Jan Zeedijk in Amerika Nieuw Raadsel Uit het leven van een grooten componist Een kleine jongen schreef muziek bij hei licht van de maan De Avonturen van 13-eiJU fonqeni en Dit ia op eenmaal na de laatste keer, dat ik jullie in het jaar 1939 schrijf. Nog- een maal en dan... zitten we in het nieuwe jaar. Maar voor het zover is, gaan we eerst nog het Kerstfeest vieren. Maandag en Dinsdag is het zover. Dan zullen ér in vele huizen lichtjes branden in de groene sparrenboo- men. Dan zullen er weer verrassingen onder de kerstboom gelegd worden, en dan zullen we weer gezellig met elkaar vereend zyn. Kersttijd is een mooie tyd; misschien dat jullie dat later beter leert beseffen. Het is een tijd van herinnering en van vriende lijke gedachten tegenover alle mensen. Mis schien dat jullie ook denkt grote of kleine vijanden te hebben. Welnu, denk vriendelijk aan hen met het Kerstfeest. Misschien dat je dan nooit meer boos op hen wordt. Ik heb deze keer het restant van de brief je beantwoord. Het was nog een hele bende hoor! Ik had ze b ij n a nog voor een deel laten liggen. Volgende week schrijven we dus elkaar weer. Het boek is gewonnen door: FREEK VAN DER KLOOSTER, Kolhorn, F 98. En nu de briefjes: Wolter Kok, St. Maartensbrug. Wolter heeft een fijne Sinterklaas gehad en daarover schrijft hy heel wat in z'n brief. Wat een schitterend papier heb jij Wolter. Ik zou bijna bang zijn er op te schrijven! Maar één velletje per week voor de Kindervriend kan er wel af, niet! Jack v. d. Cappelle, Schagen. Nee Jack, dat was niet, die Sinterklaasavond by groot vader en grootmoeder. Ik weet nog wel dat ik vroeger ook altijd in die tijd bij m'n groot ouders was. Die zijn meestal nogal vrijgevig en ik merk dat de jouwe daarop geen uit zondering maken. Dag Jack! Gerrie, Broekhuizen, Schagen. Dat was een goed idee Gerrie. Toen je een doos post van Sinterklaas kreeg, om meteen het be sluit te nemen voortaan ook brieven aan den Kindervriend te zenden. Krijg ik volgende week de eerste...?? IMijnle de Jongh, Kolhorn. Kyk, daar hebben we zowaar Mrjnie ook weer eens. Ze schrijft me, dat ze de raadsels de laatste tijd zo moeilijk vond en ze niet kon oplossen. Maar nu zond ze ze weer in. En wat sta ik te kijken My'nie, dat je in die tussentijd een broertje gekregen hebt. Is het lief? Maar hoe kan ik dat ook vragen! Win» Quax, Schagen. Wim hebben ze niet vergeten met de Sinterklaas. Integen deel, hy heeft een boel gehad en is daar erg blij mee. En nu staat het Kerstfeest voor de deur. Dat zijn óók fijne dagen Wim! Jeltje Peetoom, Noord Schanvoude. Je vader heeft gelijk Jeltje, dat prachtige pa pier van jou is oud-Hollands papier. Mooi hé En zijn er niet veel die het in hun bezit heb ben van mijn vrienden en vriendinnen. Enny Bos, Noord Seharwoude. De kans op ijs met de Kerstdagen is niet groot. Maar er kan misschien op de slootjes gereden wor den en dat is toch ook wel aardig. Maar zoo- als het verleden jaar was, nee, zo zal het niet worden. Dat is wel zeker. Dikkie Peetoom, Noord Seharwoude. Van Dikkie krijg ik ook al een grote brief. Die stapt in de voetstappen van z'n zuster Jeltje, die al heel lang een goede vriendin van me is. Tot volgende week Dikkie! Pret tige kerstdagen! Sjaantje Zeeman, Schagerbrug. Nee, bij mij brandt de kerstboom niet thuis. Ik ben er namelijk met de Kerstdagen niet. Ga op reis. Maar liever was ik thuisgebleven. Maar jqu wensch ik een fijn kerstfeest. Dag! Jacoba Schaafsma, Hoogwoud. Ik vind het leuk dat je me een briefje geschreven hebt Jacoba, maar... de volgende maal iets groter