche aanbevelin gen bii me, met gevolg dat allerlei voor name deuren voor me opengingen, ik overal zeer charmant werd ontvangen en op diverse Ministeries bijna als kind in huis werd, maar wat ik wilde: Inlichtingen hoe ik het platteland kon leeren kennen, kreeg ik niet. Wet le daar na aan te zien? Niemand begreep wat er aan hun ezels of varkenshokken was te zien, of zag in, dat een oncomfortal»ele reis soms plezierig kan zijn, een simpel maal lekker en een half bakken gesprek vol humor. Tenslotte gaf men dan maar weer intro ductie* voor weer andere voorname men schen en zoo waren m'n twee Hollandsche brieven als een stel konijnen, dat zich zeer rijkelijk vermeerderde. Overal waar ik met één brief kwam, kreeg ik er minstens 3 te rug, tot het bureau voor Nationale Opvoe ding het record sloeg met zeventien. Ik ra cete van 't eene einde der stad naar 't an dere en toen een dame me eens vroeg, of ze mij den vorigen dag misschien in de tram had gezien, kon ik opgewekt zeggen: „Dat zal wel mevrouw, want ik «loc niets anders" 't Werd bovendien 'n tieele admini stratie om alles uit elkaar te houden, want al die namen en titels waren voor mij niet meer dan ratjetoe. Eindelijk gebeurde dan ook tóch het vreeselijkc: ik klopte voor den tweeden keer hij hetzelfde adres aan en sloeg een modderfiguur. Toen maakte ik er cordaat een eind aan. Ik had ook genoeg van liet vruchteloozc gesjouw door Lissabon, draaide de hoofd stad den rug toe... wendde mijn steven naar Cascacs, een arm visschersdorpje aan de groote Oceaan. Wat ik daar beleefde vertel ik een volgende keer! Tusschen twee schepen bekneld Afschuwelijke dood van schip persknecht. Gistermorgen i» bij de sluis aan den Donk in de Roermondsche Weerd te Roer mond een ongeluk gebeurd, dat een schip persknecht van 21 jaar het leven heeft gekost. Voor de sluis lag oen 150-tons motorschip te wachten, terwijl langs den oever een aantal schepen gemeerd lagen. Door «te deining van het water dreigde een roei bootje. dat langszij het motorschip gebonden was, gekraakt tc worden. Dc 21-jarige schippersknecht Hutgcns uit Arnhem wilde dit voorkomen en bukte zich over boord van het motorschip om het bootje weg te trekken. Toen de schepen tegen elkander stieten, raakte de jongen met het hoofd tusschen heide boorden bekneld, tengevol ge waarvan de jongeman op slag werd gedood. Het lijk Is naar Het St. Laurentius- ziekenhuis te Roermond overgebracht. Gevolgen van oorlogsdaden Scheepvaartvereeniqingen adr seeren aan minister van 5'ocütt le Zaken. De Scheepvaartverconiging Noord te 'Au sterdam en de Scheepvaartvereeniging Zui te Rotterdam hebben aan den minister v« Sociale Zaken een adres gezonden, waari zij aandringen op den grootst mogelijke spoed bij het treffen van een regeling te behoeve van eventuecle slachtoffers v« oorlogsschade. Het is mot het oog op de voedsel vooraf ning een nationaal belang van dc eersl orde, betoogen adressanten, dat het werk ii de havens in critieke tijden voortgang k« vinden. Noodzakelijke voorwaarde is, da de werkers in de havens de zekerheid het ben, dat zij of hun nagelaten botrekkingw tegen de gevolgen van evcntueele oorlog» daden financieel behoorlijk beschermd zijn, Dertig fietsen in beslag genomen Dief en vermoedelijke heler arresteerd. Het aantal fietsen, dat te Groningen ge stolen wordt, was sedert Augustus schrikba rend toegenomen. Bij liet politle-onderzoek werd #en adres gevonden en zoo kon de dief opgespoord worden. Het is de 44-jarige K. H. uit Groning* Een groot aantal rijwiclondcrdeelen en nü minder «Jan dertig fietsen werden bij 1 in beslag genomen. Inmiddels is ook een rijwielhersteller arresteerd, verdacht van heling. De n de 42-jarige W. R., eveneens uit Gronin zou van den dief de fietsen hebben opg» kocht De mannen zijn ingesloten en worden beschikking gesteld van den officier justitie. In bet grootste danshuis van bet Verre Oosten EEN TAXIGIRL KOST 20 CENT PER DANS. MANILLA. Toen ik nio vier maanden geleden op dc boot