Gewetenlooze Amerikaansche journalisten Jan Zeedijk in Amerika De Avonturen van Se*t tedcUplifice tyelijltenie Radioprogramma Geen eerbied voor onze zenuwen DE NOVEMBERPANIEK IN ONS LAND. Wij hebben er indertijd op gewe zen, dat de politieke spanning wel ke in de tweede week van Novem ber j.l. in ons land hcerschtcvoor een groot deel veroorzaakt werd door allerlei geruchten over op handen zijnde gebeurtenissen aan de NederlandschDuitsche grens, geruchten die door buitenlands che journalisten werden verspreid. Op hoe gewetenlooze wijze vooral de Amerikaansche persmuskieten in die dagen hun taak hebben ver vuld, verielt onze correspondent dc heer J. K. Drederode in bijgaand artikel. Tevens wordt ons beschre ven, hoe ook de Nederlanders-in den-vreemde in een ware paniek stemming leefden. Gelukkig is de rust in ons goede vaderland terug gekeerd, doch het blijft interessant, nadere bijzonderheden te vernemen over de bange Novemberdagen. SJANGHAI. Een weck lang hebben vooral Bel gen en Nederlanders in het Verre Oosten in angst en spanning ge leefd. Kort na het onverwachte bezoek van Koning Lcopold aan Koningin Wilhelmina kwamen ver ontrustende berichten: Nederland en België zouden worden bedreigd door een grootsch opgezetten Duit- schen aanval, die elk oogenblik verwacht kon worden. Duitschland was met man en macht bezig ook langs de Nederlandsche grens een Siegfried-linie te bouwen (langs de BeJgisGhDuitsche grens is ze er reeds). Machtige Duitsche troepen concentraties waren waargenomen langs de Belgische en Nederland sche grens. De Duitsche troepen, die Polen veroverden, waren daar samengetrokken met talrijke tanks en zware artillerie. Ook Zwitsers bevreesd. De FinschRussische spanning, die we kenlang de meest in het oog vallende plaats in de bladen had gehad, werd er verdrongen door het gevaar, dat België en Nederland zouden loopen. Belgen en Ne derlanders hier sloten zich meer tezamen en zeiden: „Nu komt ook voor ons de oor log, maar dezen keer gaan we samen." Een Vlaming, een Gentenaar, die reeds twintig jaar in China woont, maar den geheelen vorigen oorlog als Belgisch soldaat heeft medegemaakt en gewond werd, een ruim veertigjarige, sprak er reeds over naar Europa terug te keeren om weder in de Belgische gelederen te strijden. Onder danen van een ander klein land, Zwitser land, gevoelden zich ook ongerust. al scheen het gevaar voorloopig alleen België en Nederland te bedreigen. „Maar na Ne derland en België", zoo redeneerden zij, komen vermoedelijk wij aan de beurt." De ongerustheid onder de Belgen en Nederlanders hier was aanmerkelijk groo- ter dan de ongerustheid in België en Ne derland zelf, naar ik vernam van iemand, die juist dezer dagen een persoonlijk ^tele- gram uit Nederland had ontvangen als antwoord op een telegrafisch verzoek om nadere inlichtingen betreffende den toe stand. Het grensincident bij Venlo. Het eerste bericht over het grensincident nabij Venlo kwam uit Londen en was af komstig van „Domei", een Japansch pers agentschap, dat reeds eenige dagen tevoren opzien had gebaard door een bericht, als zou Nederland aan Amerika om bescher ming der Nederlandsche koloniën hebben gevraagd tegen vergoeding van afstand van een deel dier koloniën. Dit bericht is onmiddellijk door den Nederlandschen con sul-generaal, den heer Boissevain, tegen gesproken. Het bericht uit Japansche bron be treffende het grensincident nabij Venlo werd hier het eerst gepubli ceerd door een hier verschijnend Amerikaansch blad, dat het op nam op zijn eerste bladzijde met een zeer opvallend opschrift in vette letters: „Gevecht tusschen Duitschers en Nederlanders". Na de verontrustende berichten der voor gaande dagen maakte dit bericht een be angstigenden indruk. Dien avond werd de Nederlandsche consul-generaal van vele zijden opgebeld door ongeruste Nederlan