hoor. Want nu weet ik heus niet hoe er op te antwoorden. Tot volgende week Jacoba. Gerrit Blom, Petten. Ik geloof dat Jij met dat Sinterklaasfeest best aan 't snoepen geweest bent Gerrit. Je zat er zeker met een rond buikje bij, is 't niet? Fientje Wardenaar, Wieringerwaard. Nu Fientje, er is bij jou best gereden lees ik. Kolossaal, wat hebben ze je verwend. Ik ben er een beetje jaloers op! Dag! Jamde Schoorl, Schagen. Kom... kom... was het raadsel nu zó moeilyk Jannie, dat je het niet kon oplossen? En dan jij, die zo'n bolleboos bent in de puzzlelaryVolgende keer by de goede oplossers hoor! Kees de Graaf, Nieuwe Niedorp. Dat was een gezellige brief Kees. Ik heb 'm twee maal gelezen. Krijg Ut er volgende week weer zo een? Ik reken er al op, hoor! Corrie Keyzer, Schagen. Gelukkig, daar heb ik Corrie weer. Een hele tyd heb ik haar gemist en ik vond dat heel jammer, omdat ik altijd met zoveel genoegen haar brieven las. Tiets v. d. Capelle, Schagen. Pyama's en boeken en vele andere cadeaux, nu, was me dat even een zalige Sinterklaas. Nu, jy hebt toch zeker niet te klagen, zeg! Of je ook goed opgepast had! Annie, Hennie Johan Weggemans. Schagen. Ik had dat zusje wel eens willen zien. dat zo bang was voor dat kleine hondje. Och, och, wat zullen jullie gelachen hebben. Bep TiJsen, Anna Paulowna. En Bep... hoe is het rapport uitgevallen? Viel het mee of viel het tegen? Ik ben erg benieuwd. Schrijf je het me de volgende week Jacob en Brechtje de Vries, Nieuwe Nie dorp. Ja, de ene maal is het raadsel ge makkelijk en de andere moeilijk. Dat is nu eenmaal zo. Maar de ene keer zie je eerder waar de moeilijkheid schuilt dan de andere. Zo is het met jou ook. Dag! Arie Speur, Schagen. Ik weet nog goed hoe ik bijna altijd vroeger op Sinterklaas een gereedschapkist vroeg. Dat leek me het mooiste speelgoed wat er te vinden was. Maar... ook gevaarlijk speelgoed, want m'n moeder laat me nog dikwijls ae kerven in haar tafel zien... Trien TUsen, Anna Paulowna. Nu, ik geloof dat jij zo'n beetje het record slaat inzake het krygen van cadeaux met de Sin terklaas. Een hele waslijst vol. Kolossaal, wat ben je verwend. Maar... het is je gegund! Geri Dekker, Schagerbrug. Als ik Zon dags thuis ben en er wordt een interlandwed strijd gespeeld ben ik altijd van de partij. Daar kun je zeker van zijn. En die laatste heb ik ook gehoord. Spannend hoor! Klaas Rol. Is dat een ideaal van je om nog eens een wedstrijd HollandBelgië te zien? Nu, het is wel iets bijzonders, maar Je bent misschien toch nog wel wat jong, om het helemaal te kunnen begrijpen. Of niet...? Coba Blom, Petten. Dat het die week, waarin je je brief schreef, alle dagen regende, weet ik nog. Maar niet, dat je met Sinter klaas zo verwend bent. Maar het is toch wel fijn, zoiets he? Gerrit Westdorp, Texel. Dat was een fijn cadeau, Gerrit, al de boeken van Tarzan. Ik heb ze vroeger ook gelezen en ik verzeker je, dat ze spannend zijn. Trouwens, iedere vriend van onze krant kent de verhalen van Tarzan. Niesje Westdorp, Texel. En hier heb ben we Niesje, die me ook een fijne grote en gezellige brief schrijft. Nu, jij kunt het hoor. Ik heb hem 2 maal overgelezen. Tot volgende week. Lena de Boorder, Julianadorp. Wat een kostelijke tyd, is dat toch met St. Nicolaas, he? Er komt geen eind aan de feestelijk heden en voor je het weet zit je in het Kerstfeest. En wat heb je ontzettend veel cadeaux gehad. En terwijl ik nog al dacht, dat de Sint dit jaar zo arm was... Betsie Burman, Veenhuizen. Heb ik op je eerste brief nooit geantwoord? Ik begrijp niet hoe dat mogelijk