IR fi-HJte jonqeni en meiifU.' Nu, en zijn van de week h'eel wat meer briefjes binnengekomen dan de vorige maal. En eigenlijk verwondert me dat omdat jullie allemaal van het Jjs genoten hebben. En ik weet net hoe het gaat als je 's avonds van het ijs thuis komt: dan ben je warm en koud tegelijk, en dan val je om van de slaap. Wat is he teen wintertje he? Het is te hopen dat er Zaterdag en Zondag ook nog tjs ligt en als ik dit schrijf (Vrijdagmorgen) lijkt het daar wel op. In dat geval wens ik jullie een fijn ijs-weekeinde. De prijs, het boek, is deze week gewonnen door: LIENK FERWERDA, Strook D 61, Kolhorn. En nu de briefjes: Piet Vis, St. Maartensbrug. Piet schrijft dat hij het zo jammer vond dat het juist toen hij op de schaats wilde gaan, begon te dooien. Maar ik denk dat hij nu wel best tevreden is. Wat een ijs-winter! Ouderwets hoor! Trijnie Ruig, Schagen. Nog wel bedankt Trijnie voor je vriendelijke wensén voor 1940. Nu, ik hoop maar dat ze uitkomen. Ben je zo verlangend ook eens een boek ofeen taart te winnen? Ik kan het me voorstellen. Nu, misschien gebeurt dat binnenkort ook wel eens. Dag! Freek van der Klooster. Wel bedankt voor je grote en gezellige brief Freek. Jammer dat je het raadsel niet kon oplossen. Trouwens, er waren er meer die er niet „uit" konden ko men. Ik ben ook op de schaats geweest. Woensdagmiddag, twee uur lang. Het beviel me best. Nies je Westdorp, Walenburg, Texel. Niesje schrijft een brief vol van ijsvragen. Ja Niesje, ik kon al heel jong schaatsenrijden, en dan verleer je het niet meer. M'n moeder heeft het me geleerd achter een stoel. Dat deden ze vroeger zo. Wat heb je een leuk postpapier, zeg. Zeker wel duur hé Gerrit Westdorp, de Waal, Texel. Op een prikslee-tje heb ik vroeger ook veel ge zeten. Dat was een reuze-sport. Wat vlogen de over het ijs, tot woede van de schaatsen rijders die we soms dwars tusschen de benen doorreden. Maar ja, wat doe je al niet als je 8 jaar bent Trienl Nierop, St. Maartensbrug. Ook jouw woorden werden achterhaald Trieni, door het fijne ijsweer. Ik denk dat je er heel wat dagen van geprofiteerd hebt. 13 het niet zo? Ik heb gehoord dat er bij jullie goed ijs is. Rijd je nog mee met een wedstrijd. Jacob de Goede, Oudesluis. En Jacob, heb je gereden op de Poel? Maar hoe kan ik dat eigenlijk vragen. Natuurlijk heb je er gereden: en ik denk iedere middag en Iedere avond. Is het niet zo? Nu, profiteer er maar van! Bep Tijsen, Anna Paulowna. Nou, het was weer net zo'n gezellige brief als de vo rige maal Bep, wel bedankt er voor hoor. Het schoonrijden op het Oude Veer heb ik ook gezien. Wat was dat een aardig gezicht, he? Schrijf je me de volgende week weer? Pietertje Kleimeer, Veenhulzen. Nou, zeg dat wel Pietertjewat hebben wij el kaar in een reuze tijd niet geschreven. Ik dacht al dat je verhusd of ziek geworden was. Bedankt voor je vriendelijke wensen in het nieuwe jaar. Annie Rademaker. Petten. Nee Annie, op die brief die ik van jou hier ontvang kan ik geen antwoord schrijven. Ik begrijp niet dat je van die lelijke dingen kunt zeggen. Dat is me nog nooit gebeurd. Ik kan me niet voorstellen dat moeder je gezegd heeft zo iets aan de Kindervriend te sturen. Gerrit Blom, Petten. Fijn Gerrit dat je al weer vooruit gaat. Misschien is de ziekte, als je dit leest, wel helemaal over. Ik hoop het maar. Toch heb je me een leuke brief geschreven. Krijg ik er volgende week weer zo een Bedankt voor je tekeningen hoor. Ze zijn prachtig! Coba Blom, Petten. Ook Coba bedankt voor haar tekening. Ik zal hem bewaren als gedachtenis bij die andere plaatjes die ik zo al gekregen heb. Ook al bijna beter Mooi zo. Wie weet hoe gauw jullie weer bui ten spelen, he? Dag! Jan Mekken, Oudesluis. Als er tjs ligt en het gaat regenen, moet je altijd maar zo denken Jan, dat als het weer gaat vriezen dat dan tevens alle scheuren weggevroren zijn. En dat was zo bij jullie in