ders, die van den consul-generaal verna men, dat het geen „gevecht" betrof tus schen Duitsche en Nederlandsche militai ren, doch slechts een „grensincident" zon der al te groote beteekenis. „Amerikaansch". De volgende dagen bevatten de bladen telkens weder alarmeerende berichten, die nu eens België, dan weder Nederland en vaak beide landen betroffen. Vooral het hier verschijnende Amerikaansche blad maakte de zaak op Amerikaansche wijze nog ernstiger door zijn opschriften, die vaak door de berichten zelf niet gewettigd werden. Een dezer dagen bij voorbeeld had dit blad het bericht, dat België nog eenige troepen onder de wapenen had geroepen, waardoor het Belgische leger thans een sterkte bereikte van zeshonderd-duizend man. Als opschrift stond boven dit bericht: „België roept fiOO.OOO man onder de wape nen". wat aanmerkelijk alarmeerendor klinkt. Zelfs de huisknecht leed Niet alleen de Belgen en Nederlanders te Sjanghai werden door deze berichten ver ontrust. ook de Chineesche huisknecht van mijn hotel had onder de onrust tc lij den, want elk oogenblik, van den vroegen morgen tot den laten avond werd hij er door mij op uitgezonden om de nieuw verschenen bladen te koopen. Snel liep ik ze door: de inval in België en Nederland had nog niet plaats gehad, hoe wel die bladen nog een stroom verontrus tende berichten bevatten betreffende de Duitsche bedreiging tegen de beide landen. Er heerschte nog vrede aan de monding van den Rijn en aan de oevers van Schelde en Maas. Geheel gerustgesteld was ik nog niet, maar de geruststelling kwam in den na middag. Er gaat me een licht op. Ze werd gebracht door het Amerikaan sche blad en deed me hartelijk lachen. Dit blad, de „Sunday Mercurv", bevatte een telegram uit Rome met een uittreksel van een artikel uit het Italiaansche blad „Mes- sagero", waarin werd verteld: „De Duitsche generale staf rekent in staat te zijn binnen acht-en-veer- tig uur de Dcensche havens aan de Noordzee te bezetten om vandaar naar Rotterdam op te rukken." Een ander (ik zou zeggen „berouw vol") telegram in hetzelfde blad deelde mede: „Het wordt in toene mende mate moeilijk te beoordeelcn of er werkelijk een gevaar voor een inval bestaat of dat de crisis slechts is toe te schrijven aan de geruch ten, die de laatste dagen geloopen hebben." Beide telegrammen waren af komstig van de United Press, een Amerikaansch nieuwsbureau. En ze deden me een licht opgaan Sensatiel De meeste sensationeele berichten in de zen tijd zijn afkomstig van Amerikaansche journalisten, die door hun bladen of hun agentschappen naar Europa zijn gezonden in de verwachting van geweldig, wereld schokkend nieuws betreffend groote veld slagen, bloedige nederlagen, glorierijke over winningen, in elk geval van nieuws, dat door de lezers verslonden zou worden. Aan hun uitzending naar Europa waren groote kosten verbonden en de directies willen waar voor hun geld hebben. Echter... aan het front gebeurt niets of bijna niets. Bo vendien de heeren kunnen niet eens aan 't front komen, behalve voor nu en dan een kort excursie, waarbij ze niet veel be langrijks te zien krijgen. De directies wor den ontevreden, de lezers worden ontevre den en de correspondenten worden rade loos. Dan gaat hun fantasie aan het werk en wordt alle besef van ver antwoordelijkheidsgevoel buiten dienst gesteld. Eén begint er en zendt telegrammen, die niet ge heel waar zijn, maar tenminste de directie en de lezers tijdelijk tevre den stellen. Anderen volgen al spoedig dit voorbeeld. Journalisten met een ernstiger opvatting van hun taak worden onrustig en zien ook overal gevaren, waar ze niet zijn. Ministers en generaals, die deze berichten onder dc oogen krijgen en de waarheid ervan niet steeds kunnen controleeren, worden even eens min of meer zenuwachtig en de „.cri sis" is er. Amerikaansche journalisten mun ten echter