HET MUILDIER
Wij lazen voor II
De Achtervolger
in zijn vaderland terug
WEBgmiT:
2 zwarte vlekken
op de zon
Kolendampvergiftiging
in woonwagen
Nieuwe oorlogswet gevraagd
Set PAARDENRAS DOET ZIJN INTREDE
BIJ HET ENGELSCHE LEGER IN
FRANKRIJK.
Uitheemsche troepencontingenten
zijn geland in Engeland en Frank
rijk: Canadeezen, Australiërs en
Britsch-Indiërs. De meeste belang
stelling heeft men echter voor de
Britsch-Indiërs met. hun prachtige
tulbanden en hun sterke muildie
ren.
De Britsche Dominions zegden reeds lan
gen tijd geleden aan Engeland troepensteun
toe. Het sprak echter vanzelf, dat de rege
ling van het vervoer naar Engeland van
troepencontingenten uit Australië en Cana
da niet het werk kon zijn van een paar
dagen. Maar dat de Dominions het niet bij
beloften hebben gelaten, bewees de aan
komst van Canadeesche en Australische
troepen in Engeland. Uit Australië arri
veerden vooral veel piloten. Natuurlijk wa
ren de Engelschen eerst zeer nieuwsgierig,
naar het uiterlijk en de gedachtengang
hunner toekomstige strijdmakkers, doch
deze overgroote belangstelling luwde spoe
dig, toen het nieuwtje er eenmaal af was.
en men tot de conclusie was gekomen, dat
de Australiërs en Canadeezen eigenlijk niet
zooveel verschilden van de Engelschen
uiterlijk noch innerlijk. Zeker, enkele ver
schillen, andere opvattingen enz. waren wèl
te vinden, doch groot waren deze niet.
DE ZEDEN DER INDISCHE
SOLDATEN.
Heel anders staat het echter met 'de
Britsch-Indische soldaten, die onlangs in
Frankrijk an land kwamen en grooten-
deels uit Mohammedanen bestaan. Het is
wel niet de eerste keer, dat een contingent
uit Britsch-Indië in Frankrijk arriveerde
om mee te strijden aan de zijde der Geal
lieerden, want ook in den wereldoorlog
van 191118 is dit het geval geweest. De
meeste Engel*»che en Fransche soldaten
hebben dit echter niet meer meegemaakt
en x-aken dan ook niet uitgepraat over de
zeden en gewoonten der Indische soldaten,
die onder commando staan van Britsche
en Indische officieren en vergezeld zijn van
non-combattanten als godsdienstleeraren.
waterdragers, koks, enz. Voor de Indische
strijdkrachten wordt levend vee gekocht,
meerendeels geiten die levend afgeleverd
en volgens de godsdienstige gebruiken der
Indiërs moeten worden geslacht.
Het muildier.
Veel aandacht trekken ook de
muildieren der Indiërs, die boven
dien de eerste dieren zijn van het
paardenras, die hun entrée maak
ten bij het Engelsche leger in
Frankrijk. De Engelsche Tommies,
die zich in Frankrijk bevinden,
zijn namelijk' geheel gemotoriseerd,
en keken dus verbaasd naar het
„voorwereldlijk" transportmateriaal
der Britsch-Indische soldaten. Doch
spoedig veranderde deze verbazing
in bewondering, toen zij bemerkten,
welk een zware lasten een muildier
kon vervoeren, en hoe dapper deze
dieren waren.
Zooals men weet zijn muildier en muil
ezel bastaarden van paard en ezel. De muil
ezel is ontstaan uit de paring van een
paardenhengst aan een ezelmerrie, het
muildier uit die van een ezelhengst en
paardenmerrie.
Het muildier gelijkt in kleur gewoonlijk
op een paard, maar heeft de stem van een
ezel. Die dier vereenigt de goede eigen
schap van beide: den zachtten, veiligen tred
de volharding van den ezel en de kracht en
den moed van het paard. Het draagt een
last van 150 kg. en kan daarmede dagelijks
45 a 50 km. afleggen. Reeds bij de Romei
nen waren deze dieren veel gezocht als
lastdieren. In later tijden speelde het muil
dier een groote rol bij de kolonisatie van
Zuid-Amerika.
FRIESCHE AFKOMST.