Oudesluis. Je hebt zeker wel kostelijk gereden he? Piet Schroevers. Dat is een aardig vers je Piet, wat jij inzendt. Ik zal het zolang be waren en als er plaats is neem ik het op in de krant. Tot volgende week. Japie Kooy, Wleringerwaard. Welkom in ons midden Japie. Maar... volgende week een groter briefje hoor! En ga je ook de raadsels oplossen? Zoals je gelezen zult heb ben was ik van de week op de schaats. Een fijne sport hoor. Wim Schroevers. Waar dat briefje van jou gebleven is, is me een raadsel Wim. He laas... ik kan de schuldige niet meer achter halen en... misschien ben ik zelf de schul dige wel. Maar ik hoop dat jullie nu niet al te boos op me zijn. Of wel Grietje Ferwerda, Kolhorn. Ik begrijp best hoe het gekomen is dat je een paar maal hebt overgeslagen Grietje. Dat kwam van de „drukte met die feestdagen. Ik vind het heus niet zo erg, hoor. Dag! Lienk Ferwerda, Kolhorn. Ja Lienk, jouw moeder heeft de briefjes goed gelezen. Er is inderdaad een beetje narigheid bij mij thuis. M'n vrouw is namelijk al een maand of vier weg. Ze ligt in een sanatorium in Bloemendaal en dat vinden we allebei heel erg naar. Maar... en dat is nu weer de goede kant... ze gaat vooruit en van de zomer hopen we haar weer feestelijk binnen te ha len. Dag Lienk! Corrie Keizer, Schagen. Brrrr... Corrie zegt dat ze de vorige week het raadsel goed heeft opgelost, en 'toch niet bij de oplossers stond. En voor straf schrijft ze me dat ik met blote benen naar bed moet. Nu, geluk kig nog niet met blote benen naar het ijs... Tot volgende week vriendin! Geerie Kuyper, Moerbeek. Hoe gaat het nu op het ogenblik met kleine Jan, Geerie? Knapt hij al weer wat op Dat hoop ik maar want dat ziek zijn is niets gedaan. Was het een leuke verjaardag met opoe? 65 Jaar... dat wordt al een hele leeftijd! Corrie Bakker, Jullanadorp. Ja, jullie vinden het fijn dat je nu op straat kunt „glissen", maar eergisteren gleed ik in Scha gen minstens 5 meter met m'n fiets weg. Foei... wat deed ik m'n handen zeer. Ik was blij dat er niemand van jullie in de omge ving was. Want jullie hadden vast je buik vast gehouden van het lachen om zo'n gekke tuimeling. Bram en Ali Borst, Schagen. Dooien... dat praat me van dooien. Als ik dit aan jul lie schrijf staan overal de bloemen dik op de ruiten en zijn jullie vast aan het schaatsen rijden. Nee, het is een kostelijke ijs-week ge weest. Mijntje de Jongh, Kolhorn. Daar heb ben vader en moeder groot gelijk in Mijntje. Als het dooit hoor je niet meer op het ijs. Stel je voor, dat je door een wak zakt en... maar nee, ik wil het niet eens schrijven. Op het ijs hoor je alleen als het vriest. O zo. Kees v. d. Gragt, Diemem Da's kort maar krachtig: „Kindervriend, ik heb vanwege het schaatsen geen schrijftijd." Tot volgende week". Nu Kees, van 't zelfde. Tot volgende week dan! Jack v. d. Cappelle, Schagen. Och wat jammer dat je je duiven kwijt bent, Jack. En het waren nog al van die prachtige. Jam mer hoor. Die twee van mij maken het nog steeds best. Ze vliegen en fladderen de hele dag op en neer. Voer kan ik nog voldoende krijgen van een kippenboer. Wat zijn het toch een paar mooie dieren. Ik vind het nog steeds fijn dat je me dat cadeau gegeven hebt. Dag Jack! Tiets v. d. Cappelle, Schagen. Och wat vindt schaatsenrijden weliswaar een fijne sport, maar... geef héér maar de zomer. Dan kun je tenminste steeds zwemmen schrijft ze. Tjéé... dat is ook zo. De schaatsenpret duurt maar kort en de zwemmery kun je de hele zomer beoefenen. Maar zo zie je maar: zowel de winter als de zomer hebben hun genoegens. Klaas Rol, Schagen. Je moet maar zo denken Klaas, voordat iemand goed kan schaatsenrijden moet hij heel wat keertjes gevallen zijn. Dat was met de Kindervriend ook zo. Die heeft het ook heel wat blauwe plekken en geschaafde schenen gekost. Maar als je het eenmaal kunt... nu dan heb je er dat ongemak gaarne voor over. Jeltje