niet steeds uit in bijzondere ken nis der aardrijkskunde en der politieke ver houdingen in Europa en heel vaak ontmas keren ze daardoor henzelf (zie het boven vermelde telegram betreffende den Duit- schen aanval op Rotterdam vanuit Dcen sche havens) Geen eerbied voor de zenuwen. Ik heb vaak gelegenheid gehad Ameri kaansche journalisten aan het werk te zien en me o.a. gedurende den burgeroorlog in Rusland en den oorlog in Abessinië ten zeerste verbaasd over dc stoute combinaties die ze tot stand wisten te brengen. Toen echter konden hun berichten niet zoo'n sterken invloed hebben op de zenuwen in Europa en elders. Nauwelijks zijn de alarmeerende geruch ten betreffende Nederland en België eenigs- zins geluwd, of nieuwe sensationeele ge ruchten duiken op: Bulgarije zou zich wa penen en oorlogszuchtige plannen hebben, Bulgarije, dat omgeven is door vier achter dochtige mogendheden, die stuk voor stuk even sterk of sterker zijn dan Bulgarije: Turkije, Griekenland, Roemenië en Joego slavië. Mij komt het voor, dat deze geruch ten al evenzeer uit dc lucht zijn gegrepen als de beangstigende berichten over België en Nederland. Een zeker soort journalisten toont niet den minsten eerbied voor de zenuwen der menschheid. J. K. BREDERODE. N.V. KONINKLIJKE NED ZOUTINDUSTRIE BOEKELO FEUILLETON door MONICA HART 10. Er is zeker iemand met voer voor hem gekomen, meende hy. Ik wou alleen maar dat dat wat eerder was gebeurd. Maar laten we nu zien. dat we hier weg komen. Toen ze hem aankeek, werd ze bleek en riep verschrikt: Maar je bent gewond. Je gezicht! Voor het eerst sprak ze hem met jy aan. O, dat? Dat zyn maar een paar schram men. En hij veegde het bloed met de hand van zijn gezicht. Ik ben weer eens stom geweest. Dat vind ik niet, zei ze met overtuiging en met een blik in haar oogen, die hy nog nooit tevoren daarin ontdekt had. Hoe zegende hy dit heele avontuur! Maar zijn schouder stak toch leelyk. Ik geloof, dat je stoeltje en ezel onher stelbaar beschadigd zyn, zei hij nadat zy hem door een opening in de takken weer op de wei geholpen had. Den weg naar het huisje, waar ze hun fiet sen gestald hadden, legden ze zonder veel te spreken af. Maar wat had Agnes niet veel willen zeggenEindelyk zei zij: Herinner je je wat ik je daarnet zei? Dat je in een tyd had moeten leven, dat er wat te beleven viel Hebben de gebeurtenis sen van het laatste kwartier niet bewezen, dat ik gelyk had? Ja, en nog meer van wat je toen zei, is uitgekomen. Je zei toch, dat ik eens flink door elkaar geschud moest worden. Nu, dit was zeker wel voldoende! Hij zei het op een humoristisc-hen toon en de samenloop van omstandigheden was ook zoo grappig, dat ze beiden in lachen uit barstten. Ik zou er werkelijk lust in hebben hier eens een kwartiertje met een goed paard en een dikken stok door te brengen, da zou ik dat heerschap eens laten loopen. Nu zal hy den een of anderen dag iemand te pakken nemen. Maar ons in elk geval niet, dus doet het er ook al weer niet veel toe. Je hebt je dapper gedragen, zei Agnes op ernstigen toon. Ja, spot maar! -— Nee, ik spotte niet. Ik meende, wat ik zei. Hy keek haar eens aan en in haar oogen was weer die zelfde blik, dien hy er even te voren voor het eerst in gezien had. Ze zuden verder niets meer en bere-kten ongestoord het huis waar ze hun fietsen gestald hadden HOOFDSTUK Vin. Dien avond. Zelfs toen ze den gladden weg afreden in de mooie zomeravondatmosfeer temidden van kamperfoelie en rozen, die zich voor den nacht sloten zeiden ze nog niet veel. Ze reden in hun gedachten verdiept verder, tot Halfont zei: door R. I. VAN NEERVOORT 153. Toen kwam hij uit zyn schuilhoek te voor schijn en kroop in het schemerlicht voorzich tig naar het wachtende vliegtuig. Hy verborg zich onder de staart van het toestel. Centaur gaf op het laatste oogenblik nog enkele in structies aan Max. Geheel onopgemerkt be reikte Jan Zeedijk zyn doel. Doch toen de zwa re bommenwerper zich langzaam in de lucht verhief, zag Rufe Jan Zeedijk op het staartstuk zitten. „Dokter! Kijk!" riep Rufe, terwijl hij zyn revolver trok. 154. ,Je „Niet schieten!" zei Centaur woedend, zou het heele vliegtuig opblazen!" Aarzelend stak Rufe zyn revolver weg. Het vliegtuig was nu hoog in de lucht. „De dwaas!" fluisterde Centaur. „Hij en de uit- verkoren piloot zijn nu allebei ten dode op geschreven! Ik had dien Zeedijk niet moeten vertrouwen!" 