HET MUILDIER Wij lazen voor II De Achtervolger in zijn vaderland terug WEBgmiT: 2 zwarte vlekken op de zon Kolendampvergiftiging in woonwagen Nieuwe oorlogswet gevraagd Set PAARDENRAS DOET ZIJN INTREDE BIJ HET ENGELSCHE LEGER IN FRANKRIJK. Uitheemsche troepencontingenten zijn geland in Engeland en Frank rijk: Canadeezen, Australiërs en Britsch-Indiërs. De meeste belang stelling heeft men echter voor de Britsch-Indiërs met. hun prachtige tulbanden en hun sterke muildie ren. De Britsche Dominions zegden reeds lan gen tijd geleden aan Engeland troepensteun toe. Het sprak echter vanzelf, dat de rege ling van het vervoer naar Engeland van troepencontingenten uit Australië en Cana da niet het werk kon zijn van een paar dagen. Maar dat de Dominions het niet bij beloften hebben gelaten, bewees de aan komst van Canadeesche en Australische troepen in Engeland. Uit Australië arri veerden vooral veel piloten. Natuurlijk wa ren de Engelschen eerst zeer nieuwsgierig, naar het uiterlijk en de gedachtengang hunner toekomstige strijdmakkers, doch deze overgroote belangstelling luwde spoe dig, toen het nieuwtje er eenmaal af was. en men tot de conclusie was gekomen, dat de Australiërs en Canadeezen eigenlijk niet zooveel verschilden van de Engelschen uiterlijk noch innerlijk. Zeker, enkele ver schillen, andere opvattingen enz. waren wèl te vinden, doch groot waren deze niet. DE ZEDEN DER INDISCHE SOLDATEN. Heel anders staat het echter met 'de Britsch-Indische soldaten, die onlangs in Frankrijk an land kwamen en grooten- deels uit Mohammedanen bestaan. Het is wel niet de eerste keer, dat een contingent uit Britsch-Indië in Frankrijk arriveerde om mee te strijden aan de zijde der Geal lieerden, want ook in den wereldoorlog van 191118 is dit het geval geweest. De meeste Engel*»che en Fransche soldaten hebben dit echter niet meer meegemaakt en x-aken dan ook niet uitgepraat over de zeden en gewoonten der Indische soldaten, die onder commando staan van Britsche en Indische officieren en vergezeld zijn van non-combattanten als godsdienstleeraren. waterdragers, koks, enz. Voor de Indische strijdkrachten wordt levend vee gekocht, meerendeels geiten die levend afgeleverd en volgens de godsdienstige gebruiken der Indiërs moeten worden geslacht. Het muildier. Veel aandacht trekken ook de muildieren der Indiërs, die boven dien de eerste dieren zijn van het paardenras, die hun entrée maak ten bij het Engelsche leger in Frankrijk. De Engelsche Tommies, die zich in Frankrijk bevinden, zijn namelijk' geheel gemotoriseerd, en keken dus verbaasd naar het „voorwereldlijk" transportmateriaal der Britsch-Indische soldaten. Doch spoedig veranderde deze verbazing in bewondering, toen zij bemerkten, welk een zware lasten een muildier kon vervoeren, en hoe dapper deze dieren waren. Zooals men weet zijn muildier en muil ezel bastaarden van paard en ezel. De muil ezel is ontstaan uit de paring van een paardenhengst aan een ezelmerrie, het muildier uit die van een ezelhengst en paardenmerrie. Het muildier gelijkt in kleur gewoonlijk op een paard, maar heeft de stem van een ezel. Die dier vereenigt de goede eigen schap van beide: den zachtten, veiligen tred de volharding van den ezel en de kracht en den moed van het paard. Het draagt een last van 150 kg. en kan daarmede dagelijks 45 a 50 km. afleggen. Reeds bij de Romei nen waren deze dieren veel gezocht als lastdieren. In later tijden speelde het muil dier een groote rol bij de kolonisatie van Zuid-Amerika. FRIESCHE AFKOMST. De muildieren-teelt is vooral in Zuid- Frankrijk zeer belangrijk. De voornaamste oentra voor deze fokkerij zijn de frissche en schilderachtige, wat laag gelegen dalen van La Vienne, de