Peetoom, Noordscharwoude. Ik vind het altijd weer fijn een brief van jou te krijgen Jeltje. Omdat ze zo lang en zo ge zellig zijn. Jjj weet altijd weer wat nieuws te bedenken en ik lees die brieven van jou soms wel twee of driemaal over. Dus we spreken af dat we elkaar nog een jaar schrijven Goed zo! Dikkie Peetoom, Noordscharwoude. Dikkie en ik schrijven elkaar ook al weer een flink tijdje, mr ir nog niet zo lang als Jetltje en ik. Maar dat komt met de tijd wel terecht, wat jij, Dikkie! Enny Bos, Noord-Scharwoude. Brrr... wat een klein briefje van de week van Enny. En die kan juist van die lange schrijven. Nu, volgende week een extra grote hoor...!! Arie Speur, Schagen. Ook zo'n ijs- valler. Ja, Arie, als je goed wilt leren schaatsen, moet je er iets voor over hebben. En dat heb je natuurlijk ook. Anders zou je geen Holandse jongen zijn. En dat ben je wel, dat weet ik. Jongens en meisjes, dat was het laatste briefje. Tot volgende week! Goede oplossingen ontvangen vant Corrie K., Schagen; Lienk, F., Kolhorn; Griet F., Kolhorn; Wim S.; Piet S.; Jan M., Oudesluis; Annie R., Petten; Pietertje K., Veenhuizen; Bep T., Anna Paulowna; Jacob de G., Oudesluis; Tien N., St. Maartensbrug; Gerrti W., De Waal, Texel; Geri K., Moer beek; Mijntje de J., Kolhorn; Bram en Ali B„ Schagen; Rein H., Oude Niedorp; Jeltje P., Noord-Scharwoude; Ari S., Schagen; Enny B., Noord-Scharwoude; Dikkie P., Noord-ScharwoudeKlaas R., Schagen; Jack v. d. C., Schagen; Tiets v. d. C., Scha gen; Kees v. d. G., Diemen. Oplossing raadsel vorige week Oplossing van het kruiswoordraadsel: Horizontaal: 1 bas; 3 Ier, 5 tik; 7-k. o.; 9 op; 10 la; 11 do; 12 km.. 14 re; 16 aap; 18 tel; 19 sok. Verticaal: 1 bok; 2 st; 3 ik; 4 rap; 6 in; 8 olm; 9 oor; 12 kat; 13 ha.; 15 eik; 16 al; 17 p.s. Nieuw Raadsel INVULRAADSEL. Zoals je ziet gaan alle woorden van dit invulraadsel uit op de letters: el. Probeer nu maar eens of je de goede woorden kunt vinden. 1. bevindt zich aan ieder huis. 2. de broer van Kaïn. 3. een heel sterk touw 4 een tuinhuisje 5. een onbehouwen jongen 6. een dichterlijk woord voor: struikgewas 7. een eetbare knol 8. kledingstuk van dierenhuiden gemaakt 9. een tak van sport. S 9 Om zelf te maken Een tafelkleed voor moeder. „Ik zou er best een paar aardige tafel kleden bij kunnen gebruiken", zei moeder, toen ze een schoon kleedje voor de thee tafel en voor de dienbak zocht. „Ze zijn allemaal al zo oud geworden, er is werke lijk niet veel moois meer bij! Ik zou ze wel zelf willen maken, maar ik heb er werkelijk geen tijd voor." Els, die het hoorde, dacht meteen: „Wat een bof, dat moeder dat zegt. Ik wist al he lemaal niet, wat ik haar op haar verjaardag de volgende maand moet geven. Maar dat is eigenlijk wel een leuk idee, ik zal een kleed voor haar borduren." Nu moet je weten, dat Els, zoals de mees te kinderen, maar weinig geld in haar spaarpot had. Ze ging eens in de hand werkwinkels kijken, maar alle kleden wa ren zo duur, dat kon ze heus niet betalen. Ze moest er maar iets anders op verzinnen. En toen besloot ze om juffrouw Huurman, de handwerklerares in het complot te ne men. Die zou haar vast wel kunnen helpen. En ja hoor, juffrouw Huurman wist raad. Ze maakte een plan met Elsje en zei, dat het bijna niets hoefde te kosten. Els had alleen maar een lap witte stof no dig, iets waarop ze goed kon borduren. Mis schien had ze thuis nog wel ergens een ge schikte lap liggen. „Je knipt dan een keurig vierkant van die lap", zei juffrouw Huur man, „en dan moet je erg netjes te werk gaan. Nu vouw je het kleed keurig op, zo dat je nog -maar een klein vierkant over hebt en dan pers je het goed plat met een strijkijzer. Als je het kleed dan weer uit vouwt, zijn alle vouwen er duidelijk in te zien. Desnoods strijk je ze ieder apart nog e-ens een beetje bij, zodat je goed de plooien kunt zien. En nu rtfg je met bor duurgaren precies langs de vouwen. Daar door wordt