155. Vlug begaven Centaur en Rufe zich naar de dichtstbygelegen stad. zy telefoneerden naar het hoofdkwartier van de Schorpioenen. Enkele minuten later vloog er een radiobe richt door de aether naar den piloot van den bommenwerper. „Attentie, Max! Ittjk achter je! Zeedijk vliegt als blinde passagftr met je mee. Hij zit op het staartstuk van je ma chine." 156. Max vloog over de bergen, toen hy het be richt kreeg. Terwyl hij over zyn schouder keek ,zag hij, dat Zeedyk wanhopige pogin gen deed om omhoog te klimmen. „Huh!" bromde Max. „Hy kan het,daar niet lang meer uithouden! Hij zal zeker doodvriezen! Binnen enkele minuten heb ik me van hem bevrijd!" Met een valschen glimlaoh om zyn dikke lippen steeg Max met zyn toestel al hooger en hooger, tot hij byna de stratosfeer bereikte. DINSDAG 19 DECEMBER 1939 Hilversum I. 1875 en 414.4 m. KRO-Uitzending. 4.00—5.10 HIRO. 8.00 Berichten ANP. 8.059.15 en 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-orkest (12.45—1.10 Berichten ANP en Gramofoonmuziek). 2.00 Vrouwenuur. 3.00 Modecursus. 4.05 „Waarom reincarnatie?" lezing. 4.45 Berichten. 4.50 Gramofoonmuziek. 4.55 „Het gebruik van narcotische stoffen in onze overzeesche gewesten", lezing. 5.10 Musiquette. 5.45 Felicitatiebezoek. 6.05 Het Rococo-octet. 6.35 Sportpraatje. 7.00 Berichten. 7.15 Cyclus „Naar de nieuwe gemeenschap" 7.50 „Paraat in onze stelling", toespraak. 8.00 Berichten ANP, mededeelingen. 8.15 Stedelijk orkest van Maastricht en solist. 9.00 Voor de jeugd. 9.20 Vervolg concert. 10.10 KRO-Melodisten en solist (10.30—10.40 Berichten ANP). 11.10 Bertus van Dinteren en zyn Tzigane- orkest. Je hebt me daarnet een complimentje gemaakt, Agnes. Je zei, dat ik dapper was, maar dat ben ik heelemaal niet. Ik ben eer der laf. Ze lachte. Ja, dat heb ik gezien. Toch is het zoo. Ik ben voortdurend bang, dat ik myn lafheid zal toonen; dat er een dag zal komen, waarop ik zoo duidelijk myn tegenpartij om genade zal smeeken. dat ik mij in de oogen van al die mij kennen en van een heeleboel, die my niet ken nen belachelijk, erger, verachtelyk zal maken. Dus als het nog eens zoover komt. zeg dan niet, dat ik het al niet van te voren gezegd heb! Ze schudde haar hoofd en verbaasde zich over den ernst, waarmee hy sprak. Ze kon hem nog steeds niet doorgronden. Hij leek zoo ongedwongen, zoo oprecht tenminste in haar gezelschap. En dit was weer één van die dingen, waarin hy haar voor een raadsel stelde en toch was het geen aan stellerij, Ik geloof, dat jij dat op dat punt een beetje krankzinnig bent, om het maar eens hard te zeggen. Ik voor mij ben overtuigd, dat zooiets nooit gebeuren zal en als er al iets dergelijks gebeuren mocht, dan zul jij net als vanmiddag, in staat zijn jezelf te ver dedigen. Ik kan mij, zelfs als ik al mijn ver beeldingskracht te hulp roep, jou niet anders voorstellen. Tot haar heimelijke verbazing maakte hij een afwerend, ja eenigszins nijdig gebaar. Ja, omdat ik nu daarnet een booze stier tegenhield! Dat ik wel9iets, waar je op af kunt gaan. Nee, maar omdat je gewond werd en omdat die wonden wel eens doodelyk hadden kunnen zijn. En dan, als jy' me niet al eens eerder gered had. zou ik toen al vermorzeld zijn geweest! Nee, ik ben er stellig van over tuigd, dat jou zooiets nooit zal overkomen en dat