De muildieren-teelt is vooral in Zuid-
Frankrijk zeer belangrijk. De voornaamste
oentra voor deze fokkerij zijn de frissche
en schilderachtige, wat laag gelegen dalen
van La Vienne, de zoogenaamde „Marais
méridional" waar prachtige weiden zijn,
verder de Grand Marais, La Gatine en La
Plaine, allen gelegen in het departement
Poitou. De oorspronkelijke paarden van Poi
tou stammen direct af van Friesche paar
den. Onder de regeering van Hendrik IV
werden door een Nederlandschen ingenieur
de poelen, gelegen tusschen de monden der
Loire en Charente, droog gemaakt. Zij
werden herschapen in weilanden en door
sneden met kanalen. Op deze weilanden
groeide overvloedig gras en de ingenieur
meende, dat het Nederlandsche paard hier
op welig zou tieren. Spoedig daarop flo
reerde de fokkerij van muildieren er zeer,
en het is inderdaad waar, dat het muil
dier van Poitou een der fraaiste is. Hun. re
putatie is op dat punt zeer oud, daar er reeds
in de Xlde eeuw met bijzonderen lof over
wordt gesproken.
De productie van muildieren is zeer ge
makkelijk, de voedingskosten gering, en
de verkoop altijd verzekerd. Vooral in de
laatste jaren is bovendien een groote ver
betering gekomen in de condities, waaron
der de fokkerij van het muildier plaats
heeft. De merries worden zorgvuldig uitge
kozen evenals de hengsten; aan de voeding
wordt groote zorg besteed. De veulens heb
ben vooral voldoende lucht, veel beweging
en goed voedsel noodig. en bovendien nog
goede stalling, frisch stroo en zindelijkheid.
Op een leeftijd van 7 of 8 maanden worden
de veulens gespeend, en vanaf 18 maanden
verkocht.
NAAR DEN VREEMDE.
Veel muildieren worden uitgevoerd naar
Algiers, Spanje en Amerika (in de laatste
jaren teelt men in Noord-Amerika echter
zelf muildieren, en wel zeer groote exem
plaren). Gewoonlijk zijn de Poitou-muildie-
ren hoog in prijs, doch worden desalniette
min veel verkocht, daar zij van zulk een
uitstekende kwaliteit zijn. Ook voor het
leger worden muildieren gekocht, in hoofd
zaak dienende voor de koloniën; niet al
leen voor het Fransche leger echter, ook
voor de koloniën van andere landen. Zoo be
landde het muildier uit Poitou ook in
Britsch-Indië, hoewel niet als eenig muil
dier in genoemd land.
Toch kan men wel zeggen, dat hier van
een merkwaardige wisselwerking sprake is,
op grond van het feit, dat deze muildieren
eigenlijk „op hun basis zijn teruggekeerd".
Tenslotte herinnert deze gang van zaken
ons er opnieuw aan, van welk intens en we
zenlijk nut de dieren de rschepping voor de
wereld zijn, ook in tijden, waarin die we
reld het :.eeld van een super-gemechaniseer
de maatschappij vertoont.
Dreigende staking
in vlasindustrie
Werkgevers komen arbeiders
niet voldoende tegemoet.
Men meldt ons van arbeiderszijde:
Door den R.K. fabrieksarbeiders Bond,
den Christelijke Fabrieks en transportarbei
ders Bond en de Nederlandsche Vereeni-
ging van Fabrieksarbeiders wordt sinds
eenigen tijd met de coöperatieve vlasfa
briek „Dinteloord" te Steenbergen onder
handeld over het regelen van de loonen en
over het afsluiten van een collectieve ar
beidsovereenkomst.
Na enkele gehouden beprekingen is er in
principe over het afsluiten van een collec
tieve arbeidsovereenkomst overeenstemming
bereikt.
"Wat de hoogte van het loon betreft werd
door 'de „Dinteloord" wel eenigszins tege
moet gekomen,, doch niet in die mate als
door de arbeiders werd verlangd.
In de gehouden personeelsvergadering is
besloten dat, indien voor 20 Januari a.s.
geen overeenstemming voor wat betreft de
loonen zou zijn bereikt, de arbeid op 22 Ja
nuari zal AYOhden onderbroken.
tfcAaaUen
Kampioenschap van
Noord-Holland
In het schoonrijden.
Morgen zullen op het gemeentelijk
sportterrein te Hoofddorp onder
auspiciën van den K.N.S.B. de kam
pioenschappen 6choonrijdcn voor de
provincie Noordholland ^vorden
verreden. De organisatie is in han
den van de IJsclub „Haarlemmer
meer".
Wóér is Baby?
Vandaag nog te zien?