zoogenaamde „Marais méridional" waar prachtige weiden zijn, verder de Grand Marais, La Gatine en La Plaine, allen gelegen in het departement Poitou. De oorspronkelijke paarden van Poi tou stammen direct af van Friesche paar den. Onder de regeering van Hendrik IV werden door een Nederlandschen ingenieur de poelen, gelegen tusschen de monden der Loire en Charente, droog gemaakt. Zij werden herschapen in weilanden en door sneden met kanalen. Op deze weilanden groeide overvloedig gras en de ingenieur meende, dat het Nederlandsche paard hier op welig zou tieren. Spoedig daarop flo reerde de fokkerij van muildieren er zeer, en het is inderdaad waar, dat het muil dier van Poitou een der fraaiste is. Hun. re putatie is op dat punt zeer oud, daar er reeds in de Xlde eeuw met bijzonderen lof over wordt gesproken. De productie van muildieren is zeer ge makkelijk, de voedingskosten gering, en de verkoop altijd verzekerd. Vooral in de laatste jaren is bovendien een groote ver betering gekomen in de condities, waaron der de fokkerij van het muildier plaats heeft. De merries worden zorgvuldig uitge kozen evenals de hengsten; aan de voeding wordt groote zorg besteed. De veulens heb ben vooral voldoende lucht, veel beweging en goed voedsel noodig. en bovendien nog goede stalling, frisch stroo en zindelijkheid. Op een leeftijd van 7 of 8 maanden worden de veulens gespeend, en vanaf 18 maanden verkocht. NAAR DEN VREEMDE. Veel muildieren worden uitgevoerd naar Algiers, Spanje en Amerika (in de laatste jaren teelt men in Noord-Amerika echter zelf muildieren, en wel zeer groote exem plaren). Gewoonlijk zijn de Poitou-muildie- ren hoog in prijs, doch worden desalniette min veel verkocht, daar zij van zulk een uitstekende kwaliteit zijn. Ook voor het leger worden muildieren gekocht, in hoofd zaak dienende voor de koloniën; niet al leen voor het Fransche leger echter, ook voor de koloniën van andere landen. Zoo be landde het muildier uit Poitou ook in Britsch-Indië, hoewel niet als eenig muil dier in genoemd land. Toch kan men wel zeggen, dat hier van een merkwaardige wisselwerking sprake is, op grond van het feit, dat deze muildieren eigenlijk „op hun basis zijn teruggekeerd". Tenslotte herinnert deze gang van zaken ons er opnieuw aan, van welk intens en we zenlijk nut de dieren de rschepping voor de wereld zijn, ook in tijden, waarin die we reld het :.eeld van een super-gemechaniseer de maatschappij vertoont. Dreigende staking in vlasindustrie Werkgevers komen arbeiders niet voldoende tegemoet. Men meldt ons van arbeiderszijde: Door den R.K. fabrieksarbeiders Bond, den Christelijke Fabrieks en transportarbei ders Bond en de Nederlandsche Vereeni- ging van Fabrieksarbeiders wordt sinds eenigen tijd met de coöperatieve vlasfa briek „Dinteloord" te Steenbergen onder handeld over het regelen van de loonen en over het afsluiten van een collectieve ar beidsovereenkomst. Na enkele gehouden beprekingen is er in principe over het afsluiten van een collec tieve arbeidsovereenkomst overeenstemming bereikt. "Wat de hoogte van het loon betreft werd door 'de „Dinteloord" wel eenigszins tege moet gekomen,, doch niet in die mate als door de arbeiders werd verlangd. In de gehouden personeelsvergadering is besloten dat, indien voor 20 Januari a.s. geen overeenstemming voor wat betreft de loonen zou zijn bereikt, de arbeid op 22 Ja nuari zal AYOhden onderbroken. tfcAaaUen Kampioenschap van Noord-Holland In het schoonrijden. Morgen zullen op het gemeentelijk sportterrein te Hoofddorp onder auspiciën van den K.N.S.B. de kam pioenschappen 6choonrijdcn voor de provincie Noordholland ^vorden verreden. De organisatie is in han den van de IJsclub „Haarlemmer