zooiets alleen in je verbeelding bestaat. Loop naar de pomp! antwoordde hij ge prikkeld en grof. Zal ik nu nooit begrepen worden, zelfs niet door jou Heb jij dan heelemaal geen fantasie? Een oogenblik maakte zich een vreeselijke angst van haar meester. Hij had misschien een ernstiger stoot gekregen, dan ze eerst gedacht had en deze onzin was een gevolg van een verwonding van zijn hersens? Ze wierp tersluiks een angstlgen. onderzoeken den blik op zijn gezicht en was zich opeens van een geheel nieuw, warm gevoel bewust. Nu. om je te overtuigen, zal ik het voor ernst opnemen, wat je zegt, zei ze. Zal ik op denzelfden toon als jij doorgaan? Maar denk er wel aan. als er iets zooals jy schyni te vreeztn gebeuren zou. dan zou ik er je niet minder om achten. Haar toon was sympathiek en innemend. Zé gingen de groote brug over de spoorbaan over en reden de eenige straat van Plover Green door. Laten we den weg langs het klooster gaan, zei Halfont. Dit is langer, maar ook beter en ik wou je nog wat zeggen. Heb je er bezwaar tegen? Nee, ik vind het goed. Weer reden ze onder statige eiken door welige landeryen. De weg scheen verlaten In de avondschemering. Toch zeiden ze geen van beiden iets. totdat Halfont op een voor hem karakteristieke manier de stilte verbrak. We hebben elkaar den laatsten tyd vaak gesproken. Agnes. begon hy. Het ontging haar niet dat hij haar nog steeds, schijnbaar zonder het zelf te merken by haar voornaam noemde. Hilversum II. 301.5 m. AVRO-Uitzending. 8.00 Berichten ANP, gramofoonmuziek. 8.40 Orgelspel. 10.00 Morgenwyding. 10.15 Orgelconcert (opn.). 10.30 Voor de vrouw. 10.35 Ensemble Jetty Cantor. 11.00 Voor de "rouw. 11.30 Ensemble Jetty Cantor. 12.15 AVRO-Dansorkest en soliste. 12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek I.00 Omroeporkest. 2.00 Voor de vrouw. 2.10 Omroeporkest. 2.45 Knip- en naaicursus. 3.45 Het Lyra-Trio. 4.30 Kinderkoor. 5.00 Voor de kinderen. 5.30 Omroeporkest en solisten. 6.45 Kinderkoor (opn.). 6.55 Voor de kinderen. 7.00 Pianovoordracht. 7.35 Engelsche les. 8.00 Berichten ANP, mededeelingen. hierna: Internationaal overzicht. 8.35 Bonte Mobilisatie trein. 9.45 Wenken voor reizigers. 9.55 Gramofoonmuziek. 10.40 Luistervinkenkoor (opn.). II.00 Berichten ANP, hierna: AVRO-Dans orkest en solist. 11.35—12.00 Ensemble Pali. Ja, dat hebben we, was alles wat ze antwoordde en wat ze voelde dat nu gebeu ren ging, was geen heel groote verrassing voor haar, daar ze een vrouw was en geen domme vrouw bovendien en ze hoopte maar, dat haar stem gewoon geklonken had. Vind je dat we elkaar al genoeg gezien hebben Ze lachte zachtjes. Ik niet, maar ik kan niet voor anderen instaan. We hebben elkaar den laatsten tyd vaker ontmoet dan andere menschen in jaren, ging hy, vlugger sprekend, door. Geloof je, dat deze proef voldoende is, om in de toekomst nog meer bij elkaar te zyn en dat ons leven lang? Ze bloosde en sloeg haar oogen neer. maar haar hartZe dacht, dat hy het in de stilte als een groote trom moest hooren klop pen. En haar instinct zeide haar te antwoor den: Natuurlyk vind ik dat Zelden werd een meisje zoo weinig in den vorm ten huwelijk gevraagd. Ze reden op den gladden weg rustig naast elkaar voort. Ze omhelsden elkaar niet, ze deden er zelfs geen poging toe. Maar de houding en de blik van den man naast haar vergoedden dit volkomen en toch was het haar niet mogelijk te ant woordden. Ik weet het niet, zei ze eindeiyk wy hebben elkaar vaak gezien, maar zooals je zegt, pas sedert zoo'n korten tyd. Ben je wol zeker van je zelf en weet je zeker, dat je meent, wat je zegt? Wy zijn zoo onverwachts samen gekomen en misschien had ik mij ook wel wat meer aan de algemeen geldende regels voor den omvang moeten houden, maar dat kan ik nu eenmaal niet. Ik weet niet. hoe (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 7