Uit verschillende plaatsen des
lands ontving het Meteorologisch
Instituut te De Bilt, naar het ons
mededeelt, bericht over de waar
neming van twee zwarte vlekken
op de zon op 5 en 6 Januari. Dit
waren twee bijzonder groote zon
nevlekken, die door de gunstige
weersomstandigheden met het bloo-
te oog zichtbaar waren. Op 5 en 6
Januari bevonden de vlekken zich
ongeveer midden op de zonneschijf,
ze werden te De Bilt het eerst
waargenomen op 2 Januari.
Zooals men weet draait de zon in
ongeveer 27 dagen om" haar as, de
vlekken draaien mee en ondergaan
daarbij geleidelijke vormverande
ringen. Op 9 Januari waren de
vlekken dicht bij den rand der zon
gekomen, ze zullen bij gunstigen
weerstoestand misschien vandaag
nog zichtbaar zijn, daarna ver
dwijnen en wellicht omstreeks 26
Januari weer aan den anderen
rand der zon te zien zijn.
Moeder en dochter om het leven
gekomen. - Schuif van de kachel
dichtgeschoven.
Gisterochtend is in het woonwagenkamp
te, Roermond, aan den weg naar Herten, een
geval van kolendampvergiftiging ontdekt in
den woonwagen van den 54-jarigen kamp
wachter J. Jansen.
Hier werden drie personen bewusteloos
aangetroffen, n.1. de 54-jarige kampwachter
zijn 59-jarige vrou\V Elisabeth Sevenich en
hun 15-jarige dochter Dina.
Onmiddellijk werd geneeskundige
hulp ingeroepen, welke echter bij
de vrouw en haar dochter niet meer
mocht baten. Het bleek, dat de
dochter reeds in den loop van den
nacht was overleden, terwijl de
vrouw, die bij het ontdekken van
de vergiftiging nog in leven was,
eenigen tijd later is bezweken. Bij
den man slaagde men erin door
- middel van een zuurstofapparaat
de levensgeesten op te wekken.
De man is naar het St. Laurentitiszieken-
huis te Roermond overgebracht, waarheen
ook het stoffelijk overschot van zijn vrouw
en dochter zijn vervoerd.
De oorzaak van deze kolendampvergifti
ging is te zoeken in hot feit, dat een der
wagenbewoners 's avonds de schuif van de
kachel heeft dichtgeschoven, tengevolge
waarvan zich koolmonoxyde heeft ontwik
keld.
Chaoffears konden niet remmen
Een hunner kreeg vrachtwagen
boven op zich.
Gisterochtend is te Veendam door de
gladheid van den weg een ongeluk ge
beurd, dat een chauffeur het leven heeft-
gekost.
De 42-jarige J. K. uit Farsum reed met
een trailer te Veendam. Uit tegenovergestel
de richting naderde eveneens een trailer.
Door de gladheid van den weg konden de
chauffeurs niet remmen, waardoor een bot
sing ontstond. Tengevolge hiervan werd K.
uit de cabine geslingerd en kwam op het
bevroren Oosterdicp terecht. De vrachtwa
gen rolde eveneens van den walkant, K.
werd hierdoor getroffen en was op slag
dood.
Het lijk Is overgebracht naar het lijken
huisje te Veendam. De andere wagen werd
niet beschadigd.
Sigaren worden dnnrder
Toeslag op de loonen in de siga*
ren-industrie.
Op een druk bezochte vergadering van
sigarenfabrikanten aangesloten bij het ver
bond te Amsterdam en de vereeniging te
Eindhoven, is besloten om 5 pet. toeslag op
de loonen te betalen in de tweede week,
nadat het index-cijfer het getal 146 heeft,
bereikt. De werkgevers hebben zich tevens
verplicht- om collectief de kosten te dragen
van de pensioen-premie van de gemobili
seerde werknemers, zoodat door de mobili
satie geen pensioenrechten zullen verloren
gaan.
Aangenomen werd verder, dat de mini-
mumprijs voor Senoritas ZVz cent zal bedra*
gen.
Ten aanzien van de verdere verhooging
der prijzen zal het resultaat van het ov
leg worden afgewacht, dat de crisis-conn
missie zal openen met de voornaamste be?
langhebbenden.
Een beslissing zal echter op korten tew
mijn worden genomen.
Dgor ELSA KAISER.
„Het was eenvoudig verschrikkelijk, ont
zettend wat er gisteravond met mij gebeur
de", zei juffrouw Kitty, die op de vijfde ver
dieping van de flat woonde en nu, beneden
komend, den portier aantrof. „Ik ben nog,
nooit in mijn leven zoo bang geweest!"