meer". Wóér is Baby? Vandaag nog te zien? Uit verschillende plaatsen des lands ontving het Meteorologisch Instituut te De Bilt, naar het ons mededeelt, bericht over de waar neming van twee zwarte vlekken op de zon op 5 en 6 Januari. Dit waren twee bijzonder groote zon nevlekken, die door de gunstige weersomstandigheden met het bloo- te oog zichtbaar waren. Op 5 en 6 Januari bevonden de vlekken zich ongeveer midden op de zonneschijf, ze werden te De Bilt het eerst waargenomen op 2 Januari. Zooals men weet draait de zon in ongeveer 27 dagen om" haar as, de vlekken draaien mee en ondergaan daarbij geleidelijke vormverande ringen. Op 9 Januari waren de vlekken dicht bij den rand der zon gekomen, ze zullen bij gunstigen weerstoestand misschien vandaag nog zichtbaar zijn, daarna ver dwijnen en wellicht omstreeks 26 Januari weer aan den anderen rand der zon te zien zijn. Moeder en dochter om het leven gekomen. - Schuif van de kachel dichtgeschoven. Gisterochtend is in het woonwagenkamp te, Roermond, aan den weg naar Herten, een geval van kolendampvergiftiging ontdekt in den woonwagen van den 54-jarigen kamp wachter J. Jansen. Hier werden drie personen bewusteloos aangetroffen, n.1. de 54-jarige kampwachter zijn 59-jarige vrou\V Elisabeth Sevenich en hun 15-jarige dochter Dina. Onmiddellijk werd geneeskundige hulp ingeroepen, welke echter bij de vrouw en haar dochter niet meer mocht baten. Het bleek, dat de dochter reeds in den loop van den nacht was overleden, terwijl de vrouw, die bij het ontdekken van de vergiftiging nog in leven was, eenigen tijd later is bezweken. Bij den man slaagde men erin door - middel van een zuurstofapparaat de levensgeesten op te wekken. De man is naar het St. Laurentitiszieken- huis te Roermond overgebracht, waarheen ook het stoffelijk overschot van zijn vrouw en dochter zijn vervoerd. De oorzaak van deze kolendampvergifti ging is te zoeken in hot feit, dat een der wagenbewoners 's avonds de schuif van de kachel heeft dichtgeschoven, tengevolge waarvan zich koolmonoxyde heeft ontwik keld. Chaoffears konden niet remmen Een hunner kreeg vrachtwagen boven op zich. Gisterochtend is te Veendam door de gladheid van den weg een ongeluk ge beurd, dat een chauffeur het leven heeft- gekost. De 42-jarige J. K. uit Farsum reed met een trailer te Veendam. Uit tegenovergestel de richting naderde eveneens een trailer. Door de gladheid van den weg konden de chauffeurs niet remmen, waardoor een bot sing ontstond. Tengevolge hiervan werd K. uit de cabine geslingerd en kwam op het bevroren Oosterdicp terecht. De vrachtwa gen rolde eveneens van den walkant, K. werd hierdoor getroffen en was op slag dood. Het lijk Is overgebracht naar het lijken huisje te Veendam. De andere wagen werd niet beschadigd. Sigaren worden dnnrder Toeslag op de loonen in de siga* ren-industrie. Op een druk bezochte vergadering van sigarenfabrikanten aangesloten bij het ver bond te Amsterdam en de vereeniging te Eindhoven, is besloten om 5 pet. toeslag op de loonen te betalen in de tweede week, nadat het index-cijfer het getal 146 heeft, bereikt. De werkgevers hebben zich tevens verplicht- om collectief de kosten te dragen van de pensioen-premie van de gemobili seerde werknemers, zoodat door de mobili satie geen pensioenrechten zullen verloren gaan. Aangenomen werd verder, dat de mini- mumprijs voor Senoritas ZVz cent zal bedra* gen. Ten aanzien van de verdere verhooging der prijzen zal het resultaat van het ov leg worden afgewacht, dat de crisis-conn missie zal openen met de voornaamste be? langhebbenden. Een beslissing zal echter op korten tew mijn worden genomen. Dgor ELSA KAISER. „Het was eenvoudig verschrikkelijk, ont zettend