is. Maar ja, gedane zaken nemen geen keer en ook die onbeant woorde brief niet. Maar nu heb ik hem w e 1 beantwoord en ik hoop, dat het met num mer 3 ook zo zal zyn. Diet de Graaf, Moerbeek. Ja, het is net een lange tijd geleden Diet, dat wij elkaar geschreven hebben. Maar nu ben je er toch weer en dat is het voornaamste. Je Post papier vind ik heel mooi. Maar... wees er zuinig op hoor, want het zal wel duur ge weest zijn. Agatha Swager, Noord-Scharwoude. Het boek „Nel de ontembare" ken ik. Ik heb het vroeger eens gelezen. Het is heel mooi. Maar wat heb je naast de boeken nog een massa gehad, zeg! O, o, wat ben je ver wend. Maar... het is je gegund hoor! KuideAuAitrid Goede oplossingen ontvangen vant Hilda B., Schagen; Trynie Z., Callantsoog; Geri K., Schelinkhout; Gerrit v. d. S., Zijpe; Klaas K., Anna Paulowna; Arie S., Scha gen; Freek v. d. K., Kolhorn; Arie B., Kol horn; Trien en Bep T., Anna Paulowna; Ja cob en Bregtje de V.; Trijnie v. L., Noord- Scharwoude; Rein H., Oude Niedorp; Gerie B„ Schagen; Klaas de L., Anna Paulowna; Jan H., Oudesluis; Jan S., Schagerbrug; Piet en Tryntje de B.; Jack en Tiets v. d. Cappelle, Schagen; Klaas R., Schagen; Lena de B., Julianadorp; Pietertje K., Veenhuizen; Grietje en Lienke F., Kolhorn; Trijnie R., Schagen. Oplossing raadsel vorige week INVUL-RAADSEL. AS S EN RA T EL KR A AL TA F EL KA MER BE V RS WEZ EL WE I DE RE E DE BE K ER STAFMUZIEK. Deze week krijg je een raadsel op waar je net zoveel van kunt maken als jezelf wilt. De bedoeling is dat je probeert van het woord „Kinderhoekje", zoveel Nederlandse woorden te vormen als je mogeiyk is en die schryf je dan op en zendt ze in. Doe je best, het is mogelyk er heel wat woorden van te maken. Ik heb hier voor me een oplossing van iemand, die dat eens geprobeerd heeft en die kwam tot 25 woorden. Misschien zijn er nog wel meer, misschien ook niet. Probeer het maar. Veel succes. ZOEKPRENTJE. Waar is de jager? ■uiBïstuooq ap uaSaj s»(tnt JaSef uap af arz uep 'uaAoqajsaapuo afiEBjd jaq teera ;DXISSOTdO Toen Johan Sebastiaan Bach in het jaar 1685 geboren werd, was de vreselijke oor log, die dertig jaar lang geduurd had, juist 3? jaar voorbij en langzamerhand werden de dorpen, die vernield waren, weer opge bouwd én kwam het vollf over de grootste ellende heen. In Thüringen, Eisenach, Arnstadtt, over al hadden altijd leden van de familie Bach gewoond en rondgezworven. Stadsmuzi kanten, zangers en musici aan het hof wa ren ze geweest. Altijd hadden ze hun leven aan de muziek gewijd en als er soms wel eens een by was, die een ander beroep uit oefende, dan gaf hij zich in zyn vrije tyd toch helemaal aan de muziek, want de mu ziek was voor de familie Bach het aller hoogste en het allermooiste. Een van de voorouders van Johann Sebastiaan was mo lenaar, maar hy voelde zich pas gelukkig als hij zijn cither kon opnemen en erop kon spelen. Overal nam hij de cither met zich mee. Hy trok ermee door stad en land, maakte heel verre reizen, tot diep in Hon garije en keerde later weer terug naar Duitsland. Zelfs in de molen en onder zyn werk nam hij de cither mee en als de mo len aan de gang was gebracht, speelde hy intussen een liedje op de cither. Hans de speelman. De zoon van dezen molenaar heette Hans en Hans moest bakker worden. Maar hy hield zoveel van de muziek, dat hij zijn va der smeekte om er toch in door te mogen gaan en na lang overleg besloot zijn vader toen om hem bij een oom, die stadfluitist was in Gotha, in de leer te doen. Toen Hans voldoende geleerd had, trok hij als speel man door heel Thüringen