De portier kwam uit zijn glazen verschan
sing en keek juffrouw Kitty belangstellend
aan.
Zij was werkelijk de moeite waard, deze
blonde juffrouw Kitty met haar knalrood ge
lakte vingernagels en haar zwaar aangezette
lippen.
„Werkelijk, ik was bang, ik, die den naam
heb zoo moedig te zijn, maar het was in een
woord afgrijselijk!"
De portier knikte en opende den mond om
te vragen wat er dan zoo vreeselijk was ge
weest. Doch juffrouw Kitty was boordevol en
moe st spreken. Zij haalde een geparfu
meerd zakdoekje uit haar taschje en waaier
de .zich daarmede in het gezicht. „U weet, dat
ik in het koor van de operette werk, dat na
tuurlijk nog geen groot werk, maar mijn ver
loofde, de graaf, pleegt mij te troosten met
de opmerking, dat. iedere artist eens moet
beginnen. Opgemerkt zal ik zeker worden.
Enfn, hoe dan ook, ik ging gisterenavond te
voet naar huis omdat mijn verloofde, de
graaf, een belangrijke vergadering moest bij
wonen, zoodat hij mij niet met zijn wagen
kon afhalen. Toen ik den tooneeluitgang uit1
kwam, zag ik hem al
„Wie?" vroeg de portier, „Uw verloofde?"
„Ach, weineen', antwoordde juffrouw Kitty
met een ongeduldig schouderophalen, „een
griezeligen, mageren man. Ik keek natuurlijk
niet naar-hem, Spencer Tracy zou urenlang
achter mij aan kunnen loopen, dan kijk ik
nog niet om. Enfin, die magere man dan,
zag er,overigens keurig uit, hij droeg een
donkerblauwe jas, een slappen, grijzen hoed,
handschoenen en een bruinleeren actetasch
onder zijn arm. Zijn schoenen zagen er ook
keurig uit. Deze magere man volgde mij!"
„Op het juiste oogen-
blik".
„Het gif van de defaitisti
sche propaganda is nog niet
geheel uitgewerkt en daarom
is dit het psychologisch juis
te oogenblik om de laatste
resten hiervan te vernietigen
betoogt de N. Rottcrd. Crt.
(lib.), welk blad dan de
noozaak bepleit van le een
burgerlijken dienstplicht en
2e. een krachtiger optreden
tegen die elementen, die de
landsverdediging schaden.
Zelfs dient de mogelijk
heid te worden geschapen,
om deze elementen tijdelijk
onschadelijk te maken, aldus
het liberale orgaan, dat ver
volgt:
Een en ander is thans
alleen mogelijk, indien de
staat van beleg wordt afge
kondigd. Zooals bekend, is
zulks tot dusver alleen in en
kele landsgedeelten ge
schied. Wij' meenen, dat het
een daad van wijs beleid zou
zijn, dezen maatregel thans
op het. gehecle land toe te
passen, in afwachting van
een herziening onzer oorlogs
wetgeving, welke de be
voegdheden der regeering
voor tijden als d-ezc ver
sterkt. De buitengewone om
standigheden vereischcn bui
tengewone maatregelen. De
ervaring leert evenwel, dat
de goedwillende bevolking
van den uitzonderlijken
rechtstoestand van den staat
van beleg in de nr act ijk
weinig of niets bemerkt.
De regeering heeft het in-
tusschen zelf in de macht de
zen toestand niet langer dan
noodig is, te doen voortdu
ren, wanneer zij slechts
met voortvarendheid een
nieuwe oorlogswet op stapel
zet, welke met het gewijzig
de karakter van den oorlog
en van de verdedigingsvoor
bereiding beter in overeen
stemming is dan de tegen
woord ige.
SCHAAKMAT.
Mr. Jockes schrijft in „Op
bouw": De N.S.B. logica
kwam bij deze gelegenheid
(bedoeld wordt een debat in
de Tweede Kamer), in een
merkwaardig licht. Op een
interruptie van den heer
Rost van Tonningen, dat de
minister ten aanzien van een
der voorgestelde naturalisa
ties in strijd handelde met
het advies van den Officier
van Justitie, merkte minis
ter Gcrbrandv met kostelijke
slagvaardigheid op. dat hem
niet bekend was. dat dit niet
mochb De minister oogstte
daarmee duidelijke instem
ming van de Kamer. De hoor
Rost van Tonningen inter
rumpeerde daarop nogmaals,
met den uitroep, dat de mi
nister zijn plicht verzaakte.