wat er gisteravond met mij gebeur de", zei juffrouw Kitty, die op de vijfde ver dieping van de flat woonde en nu, beneden komend, den portier aantrof. „Ik ben nog, nooit in mijn leven zoo bang geweest!" De portier kwam uit zijn glazen verschan sing en keek juffrouw Kitty belangstellend aan. Zij was werkelijk de moeite waard, deze blonde juffrouw Kitty met haar knalrood ge lakte vingernagels en haar zwaar aangezette lippen. „Werkelijk, ik was bang, ik, die den naam heb zoo moedig te zijn, maar het was in een woord afgrijselijk!" De portier knikte en opende den mond om te vragen wat er dan zoo vreeselijk was ge weest. Doch juffrouw Kitty was boordevol en moe st spreken. Zij haalde een geparfu meerd zakdoekje uit haar taschje en waaier de .zich daarmede in het gezicht. „U weet, dat ik in het koor van de operette werk, dat na tuurlijk nog geen groot werk, maar mijn ver loofde, de graaf, pleegt mij te troosten met de opmerking, dat. iedere artist eens moet beginnen. Opgemerkt zal ik zeker worden. Enfn, hoe dan ook, ik ging gisterenavond te voet naar huis omdat mijn verloofde, de graaf, een belangrijke vergadering moest bij wonen, zoodat hij mij niet met zijn wagen kon afhalen. Toen ik den tooneeluitgang uit1 kwam, zag ik hem al „Wie?" vroeg de portier, „Uw verloofde?" „Ach, weineen', antwoordde juffrouw Kitty met een ongeduldig schouderophalen, „een griezeligen, mageren man. Ik keek natuurlijk niet naar-hem, Spencer Tracy zou urenlang achter mij aan kunnen loopen, dan kijk ik nog niet om. Enfin, die magere man dan, zag er,overigens keurig uit, hij droeg een donkerblauwe jas, een slappen, grijzen hoed, handschoenen en een bruinleeren actetasch onder zijn arm. Zijn schoenen zagen er ook keurig uit. Deze magere man volgde mij!" „Op het juiste oogen- blik". „Het gif van de defaitisti sche propaganda is nog niet geheel uitgewerkt en daarom is dit het psychologisch juis te oogenblik om de laatste resten hiervan te vernietigen betoogt de N. Rottcrd. Crt. (lib.), welk blad dan de noozaak bepleit van le een burgerlijken dienstplicht en 2e. een krachtiger optreden tegen die elementen, die de landsverdediging schaden. Zelfs dient de mogelijk heid te worden geschapen, om deze elementen tijdelijk onschadelijk te maken, aldus het liberale orgaan, dat ver volgt: Een en ander is thans alleen mogelijk, indien de staat van beleg wordt afge kondigd. Zooals bekend, is zulks tot dusver alleen in en kele landsgedeelten ge schied. Wij' meenen, dat het een daad van wijs beleid zou zijn, dezen maatregel thans op het. gehecle land toe te passen, in afwachting van een herziening onzer oorlogs wetgeving, welke de be voegdheden der regeering voor tijden als d-ezc ver sterkt. De buitengewone om standigheden vereischcn bui tengewone maatregelen. De ervaring leert evenwel, dat de goedwillende bevolking van den uitzonderlijken rechtstoestand van den staat van beleg in de nr act ijk weinig of niets bemerkt. De regeering heeft het in- tusschen zelf in de macht de zen toestand niet langer dan noodig is, te doen voortdu ren, wanneer zij slechts met voortvarendheid een nieuwe oorlogswet op stapel zet, welke met het gewijzig de karakter van den oorlog en van de verdedigingsvoor bereiding beter in overeen stemming is dan de tegen woord ige. SCHAAKMAT. Mr. Jockes schrijft in „Op bouw": De N.S.B. logica kwam bij deze gelegenheid (bedoeld wordt een debat in de Tweede Kamer), in een merkwaardig licht. Op een interruptie van den heer Rost van Tonningen, dat de minister ten aanzien van een der voorgestelde naturalisa ties in strijd handelde met het advies van den Officier van Justitie, merkte minis ter Gcrbrandv met kostelijke slagvaardigheid op. dat hem niet