het kleed in verschillende klei ne vierkanten verdeeld. Als je daarmee klaar bent, kan je het beste eerst de rand afmaken, anders gaat het goed misschien rafelen. Je weet wel, dat je dat op veel- verschillende manieren kunt doen. Je kunt een open zoom maken en dat kan je toch zo goed!" Juffrouw Huurman lachte eens, want Els moest altijd vechten met haar open zomen op handwerkjes, dat vond ze altijd erg moeilijk. „Je kunt er ook een kantje aan naaien of een aardige rand haken. Je moet zelf maar zien, hoe je dat wilt doen. En dan komt het echte borduurwerk. Eerst teken je met een potlood voorzichtig bloemenpatronen in de vierkantjes. In elk vierkantje één of om de beurt of hoe je maar wilt? Die bloemenpatronen ga je dan met vrolijk ge kleurd garen borduren. Je zult eens zien, hoe leuk het dan wordt en moeder zal er erg blij mee zijn. Nu meisjemaat, ga nu maar vlug naar huis en laat me het kleed maar eens zien, als je het afhebt!" Els holde naar huis. Wat fijn, dat ze het aan juffrouw Huurman had gevraagd, want het kleed werd nu vast mooi! En dat was ook zo! Moeder vond het zo prachtig, dat ze niet kon begrijpen, dat Els het hele maal alleen had gemaakt. De fontein Het is helemaal niet moeilijk om zelf een kleine fontein te maken. Nu zeg je natuur lijk: ja, als je de kraan openzet en je vin ger op de opening legt! Maar dat bedoe len we hier niet. Een fontein, waarbij je de waterleiding helemaal niet nodig hebt. Je kunt er het beste een leeg medicijnflesje voor gebruiken met een goed aansluitende kurk. In de kurk moet je dan een gat bo ren en door dat gat een rietje of stroohalm steken. Nu vul je het flesje eerst tot over de helft met water en dan doe je de kurk stevig op het flesje. Het rietje moet nu bijna tot op de bodem komen. Verder heb je nu een niet te breed in- maakglas nodig. Je verwarmt de lucht in het glas even van te voren en zet het dan over het medicijnflesje heen. Het beste is om het geheel op een bord te zetten en op dat bord weer een stukje vochtig vloei papier te leggen, zodat er helemaal geen lucht van buiten in het inmaakglas kan komen. Druk je dan je hand nog op het glas, dan is de lucht zeker goed afgesloten. Na enige tijd zal je nu zien, dat er een fijn straaltje water uit het rietje komt. De lucht in het inmaakglas is nu namelijk weer afgekoeld en de luchtdruk is daar door kleiner geworden. De hogere lucht druk in het medicijnflesje doet het water nu naar boven spuiten. Probeer het maar eens, als je de buitenlucht goed afsluit, zal het je zeker lukken. EN DE VAN DOOR EDGAR RICE BURROUGHS 7, „Een leeuw en een tijger", herhaalde Tar- zan, „die beiden achter een menselijke prooi sluipen. We zullen in de bomen klimmen, want van boven of kunnen we beter zien wat er gebeurt. Wacht, ik zal je helpen." Terwijl hij d'Arnot op zijn brede schouders nam, klom de aapman snel in de bomen en spoedde zich in de richting, waaruit de geluiden kwamen. Ze kwamen juist op de plaats van bestem ming aan, op het ogenblik, dat Perry O'Rour- ke op den luipaard schoot, die zich vlak bo ven hem bevond. Zfl zagen het gewonde <jier, dat van pijn en woede brulde en met z\jn prooi op den grond viel. En daar vlak bjj za gen ze den leeuw, die naar den hulpelozen man wilde springen. Tarzan met d'Aruot nog steeds op zftn schouder, liet zich snel uit den boom zakken en rende over het junglepad. d'Arnot gleed van Tarzan's schouder af en greep naar zijn geweer om den gewonden luipaard een kogel door den kop te jagen. En nu, met een oor verdovend gebrul sprong de leeuw op Perry af. Met een geweldige sprong vloog Tarzan over den verbaasden Perry heen en kwam tussen den man het verscheurende dier terecht. Het diepe geluid van Tarzan klonk zeer onheil spellend, maar de leeuw aarzelde geen ogen blik. Deze nieuwe prooi zou evengoed zijn hon ger kunnen stillen als de vorige.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 12