De nieuwste opvatting van
de N.S.B. schijnt derhalve te
zijn, dat het Openbaar Minis
terie de verantwoordelijke
leiding heeft uit te oefenen
met betrekking tot het
staatsbeleid. Eeif opvatting
die bijv, in de zaak Qss aan
den procureur-generaal de
vrije hand zou hebben moe
ten geven. Wij herinneren
ons niet, dat bij die gelegen
heid van een dergelijke op
vatting hij de N.S.B. geble
ken is.
VEREEN. VOOR LUCHT
BESCHERMING ONDER
CURATEELE?
Volgens een groot artikel
in het Volk (sdap) heerscht
e rin de gelederen van de
Ned. Vereeniging voor Lucht
bescherming, welke, zoo men
weet, uit particulier initiatief
is ontstaan, onrust in ver
band met het feit, dat de
overheid zich met de vereen,
gaat bemoeien. Men vreest
remmende invloeden van
Den Haag. De regeering is
n.1. van plan, de benoeming
van den voomaamsten func
tionaris in afdeclings- en
hoofdbestuur resp. van de
goedkeuring van burgemees
ter en minister afhankelijk
te doen zijn. Ook heeft de
min. van Binnenlandsche Za
ken gezegd:
„Mijn eerste daad zal dus
zijn van nu af zorg te dra
gen, dat de Vereeniging voor
Luchtbescherming zich, wat
het uitdragen van meeningen
betreft, conformeert aan hot
officiëele inzicht, dat door de
regeering wordt gehuldigd
en waarvoor ten slotte alleen
de regeering verantwoorde
lijkheid kan dragen."
Het blad oefent in dit ver
band bittere critiek op het
beleid van minister van
Boeyen t.a.v.d. luchtbescher
ming en schrijft, dat velen i.d.
Vereeniging voor Luchtbe
scherming tegenover de door
de regeering gevraagde wijzi
ging van de statuten uiterst
wantrouwend staat. Het is,
verzekerden zij ons, bij hen
minder de behoefte om veree
nigingetje te spelen, dan een
gevoel van groote verant
woordelijkheid, dat deze men
schen in hun wantrouwen
stijft. Zonder hen, aldus hun
betoog, zou de luchtbescher
ming niet zijn, waar zij
thans is en zij vragen zich
vol vreeze af wat er van deze
bescherming terecht zal ko
men, wanneer het ideaal van
den minister vervuld zal
zijn, n.1. wanneer de ver
eeniging zich „conformeert
aan het officiëele inzicht, dat
door de regeering wordt ge
huldigd".
Het blad, dat overigens de
voorgestelde statutenwijzigin
gen redelijk vindt, besluit:
Wanneer de minister, er
kennende dat deze vereeni
ging „historische rechten"
heeft en dat deze burgerlij
ke offervaardigheid zeer ge
respecteerd dient te worden,
de vereeniging de beschik
king geeft over een voorschot
voor werkkapitaal en wan
neer hij verder begrijpt, dat
het land beter gehaat is met
opbouwende critiek van de
deskundigen dan met een
„conformatie aan het offi-
eele inzicht" dan is er ook
nu nog tijd voor een ontwik
keling der luchtbescherming,
die in overeenstemming is
met den ernst van de ornstan
digheden*
Juffrouw Kitty keek den portier met fonke-
lende oogen aan. „U weet hoe donker de stra
ten zijn en hoe stil, nietwaar? Nou dan, ik sla
de Tuinstraat in, hij ook, ik steek het Eikel-
plein over, hij ook, het was verschrikkelijk!
Nergens een levende ziel, ook geen agent! Af
grijselijk, zeg ik U. Ik liep door tot den hoek
van de Fasantenstraat en keek daar om<
Neen, maar, een gezicht had die vent! Hij zag
er uil als een gangster, met zulke oogen."