bekend was. dat dit niet mochb De minister oogstte daarmee duidelijke instem ming van de Kamer. De hoor Rost van Tonningen inter rumpeerde daarop nogmaals, met den uitroep, dat de mi nister zijn plicht verzaakte. De nieuwste opvatting van de N.S.B. schijnt derhalve te zijn, dat het Openbaar Minis terie de verantwoordelijke leiding heeft uit te oefenen met betrekking tot het staatsbeleid. Eeif opvatting die bijv, in de zaak Qss aan den procureur-generaal de vrije hand zou hebben moe ten geven. Wij herinneren ons niet, dat bij die gelegen heid van een dergelijke op vatting hij de N.S.B. geble ken is. VEREEN. VOOR LUCHT BESCHERMING ONDER CURATEELE? Volgens een groot artikel in het Volk (sdap) heerscht e rin de gelederen van de Ned. Vereeniging voor Lucht bescherming, welke, zoo men weet, uit particulier initiatief is ontstaan, onrust in ver band met het feit, dat de overheid zich met de vereen, gaat bemoeien. Men vreest remmende invloeden van Den Haag. De regeering is n.1. van plan, de benoeming van den voomaamsten func tionaris in afdeclings- en hoofdbestuur resp. van de goedkeuring van burgemees ter en minister afhankelijk te doen zijn. Ook heeft de min. van Binnenlandsche Za ken gezegd: „Mijn eerste daad zal dus zijn van nu af zorg te dra gen, dat de Vereeniging voor Luchtbescherming zich, wat het uitdragen van meeningen betreft, conformeert aan hot officiëele inzicht, dat door de regeering wordt gehuldigd en waarvoor ten slotte alleen de regeering verantwoorde lijkheid kan dragen." Het blad oefent in dit ver band bittere critiek op het beleid van minister van Boeyen t.a.v.d. luchtbescher ming en schrijft, dat velen i.d. Vereeniging voor Luchtbe scherming tegenover de door de regeering gevraagde wijzi ging van de statuten uiterst wantrouwend staat. Het is, verzekerden zij ons, bij hen minder de behoefte om veree nigingetje te spelen, dan een gevoel van groote verant woordelijkheid, dat deze men schen in hun wantrouwen stijft. Zonder hen, aldus hun betoog, zou de luchtbescher ming niet zijn, waar zij thans is en zij vragen zich vol vreeze af wat er van deze bescherming terecht zal ko men, wanneer het ideaal van den minister vervuld zal zijn, n.1. wanneer de ver eeniging zich „conformeert aan het officiëele inzicht, dat door de regeering wordt ge huldigd". Het blad, dat overigens de voorgestelde statutenwijzigin gen redelijk vindt, besluit: Wanneer de minister, er kennende dat deze vereeni ging „historische rechten" heeft en dat deze burgerlij ke offervaardigheid zeer ge respecteerd dient te worden, de vereeniging de beschik king geeft over een voorschot voor werkkapitaal en wan neer hij verder begrijpt, dat het land beter gehaat is met opbouwende critiek van de deskundigen dan met een „conformatie aan het offi- eele inzicht" dan is er ook nu nog tijd voor een ontwik keling der luchtbescherming, die in overeenstemming is met den ernst van de ornstan digheden* Juffrouw Kitty keek den portier met fonke- lende oogen aan. „U weet hoe donker de stra ten zijn en hoe stil, nietwaar? Nou dan, ik sla de Tuinstraat in, hij ook, ik steek het Eikel- plein over, hij ook, het was verschrikkelijk! Nergens een levende ziel, ook geen agent! Af grijselijk, zeg ik U. Ik liep door tot den hoek van de Fasantenstraat en keek daar om< Neen, maar, een gezicht had die vent! Hij zag er uil als een gangster, met zulke oogen." Juffrouw Kitty spert haar duim en wijsvin ger van elkaar, de ruimte daartusschen be draagt zeker tien centimeter. „Zulke oogen, zeg ik", ging zij voort, „een lang voorhoofd en een puntige kin, je reinste gangster! Stelt u zich dat eens voor, portier. Ik daar heel alleen met den man achter mij. Ik kon niets anders doen