bevond, die me van Nederlandsch— Indië naar de Philippijnen zou brengen, vertelde me een Philippino over Munillu: „Dat is de stad met «te langste havenpier ter wereld en met het grootste danshuis van het Verre Oosten." De havenpier had ik gezien, maar het danshuis nog niet, toen ik hier toevallig kennis mankte met oen Nederlandsch inge nieur, die op een der zuidelijke eilanden van de Philippijnen „In «le suiker" werkt en de vorige week tc Manilla met verlof was. HIJ zeide nic: „Jc moet de Philippijnen niet ver laten, zonder dat grootste danshuis gezien te hebben. Alleen al «loor de mengeling van rassen is het de moeite waard." Met **n drieën op stap. Zoo spraken we dan af er eens op een avond heen te gaan. Het was een zeer wanne avond, toen lk hem in zijn hotel kwam afhalen en daar maakte ik kennis met een Belgisch reiziger, die eerst enkele dagen op de Philippijnen vertoefde en zich bij ons aan wilde sluiten. De taal vormde geen bezwaar, want deze Relg was een rasechte Vlaming. Hij was n«»g „nieuw" in den Oriënt, maar de Neder- Inndsche ingenieur had hier al vete jaren doorgebracht, zoowel in Nederlandsch Indié als op «le Philippijnen en Ikzelf hen in den Oriënt ook al langzamerhand een „oude rot", tenminste indien ik mijn jaren in Per- zië, Turkije, Syrië en Engelsch Indië mede tel. We besloten, alvorens naar het danshuis te trekken, eerst in de stad te gaan eten in een gelegenheid niet „air conditionlng", dus in een electrisch gekoeld .restaurant Zulke electrisch gekoelde restaurants, ho tels en cinema's zijn er hier vele. In F.n gelsch-Indte bestaan er «>ok, maar minder en ln Nederlandsch-Indié nog minder. De verklaring hiervoor zal wel zijn. dat de Ne derlanders in hun wanne koloniën een ei gen l>ouwtrant hebben ingevoerd van zeer luchtige huizen, terwijl dc Amerikanen niet hun mindere tropenervaring zich nog al tijd min of meer aan hun Amcrikaanschen bouwtrant houden. Phllippijnsche koelte. Toen wij liet „electrisch gekoelde" restau rant betraden, heerschte huiten nog een tem peratuur van vijf-en-negentig graden Kahren- iieit (35 graden Celcitis) en het eerste «ogen blik verschrokken wc bijna van «te koelte in het restaurant, die ons toch weldadig aan deed na do broei-warmte buiten. Onze eer ste opwelling was onze jasjes dicht te knoo- pen, maar lachend weerstonden we deze nei ging. Dc eerste minuten was het me zoo koud, dat ik bijna begon te rillen, doch na eeuigen tijd gevoelden we allen ons beha- gelijk. Toch viel mijn oog op een thermome ter en deze wees aan 77 graden Fahrcn- heit (25 graden Celcius), «lus een tempera tuur, die we hij ons nog zeer hoog zouden vinden, maar hier als zeer „koel" aandeed. Het is de tegenstelling die deze uitwerking heeft, want toen we later het restaurant ver lieten, na aan do daar hcerscheode tempe ratuur gewend te zijn, viel de temperatuur buiten ons als een bijna onverdraaglijke warmte op het lichaam. Den volgenden dag had ik een zware verttoudheid. wat ik toe schrijf aan de „koelte" van het restaurant. Ik kwam tot de meening dat de Nederlan ders in hun tropische koloniën verstandig zijn de noodige voorzichtigheid te betrachten met zulke „electrisch gekoelde" gebouwen. Ik loop nu met een zwarp verkoudheid in een tropisch klimaat en het schijnt me, dat een verkoudheid hier nog moeilijker geneest dan In het noorden. Men kan hier niet, als bij ons, onder dikke dekens gaan liggen en warme tliee met citroen of grocjes drinken, daar dit bij de hier hecrschende warmte een heldenmoed verslecht, waarover ik niet be schik. Naar de dancing. Later op den avond, toen het eenlgszin» koeler was geworden, reden we per auto mobiel naar Santa Anna, naar het dans- lokaal, „het grootste van het Verre Oosten", of. zooals andere Philippino's beweren, „het grootste van de wereld". Deze soort dans gelegenheden liggen buiten de grenzen van Manilla, daar ze in de stad niet zijn toe gelaten. Wat we te aanschouwen kregen was inderdaad verbluffend: een hel verlichte zaal van