Juffrouw Kitty spert haar duim en wijsvin
ger van elkaar, de ruimte daartusschen be
draagt zeker tien centimeter. „Zulke oogen,
zeg ik", ging zij voort, „een lang voorhoofd
en een puntige kin, je reinste gangster! Stelt
u zich dat eens voor, portier. Ik daar heel
alleen met den man achter mij. Ik kon niets
anders doen dan wachten totdat hij mij zou
grijpen en wurgen! Natuurlijk liep ik niet
vlugger, want dan zou hij gemerkt hebben,
dat ik bang voor hem was. Dat moet je zulke
typen nooit laten merken. Ik liep dus de
Fasantenstraat uit en sloeg de Steelgracht
in. Ik ben heusch niet laf, ik heb onzen di
rigent wel eens een oorveeg gegeven en den
dansleeraar, in het bijzijn van allen, op zijn
plaats gezet, maar dat met dezen mageren
man was toch heel iets anders! Hij kwam
hoe langer hoe dichter achter mij!" Juffrouw
Kitty poederde, alvorens verder te vertellen,
haar pikant neusje. De portier zag discreet
toe.
„Nou dan, het was afgrijselijk", begon zij
opnieuw, „want nu komt het ergste, ik
kwam hier bij het huis, duwde de deur open
en vloog de steenen trappen op. En weet U
wat er gebeurde?" Juffrouw Kitty rolde met
haar sprekende ogen, „De kereld volgde mij,
zelfs hier in huis! Ja, wat zegt U daarvan?
Ik hoorde hein vlak achter mij de trappen
opklimmen en hij snoof daarbij als een,
stier in de arena".
„Hebt U dat wel eens gohoor.d?" vroeg de
portier verwonderd.
„Neen, natuurlijk niet, alleen in de opera
„Quo Vadis", toen zij tusschen de coulissen
aan den blaasbalg trokken. Mijn verloofde,
de graaf, zal mij, op onze huwelijksreis mee
naar Spanje nemen, dan bezoeken wij na
tuurlijk de stierengevechten".
De portier kwam onder den indruk van.
dit grootsch vooruitzicht.
„Ik vloog dus de trappen op," ging juf
frouw Kitty voort „en keek op he portaal
even om. Jawel, daar kwam hij aan! Hij
zag er uit als een wilde! Ik rende voort, met
den kerel achter mij aan. Neen, dat zal ik
nooit vergeten, mijn hait sloeg als een pau-
kenist. Ik keerde mij om en schreeuwde:
„Wat wilt U van mij! Waarom volgt U mij,
als U niet blijft staan, gil ik!"
En stel U voor wat er gebeurde, de vent
sloeg met de armen in de lucht en stootte
allerlej afschuwelijke kreten uit. Ik schrok
zoo hevig, dat ik de laatste trap bij twee
treden tegelijk opholde. Eindelijk stond ik
voor mijn deur, ik was gered! Hij had het
niet gewaagd mij te volgen. Ik keek eens
over de balustrade, waar hij was verdwe
nen. Stel U voor, zoo iets kan hier gebeuren,
zoo iets ontzettends, ik had dood kunnen
zijn... waarom lacht U?" Juffrouw Kitty
nam haar spiegeltje uit haar taschje en be
gon haar lippen bij te weiken. „Ik zal er met
den graaf over moeten spreken", zei ze woe
den en keek den portier over het spiegeljte
aan.
„Weet U," zei deze en legde een bezwe
rende vinger op juffrouw Kitty's arm. „U
hebt toch gezegd, dat de man een blauwe
jas droeg en een grijizen, slappen hoed?"
„Juist", bevestigde juffrouw Kitty met ge
spitste roode lippen.
„Wel", antwoordde de portier en trok een
ernstig gezicht, „deze man woont hier, hij
is geen gangster en ook geen moordenaar,
hij is filosoof en schrijft boeken, zijn naam
is mijnheer Landt. Hij woont een verdie
ping lager dan U".
Juffrouw Kitty stak haar pikante neusje
in de lucht. „Heibt U bewijzen?" vroeg zij
hoog.
De portier lachte een beetje, maar juffrouw
Kitty ging woedend voort: „Waarom heft U
mij dat niet dadelijk gezegd? en vertelt U
mij dan ook eens waarom of hij mij niet
antwoordde toen ik hem aansprak, hier op
de trap!"
De portier waadde het nu zijn geheele
hand op juffrouw Kitty's arm te leggen. Hij
boog zijn hoofd naar haar toe en fluisterde
geheimzinnig: „Hij heeft een spraakge
brek!" De portier deed zijn mond open en
wees met een tragisch gericht op zijn ge
hemelte en schudde meewarig het hoofd.
„Afgrijselijk", zei juffrouw Kitty: .Ie
mand zonder bovenkaak, ik wist wel, dat
het een verdacht individu was." En hierme
de stapte de blonde juffrouw Kitty de deur
uit op weg naar de repetitie.