heen van stad naar stad en van dorp naar dorp. Waar hij maar kwam, speelde hy en alle mensen hielden van Hans den speelman. Hij speelde als er kinderen gedoopt moesten worden en als er bruiloft gevierd werd. Wat er maar gebeurde, altyd was hy erbij. Overal speelde Hans de Speelman. Van dezen Hans den speelman stamt de grote Johann Sebastiaan af. Toen Jo hann 9 jaar oud was, verloor hij zijn moe der en een jaar later zijn vader. Daar stond nu de kleine jongen alleen op de wereld. Maar gelukkig was hij niet helemaal al leen. In Ohrdruf woonde een broer van hem, die organist in het kleine stadje was. Deze broer, Christoph, nam hem by zich in huis en leerde den jongen piano en orgel spelen. Daar ook schreef Johann het eerst zelf muziek. Hij was toen pas 12 jaar oud. JToch moet je niet denken, dat Johan zich niet met andere jongens van zyn leeftijd bemoeide. Hy speelde met hen mee en was vaak het meest ondeugend van allemaal. Hij was helemaal niet bang en zei altijd eerlijk, wat hy meende. Maar dan ineens weer trok hy zich op zijn kamertje terug en componeerde nieuwe muziek. Soms zat hy zolang achter zijn notenboek, dat Chris toph het te erg vond en op een dag de moeilyke stukken, die Johann altijd op het orgel of op de piano wilde spelen, verstop te. Hij was bang, dat zyn broertje ziek zou worden. In lichte maannachten. Maar zo gauw liet Johann zich niet van gen. Hij vroeg telkens en telkens weer, waar Christoph de muziek had opgeborgen. En toen hij hoorde, dat zyn broer ze in een kast had opgeborgen, die met ijzeren tra lies was afgesloten, bedacht hy een plan cm de muziek toch te pakken te krygen. Diep in de nacht stond hij op. sloop heel zacht naar de kast en peuterde net zolang met zijn vingers tussen de tralies, tot hy het papier vastgreep. Heel voorzichtig trok hy het te voorschijn. Maar nu had hij nog geen licht en hy begreep, dat zyn broer woedend zou zijn, als hij merkte, dat hy de muziek toch had weggenomen. De enige manier om de muziek in zijn handen te krijgen, was dus om de noten over te schrijven. Maar daarvoor moest hij wach ten, tot de maan scheen om by dat licht te kunnen schrijven. Daarom werkte hy koortsachtig door in nachten, waarin de maan scheen. Bij elk geluid, dat hij in huis hoorde, schrok hij op en hield zich onbe weeglijk stiL Zes maanden lang hield hy dat voL De wereld in. Toen hy 14 jaar oud pas, moest hij de wereld in om zijn eigen kost te verdienen. Dat was de gewoonte. Jongens van 14 jaar moesten voor zichzelf zorgen. Johann Se bastiaan trok er ver op uit. Hy deed alles te voet, want in die tyd kwam je met lopen sneller vooruit dan met een postkoets, die bij slecht weer altijd wel eens in de modder bleef steken en allerlei ongemakken en gebreken had. Zo kwam hij in Lüneburg terecht, waar hij in het koor mee mocht zingen. Wat haalde hij een rare dingen uit. Hij deed precies wat hem inviel. Soms liep hij helemaal alleen op één dag de vijftig kilometer dwars door de heide naar Ham burg. Alleen om iemand op het orgel te horen spelen, van wie hij meende, iets te kunnen leren. En soms moest hij dan in dezelfde nacht nog terug! Geen offer was hem te zwaar en geen afstand te groot om zyn geliefde muziek te horen en er wal over te leren. Het meest van alles hield hij van orgel muziek en op het orgel bereikte hij later ook het hoogtepunt van zyn kunst. Iemand, die hem gezien en gehoord had, schreef erover aan een vriend: „Je zou omvallen van verbazing als je Bach kon zien, terwijl hy met alle vingers van allebei zyn handen tegelijk op de piano speelt en