ongeveer honderd meter lengte en veertig breedte. Er speelde een orkest van een kleine vijftig man, allen Philippino's. en dut orkest was werkelijk uitstekend. Zooals ik reeds herhaaldelijk schreef zijn «te Philippino's buitengewoon muzikaal. In het midden bevond zich de dansruimte, waar honderden paartjes tegelijk konden dansen en om die dansruimte zaten aan tafeltjes de ...taxigirls", de dansmeisjes, die met iedereen tegen een vaste „taxvan twintig cents per keer dansen. Er waren kinderen onder van hoogstens achttien jaar, «te oudste waren even boven de dertig naar schatting. Met verlangende oogen zaten ze uit te kijken naar dansers, die den „tax" konden en wilden betalen. Alten waren ge kleed in een soort avondcostuum, blijkbaar voor het meerendcel twee-handsch kleedc- ren, die cenigszins vermaakt waren. Kr wa ren er ouder, die lange jurken van fluweel droegen, een marteling bij de heerschende temperatuur. Dwerg-negerinnen. De typen liepen al zeer uiteen. Er wa ren vrouwen en meisjes, die iet» Europeesch over zich hadden, afstammelingen van Spanjaarden en Amerikanen en Phllippijn sche vrouwen. Bij vele anderen was een Chineeecho moeder of grootmoeder in de gelaatstrekken en de scheeve oogen nog herkenbaar. Dan waren er dwerg negerin nen, niet grooter dan één meter zestig, af komstig van het Philippijnsche eiland Ne gros, «lat door een klein, zwart ras wordt bewoond. Vroeger, zoo vertelde men me. waren er onder de taxi-girls ook vele Ja- paneesche schoonen, maar dat wordt thans «loor «te Japansche regeering tegengegaan Ook Europeesche en Amerikaansche vrou wen en meisjes ontbreken onder de taxi girls geheel. Muurbloemen Die taxi-girls moeten om negen uur aan wezig zijn en blijven tot het einde van hel lial. dat is dikwijls vier of vijf uur 's mor geus. De onderneming betaalt haar geen rent loon. Haar eenipe verdienste is de „tax". dien ze voor het dansen ontvangen en vooral de ouderen en minder aantrekke ken gaan vaak naar huis zonder iets tc hebben verdiend. De Nederlandsche Ingenieur en lk h ben reeds voldoende Orient-ervaring niet zoo spoedig ontdaan te zijn, maar onzen Belgischen makker was het ande en hij kon zijn verontwaardiging over de gelijke toestanden niet onderdrukken. „A moede lijden", zeide hij, „is erg, maar a moede lijden in een feestelijke omgeving ontzettend." Achter de coulissen. Dicht bij ons zat een taxi glrl, die niet meer jong was en door niemand ton dans werd gevraagd. Op aandrang van onzen Belgischen makker noodigden we haar aan onze tafel en gaven haar iets te drinken en vooral... te eten, wat niet eens duur waaJ Haar handen waren ruw, alsof re hard moest werken en toon ze genoeg had gegeten, lwgon ze te vertellen van haar teven: ze was getrouwd geweest en thans weduwe Een dochtertje van vijf jaar had ze op te voeden. Overdag waschte ze voor enkele vast» klanten en 's avond» trachtte ze er als taxi glrl nog iets bij te verdienen. Ze werd al ouder en het ging niet meer zoo goed als cenige jaren geleden. Nadat wij drieën, Europeanen, haar aan ons tafeltje hadden geroepen, werd ze op eens meer aantrekkelijk voor anderen en den verderen avond werd ze doorloopend gevraagd, zoodat ze nog goede zaken heelt gemaakt. Het ondc heertje werd niet moe. Onder de dansers waren enkele oudere heeren met grijze haren. Er was er één on- «Ier, die de zeven kruisjes reeds goed ach ter den rug had. een nog stevige Ameri kaan, die geen dans voorbij iict gaan. Wij niet ons drieën verbaasden ons o\«?r zooveel uithoudingsvermogen onder grijze haren on wij besloten zoo lang te blijven, tot de oude heer het dansen staakte. Maar toen het half drie werd en ite oude beer nog geen sporen van vermoeidheid gaf, hebben we het opgegeven. En toen we de zaal ver lieten wuifde de taxi-girl-waschvrouw ons nog een hartelijk en dankbaar toe: ze be gaf zich met een nieuwen danser op den «iansvloer en zou weder twintig cent ver dienen. J. K. BREDERODE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 16