dan wachten totdat hij mij zou grijpen en wurgen! Natuurlijk liep ik niet vlugger, want dan zou hij gemerkt hebben, dat ik bang voor hem was. Dat moet je zulke typen nooit laten merken. Ik liep dus de Fasantenstraat uit en sloeg de Steelgracht in. Ik ben heusch niet laf, ik heb onzen di rigent wel eens een oorveeg gegeven en den dansleeraar, in het bijzijn van allen, op zijn plaats gezet, maar dat met dezen mageren man was toch heel iets anders! Hij kwam hoe langer hoe dichter achter mij!" Juffrouw Kitty poederde, alvorens verder te vertellen, haar pikant neusje. De portier zag discreet toe. „Nou dan, het was afgrijselijk", begon zij opnieuw, „want nu komt het ergste, ik kwam hier bij het huis, duwde de deur open en vloog de steenen trappen op. En weet U wat er gebeurde?" Juffrouw Kitty rolde met haar sprekende ogen, „De kereld volgde mij, zelfs hier in huis! Ja, wat zegt U daarvan? Ik hoorde hein vlak achter mij de trappen opklimmen en hij snoof daarbij als een, stier in de arena". „Hebt U dat wel eens gohoor.d?" vroeg de portier verwonderd. „Neen, natuurlijk niet, alleen in de opera „Quo Vadis", toen zij tusschen de coulissen aan den blaasbalg trokken. Mijn verloofde, de graaf, zal mij, op onze huwelijksreis mee naar Spanje nemen, dan bezoeken wij na tuurlijk de stierengevechten". De portier kwam onder den indruk van. dit grootsch vooruitzicht. „Ik vloog dus de trappen op," ging juf frouw Kitty voort „en keek op he portaal even om. Jawel, daar kwam hij aan! Hij zag er uit als een wilde! Ik rende voort, met den kerel achter mij aan. Neen, dat zal ik nooit vergeten, mijn hait sloeg als een pau- kenist. Ik keerde mij om en schreeuwde: „Wat wilt U van mij! Waarom volgt U mij, als U niet blijft staan, gil ik!" En stel U voor wat er gebeurde, de vent sloeg met de armen in de lucht en stootte allerlej afschuwelijke kreten uit. Ik schrok zoo hevig, dat ik de laatste trap bij twee treden tegelijk opholde. Eindelijk stond ik voor mijn deur, ik was gered! Hij had het niet gewaagd mij te volgen. Ik keek eens over de balustrade, waar hij was verdwe nen. Stel U voor, zoo iets kan hier gebeuren, zoo iets ontzettends, ik had dood kunnen zijn... waarom lacht U?" Juffrouw Kitty nam haar spiegeltje uit haar taschje en be gon haar lippen bij te weiken. „Ik zal er met den graaf over moeten spreken", zei ze woe den en keek den portier over het spiegeljte aan. „Weet U," zei deze en legde een bezwe rende vinger op juffrouw Kitty's arm. „U hebt toch gezegd, dat de man een blauwe jas droeg en een grijizen, slappen hoed?" „Juist", bevestigde juffrouw Kitty met ge spitste roode lippen. „Wel", antwoordde de portier en trok een ernstig gezicht, „deze man woont hier, hij is geen gangster en ook geen moordenaar, hij is filosoof en schrijft boeken, zijn naam is mijnheer Landt. Hij woont een verdie ping lager dan U". Juffrouw Kitty stak haar pikante neusje in de lucht. „Heibt U bewijzen?" vroeg zij hoog. De portier lachte een beetje, maar juffrouw Kitty ging woedend voort: „Waarom heft U mij dat niet dadelijk gezegd? en vertelt U mij dan ook eens waarom of hij mij niet antwoordde toen ik hem aansprak, hier op de trap!" De portier waadde het nu zijn geheele hand op juffrouw Kitty's arm te leggen. Hij boog zijn hoofd naar haar toe en fluisterde geheimzinnig: „Hij heeft een spraakge brek!" De portier deed zijn mond open en wees met een tragisch gericht op zijn ge hemelte en schudde meewarig het hoofd. „Afgrijselijk", zei juffrouw Kitty: .Ie mand zonder bovenkaak, ik wist wel, dat het een verdacht individu was." En hierme de stapte de blonde juffrouw Kitty de deur uit op weg naar de repetitie.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 8