terwijl hij op het orgel met zijn handen over ae toetsen en zyn voeten over de pedalen vliegt en helemaal alleen zoveel verschillende en toch bij elkaar passende tonen te voorschijn weet te toveren! Hy kan wel dertig of veertig musici in bedwang houden, door de één een teken met zijn hoofd, de ander met zijn hand. met zijn stok, met één vinger of wat je maar wilt. te geven. En hy is de enige van alle aan wezigen, die merkt, als er een toon ver keerd is! Het rhythme zit hem in al zijn leden. Ik geloof, dat Bach het nog heel ver zal brengen!" Hofdirigent. En werkelijk, Johann Sebastiaan bracht het ver. Hy werd zelfs hofdirigent van den koning van Saksen, maar zelfs tegenover den koning bleef hy op zijn rechten staan en het gebeurde meer dan eens dat hij zyn wil doorzette, tegen de wil van den koning in. Eens was het zelfs zo erg, dat hij ruzie kreeg met den hertog van Weimar. Deze liet Bach in de gevangenis brengen, omdat hij zijn eigen zin wilde doorzetten. Maar Bach vond het helemaal niet erg, want daar kreeg hij eindelijk gelegenheid om een beetje uit te rusten en de hertog liet hem tenslotte toch maar weer gauw vrij. Jarenlang was hij cantor. Jarenlang was Bach daarna cantor in de Thomaskerk in Leipzig en dirigent van het koor. Nog steeds wordt in die kerk elke Zondag een cantate van Bach gezongen. Hij heeft meer dan 100 cantaten alleen voor de Thomaskerk geschreven. Nog honderden andere cantaten, liederen; koorzangen en niet te vergeten zijn beroemde „Mattheus Passion" maakten hem wereldberoemd. In tussen was hij oud geworden. In de laatste dagen van zijn leven dicteerde hij nog een muziekstuk, daar hij bijna blind was ge worden. Middenin breekt dit stuk af de grote meester was gestorven. Dat was in het jaar 1750, maar zijn muziek ep zijn. naam leven nog steeds voort. door R. I. VAN NEER VOORT 173. Maar doordat zij onderweg motorpech kre gen. konden zy Saettle niet bereiken vóór den volgende dag. laat in de avond. Onderweg hadden zy de radio-berichten gehoord en ver nomen, hoe het oologsschip „Iowa" ternau wernood ontsnapt was aan de geheimzinnige aanval van een bommenwerper, die de ken-, merken van de marine-vliegtuigen droeg. Centaur was razend by het horen van dit nieuws. „De zaak is mislukt! riep hy uit. 174. „Jan Zeedyk heeft ons verraden. Nu zal ik dien kerel vervolgen tot aan het einde van myn leven!" De rest van de terugweg legde hy op de meest roekelooze wijze af. Hy mom pelde in zichzelf als iemand, die het hoofd heeft verloren, voortdurend zichzelf belovend, dat hy zich op Zeedyk zou wreken. Maar in de tyd, dat Centaur met zyn vol gelingen op weg was naar huis. reed een an dere auto naar het Schorpioennest. 175. In die auto zat een half dozyn stoere zee lieden, aangevoerd door Red Pennington. De telefonische boodschap aan Red had zijn uit werking niet gemist. Pennington had zijn meerderen in kennis gesteld van de medede ling van Jan Zeedijk en verlof gekregen om de opdracht uit te voeren. Zyn wagen een blok verder parkerend dan het adres, dat Jan hem had opgegeven, voerde Red zyn mannen vlug maar atil door de donkere straat. 176. „Jullie weten, wat Je te doen hebt, Jon gens", fluisterde hy, terwyi hy stil hield voor de deur van het hoofdkwartier der Schor pioenen. „Vooruit naar binnen!" Het volgende ogenblik kra! de deur vloog open en de zeelieden snelden het ver trek binnen, waar de bende vergaderd was. Door deze onverwachte aanval raakten zy de bezinning kwyt. zonder dat er één schot werd gelost.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1939 | | pagina 15